5 Hoofdstuk 1 K ate Merritt schrok wakker. Ze sperde haar ogen wijd open en het hart klopte haar in de keel. Ze kon geen hand voor ogen zien. Niet het minste straaltje maanlicht drong door de kanten slaapkamergordijnen heen. Als een dikke deken hing de donkere nacht om haar heen. Ze richtte haar blik op het slaapkamerplafond en hoopte vurig dat ze alleen maar van een nare droom wakker was geschrokken. Naast zich hoorde Kate haar zus Evie bijna onhoorbaar adem- halen. Die had blijkbaar niet gehoord wat Kate zo wreed in haar slaap had gestoord. Langzaam begonnen Kates ogen aan het donker te wennen, maar die had ze niet nodig om te weten hoe Evies rode haar als een stralenkrans om haar hoofd lag. Of dat ze zelfs in haar slaap het bovenste laken in haar vuisten geklemd hield, zodat Kate het niet van haar kon aftrekken. Kate zelf werd iedere dag wakker met haar kussen op de grond en haar haren alle kanten op. Het tegendeel van Evie, die opstond met amper een kreukel in haar nachtjapon. Een paar ochtenden ervoor had hun moeder Kates verwarde donkerbruine krullen lachend gladgestreken. ‘Zit er maar niet over in dat je niet zo’n dametje bent als Evangeline. Je zus is al bijna zeventien. Als je wat ouder bent, ga je vast meer op haar lijken.’ Kate had zich met een ruk van haar moeder afgewend. ‘Op
6 Evie? Maar dat hoeft toch niet? Dat zou verschrikkelijk zijn. Echt verschrikkelijk’, zei ze zonder erbij na te denken. Dat deed Kate altijd. Ze zei dingen zonder erbij na te denken. Maar ze wilde echt niet zoals Evie worden. Nooit. Evie klom niet in bomen en ving geen kikkers in de kreek. Ze beweerde zelfs dat ze liever binnen bij het licht van de olielamp ging lezen dan na zonsondergang verstoppertje spelen. Maar de ware reden was dat ze zelfs bang was voor haar eigen schaduw.Evie was niet alleen bang in het donker. Of het nu donker was of licht, bij het horen van de naam Fern Lindell begon ze al bijna te gillen. Toegegeven, Fern had ze niet allemaal op een rijtje, maar Kate was helemaal niet bang voor haar. Tenminste, als Fern haar kleine bijl niet bij zich had. In dat geval bleef iedereen met ook maar een greintje gezond verstand bij haar uit de buurt. Eén ding was zeker: Kate had meer dan een greintje gezond verstand. Dat kwam omdat ze de middelste van het gezin was, en de middelste moest al vroeg leren voor zichzelf te zorgen. En niet alleen voor zichzelf. De helft van de tijd moest ze ook voor Evie zorgen en de andere helft voor Tori, haar jongere zusje, die de afgelopen maand tien was geworden. In het ledikant aan de andere kant van de kamer hoorde ze Tori zachtjes en vredig ademhalen. Kate was dus niet van Tori wakker geschrokken, maar wel van iets anders. Ze tilde haar hoofd van het kussen en luisterde. Het middelste zusje moest alles in de gaten houden. Dat vond Kate niet erg. Ook al was ze nog maar veertien, ze wist veel voor haar leeftijd. Ze hield altijd haar ogen en oren wijd open en deed wat gedaan moest worden. Natuurlijk was het soms beter om Evie te zijn, die gewoon alles negeerde wat niet overeenstemde met het beeld dat zij van de wereld had,
7 of als Tori, die zich nergens druk over maakte, behalve of ze genoeg wormen zou vinden om te kunnen gaan vissen. Die twee hielden nu niet hun adem in om erachter te komen of die zwarte gedaante misschien hun vader was, die na een avond drinken thuiskwam.Victor Merritt was in Frankrijk gaan drinken. Dat had Kate tante Hattie tenminste een paar maanden geleden aan mama horen vertellen. Ze wisten niet dat zij hen had gehoord. Ze dachten dat ze op school was, maar ze was terug naar huis gerend om het geschiedenisverslag te halen dat ze op de tafel bij de voordeur had laten liggen. Kate was op haar tenen over de veranda gelopen en had de deur heel voorzichtig opengedaan zodat die niet zou piepen. Het was haar bedoeling geweest om het verslag van het tafeltje te grissen en zich uit de voeten te maken voordat haar moeder haar hoorde. Op die manier zou ze er alleen op school, en niet thuis, van langs krijgen. Ze wisten niet dat ze thuis was. Zelfs tante Hattie niet, die bijna alles wist. Per slot van rekening had die bijna iedere baby op de wereld gebracht die sinds de eeuwwisseling zesendertig jaar geleden in Rosey Corner was geboren. Heel veel mensen meden tante Hattie, tenzij er een kind op komst was of ze iemand nodig hadden om de was te doen, maar mama deed dat niet. Ze zei altijd dat je in deze wereld op weinig dingen kon vertrouwen, maar dat je er wél zeker van kon zijn dat tante Hattie de waarheid sprak. Of je dit nu f ijn vond of niet. Op die bewuste ochtend de afgelopen lente, toen Kate het huis was binnengeslopen en haar moeder met tante Hattie had horen praten, klonk het alsof de moeder van Kate een heleboel dingen niet f ijn vond. Ze huilde. Het geluid ging Kate door merg en been en ze bleef als aan de grond genageld vlak achter de deur staan. Ze durfde amper te ademen.
8 Eigenlijk had ze haar verslag van tafel moeten pakken en meteen rechtsomkeert maken. Dat had ze moeten doen, maar in plaats daarvan bleef ze stokstijf staan. Natuurlijk wist ze dat haar vader dronk. Dat wist iedereen in Rosey Corner. Niets bleef lang geheim in hun kleine gemeenschap. Twee kerken, één school, twee winkels – die van opa Merritt had een ben- zinepomp – en de smederij van haar vader. ‘Maar waarom?’ zei Kates moeder tussen twee snikken door. Tante Hattie klonk niet boos zoals ze weleens klonk als men - sen in haar bijzijn begonnen te huilen. In plaats daarvan leek het alsof ze zelf ook op het punt stond in huilen uit te barsten. Kate kon zich niet herinneren dat ze tante Hattie ooit had zien huilen. Zelfs niet als ze over haar zoon vertelde, die tijdens de oorlog in Frankrijk was gesneuveld. ‘Er zijn dingen die we niet begrijpen, Nadine. Wij zijn er zelf niet bij geweest. Maar onze Victor wel. Hij heeft mannen om zich heen zien sneuvelen. Hij heeft wat van dat gifgas van die moffen ingeademd. Hij heeft op de harde, koude grond gelegen en naar dezelfde maan gekeken als jij, zonder te weten of er ooit weer een dag zou komen dat hij er samen met jou naar zou mogen kijken. Hij wist zelfs niet eens of hij de volgende ochtend de zon nog zou zien opgaan.’ ‘Nee, nee, dat bedoel ik helemaal niet.’ Kates moeder had haar tranen ingeslikt en haar stem had krachtiger geklonken, meer zoals Kate die kende. ‘Wat ik bedoelde was: Waarom nu? Ik ben het met je eens dat hij daar is gaan drinken, maar toen hij thuiskwam, dronk hij helemaal niet zo veel. Af en toe nam hij een slok, maar de laatste tijd duikt hij in die f les alsof hij erin wil verdrinken.’ ‘Dat heeft helemaal niets met jou te maken, kind. Hij houdt nog steeds van zijn meisjes.’ Tante Hatties stem klonk zacht en
9 vriendelijk, het was dezelfde stem waarmee ze tegen vrouwen sprak die op het punt stonden te bevallen. ‘Van de meisjes misschien wel, maar ik weet niet zeker of hij nog van mij houdt.’ Kate kon haar moeder niet zien, maar kon zich de uitdrukking op haar gezicht voorstellen. Ze zou haar lippen stijf op elkaar hebben geperst alsof ze net iets heel vies had doorgeslikt.‘Ik weet het wél zeker. Ik ken jouw Victor. Ik was de eerste die hem zag toen hij op de wereld kwam. En wat een zielig hoopje mens was het. Hij was amper groter dan mijn hand. Zijn moeder, juffrouw Juanita, had altijd moeilijke zwangerschap - pen. De twee kinderen vóór Victor hebben het niet overleefd. Jij herinnert je juffrouw Juanita toch nog wel? Je weet hoe zwaarmoedig ze was. Ze was ervan overtuigd dat we Victor ook zouden verliezen, zelfs toen hij al ter wereld was gekomen en de eerste lucht in zijn longen had gezogen. Maar dat had ik nooit laten gebeuren. Ik heb hem samen met mijn eigen zoon grootgebracht. Bo was vier toen onze Victor werd gebo- ren.’ Kate hoorde een stoel kraken alsof haar moeder was gaan verzitten om een gemakkelijkere houding te vinden. Ieder - een wist dat het geen zin had om te proberen tante Hattie te onderbreken als ze eenmaal over haar zoon begon. ‘Mijn Bo was een stevig mannetje. Sterker en slimmer dan de meeste andere kinderen. Zodra Victor kon lopen, nam Bo de taak op zich om op hem te passen. Toen hij wat ouder was, betaalde juffrouw Juanita hem er wat voor.’ Tante Hattie zweeg even, alsof ze besefte dat ze enigszins was afgedwaald. ‘Daarom kan ik weten dat Victor nog altijd veel om je geeft, meisje. Ik ken onze Victor. Hij zit over zijn smederij in. Mensen willen tegen - woordig alleen nog maar in auto’s rijden en laten hun paarden
10 in de wei staan. Dat is niet goed, maar er gebeuren veel dingen die niet goed zijn.’Kate verwachtte dat tante Hattie nu zou beginnen over hoe Bo was gesneuveld in Frankrijk, maar dat deed ze niet. In plaats daarvan hield ze haar mond en het werd zo stil dat Kate haar bijna kon horen ademen. Ze wilde zich omkeren en de deur uit glippen, maar ze moest wachten totdat iemand de stilte zou verbreken. Het enige geluid was het trage tikken van de klok op de schoorsteenmantel en het zachte gesis van het water dat op het fornuis stond te koken. Niets zou het geluid dempen dat ze zou maken als ze nu het huis uit sloop. Kate had al tweeënvijftig tikken geteld toen haar moeder ten slotte verder sprak. ‘Ik geloof niet dat je je problemen weg kunt drinken.’‘Nee, dat gaat onmogelijk, en vooral als je bedenkt hoe je eigen vader hier al zolang hij predikant is tegen heeft gepreekt. Dominee Reece ontziet niemand.’‘Er zijn betere manieren om met problemen om te gaan dan naar de f les te grijpen en daarmee nog meer problemen te creëren.’ Er klonk niet de minste zweem van twijfel in haar moeders stem door.‘Ik spreek je niet tegen hoor, Nadine. Ik ben het helemaal met je eens.’ ‘Wat moet ik dan doen, tante Hattie?’ ‘Ik weet het niet. Het enige wat ik kan doen, is luisteren en misschien praten met iemand die het wel weet.’ ‘Ik heb gebeden.’ ‘Natuurlijk, maar misschien kunnen we samen bidden. In Gods Woord staat dat wanneer twee of meer mensen in Gods naam bijeengekomen zijn, God in hun midden zal zijn. Ik. Jij. Dat is twee.’‘Bid met mij, tante Hattie. Voor Victor. En de meisjes.’ Haar
11 moeder aarzelde even voordat ze verderging: ‘Vooral voor Kate. Ze heeft een last op haar schouders genomen die ik zelf niet lijk te kunnen dragen.’In de voorkamer hield Kate haar adem in. ‘Maak je maar geen zorgen over dat kind. Ze heeft heel brede schouders. Hier, houd mijn handen vast.’ De stem van tante Hattie veranderde en werd iets luider, alsof ze zich ervan wilde vergewissen dat God haar goed kon horen. ‘Heilige Vader, Die vanuit de hemel op ons neerziet. Dat we U iedere dag die U ons schenkt mogen eren. Wij danken U voor deze dag. En voor de zorgen en problemen die U ons stuurt, zodat we leren om op U te vertrouwen.’Ze zweeg even, alsof ze nadacht over die zorgen en proble - men. Toen bad ze verder. ‘Help onze Victor. U weet wat hij nodig heeft, beter dan dat ik dat doe of Uw lieve kind Nadine hier. Wend hem af van de verleidingen van de duivel en breng hem terug naar zijn gezin. Niet alleen met zijn voeten, maar ook met zijn hart. Geef dit gezin kracht en waak over een ieder van hen. Vermeerder hun vreugde en verminder hun leed. Vooral bidden wij U voor onze Kate. Bescherm haar met Uw hand en behoed haar voor de zonde.’ Meer hoorde Kate niet. Ze had het gevoel dat tante Hatties ogen haar dwars door de muur heen zagen en haar doorboor - den. En dat die ogen haar juist op dit moment een zonde zagen bedrijven door hen af te luisteren. Kate pakte haar geschiedenis - verslag van de tafel en liep op haar tenen het huis uit. Eenmaal onder aan de trap van de veranda aangekomen, zette ze het op een lopen en pas bij de school stopte ze met rennen. Het gebed had nog niet geholpen. Tenminste, niet het deel dat ging over het drinken van haar vader en de verleidingen van de duivel. Kate was bang dat God het gebed van tante Hattie
12 niet had verhoord omdat ze haar stiekem had afgeluisterd. Alsof het gebed daardoor de verkeerde kant op was gegaan in plaats van naar de hemel zoals tante Hattie had gewild.Nu lag Kate roerloos in bed om de veren niet te laten piepen en ze spitste haar oren om erachter te komen wat haar uit haar slaap had gewekt. De hordeur klapperde in de deurpost. Dat zou door de wind kunnen komen als het die nacht zou hebben gewaaid, maar toen klonk er een doffe bons: iemand was tegen de tafel naast de deur gelopen. Met een zucht ging Kate op de rand van het bed zitten en zocht naar een lucifer. Toen ze de kleine kerosinelamp had aangestoken, deed ze de moeite niet om onder het bed naar haar schoenen te zoeken. Het was een warme nacht en op de een of andere manier had haar vader het voor elkaar gekregen om via de voordeur naar binnen te komen.‘Ga nu alsjeblieft niet overgeven’, zei ze heel zachtjes terwijl ze de lampenpit bijstelde om het vlammetje zo klein moge - lijk te houden. Ze vond het afschuwelijk om zijn braaksel op te ruimen. Maar aan de zure alcohollucht te oordelen die de slaapkamer binnendrong, vermoedde ze dat hij buiten al had overgegeven. Ze stond op en keek nog even achterom naar Evie. Die zag er nog precies zo uit zoals Kate zich haar even geleden in gedach - ten had voorgesteld, maar ze kon Kate niet voor de gek hou- den. Evie was wakker. Haar ogen waren te stijf dichtgeknepen en hoewel Kate het in het halfduister niet met zekerheid kon zeggen, meende ze een traan op haar wang te zien glinsteren. ‘Het heeft geen zin om te huilen, Evie. Papa is thuis’, f luisterde Kate zachtjes. Evie deed net alsof ze sliep, maar nu rolden de tranen onmis - kenbaar vanuit haar ooghoeken over haar wangen. Zuchtend
13 wendde Kate zich van het bed af. ‘Slaap jij maar verder, Evie. Ik zal me wel om hem bekommeren.’Kate liep met de lamp in haar hand naar de voorkamer, waar haar vader over de schommelstoel struikelde. Ze vroeg zich af of haar moeder ook net deed of ze sliep en of haar wangen ook nat waren. Ze zou in ieder geval niet opstaan. Zelfs niet als papa languit op de grond viel. Dat kon ze niet. Ze kon hem niet helpen en vervolgens morgenochtend zijn ontbijt klaarmaken alsof er niets was gebeurd. Dat wist Kate. Ze wist niet hoe ze het wist, maar ze wist het gewoon.