Genesis 12:1 Veel geschiedenissen – en toch maar één In dit derde boekje over Genesis maken wij kennis met verschillende mensen uit die oude tijden en hun levensverhaal. De eerste die we ontmoeten is Abraham, die wel een heel grote plaats inneemt in de Bijbel. 1 De H eere nu had tot Abram gezegd: Ga gij uit uw land en uit uw maagschap, uw familie, en uit uws vaders huis, naar het land dat Ik u (aan) wijzen zal. Om over na te denken: Weet je het nog? Dat je dicht tegen je vader of je moeder aan kroop als die je een verhaal uit de Bijbelse geschiedenissen voorlas? Mooie verhalen, maar ook verdrie- tige. Van sommige werd je zelfs bang. Er waren erbij die je steeds opnieuw wilde horen. Zoals over de knaap David die vocht tegen de reus Goliath. Of over Jona, de ongehoorzame profeet, die opgeslokt werd door een vis. Misschien kende je die verhalen al uit je hoofd nog voordat je sommen kon maken. Toch is de Bijbel niet zomaar een boek vol verhalen. Wat is het dan wel? Eén lang verhaal, van begin tot eind is het één waargebeurde geschiedenis. Dat ene ver - haal heeft een heleboel verschillende hoofdstukken. In deze ‘hoofdstukken’ wordt verteld over het leven van Abraham en David bijvoorbeeld. Andere hoofdstukken zijn profetieën, zoals de boeken Jesaja en Openbaring. Weer andere zijn brieven: van Paulus, Petrus en andere apostelen. Toch vertellen al die hoofdstukken eigenlijk maar één groot verhaal: alles wat we moeten weten over God Zelf, over Zijn grote Zoon en over de Heilige Geest. Wat is dan het grote verhaal dat God ons wil vertellen? Dat het Zijn bedoeling is om Zichzelf te verheerlijken door het zaligmaken van zondaars. Hij vertelt ons dat Hij zondaars zal zaligmaken door de offerande van Zijn eigen Zoon, Jezus Christus. En door het werk van de Geest in de harten van zondige mannen, vrouwen en kinderen. Brug naar Genesis Brug naar Bijbelgedeelte Brug naar Genesis Genesis
9 Dat belangrijke onderwerp: zaligheid, redding, heeft dat ook ons iets te zeggen? Ja! Dat kun je duidelijk merken als je leest over al die mensen en hun problemen. Je leest hoe Abraham uit Ur vertrekt, dat hij een hongersnood meemaakt. Dat hij bang is dat een vijandige koning hem zijn vrouw Sarai af zal pakken. Dat hij bezorgd is om een goede vrouw voor Izak te vinden – Zie je nu dat God in iemands leven zowel voorspoed als tegenslag gebruikt om Zijn doel te bereiken? God wil ons in de Bijbel dus laten zien wat wij moeten weten op onze weg door dit leven. Want wat kunnen we veel leren van al die verschillende manieren waarop God Zijn kinderen heeft geleid. Wat kan het ons moed geven als we lezen hoe God man- nen en vrouwen, jongens en meisjes door net zulke zorgen en moeilijkheden heen geholpen heeft als wij meemaken, ook al leven wij enkele duizenden jaren later! Lieten zij het afweten? God bleef trouw. Kwamen zij voor een muur te staan? God toonde dat Hij almachtig was. Sloegen zij een zondig pad in? Zijn genade was ster - ker en bracht hen weer op de goede weg. Maar waarom zijn het er zo veel, die verhalen? Nu, vergelijk het maar eens met een arts die jou een rondleiding geeft in het ziekenhuis. Op alle verdiepingen liggen ern- stig zieke en zwaargewonde patiënten. Deze bekwame arts kan je precies vertellen wat iedere patiënt mankeert en kent de voorgeschiedenis. Maar hij laat je ook zien dat de ingrepen die hij verricht heeft en de medicijnen die hij heeft voorgeschreven, voor veel patiënten tot zegen zijn geweest. Daar zie je een jochie rennen. De arts zegt: ‘Toen hij hier binnenkwam, kon hij absoluut zijn beentjes niet gebruiken.’ Als de arts nu maar één op de duizend patiënten kon aanwijzen die baat gevonden had bij de behandeling, zou je misschien niet erg onder de indruk zijn. Maar als het ging om honderden patiënten …? Daarom ook staan er zo veel verschillende verhalen in de Bijbel. Ze vertellen alle- maal iets over de grootheid, de goedheid en de genade van God. Ze laten ons ook zien dat God rechtvaardig en heilig bleef als Hij mensen strafte die niet deden wat Hij hun zo duidelijk geleerd had. Let bij het Bijbellezen vooral op wat God je over Hemzelf leert. En waar je hulp moet zoeken, in wat voor situatie je ook terechtkomt. Speur bovenal naar de grote Parel, Jezus Christus. Lezen: Hebreeën 11:32 - 12:3
Oproep om apart te wonen 1 De H eere nu had tot Abram gezegd: Ga gij uit uw land, Haran, dat Abrams thuisland was geworden nadat zijn vader Terah met het grootste deel van de fami- lie daarheen was getrokken (Gen. 11:31), en uit uw maagschap, of: familie, zoals ooms en tantes, en uit uws vaders huis, zijn naaste familie, zoals broers en zus- sen, naar het land dat Ik u (aan) wijzen zal. Om over na te denken: Het ging niet goed met de wereld waarin Abram leefde. Ondanks het vreselijke oordeel, de zondvloed, kwamen veel mensen toch weer in opstand tegen God. Wat deed God toen? Hij verwarde de spraak bij de torenbouw van Babel, waardoor de mensen gedwongen werden uit elkaar te gaan en zich over de wereld te versprei- den. Maar daarmee hadden ze nog geen ander hart. De mensen waren nog steeds goddeloos. Er waren in heel die wijde wereld nog wel mensen die de ware God dienden, maar er was niet één volk dat als natie de Heere diende. Met het leven van Abram begint God een nieuw hoofdstuk in de geschiedenis van de mensheid. We lezen in deze tekst dat de Heere Abram had opgedragen zijn land te verlaten. Hij scheidde Abram af van alle andere volkeren. Uit Abram bracht de Heere een natie voort die Hij als Zijn volk aannam. Later kon God zeggen tegen Israël, de nakomelingen van Abram: ‘Uit alle geslachten des aardbodems heb Ik ulieden alleen gekend’ (Amos 3:2). Op zekere dag draagt God Abram op: ‘Verlaat uw land en uw familie, en trek naar een land dat Ik u aan zal wijzen.’ Abram moest afscheid nemen van zijn vertrouwde woonomgeving en van het merendeel van zijn geliefde familieleden en vrienden. Als mensen in die tijden naar een andere omgeving trokken, was het waarschijnlijk dat ze nooit meer iets van elkaar zouden zien of horen. Er bestond niet zoiets als post, telefoon of mail. Genesis 12:1 Brug naar Genesis Brug naar Bijbelgedeelte Brug naar Genesis Genesis