God in de kring van de goden Griekse tragedies en het christendom
isbn 978-94-92183-23-1 nur 700 Uitgeverij Skandalon Postbus 138 5260 AC Vught E-mail: [email protected] www.skandalon.nl Vormgeving: Circe © 2016 Skandalon Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geauto matiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording, or otherwise, without the prior permission in writing from the proprietor(s).
GOD IN DE KRING VAN DE GODEN Griekse tragedies en het christendom Jan de Jongh
Voor Wijnie en Syke
God staat op in de hemelse raad, hij spreekt recht in de kring van de goden: ‘Hoe lang nog oordeelt u onrechtvaardig en kiest u partij voor wie kwaad doen? Doe recht aan weerlozen en wezen, kom op voor verdrukten en zwakken, bevrijd wie weerloos zijn en arm, red hen uit de greep van wie kwaad wil. U toont geen inzicht, geen begrip, en doolt in duisternis rond, de aarde wankelt op haar grondvesten. Ooit heb ik gezegd: “U bent goden, zonen van de Allerhoogste, allemaal.” Toch zult u sterven als mensen, ten val komen als aardse vorsten.’ (Psalm 82:1-7, vert. NBV)
Inhoud ten geleide | 7 1. de goden zijn nooit weggeweest | 21 Met de Grieken verbonden – Dromen op de navel van de wereld Van goden naar heiligen – We kunnen Satan niet missen Ruimte voor polytheïsme? – Godenkritiek bij de Grieken Herakles en de godenkritiek van Euripides – De laatste tragedie Julianus en de goden – De goden zijn nog onder ons Excurs: techniek en maakbaarheid 2. lotgevallen | 38 Een naam geven aan het lot – Moira (Latijn: Fatum)Tychè (Latijn: Fortuna) – Gelukkig toevalAnankè: noodzakelijkheid, natuurwet Voorzienigheid en determinisme – Chaostheorie en het tragische Verhouding tot het lot Excurs: andere stemmen over het noodlot
8inhoud 3. de verbeelding van het tragische | 52 Wat heet tragisch? – Tragisch of triest? Het ontstaan en de ontwikkeling van de tragedie Over de mythen – Mythe als verbeelding – Onuitputtelijke bron Excurs: geschiedenis en drama 4. de tragedie als medicijn en verheldering | 64 De definitie van Aristoteles – De tragedie moet fictie zijn Alle kunst is nabootsing – Het karakter van de held(in) Inleven en oordelen – De rol van het koor – De rol van de bode Medelijden en vrees – Katharsis: reiniging én verheldering Tr o o s t Excurs: Van den Bergs metabletica 5. schuldeloze ‘schuld’: oidipous en de passie van jezus | 81 Oidipous in Enschede – Het verhaal van de familie Oidipous Excurs: het Oidipouscomplex Tragische schuld – Een schuldproces? De tragedie van Jezus van Nazareth – Johannespassie Wie ben ik ? – Matthäuspassion – De rehabilitatie van Oidipous De rehabilitatie van Jezus – Geraakt wordenExcurs: structuur Johannespassie
9 inhoud 6. medea: het geschonden vertrouwen | 98 Beknopte voorgeschiedenis – Allochtoon en vluchteling De zegen van de kinderloosheid – Kindermoord en vlucht Het slot: echt of niet? – Meerdere interpretaties Morele ambivalentie – Pasolini: tussen rede en drift Waar is de held gebleven? – Heel de mensheid De omstandigheden – De actualiteit van de Medea Excurs: Fukuyama en het CBS – Excurs: Hekabe 7. agamemnon: kiezen tussen twee kwaden | 121 Het dilemma – De mythe van Agamemnon Euripides’ versie – Aischylos en zijn oordeel over Agamemnon De Zeven tegen Thebe – Antigone De Bijbel: Abraham en Jefta – Er is geen oplossing De ontkenning van tragiek – Voorbeelden uit de praktijk Bij wijze van conclusie: door lijden leren? Excurs: mensenoffers in het Oude Testament 8. noodlottige samenhang: het geslacht tantalos | 143 De familievloek – Een os op de tong – Het Elektracomplex Een familiekroniek – Onontkoombaar verbonden – De Bijbel Actualiteit – Ivan Boszormenyl-NagyVerantwoordelijkheid en lot
10inhoud 9. maathouden | 159 Hybris en atè – Ken uzelf – Niets te veel – Twee tragedies De mythe van Ikaros – Odysseus – Herkenning – Maakbaarheid Prometheus en de tragiek van de techniek – Thanatos en hybris De noodzakelijke dood – Gelukkige kwetsbaarheid Excurs: hybris in de Hebreeuwse Bijbel 10. god of lot | 181 Actualiteit – Grieks of Germaans? – De goden – God of lot?Theodicee: twee goden? – De herdefinitie van ‘god’ Verbeelding en spel – Leven zonder antwoord – De grens Excurs: God en de goden aanhangsel i meer over de griekse tragedies | 196 aanhangsel ii enige theodicee-modellen | 201 literatuur | 205register | 213
11 Ten geleide De Griekse mythen zijn niet uit ons bestaan weg te denken. Clubs, verenigingen en bedrijven vinden nog steeds vaak een passende naam in de bonte wereld van Griekse goden en helden. Automerken, olijfolie, psychologische verschijnselen, in alle segmenten van de samenleving duiken mythologische namen op. En niet slechts de namen. Ook de verhalen achter die bekende namen circuleren om ons heen. Jean-Pierre Vernant Hoe komt het dat na vijfentwintighonderd jaar zoveel mensen nog emotioneel worden geraakt door de Griekse tragedies? Zelfs wanneer we de plot al kennen, neemt het verhaal ons mee, alsof het vandaag gebeurt. De tragedie doet iets met de toeschouwer, ondanks de tijdsafstand en de ‘vreemde’ cultuur, en ondanks de ‘primitieve’ mythen, de vele goden en het voor ons gevoel stati- sche toneel. Wie de Griekse tragedies beleeft in de schouwburg of zelfs alleen maar leest, kan het spel zó ingezogen worden dat je van toeschouwer tot medespeler in een tragisch gebeuren wordt. Verschillende eigentijdse bewerkingen laten op hun manier de actualiteit van klassieke tragedies zien. De Griekse tragedies behouden hun waarde doordat zij de grote universele menselijke gevoelens van liefde en haat, trouw en on- trouw, macht en onmacht verbeelden. Tegelijk tonen zij hoe goede mensen ten onder kunnen gaan door de noodlottige gebeurtenis -
12ten geleide sen die hun overkomen. Het lot van de helden zien wij terug in onze eigen levensgeschiedenis. In die confrontatie ontstaan in- zicht, troost en herkenning. Zo kunnen de tragedies ons helpen het lot dat onszelf treft te verwerken en een plaats te geven. Over dit boek Allereerst: mijn boek is geen wetenschappelijk verhandeling over de tragici en de tragische kunstvorm. Daarover hebben vele ge- leerden al belangwekkende werken geschreven. Zie daarvoor de Bibliografie. Zelf ben ik geen classicus en ik pretendeer dat ook niet te zijn. Wel heb ik mij jarenlang beziggehouden met de span- ningen die zich kunnen voordoen tussen tragische gebeurtenis- sen in mensenlevens enerzijds en de gebruikelijke ‘antwoorden’ in de christelijke theologie anderzijds. Met het oog daarop ben ik mij meer en meer gaan verdiepen in de Griekse tragedies. Dit is dus niet zozeer een wetenschappelijk geschrift. Wat is het dan wél? Een korte bespreking van twee eerdere publicaties in het Nederlandse taalgebied over het onuitputtelijke onderwerp van de Griekse tragedie kunnen mijn voornemen verhelderen. Een wegbereider die ik met ere wil noemen, is H.J. Heering. In zijn boek Tragiek: van Aeschylus tot Sartre (1961) confronteert hij het tragische levensgevoel met de christelijke houding tegenover lijden en kwaad. Heering stelt vast dat het tragische levensbesef een onvervreemdbaar element is van de westerse cultuur en dat juist onze tijd een nieuwe intensiteit daarvan te zien geeft. Na zijn visie op de Griekse tragedie te hebben gegeven, betoogt Heering dat er in het Oude Testament weinig ruimte is voor tragiek, aan- gezien de duistere machten onderworpen zijn aan de ene God. Het Nieuwe Testament verdoezelt de tragische aspecten van het menselijk leven zeker niet; Gods eigen zoon ondergaat een onverdiend lijden door toedoen van kwade machten. Maar wel wordt door dit lijden de tragiek overwonnen, omdat God op deze wijze zijn bevrijdende krachten inzet.
13 ten geleide Terecht wijst Heering erop dat de overwinning op het tragi- sche denken in christelijke (en joodse) stijl vandaag de dag sterk wordt aangevochten. Dat heeft te maken met een afnemen van het geloof in Gods almacht. Een citaat: ‘Cultuurhistorisch is de tragische kijk op de werkelijkheid ook niet eerder mogelijk dan wanneer het vaste vertrouwen in het alomvattende Godsbestuur zodanig is ondermijnd, dat men er openlijk van durft te spreken en openlijk mee durft te léven’ (134). Dit is een ontwikkeling die ook ik bij veel mensen van nu waarneem, en die ik volkomen se- rieus wil nemen. Bij alle waardering voor Heering wil ik toch een stap verder gaan. De gevolgen van een herleving van het tragische levens - gevoel wil ik laten doorwerken in de godsleer. Heering lijkt de tragiek terug te wijzen naar het gebied van de ‘zienswijze’ (esthe- tische of existentiële ervaring van mensen); op het vlak van de ‘zijnswijze’ (dus ‘ontologisch’ gesproken, in de werkelijkheid) zou haar rol gering zijn. Zo komt hij tot het ‘meta-tragische’: verge- ving en compassie, genade en hoop zijn sterker dan welke ellende een mens ook kan overkomen. God is wel betrokken bij de mens (in het bijzonder door zijn zoon Jezus Christus) maar zelf staat Hij buiten kwaad en lijden. Voor mij is dat niet radicaal genoeg: tragiek heeft wel degelijk gevolgen voor de werkelijkheid (ontolo- gisch) en daarmee ook voor de invloed van God op het wereldge- beuren (theologisch). Zo ben ik op het spoor gekomen dat naast de macht van God nog andere machten bestaan, die niet kunnen worden uitgevlakt. Zelfs zou ik willen spreken van ‘goden’ die de wereld en het men- senleven beïnvloeden. In Nederland heeft de betreurde Samuel IJsseling deze visie bepleit, waarbij hij zover ging de joods-chris - telijke God in te ruilen voor het Griekse veelgodendom. Zover wil ik niet gaan, maar wel zal ik de geldigheid van het ‘monotheïsme’ (‘er bestaat slechts één God) aan de orde stellen. Wordt het niet tijd voor een herwaardering van het ‘polytheïsme’ (‘er bestaan verschillende goden’)? De Bijbel zelf lijkt daarvoor enig houvast
14ten geleide te bieden. En de ervaringen van mensen in lijden en nood kunnen zo beter worden geplaatst. Een tweede, meer recente publicatie in het Nederlandse taal- gebied die ik naar voren zou willen halen is Jos de Muls De do- mesticatie van het noodlot (2006, 2014). Daarin onderzoekt De Mul de vele gestalten die het noodlot kan aannemen; hij inte- resseert zich in het bijzonder voor de tragische houding daarte- genover. Zijn benadering is antropocentrisch te noemen, omdat zijn aandacht voornamelijk uitgaat naar de mens en zijn of haar handelen. De Mul wijst op de fundamentele ambivalentie van de menselijke vrijheid: onze keuzes kunnen heilzame maar ook fa- tale gevolgen hebben. ‘De tragische persoon kiest zijn noodlot en wordt door het noodlot gekozen. Precies in dit catastrofale sa- menvallen van handelingsvrijheid en noodlot schuilt zijn tragiek’ (15). Mijn benadering is in zoverre een andere dat ik niet zozeer de antropologische als wel de theologische vraag stel: welke god- delijke machten worden losgemaakt door het menselijke hande- len? Kan het ‘noodlot’ niet beter worden opgevat als bepaalde (duistere) machten die ons parten spelen? Ook dat zou een uitda- ging zijn voor de (exclusieve) almacht van de éne God. De Mul volgt de vaker geuite veronderstelling dat christendom en tragiek elkaar uitsluiten. ‘De christelijke traditie is gebaseerd op het geloof dat de mens uiteindelijk uit zijn lijden wordt verlost. De Bijbel kent nog wel zijn tragische momenten (…) maar omdat er uiteindelijk sprake is van compensatie en gerechtigheid, ver - stomt de tragiek’. In het volgende wil ik echter de speelruimte on- derzoeken die er in het christendom wel degelijk is (of zou moe- ten zijn) voor het tragische levensgevoel. Overkomt mensen niet dikwijls lijden dat zij niet hebben verdiend? Zetten hun hande- lingen niet soms onvoorziene en onvoorzienbare mechanismen in werking die we met ‘machten’ of zelfs ‘goden’ zouden kunnen aanduiden? Is een monotheïstische zienswijze op het bestaan van lijden en kwaad de enige die bij het christendom past? Deze vragen lijken voor De Mul van minder belang te zijn, wat te ver -
15 ten geleide klaren is uit het ‘tragisch humanisme’ waartoe hij zich verklaart. Voor mij echter liggen hier wezenlijke vragen, die ook veel van mijn lezers zullen bezighouden. Overigens heb ik alle waardering voor De Muls prachtige boek. Zijn stelling dat de technologische ontwikkelingen van deze tijd een nieuw veld van tragiek hebben geopend, onder - schrijf ik van harte. (Vandaar de ondertitel van zijn boek: De wedergeboorte van de tragedie uit de geest van de technologie.) De mens is immers aangewezen op de techniek om te overleven en zijn leven te verbeteren; tegelijk onttrekken de gevolgen van zijn technische vindingen zich niet zelden aan zijn zeggenschap. Dit thema zal ook in mijn overdenkingen af en toe ter sprake komen. Voor wie is het bedoeld? Mijn lezers zullen voor een deel mensen zijn die tegen een chris - telijke achtergrond zijn opgegroeid. In ‘zwaardere’ kringen leidde dat nog wel eens tot een star godsbeeld, dat weinig ruimte liet voor menselijke keuzevrijheid en daarmee ook voor tragiek. Het werd moeilijk voorstelbaar dat zich naast de almachtige God nog andere machten bevonden (zoals het noodlot of ‘goden’). Voor de kenners: hier deed de Heidelbergse Catechismus, en in het bijzon- der ‘Zondag 10’, zijn werk. De taal en gevoelens van deze mensen zijn mij bekend uit mijn langdurige pastorale werk. Niet alleen in deze kringen, maar ook bij andere aanhangers van het christelijk geloof lijkt behoefte te zijn aan een heroriën- tatie in de godsleer. Het gaat hun niet meer alleen om een bij- gesteld of aangepast (monotheïstisch) godsbeeld, maar om een verruiming van de goddelijke sfeer, waarin God ook mededingers tegenkomt. Zij zoeken naar houvast en geborgenheid in een we- reld waarin zij worden geconfronteerd met de machten van lot, tragiek en dwang. Machten die de Grieken benoemden als ‘go- den’. Zij zoeken ook naar beelden en woorden voor de goddelijke machten waarvan zij het bestaan vermoeden.
16ten geleide Ten slotte is dit boek bedoeld voor iedereen die geïnteresseerd is in een meer theologische kijk op de Griekse tragedies dan men gewoonlijk tegenkomt in publicaties op dit gebied. Ik hoop dat de lezer met mij zal concluderen dat zo’n visie een verrijking biedt voor studie en leven. Een definitie van tragiek Een boek als dit kan uiteraard niet zonder een definitie van ‘tra- giek’ of ‘het tragische’. In het taalgebruik wordt hiermee vaak bedoeld dat men een gebeurtenis of een reeks van gebeurtenis- sen vreselijk en heel verdrietig vindt. Iets preciezer wordt de om- schrijving als men het menselijke handelen erin betrekt. Iemand zet een proces in gang waarvan hij de gevolgen niet kon overzien, laat staan dat hij of zij deze heeft gewild. Vaak gaat het om een dilemma, waarin iemand moet kiezen tussen twee kwaden of tus - sen twee elkaar uitsluitende plichten. Wat je ook kiest, de gevol- gen zullen desastreus (‘tragisch’) zijn. Tragiek herinnert ons eraan dat ons bestaan zelden harmo- nieus en nooit onaangevochten is. Veel mensen ervaren in hun leven een bepaalde ‘gebrokenheid’, vooral als een groot kwaad of lijden hen treft. En ook is er alle aanleiding om een ‘gebroken’ conditie van onze wereld aan te nemen. Met het oog op deze disharmonie in het menselijk bestaan en in de wereld zal ik het bestaan van meerdere machten of ‘goden’ bepleiten. Ervaren mensen niet dikwijls dat hun handelen proces - sen in beweging zet die zij nooit hadden gewild? En dat zij soms zelfs helemaal buiten hun schuld met zware tegenslagen worden geconfronteerd? Een herwaardering van het ‘polytheïsme’ kan hier opheldering geven. In de Griekse tragedies spelen de goden altijd wel een rol, soms openlijk, soms meer verborgen. Hoewel zij zich van hun goede kant kunnen laten zien en kunnen redden uit de nood, to- nen zij vaak een grimmig gezicht. Zoals de classica A. Maria van Erp Taalman Kip schrijft (1997, 84 – 85): ‘De goden kunnen be-
17 ten geleide hoeders zijn van de kosmische orde of bestraffers van menselijke hybris; ze kunnen slaan omdat ze zich beledigd voelen of hun on- afwendbare macht doen voelen zonder dat de mens het gering- ste vermoeden heeft van het waarom. Maar of hun handelen en hun invloed nu al of niet in relatie staan tot menselijke schuld, ze zijn altijd machtiger dan de mensen en mededogend zijn ze niet’. Ook heden ten dage ondergaan mensen beproevingen waarvan zij de oorzaak niet kennen en die zeker niet simpelweg hun ‘eigen schuld’ zijn. De goden kunnen zo niet als ‘verklaring’, dan toch als beeld dienen voor de onbegrijpelijke machten die ons leven kun- nen domineren. Al met al zou ik ‘tragiek’ als volgt willen definiëren: de ervaring van mensen dat hun tegenslag overkomt waarop zeker zij niet uit zijn geweest, maar waarvoor zij wel (in mindere of meerdere mate) verantwoordelijkheid dragen. Zoals de hoofdrolspelers in de Griekse tragedies onbedoeld het noodlot in werking stellen. Opzet van dit boek Dit boek begint met vier algemene hoofdstukken, waarin de lezer wordt ingevoerd in de Griekse cultuur en in de vorm en werking van de tragedie. Hoofdstuk 1 benadrukt de waarde van de Griek - se tragedies voor de mens van vandaag. Aan de hand van mijn eigen ‘Delfi-ervaring’ betoog ik dat de aanname van het bestaan van machten (of zelfs goden in Griekse zin) belangrijk is om fun- damentele levensvragen te kunnen beantwoorden of althans te kunnen verwoorden. In het tweede hoofdstuk behandel ik de rol van het (nood)lot in de tragedie. Vervolgens komt de rijkdom van de Griekse mythologie ter sprake, en haar verbeelding in de wer - ken van de grote tragici (hoofdstuk 3). In hoofdstuk 4 bespreek ik Aristoteles’ beroemde definitie van de tragedie, en ook diverse aspecten van deze kunstvorm. Hierna behandel ik per hoofdstuk een thema. In hoofdstuk 5 laat ik mijn gedachten gaan over ‘schuldeloze schuld’ en de ver - houding tussen verantwoordelijkheid en noodlottigheid. Centraal
18ten geleide staat daarbij de Oidipous van Sofokles. Hoofdstuk 6 heeft als the- ma: ‘geschonden vertrouwen tussen mensen’. Dit naar aanleiding van de Medea van Euripides. In hoofdstuk 7 blijkt dat een mens soms moet kiezen tussen twee kwaden. Illustratief hiervoor is de Agamemnon van Aischylos. Ook zal ik het hebben over Euripi- des’ Ifigeneia in Aulis, omdat ook daarin Agamemnon als tragisch personage optreedt. Hoofdstuk 8 betreft de collectieve schuld van families, waardoor de ‘vloek’ van de ene generatie op de andere over schijnt te gaan. Aischylos’ drieluik over de familie van Tan- talos, de Oresteia, heeft dit als thema. In hoofdstuk 9 breng ik als thema naar voren: het ‘maathouden’ dat in de Griekse cultuur zo’n belangrijke rol speelt. Daarvoor ga ik bij verschillende tragedies te rade: Aischylos’ Perzen en Prometheus geboeid en Sofokles’ Ajax. Hoofdstuk 10 weegt bij wijze van conclusie af wat het aandeel is van God, lot en de goden als het gaat om het fenomeen ‘tragiek’. Aan het slot van het boek treft de lezer twee Aanhangsels aan. De eerste daarvan geeft aanvullende informatie over de Griekse tragedies en tevens een kort overzicht van de overgeleverde tra- gedies van de drie grootste en bekendste Griekse toneelschrij- vers: Aischylos, Sofokles en Euripides. In het tweede presenteer ik enkele modellen voor een zogeheten ‘theodicee’ (rechtvaardi- ging van God). Het moge duidelijk zijn dat zulke modellen een rol spelen op de achtergrond van dit boek. Dank Drs. Jaap Faber, vriend en emeritus studentenpredikant in Kam- pen, heeft mij in de eindfase van dit boek met raad en daad bijge- staan. Hij heeft niet alleen de tekst op typfouten en op taalkun- dige onvolkomenheden gecorrigeerd, maar heeft mij ook kritiek en goede raad gegeven met betrekking tot de inhoud. Met plezier denk ik terug aan onze vele leerzame gesprekken. De Enschedese classicus Dr. Peter Burgersdijk ben ik dankbaar omdat hij mij uit zijn bibliotheek een groot aantal vertalingen van tragedies heeft geleend, en dat voor lange tijd.
19 ten geleide Verder dank ik Frits Schutte en Alex Steegstra voor hulp op digi- taal gebied. Rijk Schipper, redacteur van uitgeverij Skandalon heeft mijn manuscript gereed gemaakt voor publicatie, waarvoor ik hem hartelijk dank. Verantwoording Er is in de loop der eeuwen, vanaf Aristoteles, een onoverzien- bare bibliotheek over de Griekse tragedies verschenen. Vorm, be- tekenis, geschiedenis en uitleg waren en zijn een niet opdrogende bron voor beschouwing en studie. Ik maak gebruik van een deel van die kennis, maar zal me meestal niet mengen in de diverse discussies. Ik beperk me tot de vermelding van door mij geciteer - de lectuur. Aangezien ik een aantal decennia met de tragici bezig ben geweest, is het mogelijk dat via een korte aantekening citaten zonder verwijzing in de tekst zijn geslopen. Daarvoor vraag ik begrip. Griekse namen zijn getranscribeerd weergegeven. In enkele gevallen waarin de Latijnse naam algemeen gebruikt wordt, is die aangehouden (b.v. Homerus i.p.v. Homeros). Ik heb verschillende vertalingen van de tragedies gebruikt. Soms heb ik mij door vergelijking een kleine afwijking veroor - loofd. Ook heb ik het taalgebruik van oudere vertalingen een en- kele maal gemoderniseerd. Voor Bijbelvertalingen hanteer ik de volgende afkortingen: SV Statenvertaling 1637 SVh Herz. Statenvert. 2010 KBS Willibrordvertaling 1975 NBG Nederlands Bijbelgenootschap 1953 NB Naardense Bijbel 2004 NBV Nieuwe Bijbelvertaling 2012