JEZUS IN CHRISTENDOM EN ISLAM
Inhoudsopgave V dr. Tijani Boulaouali I V J N T . Jezus zelf . De discipelen over Jezus . Messias, Christus, Gezalfde . ‘Zoon van God’ in Matteüs, Marcus en Lucas . ‘Zoon van God’ in Johannes . Paulus over Jezus V J . Jodenchristenen . Kerkvaders over jodenchristenen . Arianen, nestorianen en monofysieten . Conciliechristenen: hellenistisch christendom V J A D J K M . Mohammed volgt deels het Nieuwe Testament . Mohammed neemt afstand van de conciliechristenen R M E D B R Bijbelteksten Koranteksten Andere joodse en christelijke bronnen Andere oudere geschriften Moderne auteurs
Vooral monofysieten Vooral nestorianen Vooral conciliechristenen DE SITUATIE IN DE ZEVENDE EEUW Nadjrân Aksum Socrota
Voorwoord T B D it nieuwe werk van de theoloog en koranvertaler dr. Eduard Verhoef doet me denken aan een indruk- wekkend verhaal uit het vroege begin van de islam. Toen werden de eerste moslimbekeerlingen zwaar onder drukt en vervolgd door de polytheïstische machthebbers van Mekka. De enige uitweg, vooral voor de zwakken onder hen, wa s om te vluchten naar Ethiopië, ook bekend als Abessinië, z oals de Pro- feet Mohammed had aanbevolen. Daar heerste een vreedz ame en rechtvaardige christelijke koning, genaamd Asham a. Dat was in wezen een realistische en strategische beslissin g om het leven van dat machteloze groepje te sparen enerzijds, en o m de pas ontstane godsdienst in stand te houden anderzijds. Zodra de Mekkaanse polytheïsten te horen kregen dat een aant al mos- lims op de vlucht was naar Ethiopië, stuurden zij hu n gezanten met kostbare geschenken naar koning Ashama met de b edoe- ling om de vluchtelingen mee terug te nemen. Nadat de koning zorgvuldig en belangstellend had geluisterd naar he t verhaal van de vluchtende moslims over de boodschap van de islam en over Jezus en zijn moeder Maria, barstte hij in tranen u it zodat zijn baard nat werd. Hij zei dat deze nieuwe godsdienst uit dezelfde bron voortkwam als de boodschap van Jezus. Daarom wer den de moslimvluchtelingen niet uitgeleverd aan de Mekk aanse po- lytheïsten en mochten zij daar veilig en beschut ve rblijven. Het is duidelijk dat de positieve houding van de moslims ten opzichte van Jezus een cruciale rol heeft gespeeld bij die
doorslaggevende gebeurtenis in de vroege geschiedenis van de islam. Daarom is de objectieve kennis van de guur Jezus aan beide kanten hoognodig, zeker ook in onze hedendaagse pluralistische samenleving. In dit kader kunnen we de bijdra- ge van Eduard Verhoef situeren als een boeiende en leerrijke theologische zoektocht naar de betekenis van Jezus in het christendom en de islam. Het bespreken van het concept Jezus kan vergeleken worden met ‘een avontuur’, omdat het om een complex en omstreden thema gaat, namelijk de christologie van het christendom en de christologie van de Koran. Dit concept wordt voortdurend besproken door moslims en christenen zowel vroeger in de apologetische debatten als tegenwoordig in de interreligieuze dialogen. Vaak vormt het een soort hinderpaal die ongelukki- gerwijs de werkelijke toenadering verhindert tussen de aan- hangers van deze twee grootste religies ter wereld. Zo wordt de zogenoemde ‘dialoog van hart tot hart’ tegengehouden, ondanks het feit dat we ons in de realiteit onder het dak van dezelfde samenleving bevinden. Deze warmhartige dialoog kan niet anders bereikt worden dan door elkaar beter te leren kennen en door gemeenschappelijke noemers die ons kunnen verenigen en samenbrengen. Het valt me op in deze comparatieve benadering dat de schrij- ver ons dichter bij allerlei theologische beeldvormingen van Jezus brengt. Het gaat niet alleen om de nieuwtestamentische Jezus en de koranische ‘s zoals gewoonlijk, maar ook om an- dere beelden van Jezus die niet bekend zijn onder het door- snee publiek. Ten eerste de visie van de jodenchristenen als de belangrijkste groep ‘in het kader van deze studie, omdat er nogal wat overeenkomsten zijn wat betreft de visie op Jezus tussen jodenchristenen en moslims. Met de benaming joden- christenen worden bedoeld mensen die, meestal komend uit en zich vasthoudend aan de joodse traditie, zich hebben aan- gesloten bij volgelingen van Jezus’. Ten tweede de arianen die van mening waren ‘dat Jezus weliswaar aan God gelijk was,
maar dat hij niet werkelijk God was’. Ten derde de nestoria- nen die meenden ‘dat Christus een menselijke en een godde- lijke natuur had en dat die twee naturen van elkaar geschei- den waren’. Ten vierde de monofysieten die veronderstelden dat ‘Christus één god-menselijke natuur had. De menselijke en de goddelijke natuur waren zo met elkaar vermengd’. Ten slotte de visie van de conciliechristenen als het meerderheids- standpunt. Bij hen heeft de christologie in de kerken van het Romeinse rijk vorm gekregen. De uitspraken van de concilies werden de richtlijn ( Jezus is zoon van God en is God, met een menselijke en een goddelijke natuur). Hieruit blijkt dat de afschilderingen van Jezus zeer divers en gevarieerd zijn. Dat is vooral te danken aan de verschillende visies op Jezus, die we in het Nieuwe Testament vinden. Deze zullen in de tijd daarna ook steeds weer verdedigd worden. ‘Sommigen wilden Jezus als een groot profeet blijven zien, ter- wijl anderen, de meesten, Jezus juist steeds groter maakten. Er was een duidelijke behoefte om Jezus te vergoddelijken, maar er waren ook mensen die daartegen in opstand kwamen’, zoals Verhoef concludeert. Ter afsluiting wil ik nog verwijzen naar het feit dat ondanks de onmiskenbare theologische contrasten tussen de islam en de christelijke mainstream wat het concept Jezus betreft, Jezus de zoon van Maria steevast aanwezig blijft als ‘een groot profeet’ zowel bij de christenen als bij de moslims. Van beide groepen gelovigen verdient Jezus alle eerbied en is hij steeds present in hun gedachten, gevoelens en gebeden. Hopelijk zal dit voor- treelijke betoog zorgvuldig en met open geest gelezen wor- den, zodat we ons de essentiële rol kunnen realiseren die Jezus of ‘s kan spelen in onze hedendaagse samenleving als sym- bool van barmhartigheid, opoering en liefde.
Inleiding P aolo Dall’Oglio, jezuïet, gaf leiding aan het klooster Deir Mar Moussa in Nabq, ongeveer tachtig kilometer ten noorden van Damascus. In , tijdens de gruwelijke oorlog in Syrië, is hij ontvoerd en waarschijnlijk om het leven gebracht. In dat klooster bracht hij joden, christenen en mos- lims bij elkaar om op basis van gelijkwaardigheid en zonder polemiek met elkaar te praten over wat de ander nu ten diep- ste bewoog. Een aantal keren heb ik aan zulke ontmoetingen kunnen deelnemen. In een boek vertelt hij een mooi verhaal dat ik hieronder kort weergeef. Een zeer vrome katholiek komt na een onberispelijk leven zon- der vrees bij de hemelpoort. Maar in plaats van dat Petrus de poort royaal opendoet, is er enige aarzeling en Petrus blijft een tijdje zoeken in alle paperassen. De man vraagt wat er aan de hand is. Alles is toch in orde? ‘Nee’, zegt Petrus, ‘er ontbreekt een islamitische vriend. Ga maar op die bank zitten daar.’ Op die bank zit al iemand. De katholiek begint meteen zijn beklag te doen. Altijd vroom geweest, geen mis overgeslagen. Niets gestolen. Zijn buurman begrijpt er ook niets van. Ook hij heeft zijn godsdienstige plichten altijd vervuld: elke dag de vijf gebeden uitgesproken en zelfs naar Mekka geweest. ‘Het is een schandaal. We moeten een klacht indienen.’ Zo gaat het nog een poosje door tot ze op hetzelfde moment op een idee komen: ‘Weet je wat, laten we ons samen aanmelden.’ P. Dall’Oglio, Amoureux de l’Islam, croyant en Jésus , Paris: Éditions de l’Atelier, , -.
| Mede geïnspireerd door de bezoeken aan het klooster Deir Mar Moussa probeer ik steeds beter te begrijpen waardoor moslims zich laten inspireren en wat voor hen wezenlijk is. N a mijn ver- taling van de Koran verscheen in bij uitgeveri j Skandalon in Vught mijn Uitleg bij de Koran . Maar er bleven nog genoeg vragen liggen om me nader op te bezinnen. Ik wilde meer dui- delijkheid krijgen over wat christenen en moslims ve rbindt en over hetgeen hen scheidt. Ook de steeds weerkerende vragen tijdens lezingen overal in het land over de verhoud ing tussen Bijbel en Koran of tussen christendom en islam en dan m et name vragen over de plaats van Jezus in christendom en islam, deden mij toch weer naar de pen grijpen. Het is bij een eerste kennismaking al snel duideli jk dat er een nauwe relatie is tussen Bijbel en Koran. De lez er ontdekt na korte tijd hoeveel verhalen zowel in de Bijbel a ls in de Koran staan. Veel personen, zoals bijvoorbeeld Abraham, M ozes en Jezus komen in beide tradities voor. Maar waar komen dan de verschillen vandaan tussen Bijbel en Koran? Zijn di e erg groot en kunnen we die verschillen verklaren? Is er bij m oslims en ook bij christenen ruimte voor een gesprek over Jezus? Of hebben aanhangers van die tradities zich zozeer teruggetro kken binnen hun eigen bolwerken dat een echt gesprek niet mogel ijk is? De befaamde Egyptische islamitische geleerde Hana (Cairo, ) zette de deur wijd open voor interrelig ieuze con- tacten toen hij in zei dat het aan Mohammed ge openbaar- de woord vanaf het moment van openbaring veranderd wa s in menselijke kennis: ‘het bleef niet meer goddelijk’. 2 Dergelijke woorden herinneren meteen aan de welbekende zin ‘al het spre- ken over boven komt van beneden’, een zin die jaren lang gegol- den heeft als de meest kernachtige samenvatting van Kuiterts theologie. Dat betekent dat er ruimte is om bepaald e woorden Deze opmerking van Hana vond ik in T. Boulaouali, Het bijbelse referen- tiekader van contemporaine Nederlandse vertalers van de Koran , Leuven, , . Uitvoerig wordt over Hana gesproken in M. van den Boom, Bevrijding van de mens in islamitisch perspectief , Amsterdam: VU Uitge- verij, , -. Van den Boom spreekt op blz. over ‘elasticiteit’ van de openbaring bij Hana.
uit de geopenbaarde tradities opzij te leggen als d ie niet meer kunnen dienen om te bouwen aan de wereld die ons vo or ogen staat, een wereld van vrede en gerechtigheid. 3 Die uitspraken van Hana en van Kuitert geven ruimte voor dialoog ov er wat christenen en moslims verbindt en wat hen scheidt zo nder met- een een van die tradities als de mindere te hoeven kwaliceren. De problematiek betreende de relatie tussen christ endom en islam is zo breed dat het voor mij onmogelijk is om die over de volle breedte te overzien en te bespreken. Ik beper k me daar- om tot slechts één aspect, de christologie, de visie (s) op Jezus. Dit onderwerp intrigeert mij al veel langere tijd e n bovendien neemt het in de gesprekken tussen moslims en christ enen vaak een prominente plaats in. 4 Is het mogelijk dat christenen en moslims wat betreft de christologie dichter bij elka ar komen? Natuurlijk zouden ook de joden bij dat gesprek betr okken kun- nen worden. Zij zijn degenen die vasthouden aan de joodse tra- ditie. Zij hebben met de Tenach, in de christelijke kerk meestal ‘Oude Testament’ genoemd, de oudste traditie in han den. Op die traditie is in het Nieuwe Testament voortgebord uurd. In de Koran wordt herhaaldelijk verwezen naar zowel de jo odse als de christelijke traditie. Maar de guur van Jezus en de wijze waar- op er naar hem werd gekeken door zijn aanhangers he eft eind eerste en begin tweede eeuw van onze jaartelling med e geleid tot een scheiding tussen jodendom en die nieuwe bew eging van mensen die in het spoor van Jezus wilden gaan. Binnen het ka- der van dit boek kan ik daarop niet verder ingaan. Het is onbetwistbaar dat Jezus een jood was. Hij gin g naar de synagoge, hield zich aan allerlei joodse riten en baseerde zich op de joodse traditie. Wat is er dan in de decennia na het leven Vergelijk A. Sachedina, Te Qur’n and other religions, in J. Dammen McAulie (ed.), Te Cambridge Companion to the Qur’n , Cambridge: Cambridge University Press, , -, met name blz. . Cf. O. Leirvik, Images of Jesus Christ in Islam , London, New York: Con- tinuum, nd Edition , : ‘In the context of Christian theology, there is a growing awareness that Christology has to be dealt with in the context of a dialogue with other world religions.’
| van Jezus en ook in de daaropvolgende eeuwen gebeurd , dat er van die joodse achtergrond zo weinig terug te vinden is en dat er spoedig verschillende groepen christenen waren met z eer uit- eenlopende standpunten ten aanzien van Jezus? Zes ee uwen na het leven van Jezus kreeg een nieuwe groepering ges talte, later de islam geheten. Deze nieuwe beweging steunde in h oge mate op de joodse en de christelijke traditie, maar vervr eemdde toch van die oudere tradities. De christologie speelde da arin ook een rol. In de Koran is ten aanzien van Jezus een keuze gemaakt en is een spoor gevolgd dat aan joodschristelijke opva ttingen doet denken. Opvattingen als die van jodenchristenen (waar over meer in hoofdstuk .) ten aanzien van Jezus werden impliciet door de concilies vanaf het concilie in Nicea in in de afge- kondigde dogma’s afgewezen. Dat is een van de redene n waar- om veel christenen die ‘islamitische’ standpunten t en aanzien van Jezus afwezen. Historisch kunnen dergelijke ontw ikkelin- gen vaak wel verklaard worden. Dat geeft dan misschi en ruimte voor dialoog en zou kunnen leiden tot meer begrip v oor die ver- schillende opvattingen, ook voor die visies die vanaf de vierde eeuw op de concilies werden afgewezen. Er zijn al talloze boeken over de christologie ges chreven. Veel van die boeken zijn geschreven door dogmatici en do gmatici willen, anders dan nieuwtestamentici, graag op grond van de ge- schriften van het Nieuwe Testament een aantrekkelij k totaalbeeld construeren. Nieuwtestamentici echter ontkennen vaa k de mo- gelijkheid van zo’n totaalbeeld omdat volgens hen z elfs de auteurs van het Nieuwe Testament al heel verschillend over Jezus dach- ten. Die dogmatische werken niet meegerekend, blijf t het aantal boeken over Jezus, hoewel een heel stuk kleiner, no g altijd zeer aanzienlijk. Wel te overzien is het aantal relevant e studies waarin de christologie zoals die in de Koran wordt geleerd , naast die van de geschriften van het Nieuwe Testament wordt gezet .5 Een overzicht van studies die hier genoemd zouden kunnen worden geeft J.A.B. Jongeneel, Onderzoek naar de visie van de Koran op Jezus Chris- tus: van Gerock tot Steenbrink, in F.L. Bakker, J.S. Aritonang (eds.), On the Edge of Many Worlds , Zoetermeer: Meinema, , -.