een John Cross thriller ONBREEKBARE A n d r e w huff THRILLER A n d r e w huff ONBREEKBARE EED in een wereld vol geweld zet hiJ A lles op het spel om de v redevorst te volgen John Cross is predikant in een kleine stad en niet de man van wie je zou verwachten dat er bloed aan zijn handen kleeft… Toch was hij in een vorig leven als huurmoorde- naar in dienst van de C iA. Toen hij God leerde kennen, beloofde hij nooit weer te doden. Nu is een oude vijand hem op het spoor en staat hij oog in oog met het verleden dat hij dacht te hebben afgeslo- ten. John wordt zwaar op de proef gesteld: kan hij zijn eed houden zonder zijn leven of gemeente daarvoor op te offeren? Andrew Huff is schrijver en screenwriter, onder andere voor kerken. Daarvoor heeft hij gewerkt als jeugdleider en pastoraal medewerker in zijn lokale kerk. Uit zijn liefde voor thrillers ontstond het verlangen zelf ook span- nende boeken te schrijven, maar dan met een christelijke boodschap. Onbreekbare eed is zijn eerste boek. nur 332
Andrew Huff Onbreekbare eed John Cross - I Vertaald door Willem Keesmaat KokBoekencentrum Uitgevers • Utrecht 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36
5 1 Miljoenen mensen zouden getuige zijn van de moord op Chris - tine Lewis en niemand zou daar iets tegen kunnen doen. Vettige handen dwongen haar om op een stoel te gaan zit - ten. Een oranje, nauwsluitende overall onttrok de gevolgen van maanden aan mishandelingen door haar ontvoerders aan het oog. Ze slikte haar tranen weg toen dezelfde handen haar blonde haar achter haar oren duwden en haar kin optilden. Dunne vingers lieten spoortjes vuil achter op haar hals. ‘Hoofd omhoog. Recht voor je kijken.’ Ze gehoorzaamde zonder tegenstribbelen en keek in het zwarte oog van de camera die een meter of twee bij haar van - daan stond. Christine was uitgeput en gebroken, en de ooit zo moedige – misschien zelfs overmoedige – journaliste die nog maar een paar maanden geleden tussen de Jordaanse oproer - kraaiers stond, hing als een schaduw rond in haar gedachten. Het leven voor haar ontvoering leek niet reëler dan een droom. Op dit moment deed ze niet meer dan de bevelen van haar ont - voerders opvolgen, omdat tegenstribbelen geen optie meer was. Ze zou sterven. Vanuit haar ooghoeken bestudeerde Christine de handvol gemaskerde terroristen die de gebeurtenis zouden bijwonen. Ze zagen er precies hetzelfde uit: naamloze soldaten die gekleed gingen in een verbleekte militaire outfit en met een aanvalswa - 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36
6 pen in hun handen. De shemaghs die om hun hoofden waren gewonden, verborgen hun gelaatstrekken, op de kleur van hun ogen na. In het begin van haar gevangenneming had Christine elk gezicht onderzocht op een meelevende blik, maar toen het onvermijdelijke naderde, had ze alle hoop opgegeven dat ze zou worden gered. Er waren maanden verstreken – ze wist nog steeds niet precies hoeveel – sinds ze haar in Amman van straat had - den geplukt. De protesten die ze voor het North American Broadcasting Channel had verslagen, bleken een rookgordijn te zijn voor de wat meer onwettige praktijken van de Islami - tische Militaire Alliantie, oftewel IMA. Terwijl de massa’s op straat tegen de overheid protesteerden, pakte de IMA in de schaduwen de sleutelfiguren op. Ze had in de voorste rij van het echte conflict gestaan en de tralies van haar gevangenis smoorden haar waarschuwingen aan de buitenwereld. Er dreven enkele vage herinneringen langs en Christine schudde in gedachten haar hoofd om haar onbekwaamheid. Ze was zo in beslag genomen met het verzinnen van een goede krantenkop, om aan het thuisf ront de politieke discussie te kunnen aanzwengelen: ‘Demonstranten in Jordanië steunen huidige beleid van VS’ of dat soort onzin. Ze zou nog kun - nen begrijpen dat ze was opgepakt als ze echt een verhaal zou hebben gehad. In plaats daarvan was ze niet meer dan een zoveelste afleiding in de façade die de IMA had opgetrokken. De beul blafte wat bevelen in het Arabisch en de gezichtsloze figuur achter de camera drukte op een knop. Boven de lens begon een rood lampje te knipperen. Er volgden meer bevelen en er ging een duim omhoog om aan te geven dat de show was begonnen. De favoriete nieuwe trend van radicale militanten – tijdens een livestream journalisten onthoofden? Haar executie was vanaf nu voor iedereen met een internetverbinding te volgen. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36
7 De beul drukte het koude lemmet van zijn mes tegen haar onderrug en bezorgde haar daarmee het kippenvel op haar armen. Hij hief zijn vrije hand op en priemde met een wijs - vinger in de richting van de camera. De shemagh die om zijn mond was gewikkeld, dempte zijn woorden, maar in duidelijk verstaanbaar Engels perste hij ze door de stof heen. ‘Meneer de president, we zijn woest om uw onbeschaamde houding ten opzichte van de Islamitische Alliantie en om uw weigering om samen te werken met de leiders van onze militaire organisatie. We hebben u gewaarschuwd in verband met uw samenzwering met onze vijanden en de steun voor de continue bombardementen op onze gemeenschappen. Als gevolg van uw daden hebben we geen andere keuze dan wraak te nemen met behulp van het leven van weer een Amerikaanse burger. Als ú een mes op de keel van óns land blijft zetten, moeten wíj een mes op de keel van úw mensen zetten.’ De beul haalde het mes achter Christines rug vandaan en bewoog het in de richting van haar keel. Ze hapte lichtjes naar adem toen de punt van het lemmet haar huid raakte. ‘En nu stuur ik een waarschuwing naar elk land dat de kant van de Amerikaanse president wil kiezen en tegen onze mensen ten strijde denkt te moeten trekken. Dit is wat we zullen doen tegen iedereen die ons kwaad wil berokkenen.’ Een van de mannen achter de camera kwam naar voren en duwde Christine een stuk papier in haar handen. Hij gromde iets in het Arabisch en wees naar het papier. Christine greep het blaadje met beide handen vast en haar gescheurde, vuile nagels drukten door het papier heen in haar palmen. Emoties die de afgelopen paar maanden uit haar waren geslagen, borrelden op in haar hart, als een bron die ze zojuist in de woestijn had gevonden. Een script zou haar laatste paar woorden worden. Dat paste eigenlijk wel bij haar beroep. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36
8 ‘Ik heet Christine Elizabeth Lewis,’ zei ze terwijl ze meer in de lens van de camera keek dan op het papier. ‘Ik ben een - endertig jaar en journalist voor NABC. Ik ben schuldig aan misdaden tegen de Islamitische Alliantie en aan trouw aan de oorlogsmisdadiger Jefferson Gray, de president van de Ver - enigde Staten. Meneer de president, door uw daden tegen de Islamitische Alliantie moet ik boeten voor mijn misdaden. Tegen iedereen die u en uw illegale acties tegen deze mensen zou willen steunen, zeg ik het volgende…’ Christines stem stierf weg, haar ogen strak op de camera ge - richt. De mannen achter de camera spanden hun spieren door haar ongeplande pauze. Ze liet het papier los en het dwarrelde op de grond voor haar voeten. ‘Mam, pap,’ vervolgde Christine. ‘Ik hou van jullie. Het spijt me. Het spijt me verschrikkelijk.’ De tranen brandden in haar mondhoeken. De beul gaf haar een klap in haar gezicht. Christine uitte een gilletje en het leven keerde terug in haar gekneusde geest. Ze hief instinctief een hand op om haar wang tegen een tweede klap te beschermen. Haar moordenaar sloeg die weg, greep een handvol haar en trok haar hoofd achterover om haar keel te ontbloten. ‘President Gray, wij eisen gerechtigheid!’ gilde de beul. Hij zette het mes tegen Christines keel. Ze sloot haar ogen en dacht erover om het uit te schreeuwen tot God. Het was te lang geleden. Er zou geen antwoord komen. Ze schrok van een luide knal en daarna zoemde er een zwerm bijen door haar oor. Ze deed haar ogen open. Haar hart bonkte in haar keel en de stoot adrenaline weigerde weg te trekken. Het mes was verdwenen, hoewel haar beul nog steeds naast haar stond. Zijn ledematen beefden alsof hij ze wilde afstoten. Een zwarte schijf met gloeiende tentakels van elektriciteit klauwde aan zijn borst. Christine keek verbijsterd 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36
9 toe en verwachtte dat zijn lichaam elk moment kon exploderen. Maar het explodeerde niet. De zwarte schijf viel stil en zijn slachtoffer zakte bewusteloos in elkaar. Christine keek weer naar de camera en zag dat de soldaten erachter al net zo verward waren. Maar toen kreeg ze hem in het oog: een van de bewakers achter in de ruimte had een zwart, buitenaards ogend wapen in zijn hand. Er kringelde een sliertje rook uit de loop omhoog. Tegelijk met Christine beseften de anderen dat ze met een indringer te maken hadden en het duurde maar enkele se - conden voor er chaos in de kleine ruimte ontstond. Met wijd open mond keek Christine toe hoe de schutter het pistool op de soldaat rechts van hem richtte en de trekker overhaalde. Er knalde een tweede schijf uit de loop, die zich aan de schouder van de man hechtte. Hij gilde het uit van de pijn en viel op de grond, vastgeklemd in de krachtige omhelzing van een elektrische schok. Soldaten hieven hun automatische wapens op. Met het pis - tool in zijn hand haalde de schutter uit naar een van de mili - tanten, die versuft tegen zijn buurman aan knalde. Er klonk een schot en het geluid weerkaatste langs de muren. Christine sloeg haar handen over haar oren en dook in el - kaar. Haar hersens gilden ‘rennen’, maar haar spieren weigerden mee te werken. Ze bleef verstijfd in de stoel zitten en keek naar het strijdgewoel. Vuisten raakten kinnen en soldatenkistjes knieschijven. Ze telde drie man op de vloer. Een vierde hief zijn auto - matische wapen op. De zwarte loop werd op het hoofd van de aanvaller gericht. Christine hield haar adem in. Een moedige poging om haar executie tegen te houden, maar nu was het voorbij. Haar redder zou worden neergeschoten en daarna zij. Een snik zocht zijn weg door haar keel omhoog toen de terrorist de trekker overhaalde. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36
10 Een fel klikgeluid maakte duidelijk dat zijn magazijn leeg was. Een Arabische vloek ging vooraf aan een panische poging om er een nieuw magazijn in te proppen. De aanvaller sprong over een bewusteloos lichaam heen, greep het geweer en ramde dat tegen de neus van de man aan. In haar ooghoeken zag ze beweging. De beul greep naar zijn borst. Hij rukte de zwarte schijf eraf, smeet hem opzij en kroop over de vloer naar zijn mes, waarna hij overeind sprong. Zijn donkere ogen schoten vuur. Hij haalde het mes naar achteren, klaar om het in haar te begraven. Christine gilde. Het mes begon aan zijn neerwaartse reis naar de slagaders in haar keel. De felle knal van een vuurwa - pen vibreerde door de kleine ruimte. Ze voelde de stoel onder zich wegzakken. Spaanders van een van de poten spatten om haar voet. De stoel viel voorover en nam haar mee in de val. Ze klapte met haar gezicht tegen het beton. Het bloed spoot uit haar neus. De mysterieuze schutter dook over haar heen, kwam hard in aanvaring met haar beul en Christine draaide haar hoofd naar links om te kunnen zien wat er gebeurde, maar door de duizeligheid van de klap tegen de vloer moest ze heel even haar ogen sluiten. De twee troebele figuren grepen elkaar vast tot een van hen de ander buiten bewustzijn sloeg en zegevierend over de ander heen gebogen bleef staan. Christines blik werd weer helder en ze drukte zich omhoog van de met bloed bevlekte vloer. Sterke handen grepen van achteren haar schouders en trokken haar overeind tot ze zat. De gemaskerde aanvaller knielde neer en nam haar hoofd in zijn handen. Daarna trok hij de shemagh van zijn gezicht en Christine hapte naar adem toen ze de sympathieke bruine ogen van een Amerikaanse man naar haar zag kijken. Hij wikkelde de shemagh van de rest van zijn hoofd met 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36
11 kort haar af en gebruikte hem om voorzichtig het bloed van haar mond te vegen. ‘Sorry van je neus,’ zei hij. ‘Ik heet John. We moeten gaan.’ Ze had een hele serie vragen, maar het enige wat er over haar lippen kwam, was: ‘Gaan?’ ‘Ja,’ zei hij. ‘Naar huis.’ Christine kon er niets aan doen dat ze tegelijkertijd moest lachen en huilen. Ze was dood. Nee, ze zou dood moeten zijn. Waarom had deze vreemde man met zijn wilskrachtige kaak het over naar huis gaan? En toch geloofde ze hem. Op de een of andere manier wist ze dat hij haar thuis zou zien te krijgen. ‘Christine,’ zei hij. ‘Je weet hoe ik heet…’ reageerde ze. Waarom ging haar mond niet helemaal dicht? John herhaalde zijn eerdere opmerking, maar deze keer met meer nadruk. ‘We moeten gaan.’ De kracht in zijn stem bracht Christine weer bij de les. Ze stond op en keek nog een laatste keer om zich heen voor John haar hand greep en haar naar de uitgang leidde. Overal lagen lichamen en het gekreun maakte haar duidelijk dat haar ontvoerders uitgeschakeld, maar niet dood waren. John leidde haar door de deur een donkere gang in. Hij hief zijn hand op naar zijn oor en begon te praten. ‘Control, dit is Shepherd. Ik heb de hoofdprijs in ontvangst genomen en we zijn op weg.’ Christine stelde zich zo voor dat de stem in Johns oor met eenzelfde vocabulaire antwoordde. ‘Copy,’ reageerde hij en liet zijn hand zakken. Hij wierp een blik over zijn schouder en keek Christine aan. ‘Maak je geen zorgen. Ons vervoer kan elk moment komen opdagen.’ Aan het einde van de gang stuitten ze op een houten trap. Warme zonnestralen piekten tussen de planken door die voor 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36
12 de ramen van het trappenhuis waren gespijkerd en stof danste in het licht. Ze waren halverwege op de trap toen er boven een deur openzwaaide, waar de grootste vent uit kwam die Christine ooit had gezien. Ze hapte naar adem. Hij was één bonk spieren en zijn huid was bezaaid met tatoeages, littekens en schaafwonden. Zijn ene oog was troebel, wat hem een nog angstwekkender uiterlijk bezorgde. Hij deed zijn mond open en uitte een afkeurend gebrul. John maakte meteen rechtsomkeert en trok Christine mee. ‘Niet die kant op,’ zei hij. Ze hoorden legerkistjes de trap af denderen en zetten het op een lopen. Christine keek lang genoeg achterom om een glimp op te vangen van de grote man met het troebele oog die de onderkant van de trap had bereikt en die werd gevolgd door een handjevol maten. Hij gaf nog eens een brul, maar voor Christine klonk het als een enorme alarmbel die afging. Ze renden deur na deur door. John vertraagde geen seconde terwijl hij zich er met een elleboog doorheen werkte. Haar benen voelden aan als gekookte spaghetti, maar een nieuwe vastberadenheid moedigde haar aan om gelijke tred met hem te houden. Hij hield Christines hand stevig vast en er leek energie van de zijne naar de hare te stromen, wat haar extra kracht gaf, ondanks al die maanden dat ze gevangen had gezeten. Ze renden een volgende trap af en stormden een laatste deur door, waardoor ze in een verblindend wit licht terecht - kwamen. De vlaag hete lucht benam Christine de adem. Een zurige stank dreef haar neus binnen en de chaotische herrie van straatverkopers en spelende kinderen bombardeerde haar van alle kanten. Ze bevonden zich nu op straat en renden verder. Christines zicht keerde terug, maar ze schoot er niet veel mee op. Hun hoge tempo werkte desoriënterend. Ze richtte haar aandacht op John en zag dat zijn vrije hand weer tegen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36
13 zijn oor drukte. Ze deed haar best om hem te verstaan. ‘… niet goed. We bewegen ons in noordelijke richting op Al Nasira.’ Hij trok haar dichter naar zich toe toen ze zich door een grote groep toeristen door worstelden. ‘Begrepen. We zijn op weg.’ John vertraagde en Christine kreeg eindelijk alles een beetje op een rijtje. Ze werden omgeven door verkopers toen ze over een kleine markt wandelden. Geen van de mannen die hun waren aanprezen schonk ook maar enige aandacht aan haar gehavende uiterlijk terwijl ze sjaaltje na sjaaltje lieten zien en de beste kwaliteit voor de laagste prijs beloofden. Christine kromp een beetje ineen toen ze lucht door haar kapotte neusvleugels naar binnen zoog. Ze wreef met een mouw over het aangekoekte bloed op haar bovenlip. Nog steeds nat. Ze begon door haar mond adem te halen en haar hartslag normaliseerde een beetje. Ze kreeg vreemd genoeg een enigs - zins veilig gevoel van de drukte op de markt. Ze vermoedde dat als ze nu zouden worden aangevallen, de kooplui hen te hulp zouden schieten, vastbesloten om toch nog iets te kunnen verkopen. Een geruststellende fantasie. Ze waren zonder veel moeite tussen de opeengepakte me - nigte op de markt door geslalomd. Christines gevoel van vei - ligheid ebde snel weg en ze keek over haar schouder. Ze zou graag terugkeren naar de bescherming van de chaos achter hen. Ze had beter niet kunnen kijken. De vreselijke man met het troebele oog stak een kop uit bo - ven een stel dat ergens aan het einde van de markt luidruchtig met een verkoper stond te onderhandelen. Met zijn goede oog keek hij haar aan. Christine slaakte een gilletje en kwam in aanvaring met de rug van John. Hij stond stil bij een kruising, en bussen en personenauto’s zoefden voorbij. ‘John!’ Ze greep hem bij een arm en draaide hem om. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36
14 Zijn ogen werden groter toen hij oogcontact met hun ach - tervolger maakte. De hectiek van de markt vervaagde en Chris - tine was ervan overtuigd dat ze alleen nog hun ademhaling hoorde. De commotie van het kruispunt denderde haar gehoor - gangen weer binnen. Een voorbijrijdende auto claxonneerde. De man met het troebele oog maakte wilde gebaren in hun richting en een groep gespierde, dreigend kijkende types ver - scheen achter hem, duwde toeristen tegen verkopers aan en liep stalletjes omver. John greep Christines hand steviger vast en trok haar de straat op. Hij werd bijna door een brommer geraakt, maar liet zich niet van slag brengen. Ze staken de kruising over en wisten auto na vrachtwagen na motorfiets te ontwijken. Het vooruitzicht om een tweede keer gevangen te worden genomen zorgde voor een nog hogere adrenalineproductie. Op het moment dat ze dacht dat ze over het asfalt zouden worden uitgesmeerd, bereikten ze het trottoir. John rende door. Ze keek nog eens over haar schouder en zag dat de man - nen hen door het drukke verkeer heen probeerden te volgen. Een van hen schatte de snelheid van een auto verkeerd in en het voertuig schepte hem. Hij stuiterde over de motorkap en veroorzaakte een grote ster in de voorruit voor hij op de grond gleed. Zijn collega’s negeerden zijn misstap en zetten de achtervolging voort. John dook een steegje in en trok Christine mee een smalle trap op. Ze kwamen tussen twee gebouwen vandaan en renden een straat in die veel leek op die waar ze zojuist vandaan waren gekomen. John hield nog steeds haar hand vast en Christine zorgde ervoor dat ze hem niet ophield. Ze was blij met de extra adrenaline en ook met de actieve levensstijl die ze er voor haar gevangenneming op na had gehouden. Als ze had geweten waar 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36
15 ze naartoe gingen, zou ze waarschijnlijk de leiding hebben kunnen nemen en hem eruit hebben gelopen. Vrijheid bleek meer energie op te leveren dan drie espresso’s. Ze naderden een volgende kruising en John nam wat gas terug. ‘Waar gaan we heen?’ vroeg Christine. ‘Naar ons ophaalpunt,’ antwoordde hij. ‘En waar is dat?’ John riep over het gedender van een passerende vrachtwagen heen: ‘Ongeveer drie kilometer naar het noordwesten!’ ‘Echt? Kon dat niet wat dichterbij?’ ‘Tja, nou ja, het gaat vandaag allemaal niet helemaal zoals ik zou willen.’ Hij klonk niet al te blij. De kruising kwam vrij en ze begonnen hem over te steken. Christine keek nog eens over haar schouder en zag geen van hun achtervolgers. Ze keek net op tijd weer voor zich om vanuit haar ooghoeken met grote snelheid een voertuig te zien naderen. Een zwarte massa van metaal en rubber die duidelijk van plan was om hen aan flarden te rijden. Christine gebruikte de enkele seconde die ze nog had om in actie te komen. Ze rukte zich los uit Johns hand en gaf hem een duw in zijn rug, waardoor hij naar voren struikelde. Ze sprong achteruit en kwam languit op straat terecht. De SUV remde met gillende banden af. Hij kwam tot stilstand en bleef tussen John en haar in staan. Terwijl Christine zich omhoogdrukte, zocht ze naar een be - vestiging dat de auto John niet had geraakt, maar twee in stoffig kaki gestoken benen die uit het portier aan de passagierskant van de SUV sprongen, benamen haar het zicht. Iemand greep haar onder beide oksels en tilde haar op. ‘Laat me los!’ Ze probeerde zich los te wringen en plantte haar hielen in het plaveisel. Het lukte haar om een arm los te 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36
16 trekken en ramde een elleboog naar achteren, in de hoop iets kwetsbaars te raken. Hij was er duidelijk niet van onder de indruk en ruwe han - den dwongen haar op de achterbank van de SUV. Ze haalde nog eens uit met alle ledematen die haar ter beschikking ston - den, maar het portier klapte al dicht. De stank van verbrand rubber vulde het interieur toen de chauffeur het gaspedaal helemaal intrapte. Christine rukte aan de deurknop, maar haar portier gaf geen krimp. Ze draaide zich om om het portier aan de andere kant te proberen en gilde. De man met het troebele oog zat naast haar. Hij keek door het achterraam en grauwde iets naar de andere mannen in de auto. Ze sprak geen Arabisch, maar kende een paar zinnetjes en wat Bargoens van de vrolijke gidsen die haar tijdens haar opdrachten hadden geholpen. En de vreselijke man gebruikte een onprettig woord dat ze kende. Meer dan eens. Christine draaide zich nog verder om en keek ook door het achterraam. In de verte stond er een man naar een andere man te schreeuwen die zijn motorfiets aan het stelen was. De diefstal kon echter niet worden voorkomen en de nieuwe eigenaar van de motorfiets ging de SUV achterna. De zwarte SUV maakte een scherpe bocht en gooide Chris - tine tegen de man aan die naast haar zat. Hij duwde haar weg en bleef tegen zijn metgezellen schreeuwen. De chauffeur drukte woest op wat knoppen in de armsteun van zijn portier. Alle ramen gleden naar beneden en de rijwind geselde het interieur. De luchtstroom nam Christines haar mee in een furieuze dans. De man op de passagiersstoel klom half uit zijn raam, met een semiautomatisch geweer in zijn handen. Instinctief sloeg Christine haar handen voor haar oren en deed haar ogen dicht. De kracht van het wapen vibreerde door 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36
17 het steeds sneller rijdende voertuig. Ze negeerde haar instinc - ten, deed haar ogen open en keek over de rugleuning van de achterbank heen om getuige te zijn van de ondergang van John. De motorfiets slalomde tussen het verkeer door en kogels ketsten over het wegdek. De hoge snelheid van de SUV zorgde ervoor dat de schutter niet al te best kon richten. Bekende straten verdwenen naar de achtergrond omdat de chauffeur hen bij hun oorspronkelijke route vandaan leidde – bij hun rendez-vouslocatie vandaan. John had haar hulp nodig. Christine keek nerveus om zich heen. Leren stoelen, hoofdsteunen, schuifdak. Niets bruikbaars. Ze wierp een blik naar buiten en zag de loop van het wapen naast haar. Binnen handbereik. Ze haalde diep adem, gaf in een bocht mee en trapte met haar rechtervoet zo hard mogelijk door het raam. Haar schoen raakte de loop op het moment dat de man de trekker over - haalde. Hij wist zijn grip op het wapen te behouden, maar zwaaide in elk geval bij John vandaan. Het semiautomatische geweer vuurde nog steeds en raakte geparkeerde auto’s en ramen van gebouwen. Er ketste een kogel terug de auto in, die dwars door de schouder van de schutter ging en door het dak heen weer naar buiten. De bekleding van het dak zat onder de bloedspet - ters en hij schreeuwde het uit. De man met het troebele oog gooide er nog meer Arabische obsceniteiten uit en vloog op Christine af. Vandaag was duidelijk de dag dat ze zou sterven. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36
een John Cross thriller ONBREEKBARE A n d r e w huff THRILLER A n d r e w huff ONBREEKBARE EED in een wereld vol geweld zet hiJ A lles op het spel om de v redevorst te volgen John Cross is predikant in een kleine stad en niet de man van wie je zou verwachten dat er bloed aan zijn handen kleeft… Toch was hij in een vorig leven als huurmoorde- naar in dienst van de C iA. Toen hij God leerde kennen, beloofde hij nooit weer te doden. Nu is een oude vijand hem op het spoor en staat hij oog in oog met het verleden dat hij dacht te hebben afgeslo- ten. John wordt zwaar op de proef gesteld: kan hij zijn eed houden zonder zijn leven of gemeente daarvoor op te offeren? Andrew Huff is schrijver en screenwriter, onder andere voor kerken. Daarvoor heeft hij gewerkt als jeugdleider en pastoraal medewerker in zijn lokale kerk. Uit zijn liefde voor thrillers ontstond het verlangen zelf ook span- nende boeken te schrijven, maar dan met een christelijke boodschap. Onbreekbare eed is zijn eerste boek. nur 332