“‘Wat een geweldig en vernieuwend boek over de heilige Geest in het leven van kinderen! De verhalen en thema’s liggen dicht bij de belevingswereld van kinderen. Fantastisch dat zij door dit boek leren dat de heilige Geest hen wil helpen in elke situatie. Ik gun het dat elk kind de goede Helper in zijn/haar leven leert kennen!” Sophie van ‘Olie en Sophie’/ Lisanne Koudijs Kidspastor MOZAIEK0318. “Sanne weet actuele thema’s te benoemen en de vinger op de zere plek te leggen. Wat ik zo prachtig vind is dat zij wijst op de nabijheid van de heilige Geest van God. Deze boodschap kun je niet vroeg genoeg horen. Je voelt mee met de karakters. Er vindt herkenning plaats, waardoor er verbinding kan ontstaat. ” Naomi Appelhof, pastorale counselor en christencoach. “We mogen onze kinderen leren om samen met de heilige Geest te leven. En met De goede Helper krijg je daar steeds meer plezier in! Schitterend boek om samen van te genieten en te ontdekken hoe je steeds weer kracht kunt ontvangen van de heilige Geest! Aanrader!” Lize Roest, senior coach en auteur Verlangen naar Thuis.
De goede Helper
De goede Helper Deel 2 Arran en Rosa worden sterk met Hans de HelperGeschreven door Sanne Lingstuyl Geïllustreerd door Anne-Brechtje van de Geest
6 Dit boek draag ik op aan mijn eigen kinderen:Ben en Elly, op wie ik ontzettend trots ben. En ik geef het aan alle kinderen: Het is mijn wens dat je de goede Helper steeds beter mag leren kennen. Jezus beloofde de heilige Geest om ons de allermeeste kracht te geven. Samen met Hem zal jij moediger zijn dan je ooit had durven dromen! ‘Als Ik wegga, kan Ik Hem naar jullie toesturen. En als Hij gekomen is, zal Hij de mensen overtuigen. Als de geest van de waarheid gekomen is, zal Hij jullie de hele waarheid laten zien. ’ · Johannes 16:7-8, 13 ·
7 Inhoud Ken je ons nog? 9 Werkstad 13 Eenzame Rosa 21 Inclusief leven 29 Echte vrienden kun je vertrouwen 37 Arran is arm 45 Wat is mijn talent? 53 Verwarrend 61 Zooi22 67 De rotopmerking 73 Woeste buien 81 Kon ik het maar vergeten 87 Pesters zijn onzeker 95 Gefrustreerde ouders 103 Zieke moeders 109
8 Iedereen moe door Zooi22 117 Alles is een keuze 125 De Helper geeft een toekomst vol van hoop 135 Jij bent een held samen met de Helper! 137 Voor de voorlezer 139 Bedankt! 141 Colofon 144
9 Ken je ons nog? Heer, alle macht en eer en kracht is voor U. · Openbaring 4:11 · Laat me je voorstellen aan de belangrijkste personen in dit verhaal. Tijdens deze nieuwe avonturen ontmoet je nog meer vrienden van Hans de Helper. Wil je nog meer weten over Hans en de anderen? Lees dan ook De goede Helper. De goede HelperHans de Helper is er nog steeds. Hij was er altijd al en hij zal er altijd zijn. Weet je nog dat Hans Avonturenstad heeft helpen opbouwen? Hans is een goede vriend. Hij is sterk, maar ook heel aardig. Hij helpt anderen altijd, maar hij neemt anderen geen werk uit handen. Dus als je zijn hulp wil, mag je zelf ook aan de slag. Samen met Tom en Eva hebben we Hans de Helper leren kennen. We weten bijvoorbeeld dat problemen veel minder groot worden als Hans erbij is. Hij is heel creatief en goed in elke klus, want hij is bouwvakker, tuinman én klusjesman. Hij kan je altijd aan het lachen maken en je voelt je fijn en veilig als je bij hem bent.
10 Hans de Helper heeft altijd veel energie. En dat komt goed uit, want ook in de volgende avonturen zal Hans mensen helpen met hun problemen. Sommige mensen in Werkstad hebben het niet door als Hans wil helpen. Zij weten nog niet hoe sterk hij is en vragen daarom niet om hulp. Maar de mensen die het wel weten, die kunnen altijd op Hans rekenen. Zie je de rugzak die hij draagt? Daar zit gereedschap in om te helpen bij elk probleem! Tom en Eva Kennen jullie Tom en Eva nog? Ze zijn allebei een jaartje ouder geworden. Tom is nu elf jaar oud en Eva acht. Nog steeds een onafschei- delijk duo en toch vliegen ze elkaar geregeld in de haren. En altijd als ze naar het strand gaan, staan ze even stil bij de herinneringssteen van Bo de hond. Ze missen hem en denken met liefde aan hem terug. Tom is een rustige jongen en gek op de natuur. Hij gaat graag op zoek naar mooie dieren. Hij is avontuurlijk en gaat graag op pad met Eva en zijn vrienden. Eva is echt een lachebekje. Ze houdt van grap- jes, vooral als Hans ze maakt. Eva is eigenlijk altijd vrolijk en ze vindt alles leuk. Ze is gek op felle kleuren en mooie kleren. Ze krijgt
11 daar energie van. Ze mist Rosa wel, haar beste vriendin. Ze draagt haar vriendinnenbandje nog steeds. Rosa is vorig jaar naar Werkstad verhuisd, helemaal aan de andere kant van het water. Ge- lukkig mag Eva elke maand bij haar logeren. Rosa Dit is Rosa. Rosa is een beetje verlegen en ze vindt veel dingen spannend. Behalve als ze zingt. Dan vergeet ze alles om zich heen. Zingen doet ze vaak voor de spiegel. Ze heeft een groot gezin: haar va- der Klaas, haar moeder Naomi en vijf broertjes en zusjes. Dat vindt Rosa gezellig, want er valt altijd wel iets te beleven. Maar haar koptelefoon pakt ze ook vaak als ze even wil ontsnappen aan de ruzie- tjes van haar broertjes. Als Rosa meezingt met de liedjes op haar cd-speler, dan tekent ze tegelijker- tijd en droomt ze over de avonturen die ze allemaal nog wil beleven. Arran En dit is Arran. Hij is een hele stoere jongen. Een echte durfal. Hij houdt ervan om span- nende dingen te doen, want hij is niet snel bang. Arran zit bij Rosa in de klas op de Werk- school. Ze leren elkaar beter kennen omdat ze naast elkaar zitten in de bus naar school. Ar - ran is vurig. Soms wordt hij plotseling heel erg boos. Hij weet nog niet zo goed hoe hij daar - mee om moet gaan. Arran is ook ondernemend en bedenkt altijd wel iets leuks om te doen. Hij is graag buiten,
12 dan vergeet hij even zijn zorgen. Hij woont alleen met zijn moeder in de flat tegenover Rosa’s huis. Hij heeft geen broers en zussen en zijn vader is vertrokken. Voor zijn moeder is Arran daarom extra zorgzaam en helpend. Het konijn van Rosa Dotje heet ze, het konijn van Rosa. De naam past echt, want Dotje heeft zoveel pluizige haartjes dat je haar oogjes niet ziet. En ze is zo harig dat papa weleens grapt dat ze net zo goed een bolletje wol in een kooitje hadden kunnen stoppen. De eerste dag in Werkstad kwam papa met het konijntje aanzetten. Voor Rosa, als verhuisca- deau. Dotjes kooi staat naast Rosa’s bed. Zo kan Rosa voordat ze gaat slapen al haar zorgen en geheimen aan Dotje vertellen. Rosa is heel blij met haar ‘zorgenkonijntje’. Dotje weet alles en Dotje hoort alles. En niks van wat Rosa haar vertelt, vertelt ze door. Want dat kan ze niet! Ze snuffelt alleen maar. Ze is een hele goede gehei-menbewaarder.
13 Werkstad Omdat jullie bij Mij horen, zal de Vader jullie straks de Helper sturen. Hij is de Heilige Geest. Hij zal jullie alles leren en alles helpen herinneren wat Ik tegen jullie heb gezegd. · Johannes 14:26 · ‘Is dát Werkstad? ’ vraagt Eva. Ze is er nog nooit geweest en ze had zich de stad heel anders voorgesteld. Het is herfstvakantie en Eva mag bij Rosa logeren. Bij Rosa in Werkstad, want nog niet zo lang geleden is Rosa daarnaartoe verhuisd. Dat moest vanwege haar papa’s werk. En de beste vriendinnetjes missen elkaar, maar ge- lukkig mogen ze nu vaak logeren. Werkstad ligt helemaal aan de andere kant van de rivier en je kunt er alleen met de boot naartoe. ‘Het is zo donker en grijs!’ zegt Eva. Ze gooit een stukje van haar brood in de lucht. ‘Kijk, Tom, de meeuwen vangen het op!’ En Tom begint ook met gooien en al gauw verzamelen zich heel veel meeuwen die allemaal een stukje brood willen vangen. De meeu- wen dansen op de wind. ‘O het is zo leuk op de boot! Dit wil ik elke week doen!’ zegt Eva. Op het dek waait de koude wind in haar ge- zicht. En terwijl Tom en Eva rennen over het dek beweegt ze haar armen mee op de deining van het water. ‘Kijk naar mij Hans! Kijk wat ik kan!’ roept ze. Hans lacht. ‘Je danst op de wind!’ Hans is mee om Tom en Eva naar Rosa te brengen, om- dat papa en mama het heel druk hebben in de fiet- senwinkel. Dus mama vroeg Hans om te helpen. En dat doet hij altijd.
14 Werkstad AvonturenStad
15 ‘Zijn we er al bijna? ’ vraagt Eva. Hans heeft geen horloge omdat hij altijd alle tijd heeft. Maar Tom weet het heel precies. ‘Over een kwartiertje, ’ zegt Tom als hij op zijn horloge kijkt. ‘Ah, wat duurt dát laááng! Ik wil Rosa nu zien, ’ zegt Eva. Ze kijkt in de verte en ziet de donkere wolken boven Werkstad. ‘Wat een grote schoorstenen! En wat een grijze lucht!’ zegt ze. Even voelt ze aan haar arm of het er nog zit, het vriendschapsarmbandje van Rosa. Ze aait erover alsof ze het wil beschermen. ‘Bijna, bijna, bij- na! Dan zie ik Rosa weer!’ zingt ze en ze stuitert over het dek. En zodra de kapitein de loopplank naar de kade neerlegt, rent ze in de armen van haar vriendin. ‘Rosa!’ schreeuwt ze. ‘Eva!’ gilt Rosa. ‘Ik heb je echt gemist, want jij bent mijn beste vriendin!’ zegt Eva. Ze laat haar armbandje zien en Rosa steekt met een grote grijns haar arm uit. Zij heeft hem ook nog, een vrolijk armbandje van allemaal verschillende kleurtjes garen die ze uit de breimand van Eva’s moeder hadden gepakt. ‘Echte vriendinnen!’ zegt Klaas, de papa van Rosa. Hij komt ze ophalen van de boot. Ze moeten nog wel even met de auto, want Werkstad is groot. ‘Welkom in Werkstad, vrienden! De stad waar alles gebeurt!’ pronkt hij. Klaas kijkt gauw op zijn horloge. ‘Kom, we moeten nu snel naar de parkeergarage, want de meter loopt bijna af. En het is nog een eindje lopen naar de auto. Thuis heeft moeders de soep vast klaarstaan!’ Tom, Eva, Rosa en Hans de Helper lopen gauw met Klaas mee. Klaas neemt grote stappen. Eva probeert dicht bij de anderen te blijven. Ze kijkt om zich heen naar de drukte op straat. Het razen van de auto’s, het gekrioel rondom de grote gebouwen aan de ha- ven. De stad heeft iets groots en levendigs. Maar één ding valt Eva wel op: ‘De mensen kijken niet zo blij, hè, Tom, ’ zegt ze zacht. Werkstad AvonturenStad
16 Zodra ze in de auto naar Rosa’s huis zitten kijken ze goed om zich heen, want er valt zoveel te zien in Werkstad. ‘Dat zijn de fabrie- ken, ’ zegt Tom. Hij heeft vorige week een spreekbeurt gedaan over Werkstad en vertelt graag over wat hij geleerd heeft. ‘Er wonen hier eigenlijk maar duizend en één mensen. Maar er werken hier wel dertigduizend mensen! Iedereen komt hiernaartoe om te werken en geld te verdienen. Daarom heet deze stad Werkstad: het is hard werken voor je geld. Werkstad is echt een betonjungle!’ sluit Tom zijn spreekbeurt af. Klaas onderbreekt Tom en wijst naar rechts. ‘Hier werk ik, ’ vertelt hij trots als ze langs zijn fabriek rijden. Eva, Tom en Rosa klemmen hun neus dicht. ‘Iewh! Wie heeft er hier een scheet gelaten? ’ vraagt Eva. ‘Ja, wat stinkt het hier!’ zegt Tom. ‘Dat is geen scheet, dat is de fabriek, ’ zegt Rosa. ‘Oh! Vandaar die zwarte rook in de lucht? Dat hoort dus zo? vraagt Eva. ‘Ja, dat hoort zo in Werk- stad, ’ zegt Rosa. ‘En dat gebonk hoor je ook de hele dag!’ ‘Stom zeg!’ zegt Eva.
17 ‘Ja, heel stom!’ zegt Rosa. ‘Hier, jij mag deze, ’ zegt Eva. Ze geeft Rosa een handje van haar Smarties die mama meegaf, want ze zal haar beste vriendin altijd weer opbeuren. ‘Ik ben zo benieuwd naar Dotje en naar je kamer en je móet me natuurlijk alles over Werkschool vertellen!’ zegt ze zodra ze Werkstraat inrijden. Die middag is alles weer net zoals vroeger, toen Rosa nog in Avon- turenstad woonde. Hans de Helper en Tom blijven de hele middag en gaan pas ‘s avonds weer met de boot terug. Rosa laat haar nieuwe kamer zien en ze spelen in de grote tuin achter het huis. De tuin met een nieuwe trampoline, een glijbaan en een duikelrek. ‘Jij hebt echt geluk!’ zegt Eva als ze Rosa’s nieuwe speelgoed ziet. Maar die avond als de vriendinnen nog even kletsen voor het sla- pengaan, komt Eva erachter hoe Rosa zich echt voelt. ‘We gaan nog lang niet slapen he? ’ gniffelt Eva. ‘Nee, want als we logeren mogen we altijd langer opblijven, ’ zegt Rosa. De vriendinnen liggen in bed en het is allang bedtijd, maar ze mochten nog even fluisteren van mama. ‘Is Werkstad nog groter dan Avonturenstad? ’ vraagt Eva. ‘Ja veel groter! Er zijn zoveel mensen dat ze elkaar niet eens echt kennen, ’ zegt Rosa. ‘Ken jij je buren niet dan? ’ vraagt Eva terwijl ze haar knuffel in de lucht gooit. ‘Nee, eigenlijk nog niet. Overdag zijn alle mensen aan het werk. ’ ‘Oh wat saai! En moet je altijd met de bus naar school? Nooit met de fiets? ’ ‘Nee, iedereen gaat met de bus in Werkstad. ’ ‘Maar speel je weleens met kinderen uit de buurt dan? ’ ‘Ik ken nog niet echt veel kinderen uit Werkstraat. Overdag zitten ze vaak op de naschoolse opvang. Maar mama heeft al wel een
18 keer een speelafspraakje voor mij gemaakt. ’ ‘Oh, was dat leuk? ’ ‘Niet echt, Anne deed kattig en zei steeds dat zij veel beter was met duikelrekken. ’ ‘Oh wat stom. ’ ‘Ja, heel stom, ’ zegt Rosa. Eva draait zich op haar zij om Rosa beter te kunnen zien en tuurt haar aan. ‘Dus je vindt het helemaal niet leuk in Werkstad? ’ vraagt ze. ‘Nee nog niet echt, ’ zegt Rosa. ‘Maar ik vind het wel leuk dat ik Dotje nu heb!’ Ze pakt Dotje uit de kooi die naast haar bed staat. ‘Wil je haar op schoot? ’ vraagt ze. ‘Ja leuk! Dotje is zó schattig!’ zwijmelt Eva. En zo zitten ze de vriendinnen een tijd met Dotje op schoot. Maar dan vliegt de deur open, en mama Naomi staat in de deuropening. ‘NU moe- ten jullie écht gaan slapen, meiden! Morgen hebben jullie nog een hele dag om te kletsen!’ Maar voordat de vriendinnen gaan slapen wil Eva eerst nog lieve dingen tegen Rosa zeggen. ‘Het komt wel goed hier in Werkstad hoor! Hans de Helper is nog steeds jouw vriend. En weet je nog dat hij ons beloofde dat hij altijd bij ons zou zijn? Dat we hem niet altijd zien, maar dat we hem wel altijd voelen? Hij komt vast ook naar Werkstad om jou te helpen! En ik blijf ook voor altijd jouw beste vriendin! En weet je nog hoe Hans ons leerde om sterk te staan? ’ Eva doet het voor. En Rosa doet mee. Rosa en Eva doen hun ogen dicht Ze ademen een paar keer diep in Hun kin omhoog en hun schouders recht ‘De Helper is zo goed en hij laat ons nooit alleen. Ook al voelt hij soms ver weg. Hij is altijd dichtbij. En hij vindt altijd een manier om ons te helpen. Zo is hij gewoon!’
19 ‘Het komt wel goed, ’ zegt Eva als ze hun ogen weer open hebben. ‘Ik hoop het, ’ zegt Rosa. Eva geeft een kusje op Rosa’s voorhoofd en legt haar dekbed lekker over haar heen. ‘Eeuwige trouw, ’ zegt Eva. ‘Eeuwige trouw, ’ zegt Rosa. En als ze dan hun hoofd op het kussen leggen vallen ze meteen in slaap. En niet lang daarna zal Rosa ontdekken dat Eva’s woorden waar zijn.
20
21 Eenzame Rosa Vertrouw op de Heer. Houd moed en Hij zal je weer hoop geven. Ja, verwacht hulp van de Heer · Psalm 27:14 · Het is het einde van de middag als Rosa uit Werkschool komt en meteen naar haar kamer gaat. De route van Werkbus is lang. Er moeten veel kinderen naar huis worden gebracht en er was van- daag ook nog file. Rosa is dus extra laat thuis en er is bijna geen tijd meer om te spelen. Ik wil gewoon even zelf knutselen, denkt Rosa terwijl ze de trap op vlucht. ‘Wacht eens even!’ roept mama vanuit de woonkamer. ‘Hoe was het op school? Kom even zitten Rosa! Je móet nog wat drinken hoor!’ Maar terwijl mama dat zegt, let ze verder niet op Rosa. Jesse is aan het huilen en mama moet hem helpen. Dus Rosa loopt snel verder. Haar kamer is schemerig doordat de gordijnen half dicht zijn. Over de leuning van haar stoel hangen wat kleren. Rosa haalt haar neus op. ‘Het ruikt muf in mijn kamer, ’ zegt ze tegen haar trouwe konijn Dotje. Dotje kijkt haar aan. Haar kooitje is schoon. Misschien komt het door de vuile sokken en shirtjes die overal verspreid liggen. Rosa kijkt door de kier tussen de gordijnen en ziet een groepje kinderen lopen. Verderop ziet ze de skatebaan, waar anderen samen staan te lachen. ‘Grote kinderen, ouder dan ik, ’ zegt ze. ‘Wat lachen ze hard en iedereen kletst gezellig samen. Zal ik ooit bij zo’n groepje horen? ’ En Dotje kijkt op haar aller schattigst, alsof ze zeggen wil: ‘Het komt wel goed Rosa!’
22 Dan schuift Rosa het gordijn langzaam dicht en gaat achter haar bureau zitten. Het bureau staat dicht bij het raam, maar zo met de gordijnen dicht is ze afgesloten van de drukke wereld om haar heen. Ze zet haar koptelefoon op. Ze doet haar favoriete muziek van zangeres Waan aan en neuriet zachtjes mee terwijl haar pot- lood over het papier krast. Een bulderende lach van het groepje buiten klinkt door de ruiten heen en Rosa zet haar muziek nog wat harder. Zo hard dat ze mama niet hoort binnenkomen. Rosa schrikt op als mama op haar schouder tikt. ‘Hoe het was op school? ’ vraagt mama nu luid en duidelijk. ‘Goed hoor, ’ antwoordt Rosa kort. Ze kijkt naar Dotje en denkt: Als mama er niet naar vraagt, durf ik er ook niet zomaar over te vertellen. Dat ik vaak alleen aan tafel zit op school. En dat ik het moeilijk vind om contact te maken met de andere kinderen op Werkschool. De enige die dat weet, is Dotje. En die zal het niet doorvertellen, weet Rosa. Mama lijkt tevreden met het korte ant- woord en kijkt met een snelle blik haar kamer rond. Ze tilt precies de vuile shirtjes op. ‘WAT een bende op je kamer, Rosa. Wat zég ik nu altijd, shirtjes in de w-. . ? ’ geërgerd en streng kijkt mama haar aan. Wasmand… weet Rosa, maar ze zegt het niet hardop. ‘Hier heb je nog wat drinken. En ga anders zo even een colaatje halen in de winkel, dan ben je er gelijk even uit. Je moet écht va- ker naar buiten hoor! Misschien voel je je daar wel beter van. Het was vandaag nog op tv dat kinderen té weinig buiten spelen. ’ Kor- daat zet mama het glas met limonade voor Rosa’s neus en wacht tot ze het opdrinkt. ‘Ik wil gewoon tekenen mam, ’ zegt Rosa. Ze kijkt Dotje aan. Wa t kan mama toch zeuren, hè Dotje? denkt ze naar haar konijn toe. Maar ze drinkt haar beker op. Dan stormen Jesse en Ruben ruzi- e nd de kamer binnen. ‘Hij heeft mijn auto afgepakt!’ Rosa ziet hoe Jesse dreinend aan mama’s arm trekt om de aandacht
23 te krijgen. En ze ziet hoe mama haar lege beker met limonade meeneemt en volgzaam met Rosa’s broertjes meegaat. ‘Goed dan, doe maar fijn tekenen, ’ zegt mama nog gauw. En de deur van haar slaapkamer gaat weer dicht. Rosa pakt Dotje uit haar kooi en zet haar op schoot. En terwijl ze Dotje aait, begint Rosa te praten. ‘Mama heeft het altijd zo druk sinds we in Werkstad wonen. Papa is altijd in Werkfabriek en mama moet veel aandacht geven aan Jesse en Ruben en de anderen. Ik zal haar maar niet vertellen hoe het écht gaat op school. Dat ik me vaak alleen voel. En dat ik geen dingen aan anderen durf te vragen omdat ze tot nu toe altijd nee zeggen. ’ Dotje kijkt Rosa aan en het is net of haar schattige konij- nenoogjes wel begrijpen wat ze zegt. ‘Mama heeft wel gelijk als ze zegt dat ik zelfstandig ben, ’ gaat Rosa door. ‘Ik kán goed alleen zijn en ik hou van tekenen en schilderen en schrijven. Dat zijn dingen die je alleen doet. Maar ik wil ook gewoon weer iemand hebben met wie ik alles samen doe!’ Rosa kijkt naar Dotje, maar denkt aan Eva. ‘Samen naar zangles en gevraagd worden om mee te spelen. Dat is gewoon zo leuk!’ Ze haalt haar schouders op en zet de muziek nog wat harder. En Dotje spitst haar oren. Zo gaan er nog vele middagen voorbij dat Rosa alleen op haar kamertje zit. Alleen met Dotje. En er gaan ook vele dagen voorbij dat ze op school mee wil doen met een groepje kinderen, maar dat het dan nét niet kan. Of dat de kinderen gewoon keihard nee zeggen. Want de kinderen in Werkstad vinden nee zeggen niet moeilijk. De kinderen in Werkstad zeggen juist heel vaak nee. Misschien vinden ze ja zeggen juist wel moeilijk.
24 ‘Ik voel me zo alleen, ’ vertelt ze op zulke dagen aan Dotje. ‘Alsof niemand mij ziet staan en alsof niemand om mij geeft. ’ Op haar verdrietigste momenten knutselt Rosa niet eens, maar blijft ze ge- woon in bed liggen en huilt ze. Alleen Dotje ziet haar tranen. ‘Het is alsof de leuke tijd in Avonturenstad, met Eva, Tom en Hans de Helper, niet heeft bestaan, ’ fluistert Rosa eens in Dotjes oor. ‘Mijn beste vriendin kan niet met mij spelen en hier in Werkstad is alles anders!’Op een dag zit Rosa weer op haar ka-mertje. Haar dekentje heeft ze strak om haar benen gelegd en Dotje mag erbij. ‘Mijn tekening is bijna af, ’ zegt ze te- gen Dotje. Tevreden kijkt Rosa naar de lijnen op het papier. Een poppe- tje alleen en poppetjes in groepjes. Ze voelt dat haar ogen waterig worden. ‘Heb jíj dat gemaakt? ’ klinkt het plotseling. Rosa schrikt op. Weer staat mama plotseling achter haar en had ze niets gehoord. ‘Ja, ’ reageert Rosa, terwijl ze met haar arm de tekening bedekt. ‘Dit is het moment om het te vertellen. Vertel het maar!’ moedigt een stem van binnen haar aan. De stem klinkt een beetje als die van Hans de Helper. Rosa drukt haar lippen stijf op elkaar. Haar hart begint sneller te kloppen. Ik wil mama niet tot last zijn. Mama heeft het al zo druk. Misschien kan ik het alleen zijn zelf oplossen? Misschien komt er over een tijd- je vanzelf een oplossing, sust ze zichzelf. Maar alsof ze de controle verliest, haalt ze haar arm toch van de tekening. De tekening ligt nu vlak onder mama’s neus en mama ziet alles. Rosa hoeft niets te
25 vertellen. Mama ziet haar verhaal op de tekening. Dat Rosa alleen is en dat ze niet met de andere kinderen speelt. ‘B-ben jij dit? ’ vraagt mama geschrokken. Rosa knikt. Dan duwt mama de slaapkamerdeur dicht en gaat naast Rosa zitten. En Dot- je het konijn kijkt Rosa lief aan, alsof ze haar wil vertellen: ‘Mama weet nu dat jullie even samen moeten zijn. ’ ‘Oh, mijn meisje, ’ snikt mama als Rosa alles verteld heeft. En ze neemt Rosa in haar armen. ‘Wat ben ik blij dat je het tóch vertelt. En wat moedig dat je dat gedaan hebt! Iedereen voelt zich weleens zo, maar nu je het aan mij verteld hebt, ben je niet meer alleen, hoor! We vinden onze weg hier in Werkstad. En vanaf nu is dat samen. ’ Rosa merkt dat ze weer begint te huilen. Maar het is goed huilen. Alsof ze ontdooit vanbinnen. Zoals Hans de Helper dat ook vaak kan laten gebeuren. Want hij stuurt altijd precies de juiste mensen op het juiste moment. ‘Samen, niet alleen, ’ zegt ze zacht en ze legt haar hoofd tegen mama’s schouder. ‘Samen, niet alleen, ’ zegt mama Als mama die avond het eten klaarmaakt, staat Rosa nog even voor de grote spiegel van haar kamer. Ze bekijkt zichzelf van top tot teen. En haalt diep adem. Dus zo voelt opgelucht zijn dus: dat je helemaal kan ademhalen en dat je hart zich vult met alleen maar blij. ‘Zo blij voel ik me ook altijd bij Hans, ’ zegt Rosa tegen Dotje. ‘Alsof mama precies wist wat ze moest zeggen en er nu een pleis- ter op mijn hart zit. ’ Rosa gaat iets dichter bij de spiegel staan en kijkt in haar eigen donkerbruine ogen. Het is alsof ze zich ineens herinnert wie ze echt is. Mooie herinneringen flitsen als een film door haar hoofd. De avonturen met Hans, het zingen, het surfen met Eva. ‘De Helper woont dan misschien niet in Werkstad, toch is hij heel dichtbij, ’ lacht ze.
26 Ze doet haar ogen dicht. Ze ademt een paar keer diep in. Ze zet haar benen stevig op de grond, haar voeten een beetje gespreid, haar handen in haar zij, haar schouders naar achteren en haar kin omhoog. Ze kijkt haar spiegelbeeld aan en zegt: ‘Ik ben nooit echt alleen. Want u vindt altijd een weg naar mijn hart en u maakt mijn hart zo blij! Uw liefde en uw woor- den kan ik horen in mijn hart, want u bent mijn innerlijke stem. Dat is gewoon zo! Samen, niet alleen. Met een zwaai zet Rosa haar gordijnen helemaal open. En zelfs het raam, zodat de frisse lucht naar binnen kan. Sneller dan nor - maal rent ze de trap af. Wat ruikt het eten lekker! Ze laat zichzelf aan tafel ploffen. ‘Kijk eens wie er mee komt eten vandaag? Hij kwam een pakketje bezorgen, ’ zegt mama vrolijk. Rosa kijkt op. Het is Hans de Help- er! Hij heeft zijn bezorguniform nog aan. ‘Hans! U bent er! U bent er echt!’ Ze vliegt hem om de hals. ‘U bent er!’ ‘De kookkunsten van je moeder kan ik natuurlijk niet missen!’ lacht Hans. ‘En ik wilde eens een kijkje nemen in jullie skatepark. ’ Die avond mag Rosa langer opblijven. De leukste dag van mijn leven! denkt ze als ze samen met Hans nog naar het skatepark mag. En als Hans een jongen helpt met opstaan nadat die geval- len is, ontdekt ze dat het haar klasgenoot Arran is. Rosa kent hem eigenlijk niet zo goed, maar nadat Hans hem geholpen heeft, doet hij ook erg aardig tegen Rosa. ‘Tegelijk starten? ’ roept hij de hele tijd. En als hij langs stept zegt hij steeds: ‘Hoi!’
27 Rosa lacht en Hans ook. ‘Het resultaat van een vriendelijk gebaar is dat je er ineens een vriend bij kan hebben, ’ knipoogt Hans. Ik ben niet bedoeld om alleen te zijn, denkt Rosa. Al die dagen op haar kamertje heeft ze zich niet zo goed gevoeld als nu. En de harde vaart die ze maakt met haar step lijkt alle zorgen en al- leen-gevoelens weg te blazen. Voor het eerst in hele lange tijd is Rosa weer vrolijk. Er wachten nog veel meer mooie avonturen op mij! voelt ze. En terwijl ze samen met Arran en Hans in volle vaart over de skatebaan roetst, denkt ze nu steeds: ‘Samen, niet alleen. ’