Retour Rantepao
Van Joke Verweerd verschenen eerder bij Uitgeverij Mozaïek: De wintertuin, roman De rugzak, roman Permissie, roman Paradiso, roman Snoeitijd, roman Op de huid, roman Pareloester, roman Stuifzand, roman Wapenbroeders, novelle Binnenstebuiten, verhalen Spiegeling, verhalen Spiegeling, luisterboek Opnieuw beginnen, verhalen Opluisteren, verhalen, gedichten en gebeden voor christelijke feesten Verdwalen en thuiskomen, kerstverhalen
Joke Verweerd Retour Rantepao Uitgeverij Mozaïek, Zoetermeer
Bij de productie van dit boek is gebruikgemaakt van papier dat het keurmerk Forest Stewardship Council (FSC) draagt. Bij dit papier is het zeker dat de productie niet tot bosvernietiging heeft geleid. Ook is het papier 100% chloor- en zwavelvrij gebleekt. ISBN 978 90 239 9435 0 (boek) ISBN 978 90 239 3062 4 (e-book) NUR 301 Ontwerp omslag Geert de Koning Foto omslag Phatpuppy Creations / Trevillion Images Auteursfoto Rianne den Bok Layout/dtp binnenwerk Gerard de Groot © 2013 Uitgeverij Mozaïek, Zoetermeer Alle rechten voorbehoudenwww.uitgeverijmozaiek.nl www.jokeverweerd.nl
1 Mirjam T ussen Jeroen en haar was het wonderlijk begonnen. Mir- jam wist eigenlijk wel alles van eerste ontmoetingen die iets met je doen. Een ervaringsdeskundige, zo kon ze zich wel noemen. Dat moment waarop je ogen net iets wijder open- gaan en je je adem vasthoudt, waarin je stilvalt in een bewe- ging. Maar de verrassing toen met Jeroen, zo had ze het nog niet eerder meegemaakt. Ze denkt daar graag aan terug, elke dag wel even; het blijft apart. Achter de voordeur klonk een schaterlach. Verrast had Mir- jam nog even gewacht voor ze op de bel drukte. Zo’n lach, daar zou je spontaan jaloers op worden. Zo te horen was het een telefoongesprek, er klonk maar één stem. Ze bleef luiste- ren of er nog meer gelachen zou worden, had zin om mee te lachen. Aanbellen hoefde niet meer, want de deur werd met een forse beweging opengetrokken. Ze wilde een stap opzij doen, maar ze deed het niet. Het gevolg was een bijna-botsing, waarbij hij haar opving of tegen- hield. Hoe dan ook, ze voelde een arm. En even een hand in haar taille. ‘Hola! Hallo?’ Donkere ogen in een prettig open gezicht. Van haar leef- tijd. Warrig haar, te lang eigenlijk, mobiele telefoon in zijn linkerhand. ‘Ik hang op, bel je later nog.’ Hij drukte het gesprek weg, 5
6 liet het toestel in zijn zak glijden en stak zijn hand uit. Dat alles ging in één gebaar. ‘Goedemiddag, ik ben Mirjam van Apeldoorn. U had me gebeld voor advies.’ Hij reageerde rap genoeg, met zijn: ‘Ongetwijfeld!’ Het klonk diplomatiek, maar die afspraak had hij dus echt niet in zijn geheugen zitten. ‘Ik zou vanmiddag even de woning bezichtigen om te zien of ik wat verkoopbevorderende aanpassingen kan bedenken,’ legde ze geduldig uit. Hij krabde achter zijn oor. ‘Klinkt goed!’ zei hij onnozel. ‘Ik ben Jeroen Jaarsma en eh, ja, dat huis moet verkocht worden. Ik wil hier weg, buitenland, nieuwe uitdaging, maar dat kan pas als ik de boel hier heb afgerond.’ Ondertussen keek hij op zijn horloge. ‘Het kost een halfuur ongeveer.’ Zijn wenkbrauwen vlogen omhoog. ‘De bezichtiging, bedoel ik,’ vulde ze haastig aan, ‘en daar- na kom ik met een voorstel.’ Opnieuw die schaterlach. Hij was niet alleen leuk om te horen, maar ook erg grappig om te zien. ‘Dacht ik toch heel even dat je kon toveren.’ Ze lachte terug, in de hoop dat hij niet zou zeggen dat hij vandaag geen tijd had. Want dan was ze mooi voor niets gekomen. ‘Oké, kom verder!’ Opgelucht stapte ze over de drempel. Letterlijk en figuur- lijk viel ze in zijn armen. Zo zou je het ook kunnen zeggen. Dat was vijf maanden geleden. Ze hadden al veel gelachen; Jeroen had daar slag van. Het verkoopbevorderende advies was wel uitgebracht, maar niet uitgevoerd. Jeroens nieuwe uitdaging ligt nu dichterbij. Ze wonen zo goed als samen en wat Jeroen betreft mag het
7 bord van de makelaar uit zijn voortuin gehaald worden. Als zij dan eerst even de huur van haar appartement opzegt.Maar zo zit zij niet in elkaar. ‘Als je dat bord weg wilt hebben, dan breng je het naar de makelaar terug. Ik houd mijn flat aan,’ zegt zij als hij er weer over begint. De plannen om naar het buitenland te gaan staan op een laag pitje, ze hoort hem er niet meer over. ‘Iets in de ontwikkelingshulp’ was ook wel heel vaag geweest. Ze vindt het prima zo, ze heeft niets met definitieve keuzes en plannen voor een leven lang. Ze wil weg kunnen als ze daar behoefte aan heeft, en dan wil ze ook een eigen plek hebben. Ze kent zichzelf, ze heeft al vaker afgehaakt als het te serieus werd. Als ze het benauwd krijgt, het gevoel heeft vast te zitten, dan kapt ze. Misschien is ze toch eigenlijk liever alleen, maar die gedachte heeft slechts een beperkte houdbaarheid. Tot ze weer zo’n ontmoeting heeft waarbij ze denkt: dit is ’m! Voor Jeroen is het pas de tweede poging. Hij heeft een lan- ge relatie achter zich, meer dan vijf jaar was hij samen met Sylvie. Vijf jaar! Dat is voor Mirjam onvoorstelbaar, zij vindt vijf maanden al heel wat. Meestal is het bij haar dan weer op. Ze heeft maar één relatie gehad die langer duurde en toen had ze zo klem gezeten dat ze er echt ziek van geworden was. Dat nooit meer, heeft ze met zichzelf afgesproken, ik ga mezelf geen geweld aandoen. Jeroen weet dat. Ze heeft hem nooit iets op de mouw gespeld en ook nooit iets beloofd. Het is goed zolang het goed voelt en wat over is, is uit. Jeroen zit anders in elkaar, hij denkt dat ze samen oud gaan worden. De manier waarop hij kijkt als hij dat soort dingen tegen haar zegt is wel grappig. Dan smelt ze wel een beetje, maar nooit helemaal. Ze laat zich niet gek maken. Hij weet intussen wat hij aan haar heeft, en als hij al te serieus doet, maakt ze hem duidelijk dat ze gevallen is voor zijn schater- lach.
8 Als ze die vrijdagmorgen met volle tassen zijn huis binnen- komt, beseft ze dat ze hier nog steeds graag is. Ze ruimt de weekendboodschappen op en zet de wasma- chine aan. Licht en ruim is dit huis, een keuken met alles erop en eraan, en sinds ze het al te strakke van de inrichting wat heeft opgeheven door haar persoonlijke dingen her en der toe te voegen, oogt het vriendelijker. Het is gewoon een mooie woning. Maar het is aan Jeroen om te beslissen of het huis in de verkoop blijft of niet. Daar gaat zij niets over zeg- gen. De kopers staan niet te dringen, dus ziet het er niet naar uit dat er zeer binnenkort een beslissing genomen moet wor- den. Ze bladert in een kookboek en maakt alvast groente schoon. Twee afspraken heeft ze vanmiddag, een om drie uur en een om kwart voor vier. Maar op vrijdag geeft Jeroen een computercursus bij een seniorenclub, dan is hij ook niet vroeg. Het is wel fijn als ze alles klaar heeft staan, dan begint het weekend voor hen samen lekker relaxed. Twee afspraken op vrijdagmiddag, dat is nog nooit voorge- komen. Ze krijgt het steeds drukker met haar eigen styling- en verkoopadviesbureau. Het begon als een hobby: ze heeft oog voor het inrichten van huizen en haar advies werd op prijs gesteld door vrienden en kennissen. De stagnerende huizen- verkoop van de laatste tijd speelde haar in de kaart en sinds ze anderhalf jaar geleden tegen zichzelf zei dat ze op zijn minst één stabiele factor in haar leven moest creëren, is ze voor zichzelf begonnen. En nu heeft ze meer opdrachten dan ze aankan. Het is leuk werk, andermans huis een facelift geven, zeker als het beoogde doel wordt behaald en het huis kort daarna van eigenaar verwisselt. Het is soms ook sneu werk, want alles kost geld, zelfs een emmer muurverf of een rol behang, en de mensen die hun huis koste wat het kost kwijt willen, zitten vaak met dubbele lasten. Schrijnende gevallen heeft ze zo door; daar probeert ze zo goedkoop mogelijk te
9 werken en is ze soms een halve maatschappelijk werkster. ‘Stoppen met roken’ is altijd het eerste wat ze roept in een huis waar gerookt wordt. Want een niet-rokende aspirant- koper heeft het in een huis waar een rooklucht hangt snel bekeken. Tegelijkertijd weet ze ook wel hoe lastig stoppen met roken kan zijn en hoe relativerend een forse haal aan een sigaret kan werken op het gevoel van onmacht. Zelf is ze anderhalf jaar geleden gestopt en dat was pittig. De minpunten van een huis zijn vaak de keuken en de bad- kamer. Daar heeft ze intussen haar netwerk voor gevonden: een klusbedrijf dat showroommodellen opkoopt en ver bene- den de normale prijs doorverkoopt en installeert. Dat is een supercombinatie, waar ze voor zichzelf en voor haar klanten erg blij mee is. Ze controleert haar werktas: notitieblok, pas geslepen pot- lood, rekenmachine, laserliner en hoekmeter. Alles klopt. Nu zijzelf nog, want uiterlijk is niet onbelangrijk in dit vak. Het tweede adres waar ze moet zijn vanmiddag is in de buurt waar haar ouders wonen. Dus is het logisch om daar even langs te gaan. Ook al heeft haar moeder niets te klagen, dat wil nog niet zeggen dat ze vindt dat zij nu zo frequent het ouderlijk huis binnenstapt. Het is niet snel goed bij mam. Maar dat heeft een oorzaak. Het geluid van de brievenbus vertelt dat er post is. Die móet altijd meteen gehaald worden. Ook al wordt haar post op dit adres niet bezorgd, post is belangrijk gebleven sinds ze in haar jeugd in Indonesië heeft gewoond. Acht jaar lang was de dag van goud als er post uit Holland kwam. Al was het maar het maandblad van de organisatie waarvoor haar vader werkte als docent op het Theologisch Instituut, de opleiding voor inheemse predikanten in Rantepao. Het is nog te vroeg om te gaan: je moet nooit eerder aan- bellen dan is afgesproken. Ze kan nog net even in de zon zit- ten. Ze legt de post voor Jeroen apart, neemt de reclamefol-
10 ders mee en loopt naar het luwe plekje achter in de tuin, waar het geklater van water klinkt. Hier zit ze graag, zelfs als er helemaal niets leuks in de reclamefolders staat. Hier kan ze nadenken zonder dat het moeite kost. Alsof de gedachten opwellen en uitvloeien, net als het water over de glimmend zwarte stenen, die trapsgewijs een halve cirkel vormen. Je zit in een soort omarming van water als je de tuinstoel daar neerzet.Het geluid van stromend water klinkt als ze haar ogen dichtdoet net als vroeger. Toen zocht ze als er post voor haar bij was haar eigen plek op: de grote platte steen in de rivier die achter het huis van de buren stroomde. De poort in de ste- nen muur tussen hun huis en het buurhuis aan de Jalan Dipo- negoro was nooit op slot, ze kon ernaartoe wanneer ze wilde. Als er een brief van haar vriendin Sabine kwam, een dikke brief ondanks het dunne luchtpostpapier, dan zat ze er zo een hele middag te dagdromen over alle verschillen tussen hen. Een brief van Sabine bracht de Nederlandse wereld weer dichtbij. Sabine had het over dingen die ze zich nog wel her- innerde, maar nooit meer tegenkwam sinds ze in Rantepao woonde. Ze had soms wel een beetje heimwee gehad, vooral in het begin. Maar als ze ging vergelijken waar wat het mooi- ste was, dan won Rantepao. Want waar kon je beter zitten dan op je eigen steen? Het water stroomde in kleine golfjes langs en in het water glinsterden flitsjes, kleine vissen, ontelbaar veel. Zilveren visjes als ze aan de donkere schaduwkant zwom- men, goud werden ze als ze het licht van de zon weerkaats- ten. Je raakte nooit uitgekeken op die visjes. Haar hand gaat als vanzelf naar het gouden kettinkje om haar hals; daaraan zit ook een visje. Goud en dierbaar. Het lijkt maar een flits, maar intussen ben je zomaar een half- uur kwijt. Het zijn beelden die ze nooit kwijtraakt, ze hoeft maar een laatje vanbinnen open te trekken en alles is er weer:
11 de geuren, de kleuren, wat ze deed en wat ze dacht. Ze mag wel opschieten! Het lukt maar net om op tijd bij de eerste afspraak te zijn. Als ze haar kleine auto langs de stoep heeft geparkeerd, blijft ze even zitten om het huis van de buiten- kant in ogenschouw te nemen. Naoorlogse bouw, doorzon- woning in een rij, redelijk in de verf, maar een saaie voortuin die behoorlijk verwaarloosd is. Het geeft al een indruk van hoe het er binnen zal uitzien. Als ze uitstapt staan alle zintuigen op scherp, want het komt aan op ruiken, ervaren, sfeer proeven, onderscheid maken tussen wat aantrekt en afstoot. En dan volgen de idee- en vanzelf, dat gaat zo bij haar. Een vrouw van middelbare leeftijd doet open. Ze past bij de voortuin: saai en onverzorgd, hoewel ze niet onknap is. ‘Komt u verder!’ Voordat ze de trap oplopen naar de bovenverdieping zijn de belangrijkste zakelijke gegevens genoteerd en de eerste indrukken vastgelegd. Het huis staat al drie jaar te koop. In overleg met de makelaar zijn ze twee keer tienduizend euro gezakt met de vraagprijs, maar desondanks weet Mirjam dat de huidige vraagprijs niet haalbaar is. Zelfs niet met een opgepimpte badkamer. Het is sneu om dat te moeten com- municeren, maar ook dat hoort bij haar vak. Ze begint over de eenvoudige suggesties, zoals muren sau- zen en plafonds witten. De verschoten vloerbedekking weg- halen en als het even kan een laminaatvloer daarvoor in de plaats neerleggen. Dat hoeft niet duur te zijn, maar echt, het oogt zo veel ruimer. ‘Komt u hier zelf dan de boel opknappen, of hoe gaat dat?’ ‘Nee, ik zeg alleen wat er gedaan moet worden en in welke stijl. Ik heb mijn contacten voor het kluswerk en de eventuele verbouwingen, maar u kunt dat ook zelf doen of regelen. Voor wat betreft de aankleding en de accessoires werk ik veel via internet. Maar dat gaan we dan wel samen uitzoeken; ik
12 kom met een voorstel, maar het is aan u wat u daarmee doet, het is uw portemonnee.’‘Maar dat het huis dan ook werkelijk verkocht gaat worden kunt u natuurlijk niet garanderen?’ ‘Nee, we praten over verbeteren van kansen, niet over garanties.’ ‘Ik begrijp het!’ zegt de vrouw met een zucht. ‘Doe maar, ik vertrouw u wel. Kunt u er een beetje haast achter zetten? We moeten het huis echt kwijt nu, mijn man wordt er zo langza- merhand gek van.’ ‘Ik begin er meteen aan. Zullen we een vervolgafspraak maken voor aanstaande woensdag of donderdag? Komt u dat uit?’ ‘Donderdag is goed. Zelfde tijd graag. Misschien is mijn man dan wel aanwezig, want de tuin moet hier ook nodig gedaan worden.’ Het valt Mirjam mee. Ze had niet gedacht dat ze de opdracht zo snel binnen zou hebben. Met de belofte haar best te doen vertrekt ze naar het vol- gende adres. Een veel chiquere buurt van statige huizen met erkers en glas-in-loodramen. Een mooie omgeving ook: hoge bomen en brede trottoirs. Dit huis valt in een andere prijs- klasse en dat is te merken aan de bewoners: een ouder echt- paar dat kleiner wil gaan wonen, maar graag de volle mep voor hun huis wil incasseren. Het draait hier vooral om de keuken, die nog wel netjes is, maar qua apparatuur niet voldoet aan de eisen van een koper die genoeg te kiezen heeft. Op zijn minst moet er een nieuw zespitsfornuis en een combioven komen op de plaats waar het oude gasfornuis staat. ‘Maar dat doet het nog zo goed! We hebben er nooit tram- melant mee!’ sputtert de kleine grijze vrouw tegen. Ze kijkt om hulp zoekend naar haar man, die dan ook maar blijk geeft van onbegrip: ‘Zegt u dan maar wat er fout is aan
13 die keuken.’‘Dat oude gasfornuis en de koelkast waarvan de groente- lade stuk is. Mensen willen dat gewoon niet.’ ‘Hoe weet u dat nou? Niet iedereen heeft een weggooi- mentaliteit!’ ‘Uw huis staat al bijna vier jaar te koop, er is weinig belang- stelling voor.’ ‘Op internet wordt het regelmatig aangeklikt en bekeken.’ ‘Maar komen er kijkers?’ ‘Nee, dat is het probleem. Dat snappen we niet. Het is een goed onderhouden huis, het is niet uitgewoond of zo, het is de vraagprijs waard.’ ‘Dat zie ik ook wel, maar u vraagt mij aan te geven waar- mee een koper over de streep te trekken is. Een keuken als deze willen de mensen niet.’ ‘We denken er nog wel even over.’ Mirjam knikt: ‘Natuurlijk, dat is uw goed recht. Dan stuur ik u de rekening voor dit consult en wacht ik verder af.’ ‘Rekening? Maar we zeggen toch net dat we het maar even hierbij willen laten?’ ‘Dat heb ik wel begrepen, hoor, maar dit eerste bezoek heeft ook een kostenplaatje. Ik ben hier gekomen, ik heb tijd en energie geïnvesteerd. U hebt de afspraak gemaakt en die is wel vrijblijvend, maar niet zonder kosten voor u. Verder mag u helemaal zelf weten wat u met het advies doet. Ik kan u ver- der helpen met een verbouwingsplan en andere interieursug- gesties, maar als u dat niet ziet zitten, ronden we dit contact af en stuur ik u de rekening voor dit ene bezoek.’ Terug in de auto puft ze even uit. Wat kunnen mensen toch ik-gericht denken! Ze stopt bij een winkelplein waar een bloe- menkraam is. Het is een goed idee een bos alstroemeria voor haar moeder te kopen, dat komt zo lekker binnen en geeft haar een beetje grip op de sfeer. Want dat moet je altijd maar afwachten bij haar moeder.
14 Vandaag valt dat alles mee. Ze vindt haar moeder aan de eetkamertafel achter de laptop, haar leesbril op het puntje van haar neus. ‘Wat doe je? Je gaat me toch niet vertellen dat je ook al op Facebook zit?’ De bril gaat af en het is eigenlijk wel ontroerend om te zien dat haar moeders ogen opnieuw moeten focussen om de beelden op grotere afstand helder te krijgen. Ze lijkt ineens een beetje oud, hoewel ze nog geen zestig is. ‘Facebook? Ik zou niet weten hoe dat werkt. We zijn gevraagd om leiding te geven aan een evangelisatie-ontmoe- tingsdag! Het hele programma: lezing, meditatie, discussie.’ ‘Leuk voor jullie!’ ‘Ja, en wel goed ook dat we allebei ons zegje mogen doen, want als je vader alleen het woord krijgt dan wordt het weer een en al idealisme.’ Ze verbijt een glimlach. Nee, ze hapt niet, ze gaat niet zeg- gen dat het inderdaad maar goed is dat zowel haar vader als haar moeder aan het woord komt. Want van enkel het verhaal van haar moeder zou de evangelisatiecommissie weleens gedemotiveerd kunnen raken. Met de koffie krijgt ze ook de flyer onder haar neus gescho- ven. Er is werk van gemaakt: kleurendruk, leuke foto van haar ouders en de wervende aankondiging dat de leiding van de gehele dag in handen zal zijn van het zendingsechtpaar Van Apeldoorn, dat jarenlang de boodschap van het evangelie heeft uitgedragen onder de Torajabevolking in Rantepao, Indonesië. ‘Dat ziet er verzorgd uit,’ zegt ze vlak, met zo min mogelijk afweer in haar stem. De vraag komt toch. ‘Kom je ook? Het zou zo bijzonder zijn als we als gezin daar…’ ‘No way!’ Ze heft bezwerend haar hand. Aan haar moeders mond is het altijd meteen te zien. Er is
15 slechts sprake van een miniem verschil, maar die net iets strakkere lippen geven haar zachte gezicht iets verbetens.Zwijgend drinken ze koffie. ‘Mooie bloemen, hè?’ vraagt ze in een behoefte de sfeer te herstellen, maar dat gaat zo gemakkelijk niet. ‘Ik vind je zo witjes. Heb je slecht geslapen? Of ben je zo druk dat je geen tijd hebt om in de zon te zitten?’ ‘De zon schijnt amper en ja, ik heb het hartstikke druk. Is pa er niet?’ ‘Jawel, die zit boven.’ In de open kast staat een huwelijksaankondiging. Ze wijst ernaar: ‘Wie gaan er trouwen? Ken ik ze?’ ‘Weet je dat niet? Je vriendin van vroeger.’ ‘Sabine? Met die trendy jongen – hoe heet hij toch? Merlijn met zijn strakke pakken? Pffft…’ ‘Ja, met Merlijn. Ze zijn al heel wat jaren samen. Het moet een groots gebeuren worden. Prachtige trouwlocatie, kasteel- tje, ceremoniemeester, kerkelijk huwelijk, dat valt me mee. Bij Sabine thuis waren ze niet zulke trouwe kerkgangers, toch? Wij hebben een uitnodiging voor de receptie, dat vind ik echt attent van haar.’ De toon van haar moeders stem maakt haar korzelig. Er klinkt hier zo veel als een verborgen aanklacht. Sabine. Wel wonderlijk dat ze vanmorgen nog aan haar dacht. Het contact is behoorlijk verwaterd de laatste vijf jaar. ‘Maar dat jij dat niet weet, zeg. Heb jij dan geen kaart gekregen? Misschien geldt de kaart ook voor jou. Er staat niet “de heer en mevrouw” op de envelop, maar “aan de familie”. Ze weet natuurlijk niet of je nog op je oude adres woont.’ Weer zoiets! ‘Nee, ik verkas te vaak. Dan trek ik bij de een in en na een paar maanden zit ik weer op een ander adres.’ Haar moeder schuift de kaart terug in de envelop. ‘Als je zo begint zijn we er alweer klaar mee. Wij proberen geen kritiek te leveren, wil jij me dan alsjeblieft niet uitdagen?’