BOTTOM UP KERK Tabitha van Krimpen Zijn waar twintigers zijn Hét boek over twintigers en de toekomst van de kerk Waarom niet een abonnement op de kerk, in plaats van Actie Kerkba - lans? Wat als er in de kerk meer ruimte zou zijn voor experiment en het zoeken naar nieuwe vormen? Tabitha van Krimpen onderzoekt aan de hand van haar concept ‘bottom-up kerk’ hoe een kerk beter kan aan - sluiten bij twintigers en bij de huidige tijd. Daarbij is het belangrijk om terug te gaan naar de kern van kerk-zijn en niet te vertrouwen op regels en procedures, maar op God die de kerk in zijn hand houdt. Daarnaast is een andere manier van kijken nodig, waarbij niet crises, maar kansen voor de kerk centraal staan. Aan de hand van haar achtergrond in zowel theologie als bedrijfskunde en haar gesprekken met twintigers en kerkvernieu - wers komt Tabitha van Krimpen tot verras - sende inzichten. Tabitha van Krimpen (1998) is bedrijfs - kundige (MSc) en masterstudent theologie aan de PThU. In 2021/2022 was ze Jonge Theoloog des Vaderlands. ‘Via een multidisciplinaire aanpak en vanuit een open luisterhou - ding naar allerlei bronnen, pleit Tabitha van Krimpen voor meer wendbaarheid qua organisatie, voor gezamenlijke en intergeneratio - nele verantwoordelijkheid en voor bezieling in de kerk.’ – Kees van Ekris ‘Ik hoop dat dit boek leidt tot lef bij kerken, vanuit het verlangen dat iedereen zich thuis voelt bij een community vol geloof, zingeving, eerlijke vragen, spannende levensthema’s en voorbeeldfiguren.’ – Vincenza La Porta 9 789043 539289 > NUR 700 ISBN 978 90 435 3928 9 BObottomupkerk.indd 1BObottomupkerk.indd 1 17-04-2023 10:2817-04-2023 10:28
Inhoud Woord vooraf 9 Inleiding 13 1 Bottom-up theologie 21 2 Twintigers 37 3 De huidige Protestantse Kerk 86 4 Transformatieve verandering voor een toekomstgerichte kerk 115 5 Bottom-up kerk: kerk op z’n kop 128 6 Bottom-up kerk in de praktijk 151 Nawoord 159 Dankwoord 161 Bijlage Test: Hoe bottom-up is jouw kerk? 163 Bottom-up boekenlijst 169 Noten 171 Bibliografie 184 BWbottomupkerk(cor).indd 7BWbottomupkerk(cor).indd 7 08-05-2023 13:0308-05-2023 13:03
13 Inleiding ‘God woont in een kerk waarin allerlei rottigheid aan de orde van de dag is.’ 1 – Bram van de Beek, winnaar oeuvreprijs Nacht van de Theologie 2022 Dit is geen typisch theologisch boek. Over de vraag of het überhaupt een theologisch boek is, kun je van mening verschillen. In dit boek combineer ik mijn achtergrond in de theologie met de bedrijfskunde en wat ik in beide studies en in de praktijk heb geleerd. Op het eerste oog zijn deze terreinen erg verschillend, zijn het twee verschillende werelden. De theoloog begint met het gegeven dat God bestaat, gehandeld heeft in de geschiedenis en zich nog steeds laat zien. Voor de theo - loog is de wereld de plek waar sporen van God en van het heilige te vinden zijn, maar waar ook pijn en verdrukking is. Theologie is talig, zoekt naar de juiste woorden om zowel iets van het hogere, van het mysterie, als iets van het gewone, het menselijke uit te drukken, van diepst persoonlijke, maar daarmee ook universele ervaringen. The - ologie is veelkleurig en bevat een breed palet aan visies en (geloofs) overtuigingen. Voor de bedrijfskunde is dat anders. In tegenstelling tot de the - ologie is de bedrijfskunde een relatief jonge discipline, die haar op - mars maakte tijdens de industrialisatie in de negentiende eeuw. De bedrijfskunde houdt zich bezig met vragen over werk, organisaties en het gedrag van mensen daarin, over leiderschap, motivatie en structuren. Typisch bedrijfskundige vraagstukken zijn bijvoorbeeld: ‘Wat motiveert en activeert mensen?’, ‘Wat is goed leiderschap?’ en ‘Hoe kan een organisatie zo ingericht worden dat er zo min mogelijk tijd en energie besteed wordt aan dingen die niet bijdragen aan het primaire productieproces, aan ons doel?’ De wereld van de bedrijfs - BWbottomupkerk(cor).indd 13BWbottomupkerk(cor).indd 13 08-05-2023 13:0308-05-2023 13:03
14 kundige bestaat uit een web van netwerken en mensen, met elk hun eigen belangen, die elkaar beïnvloeden en van elkaar afhankelijk zijn. Waar mensen samenkomen, is sprake van een organisatie, is de basisveronderstelling. Een organisatie is dan een systeem met eigen (on)uitgesproken regels, verwachtingen en een eigen cultuur. Het or - ganisatiesysteem is niet objectief en is bepalend voor de manier waar - op mensen zich gedragen. Ik ben ervan overtuigd dat deze twee verschillende perspectieven elkaar goed kunnen aanvullen, versterken en een spiegel voorhou - den. Wicked problems Juist in de complexe tijd waarin we leven is één perspectief niet langer voldoende om met ingewikkelde problemen om te gaan. De grote vra - gen rond haar toekomst en de afnemende betrokkenheid van twinti - gers, waar de kerk zich voor gesteld weet, kun je zien als zogenaamde wicked problems. 2 Bij een wicked problem is er sprake van een uniek probleem dat moeilijk op te lossen is vanwege een veranderende con - text en omdat veel verschillende factoren een rol spelen. Door bij een wicked problem niet één maar verschillende perspectieven te gebrui - ken, krijgen we een beter beeld van wat het probleem is en wat een mogelijke oplossingsrichting zou kunnen zijn. Vanwege mijn eigen achtergrond kies ik voor theologie en bedrijfskunde, maar ook bij - voorbeeld sociologie en psychologie kunnen in dit verband een toe - gevoegde waarde hebben. Paradigmawisseling Naast ‘wicked problems’ is ook het begrip ‘paradigmawisseling’ hel - pend. Bij wicked problems is een nieuwe denkwijze nodig om tot een oplossingsrichting te komen, namelijk een paradigmawisseling. Elk mens kijkt op een bepaalde manier naar de wereld en interpreteert de werkelijkheid op een andere manier. Het paradigma dat je aanhangt, bepaalt wat je om je heen ziet, welke vragen je stelt over wat je ziet en welke antwoorden je geeft op die vragen. 3 Overtuigingen, ervaringen, wat jou als juist is geleerd – dat allemaal speelt mee in de manier waarop je naar de wereld kijkt. Dat betekent niet dat je paradigma niet kan veranderen. Wanneer je op problemen stuit en je aannames BWbottomupkerk(cor).indd 14BWbottomupkerk(cor).indd 14 08-05-2023 13:0308-05-2023 13:03
15 over de wereld niet meer lijken te kloppen, zal er een crisis ontstaan, beweert Thomas Kuhn, die bijdroeg aan de huidige betekenis van de term ‘paradigma’. 4 Het ‘oude’ paradigma voldoet dan niet meer om je de wereld te laten begrijpen en pas als dat paradigma wordt opgege - ven, kan een nieuw paradigma ontstaan. Het huidige paradigma in de kerk, waarbij lokale gemeenten erg in - tern gericht zijn en op een ambtelijke manier worden bestuurd, vol - doet niet langer. In veel gemeenten leidt krimp tot kramp en als ge - meente(lid) kun je gemakkelijk vast komen te zitten in het verhaal van minder, minder, minder. Een diepgaande transformatie is nodig om tot een ander paradigma te komen, een paradigma waarin ruimte is voor kansen voor de kerk, waarbij gedacht wordt in mogelijkheden in plaats van in onmogelijkheden en waarbij creativiteit en innovatie aangemoedigd worden. De overgang naar een nieuw paradigma, dat beter aansluit bij een veranderende tijd, is niet eenvoudig en paradigmaverlamming kan gemakkelijk optreden. 5 Daarvan is sprake als men niet voorbij het huidige paradigma kan of wil kijken: je kunt maar op één manier naar de wereld kijken en flexibiliteit in je denken of aanpassing aan andere visies gaat moeilijk. Paradigmaverlamming houdt creativiteit, innovatie en verandering tegen en kan zelfs tot onethisch gedrag in organisaties leiden, zo blijkt uit onderzoek. 6 Zowel bij individuen als bij groepen kan paradigmaverlamming optreden. Dat kan komen door de cultuur waar mensen deel van uitmaken, maar het kan ook een reactie zijn op verandering en onzekerheid: uit angst voor ver - nieuwing houdt men vast aan het bekende en vertrouwde. Een dergelijke reactie is be - grijpelijk. In hoofdstuk 4 ga ik verder in op de vraag wat nodig is voor transformatieve verandering. In mijn jaar als Jonge Theoloog des Vaderlands heb ik gezien hoe moeilijk een paradigmawisseling is. Ik kwam bij veel kerken die graag twintigers wilden betrekken bij hun geloofsgemeenschap. Met deze kerken ging ik in gesprek over kenmerken van twintigers en wat zij be - langrijk vinden. Twintigers betrekken bij de kerk vraagt offers, omdat Een diepgaande transformatie is nodig om tot een ander paradigma te komen. BWbottomupkerk(cor).indd 15BWbottomupkerk(cor).indd 15 08-05-2023 13:0308-05-2023 13:03
16 je als kerk oude gewoontes moet loslaten en nieuwe moet ontwikke - len, om beter bij twintigers aan te sluiten. Regelmatig maakte ik mee dat het enthousiasme in de zaal vervloog wanneer ik dit aankaartte. Het is frustrerend, maar ook begrijpelijk, want het is niet zo gemak - kelijk om het bekende op te geven. Een nieuw paradigma, een andere manier van kijken en doen is spannend en vraagt veel van je. Kerk Een verandering is echter hoognodig. Daarom wil ik in dit boek prik - kelen, uitdagen en op zoek gaan naar de grenzen van wat de kerk is en kan zijn. Maar het is goed eerst af te bakenen wat ik bedoel als ik het heb over ‘de kerk’ en ‘twintigers’. Over wat de kerk is en wat haar theologisch belang is, zijn al bi - bliotheken vol geschreven. Dat zal ik hier niet overdoen en dit boek heeft dan ook geen ecclesiologie (leer van de kerk) tot doel. Mijn den - ken over de kerk bevindt zich in het spanningsveld tussen een the - ologisch en een bedrijfskundig perspectief. De kerk is namelijk een bijzondere en complexe combinatie van zowel goddelijk als menselijk handelen. 7 Zo zegt de katholieke theoloog Hans Küng dat ‘het chris - telijk bestaan wordt geleefd tussen een indicatief en een imperatief, tussen heden en toekomst; de christelijke gemeenschap leeft ook in dit spanningsveld, als het lichaam van Christus en het volk van God, als geheiligd en toch zondig’. 8 De kerk staat in de spanning tussen het ‘reeds’ en het ‘nog niet’, tussen de wereld die is en de wereld die komt. De aanduiding ‘mensen van de weg’ is een van de oudste aan - duidingen voor de volgelingen van Jezus en spreekt mij persoonlijk erg aan. 9 Samen zijn we als volgelingen van Jezus op weg naar Gods koninkrijk, in de wetenschap dat we er nog niet zijn. Dit perspectief relativeert ook onze huidige manier van kerk-zijn. De kerk is een ge - meenschap van mensen met hun tekortkomingen. In de kerk worden fouten gemaakt en maar al te vaak voldoet de kerk niet aan het ideaal van het koninkrijk. Toch zorgt juist het falen van de kerk als insti - tuut voor de drijfveer om de christelijke boodschap beter in praktijk te brengen, zo betoogt de katholieke kerkjurist Rik Torfs in De kerk is fantastisch. 10 Torfs maakt de vergelijking tussen de verrotting van de kerk en humus. 11 Zoals bij humus uit dood materiaal, vaak plantaar - dige resten, toch iets nieuws en vruchtbaars kan ontstaan, zo kan dat BWbottomupkerk(cor).indd 16BWbottomupkerk(cor).indd 16 08-05-2023 13:0308-05-2023 13:03
17 bij de kerk ook. Juist als je denkt dat de kerk haar langste tijd heeft gehad, als het allemaal hopeloos lijkt, kan er toch weer iets nieuws ontstaan. Ik vind het een krachtig beeld. Het is belangrijk om ook de pijnlijke kanten van de kerk onder ogen te zien. Mensen in de kerk zijn niet per se beter dan die daarbuiten en doen behalve goede ook slechte dingen; ze doen elkaar pijn. Juist op dat dieptepunt, op de mo - menten waarop het schuurt en ongemakkelijk wordt, kan iets nieuws ontstaan. Het beeld van de humus daagt uit om niet moedeloos en verbitterd te raken als de kerk faalt en teleurstelt. In de wetenschap dat volmaaktheid niet van deze wereld is en door de gift van de gena - de kunnen we altijd weer proberen om het beter te doen. Het is een hoopvol beeld, juist voor wie, net als ik, worstelt met zijn verhouding tot de kerk. Door mijn liefde voor de kerk kan ik de starheid, inflexibiliteit en naar binnen gerichtheid die, naast alle mooie dingen, in de kerk te vinden zijn, maar moeilijk verkroppen. Mijn benadering van de kerk gaat in dit boek dan ook vooral over de menselijke kant. Over de ‘hoop en twijfel, domheid, drift, plezier, on - zekerheid’, in de woorden van Huub Oosterhuis 12, en over het streven naar status en macht, wat ook in de kerk te vinden is. Niets menselijks is de kerk vreemd. Mijn definitie van de kerk is dan ook vooral een godsdienstsociologische, namelijk: ‘De kerk wordt aangeduid als een gemeenschap met een missie, een plaats, een adres.’ 13 Ik benader de kerk als een ‘groep, een netwerk, een gemeenschap, een vereniging, een volk, een beweging een organisatie. Of, zoals sommigen zeggen: het is een combinatie van een gemeenschap, een beweging en een organisatie.’ 14 Als theoloog en bedrijfskundige zie ik de gemeente niet alleen als li - chaam van Christus, maar ook als een organisatie: een groep mensen die samenwerken met een bepaald doel. ‘Waar twee of drie mensen in mijn naam samen zijn, ben Ik in hun midden,’ zegt Jezus in Matteüs 18:20. Ik zou willen toevoegen: ‘Waar twee of drie mensen in Gods naam samen zijn, is sprake van organisatie en structuur.’ Waar men - sen samenkomen, zijn bepaalde (impliciete) regels, verwachtingen en manieren waarop dingen gedaan worden. We kunnen het niet over de kerk hebben zonder het ook over die menselijke en organisationele BWbottomupkerk(cor).indd 17BWbottomupkerk(cor).indd 17 08-05-2023 13:0308-05-2023 13:03
18 kant te hebben. Soms krijg ik de reactie dat in de kerk vooral over God gesproken moet wor - den. Ik wil daar niets aan afdoen, maar ik wil wel wijzen op het feit dat daarmee uitsluitend de goddelijke kant van de kerk wordt bena - drukt en dat wordt gesuggereerd dat de men - selijke kant er niet of nauwelijks toe doet. Het spreken over God gebeurt niet in een vacuüm, maar vindt altijd plaats in een specifieke context, in een bepaalde tijd en op een bepaalde plaats. Hoe een kerkdienst wordt vormgegeven, wat je nodig hebt om volwaardig deel uit te maken van de gemeenschap en welke rol je hebt als kerkganger – dat alles speelt mee in het spreken over God en in de (impliciete) theologie. Dat betekent niet dat de kerk op precies dezelfde manier ‘gerund’ kan worden als een bedrijf. Hoewel wat meer pragmatisme de kerk in mijn ogen goed zou doen en bedrijfskundige kennis daarbij richting kan geven, kunnen de wetten en regels van de economie en marketing niet klakkeloos toegepast worden op de kerk. Mijn voorzichtigheid zit daarbij vooral bij de inhoud, namelijk dat het geloof geen product is dat je kunt verkopen of vermarkten. De kerk heeft ook niet per se tot doel zo populair mogelijk te zijn en hoeft niet met elke wind mee te waaien. 15 Dat betekent echter niet dat geloven iets statisch is en kerken niet over verandering hoeven na te denken. Juist een levend geloof is niet bang om vragen te stellen. Tijdens mijn theologiestudie leerde ik al dat traditie een dynamisch begrip is. Traditie gaat over het van gene - ratie op generatie doorgeven van wat je dierbaar is. Elke generatie ver - diept, verbreedt en verrijkt de overgeleverde tradities en geeft die weer door aan de volgende generatie. Juist door dat bewegelijke karakter kunnen tradities eeuwenlang in stand blijven. Ik ben er dan ook van overtuigd dat een vitale kerk zichzelf een spiegel durft voor te houden en waaromvragen durft te stellen: Waarom zijn we kerk? Waarom doen we de dingen zoals we die doen? En ook: Waartoe zijn we geroepen? Hoe kunnen we van betekenis zijn voor jonge generaties? Waar twee of drie mensen in Gods naam samen zijn, is sprake van organisatie en structuur. BWbottomupkerk(cor).indd 18BWbottomupkerk(cor).indd 18 08-05-2023 13:0308-05-2023 13:03
19 Twintigers In dit boek staan de huidige twintigers centraal. Op het moment van schrijven zijn dat degenen die geboren zijn tussen 1993 en 2003 en die dus tussen 20 en 29 jaar oud zijn. Zelf ben ik van 1998 en val ik daar mooi tussenin. Waarom ligt de focus op twintigers? Ik zie dat de kerk steeds meer het zicht op twintigers verliest. Voor kinderen en tieners is er vaak nog jeugdwerk, voor dertigers en veertigers is er aanbod, zeker als ze een gezin hebben, maar twintigers vallen vaak tussen wal en schip. Tegelijkertijd zijn er veel kansen voor de kerk als het om twintigers gaat. Veel twintigers zijn op zoek naar houvast, naar gemeenschap, naar een plek waar ze zichzelf kunnen zijn, een plek zoals de kerk, zou ik zeggen. Tussen je twintigste en dertigste sta je voor belangrijke levenskeuzes: Wat ga ik studeren en waar ga ik werken? Waar zou ik willen wonen na mijn studie? Met wie wil ik mijn leven delen? Bij het maken van die keuzes komen ook vragen rond zingeving, identiteit en geloof naar boven. Wie ben ik en wat vind ik belangrijk? Kan ik in de kerk terecht met mijn vragen? Welke plek geef ik de waarden en het geloof die ik heb meegekregen van mijn ouders? Veel twintigers zoe - ken naar plekken waar zij verschil kunnen maken en van betekenis kunnen zijn. Een plek waar ze zich thuis voelen en gezien worden. De kerk is vaak niet die plek voor hen. Voor hun leefwereld, vra - gen en behoeften is vaak maar weinig ruimte, zo blijkt uit de verhalen van twintigers die ik spreek en van degenen die ik voor dit boek geïn - terviewd heb. Vaak wordt óver twintigers gesproken in plaats van mét hen. Maar al te vaak ontbreekt een gelijkwaardige plek aan tafel. In dit boek wil ik de stemmen van twintigers als volwaardige gespreks - partners laten horen. Daarbij wil ik benadrukken dat dit boek over veel meer gaat dan al - leen over twintigers. Een kerk voor twintigers is een kerk voor ieder - een, daarvan ben ik overtuigd. Het gaat me erom dat alle generaties en leeftijden een gelijkwaardige plek hebben in de kerk. Daarbij wil ik zeker niet stellen dat de aanwezigheid van twintigers een voorwaarde is om een bloeiende kerk te zijn en dat vergrijzing altijd een probleem is. Andrew Root wijst er terecht op dat in kerken gemakkelijk de over - tuiging kan ontstaan dat jong altijd beter is. 16 Ook een lokale gemeen - BWbottomupkerk(cor).indd 19BWbottomupkerk(cor).indd 19 08-05-2023 13:0308-05-2023 13:03
20 te waar al jarenlang geen twintigers meer komen, kan volop kerk zijn. Dit boek heeft dan ook tot doel van waarde te zijn voor allerlei verschillende soorten kerken. Niet omdat ik dé oplossing heb en na toepassen van mijn ideeën de twintigers opeens in groten getale zul - len toestromen, maar omdat het nadenken over vragen als waarom je kerk bent, wat je verhaal is en hoe je dat dan organiseert, voor elke ge - loofsgemeenschap relevant is. Een kerk voor twintigers, een open en betrokken gemeenschap, met ruimte voor vragen en kwetsbaarheid, met nieuwe vormen, waar creatieve ideeën verwelkomd worden, is een kerk voor iedereen. Of je nu twintig of tachtig jaar bent. Tot slot Om de bottom-up kerk als concept te kunnen opbouwen moet men eerst een stevig fundament leggen. In het volgende hoofdstuk ga ik in op de door mij bedachte term ‘bottom-up theologie’, die het gedachte - goed vormt dat aan de basis staat van de bottom-up kerk. Vervolgens staat in hoofdstuk 2 de vraag centraal: ‘Wie zijn de twintigers?’ Daar - vanuit beschrijf ik in hoofdstuk 3 de kloof tussen de twintigers en de huidige (protestantse) kerk. Om die kloof te overbruggen hebben we een transformatieve verandering nodig, betoog ik in hoofdstuk 4. Pas dan is er ruimte voor een nieuw paradigma en kan de bottom-up kerk vorm krijgen. Hoe die bottom-up kerk eruitziet, bespreek ik in hoofd - stuk 5, waarbij vooral bedrijfskundige perspectieven aan bod komen. Tot slot geef ik in hoofdstuk 6 handreikingen voor de manier waarop de bottom-up kerk er in de praktijk uit kan zien. De bijlage bevat een test om te kijken hoe bottom-up jouw kerk eigenlijk is. Het wordt een mooie ontdekkingstocht, die hopelijk tot verrassende inzichten leidt. BWbottomupkerk(cor).indd 20BWbottomupkerk(cor).indd 20 08-05-2023 13:0308-05-2023 13:03
21 1 Bottom-up theologie ‘Kunnen missionaire christenen leren van de ervaringen van kerk - verlaters, van de verhalen van mensen die het gewoon niet kunnen geloven? Kunnen christenen een nieuw zicht krijgen op het evan - gelie wanneer zij zorgvuldig luisteren naar mensen die felle kritiek hebben op de kerk en op het christelijk geloof? Kan ons geloof ver - rijkt, gelouterd en verdiept worden door een respectvolle confron - tatie met een niet-gelovende wereld? (…) Zijn er waarheden over God die we alleen kunnen aanvoelen in het contact met iemand voor wie God verborgen blijft?’ 1 – Stefan Paas, hoogleraar missiologie en interculturele theologie Wat is bottom-up theologie? Deze notie was mijn speerpunt in de tijd dat ik Jonge Theoloog des Vaderlands was. Bottom-up theologie heeft als doel de kloof tussen twintigers enerzijds en de kerk anderzijds te overbruggen. Figuur 1 visualiseert de kloof en bottom-up theologie als overbrugging daarvan. Bottom-up theologie vormt het theologisch fundament waarop de bottom-up kerk gebouwd is. In dit hoofdstuk leg ik het fundament van de bottom-up kerk en staat de vraag wat bottom-up theologie is centraal. Wat is bottom-up theologie? In ‘bottom-up theologie’ komen een bedrijfskundig en een theolo - gisch perspectief samen. Bottom-up betekent letterlijk ‘onderkant-bo - ven’ en gaat over een omkering, een ander perspectief. De mensen aan de basis, aan het grondvlak, degenen die zich in de marge bevin - den en vaak niet gezien en gehoord voelen, staan centraal. Daarbij neem ik niet de kerk zoals die nu is en wie het daarin voor het zeggen heeft als startpunt, maar begin ik bij de gewone mens met zijn of haar vragen, zowel binnen als buiten de kerk. Ik begin bij de figuurlijke BWbottomupkerk(cor).indd 21BWbottomupkerk(cor).indd 21 08-05-2023 13:0308-05-2023 13:03
22 ‘bottom’. ‘Theologie’ heeft dan betrekking op het denken over kerk, geloof en God en wil daarin ook telkens die gewone mens als start - punt nemen. Bottom-up theologie neemt in het theologiseren en in het denken over kerk en kerk-zijn de gewone mens met zijn/haar vra - gen, verlangens en verhaal als uitgangspunt. In dit boek focus ik op twintigers, maar dat is vanuit het concept niet per se noodzakelijk. Vanuit de bottom-up theologie stel ik dat de kerk moet zijn waar de mensen zijn. De kerk moet zich dan niet langer focussen op de vraag: ‘Hoe kunnen wij meer mensen betrekken bij wat we doen?’, maar: ‘Hoe kunnen wij aanwezig zijn op de plekken waar de mensen al zijn?’ Ook in relatie tot twintigers gaat het er niet langer om hen te betrekken bij wat we als kerk doen, maar om het opzoeken van de twintigers op de plekken waar zij zijn, met de vragen die hen bezighouden. Daar als kerk op een liefdevolle en relevante manier aanwezig zijn: dat is de uitdaging. In de bottom-up kerk gaat het erom dat de macht zo laag mogelijk in de organisatie wordt neergelegd. De autonomie van de men - Figuur 1 Bottom-up theologie neemt in het theologi - seren en in het denken over kerk en kerk-zijn de gewone mens met zijn/haar vragen, ver - langens en verhaal als uitgangspunt. BWbottomupkerk(cor).indd 22BWbottomupkerk(cor).indd 22 08-05-2023 13:0308-05-2023 13:03
23 sen in de kerk staat centraal. Zij moeten zoveel mogelijk zelf kunnen beslissen en zoveel mogelijk verschillende taken zelf uitvoeren. Daar - door kunnen mensen, in het bijzonder twintigers, zelf invloed uitoe - fenen in de kerk en dit zal de betrokkenheid bij de kerk vergroten. Bottom-up theologie heeft dus zowel een bedrijfskundige als een theologische compo - nent. Eerst zal ik de theologische aannames achter de bottom-up gedachte bespreken. Daarbij gebruik ik het beeld van het lichaam van Christus en vraag ik me af of Jezus een bottom-up beoefenaar was. Vervolgens bespreek ik dienstbaarheid, luisteren naar de ander en naar deze tijd en durf als drie belangrijke elementen van bottom-up theologie. Tot slot bespreek ik de bedrijfs - kundige achtergrond van bottom-up als tegenhanger van top-down en pas ik die toe op de kerk. Maar eerst de theologie. Theologie De aannames achter de bottom-up gedachte zijn theologisch ingege - ven. Ieder mens is naar Gods beeld geschapen en de menselijke waar - digheid is een universeel gegeven. Iedereen heeft talenten gekregen en die zijn waardevol en van betekenis, ook in de kerk. Een beeld dat hierbij belangrijk is, is 1 Korintiërs 12, waar Paulus de vergelijking maakt met het lichaam van Christus. Aan het begin van het hoofdstuk gaat het over de verschillende gaven: Er zijn verschillende gaven, maar er is één Geest; er zijn verschillen - de dienende taken, maar er is één Heer; er zijn verschillende uitin - gen van bijzondere kracht, maar het is één God die ze allemaal en bij iedereen teweegbrengt. In iedereen is de Geest zichtbaar aan het werk, ten bate van de gemeente. – 1 Korintiërs 12:4-7 Paulus benadrukt het belang van de verschillende gaven, omdat de Korintiërs sommige gaven belangrijker vonden dan andere. Zo ken - den ze bijvoorbeeld het spreken van tongentaal een hoge waarde toe. 2 Ook nu is het de vraag welke gaven en talenten in de kerk, bewust of In de bottom-up kerk gaat het erom dat de macht zo laag mogelijk in de organisatie wordt neergelegd. BWbottomupkerk(cor).indd 23BWbottomupkerk(cor).indd 23 08-05-2023 13:0308-05-2023 13:03
24 onbewust, hoger worden geacht dan andere. Is er in de kerk vooral ruimte voor mensen die houden van besturen en vergaderen? In hoe - verre worden gaven en talenten van twintigers op waarde geschat? Vergeten we met de zoveelste thema-avond en theologische discussie niet een groep mensen? Waarderen we academisch geschoolde theo - logen hoger dan hbo-geschoolden en is dat altijd terecht? Het lichaam van Christus Na deze verzen over de gaven gebruikt Paulus in 1 Korintiërs 12 het beeld van het lichaam om het grote belang van alle leden van de ge - meente te benadrukken. Waarschijnlijk zegt hij dit speciaal met het oog op gemeenteleden die zich om allerlei redenen minderwaardig en buitengesloten voelden. Het lichaam vormt een eenheid, hoewel het uit vele delen bestaat (v. 12). Een lichaam bestaat niet uit één deel, maar uit vele delen (v. 14). Paulus vervolgt: God heeft juist alle lichaamsdelen hun eigen plaats gegeven, precies zoals Hij dat wilde. Als ze met elkaar slechts één lichaamsdeel zou - den vormen, zou dat dan een lichaam zijn? Het is juist zo dat er een groot aantal delen is en dat die met elkaar één lichaam vormen. Juist de verschillende delen van het lichaam hebben elkaar nodig: ‘Het oog kan niet tegen de hand zeggen: “Ik heb je niet nodig”’ (v. 21). Paulus gaat nog een stap verder en zegt: … juist die delen van het lichaam die het zwakst lijken zijn het meest noodzakelijk. De delen van ons lichaam waarvoor we ons schamen en die we liever bedekken, behandelen we zorgvuldiger en met meer respect dan die waarvoor we ons niet schamen. Die heb - ben dat niet nodig. (v. 22-24a) Alle delen van het lichaam staan met elkaar in verbinding (v. 26-27): Wanneer één lichaamsdeel pijn lijdt, lijden alle andere mee; wan - neer één lichaamsdeel met respect behandeld wordt, delen alle andere in die vreugde. Welnu, u bent het lichaam van Christus en ieder van u maakt daar deel van uit. BWbottomupkerk(cor).indd 24BWbottomupkerk(cor).indd 24 08-05-2023 13:0308-05-2023 13:03
25 Dit beeld van het lichaam van Christus vind ik enorm krachtig. ‘Juist die delen van het lichaam die het zwakst lijken zijn het meest noodza - kelijk.’ Zoals wel vaker in de Bijbel wordt ook hier alles omgedraaid. Het kleine is groot, de rijke wordt arm, de laatste zal de eerste zijn; het zijn prikkelende paradoxen die ons denken op z’n kop zetten. Het daagt ons uit om een ander perspectief in te nemen, om anders naar de wereld om ons heen te kijken. Niet langer kunnen we wegkijken van datgene wat – of degene die – onbelangrijk leek te zijn. Het con - fronteert en doet een appel op mij en jou. Wie horen er op dit moment wel en niet bij het lichaam van Christus? Wie vervult een vitale rol en Figuur 2. Iedereen doet ertoe! BWbottomupkerk(cor).indd 25BWbottomupkerk(cor).indd 25 08-05-2023 13:0308-05-2023 13:03
26 wie staat er aan zijlijn? Wie wordt gezien en wie niet? Wie houden we bewust of onbewust buiten de deur? Dat zijn de vragen die aan ons gesteld worden vanuit de metafoor van het lichaam van Christus. Alle delen van het lichaam zijn uniek en onmisbaar en samen vormen zij een eenheid: verbonden en verschillend. Ook vanuit een bedrijfskun - dig perspectief is het een betekenisvol beeld. In hoofdstuk 5 ga ik in op systeemdenken en laat ik zien dat ook het menselijk lichaam een systeem is dat bestaat uit kleinere delen die van elkaar afhankelijk zijn en die elkaar nodig hebben. Jezus als bottom-up beoefenaar? Je moet altijd voorzichtig zijn met God en Jezus voor je theologische karretje te willen spannen. Maar al te gemakkelijk kunnen we met God en de Bijbel in de hand van alles en nog wat verdedigen en dit is in de geschiedenis vaak genoeg gebeurd. Toch is Jezus in mijn den - ken over bottom-up theologie een belangrijke inspiratiebron. In de evangeliën ontmoeten we Hem als iemand die anderen opzoekt op de plek waar ze zijn. Hoeren, tollenaars, melaatsen – niemand is voor Jezus te min en allemaal krijgen ze zijn liefde en aandacht. Juist zij die er eigenlijk niet bij horen, de mensen aan de onderkant, hebben zijn sympathie. Jezus gaat tegen de stroom in en neemt het niet zo nauw met de religieuze regels van zijn tijd. De religieuze leiders bekijken Hem met argwaan en zien Hem als een oproerkraaier. Jezus zet de ontmoeting met mensen op de eerste plek, of ze nu jong of oud zijn, status of geen status hebben en gezond of ziek zijn. Voor het opzoeken van de mensen op de plek waar zij zijn doorbreekt Hij sociale normen en daardoor laat Hij zien dat wat er in je hart leeft belangrijker is dan of je je volgens het boekje gedraagt. Rikkert Zuiderveld schreef een gedicht in reactie op het nieuws dat de toenmalige VVD-leider Klaas Dijkhoff door middel van een open brief liet weten de Rooms-Katholieke Kerk te verlaten. 3 Jezus zet de ontmoeting met mensen op de eer - ste plek, of ze nu jong of oud zijn, status of geen status hebben en gezond of ziek zijn. BWbottomupkerk(cor).indd 26BWbottomupkerk(cor).indd 26 08-05-2023 13:0308-05-2023 13:03
27 Beste Klaas Mijn beste Klaas, God heeft je brief gelezen. Je hebt gelijk. De kerk doet heel veel kwaad en Hij begrijpt waarom je haar verlaat, er is een dag waarop je weg moet wezen. Maar klachten over personele zaken, daarmee kan Hij waarschijnlijk niet zo veel. De kwestie is: Hij heeft geen personeel. Wél kinderen die steeds weer fouten maken. Hij kan ze niet ontslaan of overplaatsen, de stomme sukkels! Zieken en melaatsen, voor al dat tuig kwam Jezus uit de kast. Als jij hem spreken wilt, maar niet kunt vinden, dan zit hij bij de lammen en de blinden of vlak bij jou, waar hij je voeten wast. Dienstbaarheid Ik geloof dat we ook nu van Jezus’ houding kunnen leren en dat we ons telkens mogen inzetten voor de ontmoeting met de ander, die misschien heel anders is dan jij zelf bent. Een inspiratiebron daarbij is de Frans-Joodse filosoof Emmanuel Levinas (1906-1995) die in zijn denken de Ander – met hoofdletter – centraal zet. 4 De ander toont zich door zijn gelaat en doet daarmee een appel op je, zo stelt hij. Daarin is de ander zowel een vreemde als een kwetsbare. De Ander is vreemd, haveloos en kwetsbaar. Als ik op straat een zwerver tegen - kom , kijk ik het liefst weg. Geconfronteerd met zoveel kwetsbaarheid en met het levende bewijs dat het leven niet maakbaar is, keer ik mij liever af. De confrontatie is te groot . Toch kan ik het appel dat uitgaat van het gelaat van deze ander niet negeren. Het vraagt me mijn eigen belang , mijn gerichtheid op zelfbehoud op te geven en naast de ander te gaan staan. Door dat te doen en de ander te ontmoeten, maken we ook de ontmoeting met God mogelijk, stelt Levinas . Wat we voor de BWbottomupkerk(cor).indd 27BWbottomupkerk(cor).indd 27 08-05-2023 13:0308-05-2023 13:03
28 medemens, de kwetsbare ander doen, doen we voor God. Zo staat in Matteüs 25:40: ‘Ik verzeker jullie: alles wat jullie gedaan hebben voor een van de geringsten van mijn broeders of zusters , dat hebben jullie voor Mij gedaan.’ Het gaat daarbij om dienstbaarheid en wanneer jij ruimte maakt voor iets wat anders is dan jij zelf bent, kan de ander tot bloei komen. Luisteren naar de ander Niet alleen dienstbaarheid is een belangrijk deel van bottom-up theo - logie, ook luisteren is belangrijk, zowel naar een ander mens als naar de tijd waarin we leven. Bottom- up theologie wil de ander serieus nemen zoals hij of zij is . Het gaat daarbij om de overtuiging dat de ervaringen, de overtui - gingen en het (on)geloof van de ander ertoe doen en het waard zijn om gehoord en gezien te worden. Dit kan niet zonder dat we luiste - ren . Echt luisteren naar een ander is nog niet zo gemakkelijk. Priester Henri Nouwen (1932-1996 ) schrijft: Luisteren is heel moeilijk. Om te luisteren moet je innerlijk ste - vig staan en jezelf niet meer hoeven te bewijzen met praten en argumenteren. Wie echt kan luisteren hoeft niet meer zo nodig opgemerkt te worden. Zo iemand is vrij om te ontvangen, te verwel - komen, te aanvaarden. Luisteren is veel meer dan een ander laten uitpraten om daarna weer antwoord te kunnen geven. Luisteren betekent dat je aandacht voor de ander hebt en die ander opneemt in jouw bestaan. 5 Het is een mooi streven: zo luisteren dat je de ander opneemt in jouw bestaan. Luisteren naar de tijd Je kunt luisteren naar mensen, maar ook naar de tijd waarin we leven. Door goed te luisteren naar wat er speelt in de huidige tijd kun je de an - der beter verstaan. Twintigers in het bijzonder staan in nauw contact met wat er momenteel in de maatschappij speelt en zijn gevoelig voor de tijdgeest. Daarom is het belangrijk om te luisteren naar deze tijd. Welke ontwikkelingen zijn er te ontwaren en hoe kun je die duiden? BWbottomupkerk(cor).indd 28BWbottomupkerk(cor).indd 28 08-05-2023 13:0308-05-2023 13:03
29 Vaak laten we die rol over aan de psychiaters, de supersterren van deze tijd. Met hun diagnose van de tijdgeest en de menselijke condi - tie weten ze velen te raken. 6 Zo wordt in de boeken De kunst van het ongelukkig zijn (Dirk De Wachter), Het verlaten individu (Esther van Fenema) en Je bent al genoeg (Thijs Launspach) scherp geanalyseerd wat de kenmerken van deze tijd zijn en dat individuele problemen vaak veel zeggen over maatschappelijke ontwikkelingen. Ze laten zien hoe deze tijd invloed uitoefent op de manier waarop we denken over identiteit, gemeenschap en zingeving en op welke manier ons verlangen naar betekenis wordt gevormd. Het herkennen en duiden van de tekenen van de tijd was eerder de taak van de predikant en pasto(o)r en wat mij betreft mag hij/zij dat opnieuw op zich nemen. Deze tijd, waarin verandering de enige constante is, vraagt om dui - ding. Niet alleen twintigers, maar allemaal ademen we de tijdgeest in en dat stopt niet bij de kerkdeur. De ander zou je ook een ‘tijdge - noot’ kunnen noemen, in de woorden van Kees van Ekris. Tijdgenoten zijn niet alleen ‘buitenstaanders’, maar ook christenen. Het zijn mensen bij wie geloof en ongeloof ‘door elkaar heen praten’ – dat is iedereen. 7 Een beter verstaan van de huidige tijd zorgt voor een beter verstaan van de ander en van jezelf. Wat betekent de tijd waarin we leven voor onze geloofs- en levensvragen? Op welke manieren is de huidige cul - tuur heilzaam en op welke manieren niet? Theater, boeken, kranten, films, podcasts – er zijn allerlei manieren die helpen om de huidige cultuur en tijdgeest te begrijpen. Zoals cultuurtheoloog en classispre - dikant Gerrit van Meijeren zegt: ‘De Bijbel en de krant en de cultuur, ze horen voor mij echt bij elkaar.’ 8 Het verstaan van de tijd helpt je om de ontmoeting met de ander aan te gaan. Daarvoor is het ook belangrijk dat je weet waar je zelf voor staat. Dat je geworteld bent in de eigen traditie, want juist daardoor kun je op een ontspannen en open manier een ontmoeting van mens tot mens aangaan met de ander. Kees van Ekris heeft het in dit ver - band over ‘missionaire intelligentie’: Deze tijd, waarin verandering de enige constante is, vraagt om duiding. BWbottomupkerk(cor).indd 29BWbottomupkerk(cor).indd 29 08-05-2023 13:0308-05-2023 13:03
30 Het gaat om openheid, leren luisteren, willen leren van een ander en datgene wat je hoort laten indalen in je eigen denken en in je eigen hart. Het is het vermogen om niet in stereotypen te denken. Niet in etiketten geloven als atheïst, agnost, Boomer, Wappie of refo-christen, maar benieuwd zijn naar wat iemand vindt en gelooft en waarom en hoe zich dat ontwikkeld heeft. 9 De ander, de tijdgenoot, mag er helemaal zijn, met haar vragen en perspectieven. Dat betekent echter niet dat je je eigenheid verliest. Er is ruimte voor verschil en voor verbinding. Va n Ekris beschrijft de gesprekken die hij met dertigers voerde voor de podcast Dit dus. Het waren gesprekken over levensvragen en over geloof, met mensen die zichzelf niet gelovig zouden noe - men. Thema ’s als ‘ komaf/oorsprong , geboden en rituelen, zonde of de dingen verkloten, wijsheid en de opgave van how to live, vergeving en hoop ’ werden besproken (cursief in origineel). 10 In navolging van Kees van Ekris zou ik dit iedere gemeente willen aanraden: Dit is een format dat we de plaatselijke gemeente gunnen, als ge - spreksvorm met zoekers of afgehaakten. Het is eigenlijk heel sim - pel. Organiseer open gesprekken, vraag gemeenteleden een paar namen uit hun netwerk. Toon in gesprekken je interesse, je respect, je willen-leren, je houding van dialoog en conversatie. Neem het op, plaats het op de website van je gemeente, of gebruik het in kringen. Het gaat over ‘hoe voer je een gesprek over geloof met echt anders-denkenden?’ Het zou ook een integraal onderdeel van predi - kantenagenda’s kunnen zijn: gesprekken met mensen uit je context die niet of anders geloven, en simpelweg: praten, nieuwsgierig zijn, taal opdoen en observaties, je laten triggeren als theoloog en gelo - vige. 11 Lef Toch is het in de praktijk vaak lastig om zulke initiatieven echt van de grond te krijgen. Vaak is het niet per se onwil, denk ik, maar het gaat eerder om het ontbreken van de moed en de durf die nodig zijn om zo - iets te doen. Een gezonde dosis lef is nodig om de ander echt serieus te nemen. Niet langer kun je wegkijken van de ander, die een appel op BWbottomupkerk(cor).indd 30BWbottomupkerk(cor).indd 30 08-05-2023 13:0308-05-2023 13:03
31 je doet. Je moet loslaten wat je altijd hebt ge - daan, om zo ruimte te maken om iets nieuws te kunnen laten ontstaan. Creativiteit, inno - vatie en experiment zijn nodig om nieuwe vormen te vinden die niet alleen maar een stap naar de ander toe zijn (van binnen naar buiten), maar die beginnen vanuit de leefwereld en vragen van de ander, en vandaaruit de verbinding maken met wat die leefwereld en vragen met theologie, kerk en de grote vragen te maken hebben (van buiten naar binnen). Daarbij is het belangrijk te benadrukken dat het onderscheid tussen ‘binnen’ en ‘buiten’ niet zo eenduidig is als vaak gedacht wordt. Elk gemeentelid is zoveel meer dan dat en maakt volop deel uit van de samenleving. De tijdgenoot, de ander, zit ook in de kerk en vaak ver - schillen de vragen van mensen in de kerk niet zo veel van de vragen van degenen erbuiten. Zoals classispredikant Gerrit van Meijeren zegt: Het is vaak: kerk, kerk, kerk. In de kerk zijn we vaak erg met onszelf bezig. We zijn geroepen om te preken voor tijdgenoten – maar de tijdgenoot is voor mij niet een tegenover. Ik ben het zelf. Eigenlijk ge - loof ik niets, en twijfel ik aan alles, zelfs aan U – die dichtregels van Reve resoneren ook in mij. (…) ‘Ik geloof, kom mijn ongeloof te hulp’, is een tekst waarvan ik blij ben dat die in de Bijbel staat. Het onder - streept dat de grens tussen binnen en buiten de gemeente dun is. 12 Bottom-up basics Nu de theologische aspecten van bottom-up theologie besproken zijn, is het tijd voor het bedrijfskundige perspectief. Bottom-up theologie heeft namelijk niet alleen een zachte kant, die gaat over dienstbaar - heid en het zien en horen van de ander. Er is ook een harde kant, waarbij het centraal stellen van de gewone mens georganiseerd moet worden in een bepaalde structuur. ‘Bottom-up’ is een begrip uit de bedrijfskunde en specifiek uit de tak van het strategisch manage - ment. Strategisch management gaat over het bedenken en uitvoeren van langetermijndoelen in een organisatie. Dat begint met de vraag: Creativiteit, innovatie en experiment zijn nodig om nieuwe vormen te vinden. BWbottomupkerk(cor).indd 31BWbottomupkerk(cor).indd 31 08-05-2023 13:0308-05-2023 13:03
32 ‘Wat moeten we als organisatie doen om over tien jaar nog te bestaan en het liefst een beetje te zijn gegroeid?’ Vaak wordt die vraag gesteld door de mensen aan de top en niet door de mannen en vrouwen op de werkvloer. In dat geval is er sprake van een top-downorganisatie - structuur en geen bottom-up structuur, waarbij juist de mensen aan de basis, op het grondvlak, zelf beslissingen kunnen nemen. Hoe zit het precies met het verschil tussen top-down en bottom-up? Top-down Stel je een piramide voor zoals figuur 3 waarin een standaard top-downorganisatiestructuur wordt weergegeven, die in veel organi - saties voorkomt. De piramide is verdeeld in drie lagen en gaat uit van een hiërarchische structuur, waarbij het bovenste deel het meest te zeggen heeft en het onderste het minst. In een top-downstructuur zit het hoger management bovenin. Het hoger management bepaalt wat de koers van de organisatie is en welke langetermijndoelen daarbij horen. De langetermijndoelen worden door het hoger management vertaald naar kortetermijndoelen en deze worden door het midden - management gedelegeerd naar de werknemers. Er wordt dus een top-downbeweging gemaakt, van boven naar benden. Tussen de verschillende hiërarchische lagen lopen strakke lijnen en een werk - Figuur 3. Top-downorganisatiestructuur BWbottomupkerk(cor).indd 32BWbottomupkerk(cor).indd 32 08-05-2023 13:0308-05-2023 13:03
BOTTOM UP KERK Tabitha van Krimpen Zijn waar twintigers zijn Hét boek over twintigers en de toekomst van de kerk Waarom niet een abonnement op de kerk, in plaats van Actie Kerkba - lans? Wat als er in de kerk meer ruimte zou zijn voor experiment en het zoeken naar nieuwe vormen? Tabitha van Krimpen onderzoekt aan de hand van haar concept ‘bottom-up kerk’ hoe een kerk beter kan aan - sluiten bij twintigers en bij de huidige tijd. Daarbij is het belangrijk om terug te gaan naar de kern van kerk-zijn en niet te vertrouwen op regels en procedures, maar op God die de kerk in zijn hand houdt. Daarnaast is een andere manier van kijken nodig, waarbij niet crises, maar kansen voor de kerk centraal staan. Aan de hand van haar achtergrond in zowel theologie als bedrijfskunde en haar gesprekken met twintigers en kerkvernieu - wers komt Tabitha van Krimpen tot verras - sende inzichten. Tabitha van Krimpen (1998) is bedrijfs - kundige (MSc) en masterstudent theologie aan de PThU. In 2021/2022 was ze Jonge Theoloog des Vaderlands. ‘Via een multidisciplinaire aanpak en vanuit een open luisterhou - ding naar allerlei bronnen, pleit Tabitha van Krimpen voor meer wendbaarheid qua organisatie, voor gezamenlijke en intergeneratio - nele verantwoordelijkheid en voor bezieling in de kerk.’ – Kees van Ekris ‘Ik hoop dat dit boek leidt tot lef bij kerken, vanuit het verlangen dat iedereen zich thuis voelt bij een community vol geloof, zingeving, eerlijke vragen, spannende levensthema’s en voorbeeldfiguren.’ – Vincenza La Porta 9 789043 539289 > NUR 700 ISBN 978 90 435 3928 9 BObottomupkerk.indd 1BObottomupkerk.indd 1 17-04-2023 10:2817-04-2023 10:28