9 1. Schuld Klaas (19) drukt het gaspedaal snel iets verder in. Die ellendige verkeersdrempels ook! Remmen, gas- sen, remmen, gassen. De volgende is wat lager, daar hoeft hij niet te remmen. Hij kan niet zien dat er een motor uit de zijstraat rechts nadert. Op het moment dat Klaas nog wat gas bij geeft ziet hij hem wel. Te laat … de motor boort zich in de flank van zijn auto en de berijder wordt over de auto geslingerd. Wat is schuld? Schuld ontstaat door het overtreden van een wet of norm. Dat kan de maximumsnelheid zijn, fraude of een gewelds - misdrijf. Maar het kan ook ontstaan in het gezin als een kind z’n eigen zin doet of als een vrouw haar man be - driegt. De eerste keer dat een mens schuld veroorzaakte was in het paradijs. Adam en Eva overtraden het gebod van God; zij begeerden en aten de voor hen verboden vrucht. Zij wilden zich niet houden aan het gebod van God om Hem lief te hebben boven alles en de naaste als zich - zelf. Zo kwam de zonde in de wereld door de leugen en verleiding van satan. Adam en Eva kozen ervoor naar hem te luisteren en ongehoorzaam te zijn aan hun Schepper. De gevolgen zijn ingrijpend en tot op de dag van vandaag merkbaar. Schuld ontstaat door zonde. Door overtreding en zonde staat een mens schuldig tegenover God. Sinds de eerste zonde in het paradijs is de zonde nooit meer weggeweest uit de schepping. Het zou dwaas zijn om dat te ontkennen. De gevolgen van de zonde dringen overal door. Zij bela - gen het welzijn van miljarden mensen, al zolang de wereld bestaat. Het overtreden van Gods wet verbrak niet alleen
10 de goede verhouding tussen God en mens. Het bescha- digde ook de intens gelukkige verhouding tussen Adam en Eva. Tussen hen was eerst niets dan hartelijke liefde. De zonde verbrak die liefde. De liefde lag op dat moment in stukken. Adam en Eva zijn niet per ongeluk in de val gelopen. Zij vielen niet slechts voor een begeerte maar kozen een vij - andige opstelling tegenover hun Schepper. Vanaf dat mo - ment zijn mensen de fundamentele liefdevolle gerichtheid op de Heere kwijtgeraakt; evenals de zuivere zorg voor de medemens en zichzelf. Het gaat bij de zondige mens in de eerste plaats om zichzelf, op een manier waardoor deze mens zichzelf en anderen schade kan toebrengen. Daarmee laadt hij schuld op zich. Schuld en vergelding Vanaf het moment van de zondeval staan alle mensen schuldig tegenover God. God is heilig en goed. Schuld te - genover Hem betekent dat er recht gedaan moet worden. Ieder mens moet God betalen wat hij of zij schuldig is. Maar de mens die tegen zijn naaste zondigt maakt ook schuld tegenover de medemens. Ook al is die schuld van een ander karakter dan de schuld tegenover God, toch vraagt ook zij om betaling, verzoening, vergeving tussen mensen. Bovendien is zonde tegen de medemens ook zonde tegen God, de Schepper van de mens. We kunnen onszelf niet vrijpleiten met de opmerking dat we het zo niet bedoeld hebben. Hoe vaak wordt dat niet gezegd? Daarmee kan misschien een soort verlichting voor het geweten gevonden worden, maar het maakt de schuld niet minder. Ook wist deze verontschuldiging onze daden niet uit. Schuld is een gevolg van het overtreden van een wet en heeft een gevolg, namelijk straf. De straf van God is iets anders dan de straf van mensen. De straf die door de rech -
11 ter wordt opgelegd is tijdelijk. Hoewel God tijdelijke straf- fen kan geven is Hij eeuwig en is Zijn uiteindelijke straf op de zonde eeuwig. De mens kan niet eeuwig straffen. Ook de doodstraf raakt slechts het tijdelijke bestaan. Maar: het doden van iemand plaatst de mens wel voor Gods rech - terstoel. God is de Rechter Die volstrekt onafhankelijk een eeuwig vonnis velt. Als je in Nederland als verdachte voor de rechter staat, gaat het in het vonnis altijd over de vraag of je schuldig bent of niet en of je straf krijgt of niet. Een advocaat kan in zijn pleidooi erop wijzen dat de bewijzen ontbreken. Hij kan aanvoeren dat je verminderd toerekeningsvatbaar was op het moment van een delict. Hij kan zeggen dat er ontlastende persoonlijkheidsfactoren of omstandigheden zijn die tot vrijspraak moeten leiden. Maar nooit zal hij vragen om de aangeklaagde vergeving te schenken. In de rechtspraak is er sprake van vergelding; vergeving is niet aan de orde. Schuld: feit en gevoel Schuld heeft, als een vergrijp bekend is geworden, een objectieve kant: iemand anders kan zien en begrijpen dat je iets verkeerd gedaan hebt. Dat moet in orde gebracht worden. Je bent schuldig. Dat is een feit. Daar kan zo no - dig een rechter een oordeel over vellen, maar ook andere mensen hebben er zo hun mening over. Als je iets fout hebt gedaan, vind je er zelf ook iets van. Wát je ervan vindt, hangt in belangrijke mate af van je geweten. Ons geweten wordt vooral in onze opvoeding en door onze levenservaringen gevormd. Normen en waarden worden op die manier ingescherpt. Ze kunnen ook juist uitgesleten en misvormd zijn. Sommige mensen hebben nauwelijks een geweten. Dit kan het geval zijn bij bepaalde persoonlijkheidsstoornis - sen waarbij men geen gevoel kan hebben voor een ander.
12 Bij confrontatie met het leed dat een ander is aangedaan vindt men dan altijd dat het wel meevalt of dat de schuld bij een ander ligt. ‘Die vrouw die hij verkracht en vermoord heeft, had niet in het donker op straat moeten fietsen. En als ze had meegewerkt, was het niet nodig geweest haar te vermoorden …’ Naast opvoeding, levenservaringen en persoonlijkheids- factoren, vormen culturen in sterke mate de inhoud van je waarden en normen. In veel culturen is openbaarheid of bekendheid van een daad bepalend. Als niemand gezien heeft dat je steelt, is er niets verkeerd gedaan. Maar het is fout als iemand het wel gezien heeft. Een ander voorbeeld is het functioneren van eer in een cultuur en het geweld dat daaraan verbonden is. Het westen van Europa kent vooral een individualistische, ik-cultuur. In oosterse cultu - ren denkt men echter in familieverbanden en is de eer en goede naam van de familie belangrijker dan individuele belangen. Als iemand de eer van de familie beschadigt, dan wordt die vaak bloedig gewroken aan die persoon. Door immigratie uit deze culturen naar West-Europa heb - ben we daar ook in ons land mee te maken. Een ander voorbeeld is de bloedwraak waarbij de dood van een fa - milielid gewroken wordt door een lid van de familie van de dader te doden. Ons geweten speelt een belangrijke rol bij de beoordeling van schuld. Maar het beïnvloedt ook hoe we ons voelen bij ons doen en laten. Dat is de subjectieve kant van schuld, de beleving ervan. Als schuldige vóél je je ook schuldig, hoewel niet altijd even sterk. Iemand met een nauw gewe - ten heeft eerder en sterker een schuldgevoel dan iemand met een ruim geweten. Iemand met een nauw geweten beoordeelt strikt, iemand met een ruim geweten doet dat niet. De vraag is hier niet wat beter is: een strikter of een ruimer geweten. Het gaat er nu om dat de mate van schuldgevoel verband houdt met je geweten en niet zo -
14 gezondigd hebben (zie Rom. 3:19). Maar in de Bijbel is ook te vinden dat er gradaties zijn in schuld. Willens en wetens zondigen wordt zwaarder bestraft dan het in onwetend- heid zondigen. Zie bijvoorbeeld Lukas 12:47- 48: ‘En die dienstknecht welke geweten heeft de wil zijns heren, en zich niet bereid noch naar zijn wil gedaan heeft, die zal met vele slagen geslagen worden. Maar die dezelve niet geweten heeft, en gedaan heeft dingen die slagen waar - dig zijn, die zal met weinige slagen geslagen worden. En een iegelijk wie veel gegeven is, van die zal veel geëist worden; en wie men veel vertrouwd heeft, van die zal men overvloediger eisen.’ Schuld en secularisatie Onze samenleving is geseculariseerd. Dat heeft gevolgen voor schuldbeleving. Je schuldig voelen houdt direct ver - band met het geweten. De opvoeding, vooral die in het gezin, vormt een geweten. Daar hebben veranderingen in waarden en normen hun uitwerking op. Hoewel in onze samenleving en cultuur christelijke waarden en normen als het ware ‘ingebakken’ zitten, is er al een langer durend uithollingsproces gaande. De basis van dat proces ligt in het uitgangspunt dat de mens zelf bepaalt wat goed en fout is. God en Zijn geboden doen daarin als ‘externe in - stantie’ niet meer mee. In feite bepaalt de meerderheid in de samenleving (of degenen met de grootste mond) wat goed is. Natuurlijk mag je voor jezelf wel bepaalde prin - cipes, waarden en normen hebben, maar die gelden niet voor een ander. Iemand die denkt dat hij de waarheid in pacht heeft is een fundamentalist. Een christen die meent een boodschap te hebben die voor ieder geldt, is een roe - pende in de woestijn. Hij (s)preekt tot dovemansoren. Een ander basaal principe is dat we als verantwoordelijke mensen alles kunnen doen of laten zolang we een ander
15 maar niet benadelen of beschadigen. Dit humanistische principe is als enige leidend voor geseculariseerde men- sen. Natuurlijk zal er best wel wat variatie zijn in de prak - tijk maar toch moeten we hier helder over blijven denken. Het maakt ook inzichtelijk in welk vervreemdingsproces we zitten. Als gevolg van deze ontwikkelingen is de samenleving zonder vaste koers op drift. Het ontbreekt aan een moreel kompas dat aan een externe bron geijkt is. Zo kan het dus gebeuren dat er een geweldige inzet is om leven te red - den en dat tegelijk abortus en euthanasie gewoon zijn. Bovendien mogen we verwachten dat er snelle verande - ringen op blijven treden in de waarden en normen. Wat nú goed is, kan door morele golfbewegingen in de samen - leving over dertig jaar onaanvaardbaar of zelfs strafbaar zijn. De houding tegenover pedofilie maakt duidelijk dat de gevolgen ingrijpend zijn. In de jaren ’70 en ’80 van de vo - rige eeuw was de seksuele omgang tussen volwassenen en kinderen bespreekbaar. Nu is die strafbaar en wordt het niet getolereerd. Wie zegt dat het over dertig jaar weer niet compleet andersom is? Vreemdgaan is geen zeldzaam verschijnsel en niemand hoeft verbaasd te staan als polygame varianten van relaties gelegaliseerd gaan worden. Een cultuur verandert niet zomaar, maar onze sa - menleving heeft geen ankergrond meer – en dan kan het snel gaan. De gevolgen van deze ontwikkelingen zijn groot. Objectief valt uiteindelijk niet vast te stellen wat goed en fout is, be - halve dan door een (wisselende) opvatting van de meer - derheid of machthebbers. Dit heeft al decennialang in - grijpende gevolgen voor de opvoeding en vorming. We praten tegenwoordig steeds meer over een ‘foutje’ dan over schuld en zeggen dan gewoon ‘sorry’. Maar als we
16 anderen hebben gekwetst, is ‘sorry’ wel heel gemakkelijk en goedkoop. Verantwoordelijkheid Opvoeding is bepalend voor gewetensvorming. Schuld- gevoel hangt direct samen met je geweten. Een gezin waarin christelijke waarden en normen worden overge - dragen ziet er anders uit dan waar dit niet gedaan wordt. Beleving van schuld kan door verschillen in opvoeding uit elkaar gaan lopen. Een voorbeeld hiervan: in een christe - lijk gezin is vloeken zonde tegen Gods gebod, terwijl het in een onchristelijk gezin ongewenst is omdat het moge - lijk niet netjes is of omdat het mensen kan kwetsen. Dit zijn drie verschillende waarden en normen waarom vloe - ken niet goed is. Zou dit het onderlinge gesprek in onze samenleving over opvoeding niet hinderen? Wellicht. Maar dat wil nog niet zeggen dat christenen geen roeping meer hebben om aandacht te (blijven) vragen voor Bijbelse waarden en normen en het heilzame karakter daarvan voor onze samenleving. In de christelijke hulpverlening is een aantal jaren geleden aandacht gevraagd voor verge - ving zoals dat in de Bijbel voorkomt. Dit thema is ook wel bij niet-christelijke hulpverleners aan de orde. De invals - hoek is dan meestal medemenselijkheid. Daar zitten ook positieve aspecten aan. Gods Geest werkt in Zijn algeme - ne genade over de gehele wereld. Medemenselijkheid is daar een direct gevolg van. Maar doordat in een humanis - tische benadering Bijbels ingevulde begrippen als schuld en genade ontbreken, is een Bijbelse invalshoek toch an - ders van karakter. We mogen niet doorslaan: ook niet-christenen vinden ge - wetensvorming belangrijk. In onze cultuur zitten christe - lijke waarden en normen ingebakken. Ze stempelen onze samenleving en worden in onze cultuur gedeeld. Of je nu
17 wel of niet naar de kerk gaat, toch zal de algemene opvat- ting zijn dat Klaas uit het voorbeeld aan het begin van dit hoofdstuk niet zo hard mag rijden, zeker niet op een weg met verkeersdrempels. Klaas zelf zal toch ook niet gemak - kelijk doen over de aanrijding die hij veroorzaakte, onge - acht zijn levensovertuiging. Wel is er verzet tegen veel christelijke waarden en normen en zien we dat wezenlijke principes sneuvelen. Te denken valt aan de betekenis van geloof voor onze samenleving, de rol van het gezin en de invulling van de zondag als rustdag. De gevolgen daarvan zijn ingrijpend en maken de verschillen tussen christenen en geseculariseerde mensen snel groter. Toch moeten we blijven spreken over schuld en vergeving en over het heilzame van schuldbelijdenis.