het onbehagen van juf ank
Voor mijn naasten
het onbehagen van juf ank Over veiligheid en vertrouwen in roerige tijden Ronald van Steden Buijten & Schipperheijn Motief – Amsterdam
Deze publicatie is onderdeel van de reeks Verantwoording, die wordt uitgegeven in samenwerking met Stichting voor Christelijke Filosofie Colofon © Buijten & Schipperheijn Motief , Amsterdam, 2023 ISBN: 978-94-6369-219-9 Vormgeving binnenwerk (basis) en omslagontwerp: Aperta, Jan Johan ter Poorten Achtergrondfoto omslag: Pexels, Shane Aldendorff Behoudens uitzonderingen krachtens de Auteurswet van 1912 mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen of openbaar gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgevers. Voor het maken van kopieën uit deze uitgave, ook voor zover toegestaan door de Auteurswet, zijn vergoedingen verschuldigd. Voor betaling van vergoedin - gen en voor toestemming voor het overnemen van gedeelten in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken wende men zich tot de uitgevers.
Inhoud 1. Een eerste verkenning ......................... 7 Veiligheid als sociale kwestie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Veilig leren lezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Gevoelens van onbehagen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Articulatietekort . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 Wat volgt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 2. Veiligheid voorop ............................. 19 De hoge vlucht van veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 Droge cijfers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 Een hysterisch verlangen naar bescherming . . . . . . . 26 De lange schaduw van Thomas Hobbes . . . . . . . . . . . 27 Securitisering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 Vicieuze cirkel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 3. De pretparksamenleving ....................... 35 De erfenis van Disney . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36 Niet erg Mickey Mouse . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 Risicoloze risico’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41 Afgeschermd wonen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43 Verraderlijke vrijheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45 4. Onbehagen als Zeitgeist ........................ 49 Veiligheidsbeleving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50 Maatschappelijk onbehagen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52 Ongelijk verdeeld onbehagen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55 Angst om te vallen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56 Een negatieve publieke moraal . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59 Slachtoffercultus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61 5. Consequentie van een (niet zo) stille ideologie .... 65 De laatste mens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65 Woedebanken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68 Structurele incidenten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70 Vriend versus vijand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72 Homo sacer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74
6Totalitaire neigingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76 Een gesloten samenleving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77 6. De schaduwzijden van de vloeibare moderniteit .. 81 Verlichting en romantiek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 82 Bedrieglijke neutraliteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 85 Secularisering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 87 Een bodemloze dreiging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90 Van Sigmund naar Zygmunt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 93 7. Anders kijken naar veiligheid ................... 97 Empathie en altruïsme . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 98 Negatieve en positieve dynamieken . . . . . . . . . . . . . . 99 Geborgenheid en kwetsbaarheid . . . . . . . . . . . . . . . . . 102 Menswaardige veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 4 Veiligheid in het antropoceen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 107 8. In vertrouwen leven ........................... 109 Een postseculiere samenleving . . . . . . . . . . . . . . . . . . 110 Dubbelzinnige boodschap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 113 Agape . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 116 Securitas en certitudo . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 118 Circulair vertrouwen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 122 Een sprong . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 125 9. Ergens bij horen .............................. 129 Een morele ruimte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 129 Sociale verbanden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 131 De belofte van het maatschappelijk middenveld . . . . 133 Naar een middenveld 3 .0 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 135 Normativiteit in alledaagse praktijken . . . . . . . . . . . . 138 10. Bij wijze van conclusie ......................... 14 3 Alles onder controle?! . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 4 Benauwende bubbels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 6 Een ‘gedeeld wij’ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 8 Verantwoording en dankwoord ................... 151 Noten .......................................... 154 Verantwoording: christelijk-wijsgerige reeks ........ 175
1 Een eerste verkenning ‘Basisvertrouwen. Dat is wat hier ontbreekt. Vertrouwen in een goede afloop. In elkaar. In dat het goed is zoals het is. Ik moet hier enkel nog dealen met ouders die hun kinderen inzetten om hun bodemloze bestaan te rechtvaardigen. Allemaal wonderkindertjes die vooral niet mogen falen, omdat er geen enkel besef meer is dat we deel uit - maken van een groter geheel. Dat we gedragen worden door elkaar. Zodat iedereen zich geborgen en gesteund kan voelen. Ook als je faalt of mislukt, of niet de grootste waffel hebt. We zijn allemaal mensen, Pjotr Jan, en er is één hardnekkige overeenkomst: we hebben alle - maal de onweerstaanbare drang om elkaar op een goed moment de hersens in te slaan. Dus als jij dan met je dikke portemonnee en je Audi A6 in het sprookje gaat geloven dat je werkelijk wat voorstelt, dan richt ik mij op het sprookje van geloof, hoop en liefde.’ 1 Juf Ank, hoofdrolspeelster in de populaire televisieserie De Luizen - moeder , heeft er duidelijk schoon genoeg van. Laaiend is ze op Pjotr Jan, de chief executive officer van haar scholenkoepel, met z’n hoge salaris en patserige auto. Met haar uitbarsting appelleert de juf aan het basale menselijke verlangen om gehoord en gezien te worden, ergens bij te horen en je beschermd te voelen in de wereld waarin je leeft. Dit verlangen wordt niet vanzelfsprekend vervuld. Het ontbreekt volgens juf Ank aan geloof, hoop en liefde. Haar woorden raken een gevoelige snaar, want ze appelleren aan een breed gedragen gevoel dat mensen niet langer deel uitmaken van een groter geheel. Dat volwassenen en kinderen in een individualistisch tijdperk leven waarin het besef van een ‘gedeeld wij’ of van ‘gemeenschap’ ontbreekt. Of we nu nostalgisch terugverlangen naar de zekerheden van weleer of ons juist juichend van allerlei knellende banden hebben bevrijd, sociale structuren, die lange tijd stabiel bleken, hebben langzaamaan hun zeggingskracht verloren. Het algemene gevoel is dat er aan de basis van onze samenleving iets aan het schuiven is geraakt. De oorzaken en symptomen hiervan zijn door sociologen
8 in grove pennenstreken beschreven. 2 Individualisering heeft ertoe geleid dat mensen onafhankelijker zijn geworden van hun sociale omgeving en van de natuur, maar zij zijn tegelijk op zoek naar de beschutting van gedeelde relaties. Door voortschrijdende mondialisering zijn grenzen vervaagd en zijn er complexe afhan - kelijkheidsrelaties ontstaan die wereldwijd onvoorspelbare gevol - gen hebben. 3 Denk aan de kredietcrises tussen 2007 en 2013, de coronapandemie die in 2019 uitbrak en de explosieve stijging van energie- en graanprijzen door de Russische aanval op Oekraïne in 2022 – om over het klimaat nog maar te zwijgen. Er vindt een intensivering en versnelling van het bestaan plaats die niet ieder - een kan bijhouden. Veranderingen volgen elkaar in hoog tempo op en gezagsrelaties zijn niet langer vanzelfsprekend. Ontkerkelijking, secularisering en ontideologisering hebben in Nederland bijgedragen aan wat wel ‘ontzuiling’ wordt genoemd. 4 Het tijdperk waarin je tot de gereformeerde kerk behoorde en daarom ARP stemde, je kinderen naar een School met de Bijbel stuurde en je boodschappen bij de protestants-christelijke kruide - nier deed, ligt inmiddels geruime tijd achter ons. Het losbreken van deze door velen als knellend ervaren structuren werkte ener - zijds bevrijdend. Anderzijds maken mensen niet vanzelfsprekend meer deel uit van een samenbindend collectief. Juf Ank appelleert dan ook aan een ondergraving van basisvertrouwen – het geloof dat ‘het goede’ aanwezig is tussen mensen, waardoor zij gehoord, gezien en gedragen worden. 5 Basisvertrouwen, benadrukt socio - loog Anthony Giddens, is nauw verbonden met ‘ontologische’ of ‘existentiële’ veiligheid: een onbewust gevoel van continuï - teit, zekerheid en betrouwbaarheid. 6 Samen leven veronderstelt dat mensen van zichzelf, elkaar en hun omgeving op aan kun - nen, zodat zij zich beschermd en geborgen weten. Dit besef staat onder druk van groeiende onzekerheid over de richting waarin de samenleving zich beweegt en van toenemend wantrouwen. Veiligheid als sociale kwestie Het latente, ietwat romantische gevoel van een verloren gegane veilige haven heeft zich inmiddels sterk veruitwendigd. Om met fiffft 6fl8fffifh fffl 9fhfl fb10 fhfl2
9 Abraham Kuyper (1837-1920) te spreken: in combinatie met tanend (basis)vertrouwen groeide veiligheid uit tot een ‘sociale kwestie’, 7 een omvangrijk en diepgaand maatschappelijk vraagstuk. In beleidstaal is dit vraagstuk duidelijk zichtbaar en hoorbaar. Vanaf 1993 gingen meerdere ministeries het begrip ‘integrale veiligheid’ hanteren voor problemen die uiteenliepen van criminaliteit en overlast tot rampen en crises. 8 Zo kreeg veiligheid een prominente plek in bestuur en beleid. Tussen 1999 en 2002 bereikte het thema een hoogtepunt (of dieptepunt, zo je wilt), waarna ‘veiligheid’ tot op de dag van vandaag actueel is gebleven. Behalve met zorgen over criminaliteit, schokkende terroristische aanslagen (‘9/11’) en de moorden op Fortuyn (2002) en Van Gogh (2004) ging de opkomst van het veiligheidsthema ook – en vooral – gepaard met een diepe vertrouwens- en legitimiteitscrisis ten aanzien van de politiek. De Fortuyn-revolte in 2002 vormde de apotheose van burgers die massaal in verzet kwamen tegen de gevestigde politieke orde. For - tuyn had het over een ‘verweesde samenleving’, 9 een samenleving zonder samenhang en aansprekende politieke ideeën. Hiertegen - over zette hij een vurig pleidooi voor de herwaardering van cul - turele kernwaarden en een oproep tot law and order . Het is voor die tijd tekenend dat het vechtkabinet-Balkenende 1 – de coalitie tussen CDA, VVD en LPF hield het tussen beëdiging en ontslag nog geen negentig dagen vol – slechts één beleidsnota uitscheidde: Naar een Veilige Samenleving, in 2002. 10 Deze nota van het kortst zittende kabinet na de Tweede Wereldoorlog stond bol van de con - trolemaatregelen, preventieadviezen en stoere taal over harder straffen. Jaren later, in 2010, werd het Ministerie van Justitie zelfs omgedoopt tot Ministerie van Veiligheid en Justitie (V&J). Vei - ligheid kwam nadrukkelijk voor en boven justitie. Pas in oktober 2017 werd de volgorde weer teruggedraaid naar J&V. In de hiërarchie van Maslow is veiligheid een menselijke basisbe - hoefte die ogenblikkelijk op onze biologische behoefte aan eten en slaap volgt. 11 Zonder bestaanszekerheid, gezondheid en bescher - ming wordt het leven onleefbaar. Daarom geeft het zo’n schok wanneer anderen die beschermde plek wreed verstoren. Denk aan huiselijk geweld, kindermishandeling of een gewapende woning - overval die het leven van mensen in de war schopt. Dan worden fififf fifift6flfi 8fiftfhfiffff ff9
10 we ons scherp bewust hoe basaal de menselijke behoefte aan vei- ligheid is. Veiligheid is een belangrijke voorwaarde voor een vredig en gelukkig leven. Hoe basaal ook, onbezorgde veiligheid is niet vanzelfsprekend. Het menselijk leven is kwetsbaar en dit brengt met zich mee dat wij onszelf beschermen tegen gevaar, ellende en ongeluk. Deze honger naar veiligheid en bescherming gaat ver. Al kunnen we ons in het goed geordende Nederland nauwelijks voorstellen hoe het is om in constant gevaar te verkeren, het thema ‘veiligheid’ is alomtegenwoordig. Turf maar eens hoeveel zendtijd en krantenar - tikelen de media aan veiligheidsgerelateerde onderwerpen beste - den. Of luister naar verhitte politieke discussies over een diffuus geheel van criminelen, fraudeurs, terroristen en migranten die een bedreiging voor de openbare orde zouden vormen. Preventie- en controlemaatregelen kunnen nooit genoeg zijn, 12 lijkt het devies. Veilig leren lezen Daarbij gaat het om meer dan angst voor misdaad en de aanschaf van een kloek slot op de deur. Neem bijvoorbeeld ook ziekten en pandemieën die we willen bestrijden door een coronapas of door anderhalve meter afstand van elkaar te houden. Zorgen over veilig - heid kunnen dus diepgaande gedragsveranderingen veroorzaken. We lopen een blokje om om donkere weggedeelten te vermijden, zitten liever niet in een overvolle treincoupé vol potentiële virus - dragers en sluiten ons op in onze eigen overzichtelijke bubbel. Als veiligheid steeds het uitgangspunt is, gaan we de onbekende ander het liefst uit de weg of gaan we op zijn minst behoedzaam met hem (of haar) om. Langzamerhand heeft ontspannenheid plaatsgemaakt voor ver - kramping, die andere negatieve dynamieken van onrust, stress en wantrouwen in gang zet. 13 Via het RIVM en de NOS kregen we in coronatijd elke dag voorgeschoteld wat het aantal ziekenhuis - opnames was, hoeveel mensen er op de ic terecht waren gekomen en hoeveel coronadoden er te betreuren waren. Deze fixatie op statistiek verraadt een wanhopige poging om greep te houden op iets wat niet maakbaar is, wat ons overvalt. Hetzelfde geldt voor fiffft 6fl8fffifh fffl 9fhfl fb10 fhfl2
11 de stappenplannen, routekaarten en dashboards die Den Haag de bevolking voorschotelde. We lijken te zijn vergeten dat som - mige dingen kunnen gebeuren, dat er zoiets als noodlot bestaat. 14 Moderne mensen kunnen maar moeilijk met tegenslagen omgaan. Schrik en consternatie zijn snel ons deel. Eenzelfde constatering geldt op een subtieler niveau ook voor alle - daagse interacties. Mensen sputteren te pas en te onpas dat ze zich onveilig voelen. Een kritisch jaargesprek op het werk of een andere onprettige situatie kan al voldoende aanleiding zijn. Daarmee ver - wordt veiligheid tot een ‘platgeslagen dooddoener’ 15 die overal en dus nergens meer over gaat. Maar hoe platgeslagen ook, dat vei - ligheid tegenwoordig op het irritante af een modewoord is, zegt tevens iets over een kennelijke lichtgeraaktheid die ons ten deel is gevallen en over onderlinge omgangsvormen. Spanningen hier - omtrent zijn tot diep in de democratische ruimte van het publieke debat doorgesijpeld. Schrijvers Jasper van den Bovenkamp en Désanne van Brederode verbazen zich over een overdreven voorzichtigheid die in de manier waarop mensen communiceren is doorgesijpeld. We lij - ken getroffen door het ‘letterlijkheidsvirus’: niemand wil verkeerd worden begrepen en dubbele bodems moeten worden vermeden, we zijn bang om ongevoelig en kwetsend over te komen. Waar deze hang naar letterlijkheid vandaan komt? Mensen zijn om onduide - lijke redenen bevreesd voor misverstanden die een bedreiging vor - men voor ‘een gevoel van zekerheid, veiligheid en vertrouwen.’ 16 Onduidelijk, omdat misverstanden doorgaans niet opzettelijk zijn. We praten gemakkelijk langs elkaar heen. Dit gebeurt in per - soonlijke contacten, maar zeker ook in de korte soundbites van de (sociale) media. Tevens worden onwelgevallige berichten of afwij - kende meningen op bijvoorbeeld Twitter heel snel beantwoord met beschimpingen, beledigingen en (doods)bedreigingen. Daardoor gaan mensen op eieren lopen. Voor het aanleren van ‘klare’ – lees: letterlijke – taal krijgen kinde - ren al op de basisschool de lesmethode Veilig leren lezen 17 aange - reikt. Van den Bovenkamp en Van Brederode: ‘Binnen dit leerplan maken kinderen geen kennis met woorden die nog niet in hun beperkte vocabulaire voorkomen, en evenmin met fififf fifift6flfi 8fiftfhfiffff ff9
12 situaties die niet direct herkenbaar zijn of niet aansluiten bij hun leef- wereld. En zo sneuvelt hun onderscheidingsvermogen al in een vroeg stadium. De kinderen ontwikkelen nauwelijks tot geen sensitiviteit voor overdrijvingen, meerduidigheid, eufemismen, metaforen, ironie en fantasie waarvan boeken idealiter vergeven zijn. Ja, veilig is het allemaal wel, maar lezen wordt er tegelijkertijd knoertsaai van.’ 18 Het verlangen naar klare taal hangt samen met onze behoefte aan veiligheid in de zin dat we ons graag vastklampen aan hel - dere begrippen. Deze behoefte reduceert ons uitdrukkingsvermo - gen, denken en handelen met betrekking tot diezelfde veiligheid. Beleidsmakers en bestuurders introduceren ook snel verregaande controlemaatregelen, zonder dat die bewezen effectief zijn. Want terwijl het gebrekkige basisvertrouwen waar juf Ank over klaagt alles met veiligheid te maken heeft, kan haar onbehaaglijke gevoel niet worden opgelost door overal bewakingscamera’s op te han - gen of extra politieagenten in te zetten. Saillant detail is dat er in de speelfilm De Luizenmoeder (2021) fel verzet ontstaat tegen het ophangen van camera’s door de hele school. Gevoelens van onbehagen Ook in de samenleving als geheel lopen ‘uiterlijke’ beschermings - maatregelen stuk op het gegeven dat (on)veiligheid verre van een - duidig is. Dit geldt des te meer omdat veiligheid innig is verweven met deels onbewuste gevoelens en emoties die niet noodzakelij - kerwijs aan iets bepaalds, zoals slachtofferschap van criminaliteit, kleven. Voor een aanzienlijk deel haken zij aan het onbehagen van juf Ank over afkalvend basisvertrouwen en afnemende existentiële veiligheid. Juf Ank en velen met haar zijn relatief weinig bezig met tastbare gevaren, maar maken zich vooral zorgen over de morele gesteldheid van maatschappelijke relaties. 19 Terwijl er in bestuur en beleid niet erg veel voeling is met deze dimensie van veiligheid. Daarnaast gaan achter beleid in het algemeen – en veiligheidsbe - leid in het bijzonder – mens- en wereldbeelden (of levensbeschou - wingen) schuil waarvan politici en bestuurders zich lang niet altijd rekenschap geven. De consequentie is dat dergelijke beelden des fiffft 6fl8fffifh fffl 9fhfl fb10 fhfl2
13 te lastiger te veranderen en hardnekkig van aard zijn. 20 Daarom is het goed om contrasterende visies op veiligheid, met bijbeho - rende mens- en wereldbeelden, prominent op de kaart te zetten. Bij veiligheid is het dominante beeld wantrouwend, gaat het om het bestrijden van gevaar en ligt het primaat bij een sterke staat die, desnoods samen met private partijen, krachtig optreedt tegen criminaliteit en andere onveiligheid. Toch kan een mêlee van onbehagen in de praktijk niet worden verminderd met het simpelweg draaien aan beleidsknoppen: een bewakingscamera hier, een slagboom daar. 21 Mensen gaan zich juist unheimischer voelen en uiten kritiek op de ondergraving van hun vrijheid, privacy en grondrechten. Ook een grote inzet op het elimineren van gevaar door technische inspanningen, van - uit maakbaarheidsgeloof, gaat voorbij aan de observatie dat onder ‘oppervlakkige’ bezorgdheid over criminaliteit, ongelukken, pan - demieën en rampen zich existentiële zorgen over veiligheid bevin - den. Het gaat hier om een diepere, psychologische en morele laag van samenleven, die in positieve zin betrekking heeft op zekerheid en maatschappelijke geborgenheid en in negatieve zin raakt aan gevoelens van twijfel, verlies en zinloosheid. Op allerlei manieren werkt maatschappelijk onbehagen over een gebrekkig basisvertrouwen door in alledaagse gevoelens van onvei - ligheid, terwijl klassieke oplossingen (prikkeldraad, slagbomen en beveiligers) niet of zelfs averechts werken. Vandaar dat we dieper in de materie moeten duiken. Het stimuleren van existentiële vei - ligheid en van basisvertrouwen vormt een veelbelovende ‘vlucht - lijn’ 22 of ontsnappingsroute uit een contraproductieve roep om almaar méér traditionele veiligheidsmaatregelen. Om gebruik te kunnen maken van deze ontsnappingsroute is een andere omgang nodig met de dominante taal die politici en bestuurders in relatie tot veiligheid bezigen. Veiligheid wordt gewoonlijk, vrij letterlijk, uitgelegd als ‘gevrij - waard zijn van schade en verlies’, ‘beschermd zijn tegen gevaar’ of ‘het weggenomen zijn van bedreigingen’. 23 De notie van (existen - tiële) veiligheid roept echter ook heel andere betekenisvelden op, namelijk van vertrouwen en geborgenheid. Veiligheid is een ‘meer - stemmig’ 24 – ambivalent en veelzijdig – begrip. Kunnen omgaan met deze ambivalentie vergt het aanleren van verbeeldingskracht fififf fifift6flfi 8fiftfhfiffff ff9
14 en het ontwikkelen van sensitiviteit voor dubbele bodems. Mensen en de samenleving zitten immers vol tegenovergestelden, para - doxen en dubbelzinnigheden – en in onze taal kunnen we die recht doen. Juist enige overzichtelijkheid en onverwachtheid geeft joie de vivre . Als we totale transparantie en veiligheid eisen, sterft er iets in prettige menselijke interacties. De insteek van dit boek is om de meerstemmigheid van het begrip veiligheid verder te ontrafelen. Deze insteek is relevant vanuit de verbazingwekkende constatering dat het thema veiligheid een enorme maatschappelijke en politieke vlucht heeft genomen, ter - wijl Nederland, zeker internationaal gezien, een heel stabiel en ordentelijk land is. Veiligheid is voor een groot deel beleving die zich niet aan een objectieve situatie hecht en op een fundamenteel niveau correleert met afbrokkelend basisvertrouwen. Zoals aange - geven raakt dit afbrokkelend basisvertrouwen aan moeilijk grijp - bare zorgen over sociale desintegratie, gebrek aan betekenis en de ongewenste kant die onze samenleving uitgaat. Het ontbreekt momenteel aan voldoende inspirerende oriëntatiepunten die in de natuurlijke menselijke behoefte aan bescherming en beschutting voorzien. Articulatietekort Dit gebrek aan oriëntatiepunten wijst op een ‘articulatietekort’. 25 We vinden het moeilijk een gedeeld vocabulaire te vormen om ons ontologische verlangen naar veiligheid en vertrouwen onder woorden te brengen en ernaar te handelen. Het thema ‘existentiële veiligheid’ verdient derhalve meer belangstelling en uitwerking, in reactie op maatschappelijk onbehagen en als antipode tegen een benauwende tunnelvisie van risicocalculaties, preventieadviezen, profilering en uitsluiting. Na een ‘controlecultuur’ 26 die zich tegen gevaarlijke (of als gevaarlijk gepercipieerde) buitenstaanders keert, leven we inmiddels in een ‘ cancel cultuur’ 27 waarbinnen iemand met een foute mening of een ernstige misstap voor altijd tot per - sona non grata wordt verk laard. Aandacht schenken aan de meerstemmigheid van veiligheid is ook relevant om een alternatief te kunnen bieden voor de gangbare fiffft 6fl8fffifh fffl 9fhfl fb10 fhfl2
15 opvatting dat veiligheid iets beheersbaars is. 28 Zoals Govert Buijs onderstreept: ‘Hier ligt een gewichtig dilemma, een keuze waar we als samenle - ving en als mensen voor staan: ofwel we creëren met verbetenheid een steeds meer verkrampte, en zo zelfs onveiliger, veiligheid, ofwel we staan onszelf en elkaar toe risico’s te nemen, fouten te maken, en zo creatieve ruimte vrij te maken.’ 29 Als overheidsbeleid, specifiek op allerhande (on)veiligheid gericht beleid, doorschiet, heeft dat bovendien negatieve consequenties voor de verhouding tussen het openbaar bestuur en zijn burgers. Herman Tjeenk Willink waarschuwde eerder terecht dat de wijze waarop de overheid opereert onze democratische rechtsorde heeft uitgehold. 30 Ook veiligheidsbeleid heeft serieuze implicaties. De samenleving is te vaak het toneel van strijd en macht, van denken in ‘wij’ tegen ‘zij’, van ‘criminelen’, ‘gelukzoekers’ en ‘fraudeurs’ versus de brave ‘hardwerkende Nederlander’. Het is hard nodig om uit deze kramp te komen die controle en beheersing zo ongenadig hard op mensen laat neerdalen. Meer dan voldoende aanleiding dus om het hypebegrip veiligheid eens aan grondig onderzoek te onderwerpen. Ik stel me de volgende, ogenschijnlijk simpele vraag: wat is de poli - tieke en maatschappelijke betekenis van veiligheid? Vaak gaat het in discussies over rampen, ongelukken, criminaliteit en slachtof - ferschap, maar veiligheidsbeleving raakt ook aan psychologische dimensies van maatschappelijk onbehagen. Zodoende is existen - tiële onveiligheid (zorgen over stabiliteit, continuïteit en richting in het zelf en in de samenleving) nauw verwant aan een gebrek - kig basisvertrouwen dat mensen samen naar het goede streven en elkaar daarbij tot steun zijn. Veiligheid als sociale kwestie heeft alles te maken met de morele staat en kwaliteit van het maatschap - pelijk leven – een onderbelicht thema in het debat. Verwacht tot en met hoofdstuk 6 dus stevige maatschappijkritiek. Inmiddels is het duidelijk dat politici en bestuurders nogal eens de neiging hebben om veiligheid te adresseren alsof het een orga - nisatorische kwestie van voorbije, want op te lossen, aard is. We hangen de school en de stad vol met bewakingscamera’s. Maar fififf fifift6flfi 8fiftfhfiffff ff9
16 gevoelens van onveiligheid en broeiend onbehagen zijn niet zomaar met een beetje extra toezicht en handhaving verholpen. Integendeel, muren van wantrouwen worden alleen maar hoger. Zonder te willen pretenderen het ultieme antwoord te hebben, zoek ik in hoofdstuk 7 tot en met 10 naar een uitweg door me te laten inspireren door christelijk-sociaal denken over veiligheid (geborgenheid), vertrouwen en liefde als vernieuwende en schep - pende krachten. Het maatschappelijk middenveld is bij uitstek het domein waar aan veiligheid en vertrouwen kan worden gebouwd binnen de kaders van de democratische rechtsstaat. Wa t v o l g t Om iets preciezer te zijn ga ik als volgt te werk. Hoofdstuk 2 opent met een nadere analyse van de Nederlandse veiligheidssituatie. Gaandeweg maakt mijn analyse plaats voor een beoordeling van de situatie: burgers, politici en media bekijken maatschappelijke thema’s steeds meer door een veiligheidsbril en creëren zo een vici - euze cirkel van hysterie en obsessieve controledrang. Hoofdstuk 3 laat voorts zien dat het ongeremd stimuleren van plezier en vertier in een ‘beleveniseconomie’ onze maximale behoefte aan vrijheid perfect laat samenvallen met onze maximale behoefte aan veilig - heid. Deze paradoxale situatie stimuleert surveillancemaatregelen en wakkert de populariteit van geboden en verboden aan. Econo - mische krachten spelen voor veiligheid een niet te onderschatten rol. In hoofdstuk 4 zal ik beargumenteren dat veiligheidsbeleving langs allerlei omwegen ook met maatschappelijk onbehagen te maken heeft. Dit onbehagen verraadt een groot verlangen naar existenti - e le veiligheid in de zin van houvast, geborgenheid en vertrouwen. Bij gebrek aan een verbindend overkoepelend verhaal over waar het met de samenleving heen moet, ligt de nadruk op het tegen - gaan van wat niet deugt en op het voorkomen van slachtofferschap. Daarom zit in het veiligheidsthema een sterke ideologische onder - stroom verborgen. Mensen verlangen naar een gemeenschappelijk ‘thuis’. Hoofdstuk 5 gaat over de politieke vertaling van dit verlan - gen in woede, vijanddenken en desnoods geweld. Thuis laat zich fiffft 6fl8fffifh fffl 9fhfl fb10 fhfl2
17 eenvoudiger definiëren door wie daar niet dan door wie daar wel hoort. Daardoor tenderen we richting een gesloten samenleving. Een oplossingsrichting vinden is niet gemakkelijk, omdat de hele problematiek van maatschappelijk onbehagen in de kern van de westerse moderniteit zit. Hoofdstuk 6 traceert de wortels van deze problematiek tot aan de verlichting en romantiek, die processen van individualisering en secularisering – en daarmee onbehagen over tanende gemeenschapszin en normatieve richtingloosheid – hebben aangejaagd. Na deze constatering wendt hoofdstuk 7 de blik van het bestrijden van onveiligheid en slachtofferschap naar het bevorderen van veiligheid met het aanboren van een andere, door het christendom geïnspireerde taal, die gaat over vertrouwen, liefde en menselijkheid. Mensen zijn niet slechts strijdende indivi - duen die de overheid nodig hebben om te voorkomen dat ze elkaar ‘op een goed moment de hersens inslaan’ (dixit juf Ank). Zij wer - ken ook samen vanuit kwetsbaarheid en verbondenheid. Daarna ga ik in hoofdstuk 8 dieper in op de relatie tussen vei - ligheid, levensbeschouwing en geloof. Op een existentieel niveau komen veiligheid en vertrouwen voort uit het zich onderdeel voe - len van iets groters. Dit grotere kan God, maar ook de samenleving zijn. Geheel zonder risico is dat nooit. Er is juist een geloofssprong nodig. Hoofdstuk 9 richt zich op vindplaatsen van veiligheid en vertrouwen die zekerheid en geborgenheid bieden. Maatschappe - lijke verbanden en alledaagse praktijken blijken van onschatbare waarde voor basisvertrouwen in de continuïteit van het zelf en van elkaar en vormen de bouwstenen van een veilige en vertrouwen - wekkende morele ruimte. Tot slot biedt hoofdstuk 10 een antwoord op de eerder geformuleerde vraag naar de politieke en maatschap - pelijke betekenis van veiligheid en sluit af ik met enige reflecties. fififf fifift6flfi 8fiftfhfiffff ff9
2 Veiligheid voorop Veiligheid is een meerstemmig begrip ‘dat voortdurend sociaal en cultureel in ontwikkeling is, […] dat door de samenleving in den brede wordt bepaald en dat vervolgens op zijn beurt weer vormgeeft aan die samenleving’. 1 Veiligheid is dynamisch en multidimensio - naal van aard en dat maakt conceptuele helderheid niet eenvou - dig. Vaak maken wetenschappers onderscheid tussen ‘interne’ en ‘externe’ veiligheid. Interne veiligheid verwijst naar binnenlandse rust en orde, terwijl externe veiligheid over internationale betrek - kingen gaat. 2 Grenzen tussen interne en externe veiligheidsdi - mensies zijn niet altijd makkelijk te trekken. Zo heeft buitenlands terrorisme duidelijk ook invloed op de binnenlandse (interne) vei - ligheid. Hetzelfde geldt voor spanningen in het Midden-Oosten, die op wijkniveau in Nederland kunnen doorwerken. Een ander veelgemaakt onderscheid is dat tussen ‘sociale’ en ‘fysieke’ veiligheid. 3 Sociale veiligheid heeft te maken met schade en verlies die zijn ontstaan door intentioneel handelen – oftewel: moedwillige criminaliteit. Daarentegen gaat fysieke veiligheid over noodlottige rampen en ongevallen. Er is daarbij geen bewuste schuldige aanwijsbaar, omdat oorzaken liggen in natuurlijke pro - cessen, menselijk falen of technologische defecten. Ook hier lopen beide dimensies soms door elkaar, zoals bij een terroristische aan - slag, die zowel doelbewust is gepland als kenmerken heeft van een ramp (denk bijvoorbeeld aan de ineenstortende Twin Towers op ‘9/11’). Criminaliteitscijfers kunnen specifiek worden uitgelegd als een ‘objectieve’ (feitelijke) standaard voor sociale veiligheid in de samenleving. Daarnaast wordt sociale veiligheid geduid als een emotie, een beleving, die verwijst naar een ‘subjectieve’ (gevoels - matige) component. In de volgende paragraaf schets ik hoe veiligheid in Nederland voorop kwam te staan in politiek, bestuur en beleid. Daarna ga ik in op de droge cijfers: hoe staat het er qua veiligheid voor in ons land? Een opvallende constatering is dat droge cijfers geen goede
20 maatstaf zijn voor grote zorgen als het om veiligheid gaat. Deze discrepantie wijst op een hysterisch verlangen naar bescherming in een onoverzichtelijke en onvoorspelbare wereld. Een ander per - spectief is dat het garanderen van veiligheid sinds de zeventiende eeuw nauw samenhangt met de positie van moderne staten. Als staten niet meer in de veiligheidsbehoefte van burgers kunnen voorzien, brokkelt hun legitimiteit af. Het gevolg is een overspan - nen politieke aandacht voor veiligheid. Hierbij zorgen processen van ‘securitisering’ (‘verveiliging’ in het Vlaams) ervoor dat een toenemend aantal sociale problemen als veiligheidsproblemen wordt geframed . Dit voortdurende streven naar veiligheid krijgt trekken van een maakbaarheidsideaal. Daardoor worden controle, preventie en uitsluiting dominant. De hoge vlucht van veiligheid Inmiddels staat het thema veiligheid al jarenlang dominant op de politieke en maatschappelijke agenda. Het kan geen kwaad om de hoge vlucht die veiligheid heeft genomen van een empirische bodem te voorzien. Een analyse van troonredes, politiek-bestuur - lijke documenten, nieuwsarchieven en Google geeft inzicht in hoe de term zich langzamerhand in het politieke en dagelijkse spraak - gebruik heeft genesteld. Laten we met de troonredes beginnen. Het valt op dat het woord veiligheid, met fluctuaties, tussen 1945 en 2020 steeds vaker in de troonredes voorkomt (Figuur 1). 4 Vooral na 1995 gebruikt de Nederlandse regering deze term in toenemende mate. Onderwerpen die worden aangemerkt als veiligheidsissue zijn sociaal, politiek, militair en economisch van aard. 5 De piek van alle beroering over veiligheid ligt tussen 1999 en 2002, een uiterst roerige politieke periode. Het kan ook zijn dat een algehele angst voor de millenniumwende heeft bijgedragen aan de sterk stijgende aandacht voor veiligheid op het randje van 1999 en 2000. Wie her - innert zich nog alle commotie over een millenniumbug die com - putersystemen, betaalautomaten, liften en vliegtuigen volledig zou platleggen of laten crashen? Diverse maatregelen werden getroffen, maar achteraf gezien waren de gevolgen veel minder groot dan gevreesd. fiffft 6fl8fffifh fffl 9fhfl fb10 fhfl2
21 Sowieso sloeg de maatschappelijke en politieke thermometer in de jaren direct na de millenniumwisseling nogal angstig uit. Vaak was dat trouwens geheel terecht: denk aan ‘9/11’ in de Verenigde Staten (2001), de eerder genoemde moorden op Pim Fortuyn (2002) en op Theo van Gogh (2004), de vuurwerkramp in Enschede (2000), de cafébrand in Volendam (jaarwisseling 2000/2001) en de aansla - gen in Madrid (2004) en in Londen (2005). Nederland en de rest van de wereld kregen nogal wat schokkende incidenten te verdu - ren. Deze incidenten zijn overtuigende aanleidingen voor waarom veiligheid zo’n groot maatschappelijk thema werd. Toch moeten we ook voorbij zichtbare gebeurtenissen durven kijken. In 2002 spoten van onder de oppervlakte gevoelens van verweesdheid en ongenoegen omhoog die ons politieke landschap tot aan vandaag diep kleuren. Figuur 1: het gebruik van de term ‘veiligheid’ in de troonredes Na 2005 zwakt het gebruik van de term veiligheid in troonredes af, maar dat blijft niet zo. In 2011 genereert de verwoesting van het bedrijf Chemie-Pack de nodige beroering, maar vooral in 2014 keert het thema veiligheid vol op de agenda terug. In de troonrede van 2014, drie maanden na de MH-17 ramp, beslaat de ruimte voor veiligheid, spanningen en dreigingen ruim dertig procent van de tekst. Daarbij valt op dat er een besef kwam van nauwe verwevenheid tussen internationale conflicten en binnenlandse Figuur 1 : het gebruik van de term ‘veiligheid’ in de Troonredes 0 2 4 6 8 10 12 14 16 1945 1948 1951 1954 1957 1960 1963 1966 1969 1972 1975 1978 1981 1984 1987 1990 1993 1996 1999 2002 2005 2008 2011 2014 2017 2020 fiffft6ftfl8ffftfh fi 9 fb
22 veiligheid. 6 In 2020 staat de troonrede in het teken van het corona- virus, waardoor veiligheid, ditmaal synoniem aan volksgezond - heid en ‘oversterfte’, wederom op veel aandacht kan rekenen. 7 Alle aandacht voor veiligheid zet in de troonredes van de laatste jaren onverdroten door en neemt allerlei vormen en gedaantes aan. In 2022 viel Rusland Oekraïne aan en werden de geopolitieke vei - ligheidsverhoudingen ernstig door elkaar geschud. Ook kreeg de aanpak van georganiseerde – ondermijnende – criminaliteit de hoogste prioriteit. 8 Naast de bestudering van troonredes is het analyseren van poli - tiek-bestuurlijke documenten een manier om de populariteitsgolf van veiligheid te kunnen waarnemen. Kwantitatieve analyses van Nederlandse regeerakkoorden (1963-2010) en Haagse vragenuur - tjes (1984-2008) laten zien dat ‘veiligheid’, zeker na 2001, definitief onderdeel van het publiek debat is geworden. 9 Een zoektocht in LexisNexis , 10 het digitale tekstarchief van binnenlandse en buiten - landse opinie- en dagbladen, bevestigt de beschreven trends. De term veiligheid begint in ons land in de jaren negentig aan een opmars, met een rechte lijn omhoog tot rond 2003/2004. Sindsdien zet deze stijgende trend zich met horten en stoten voort. Ook Google Trends, 11 een database die tussen 2004 en 2021 de populariteit van zoekwoorden registreert, wijst in die richting. Wederom blijkt dat aan het begin van de reeks, in 2004, veiligheid piekt. Vervolgens zakt de lijn wat weg, maar het woord blijft in de loop der tijden constant onder de aandacht. Wederom blijkt dat veiligheid een continue ruis is geworden, terwijl er eerder niet of nauwelijks belangstelling voor was. Overigens geldt deze consta - tering niet alleen voor ons land. Gedurende de laatste decennia is er in de hele wereld een enorme behoefte aan veiligheid, controle en risicobeheersing ontstaan. Nederland volgt dus een mondiale trend. Droge cijfers Uit het bovenstaande overzicht komt indringend naar voren dat het thema ‘veiligheid’ een prominente plek in de Nederlandse opinie- en agendavorming heeft verworven. In sommige perioden fiffft 6fl8fffifh fffl 9fhfl fb10 fhfl2