NUR 704 Van beschavingsideaal tot regelrecht racisme, van exploiteren tot evangeliseren: kerk, kolonialisme en slavernij zijn niet van elkaar los te zien. Het is niet eenvoudig om terug te kijken op deze vervlochten verhalen, want lange tijd werd er in de Nederlandse kerkgeschiedenis nauwelijks aandacht besteed aan slavernij en kolonialisme. In deze actuele bundel onder redactie van Bente de Leede en Martijn Stoutjesdijk bespreken specialisten casestudies uit het hele Nederlandse koloniale rijk, en over de gehele koloniale periode, die tonen hoezeer kerk en kolonialisme in allerlei aspecten tegenover elkaar stonden én door elkaar heen liepen. Onder redactie van Bente de Leede en Martijn Stoutjesdijk, met bijdragen van Bianca Gallant Groen, Leon van den Broeke, Alexander van der Meer, Maurice San A Jong, Rose Mary Allen en Alma Louise de Bode-Olton, Geertje Mak en Danny Noorlander. Bente de Leede MA (1993) doet als promovendus onderzoek aan de Universiteit Leiden. Dr. Martijn Stoutjesdijk (1989) werkt als postdoc aan de Protestantse Theologische Universiteit. KERK, KOLONIALISME EN SLAVERNIJ VERHALEN VAN EEN VERVLOCHTEN GESCHIEDENIS ONDER REDACTIE VAN BENTE DE LEEDE EN MARTIJN STOUTJESDIJK DE LEEDE EN STOUTJESDIJK ( red.) KERK, KOLONIALISME EN SLAVERNIJ
5 1. Bianca Gallant Groen Voorwoord 7 2. Bente de Leede en Martijn Stoutjesdijk Een ‘vriendelyk en Gode aangenaam Ryk’? Protestantisme in het Nederlandse koloniale verleden 10 3. Leon van den Broeke Schip, markt en kerk. De relatie tussen de admiraliteiten, de Verenigde Oost-Indische Compagnie, de West-Indische Compagnie en de kerkelijke deputaten voor de overzeese zaken in de context van slavernij en slavenhandel 25 4. Alexander van der Meer Koloniale ideologie vanaf de kansel. Bataviase dank- en biddagen (1740-1783) 45 5. Bente de Leede De irrelevantie van succes. Over de veelzijdige relatie van Sri Lankanen met de Nederduits Gereformeerde Kerk in koloniaal Sri Lanka (1658-1796) 64 Inhoud 00 Voorwerk.indd 500 Voorwerk.indd 5 01-05-2023 20:1601-05-2023 20:16 121ma
6 6. Maurice San A Jong De rol van de zendingsmissie in de vrijheidsstrijd van de slaafgemaakten in de kolonie Suriname Van de Kan Kantrieboom naar het kerkgebouw 83 7. Rose Mary Allen en Alma Louise de Bode-Olton Kalakuna ta bai kèrki . Een zoektocht naar multiperspectiviteit in de verhouding tussen de protestantse kerk en de zwarte volksklasse in koloniaal Curaçao, 1830-1920 100 8. Geertje Mak ‘Hoe moet de slaafsche toestand op Nieuw-Guinea veranderd worden in dien der Christelijke vrijheid?’ Vrijheid in het zendingsdiscours van de protestantse Réveil-beweging 115 9. Martijn Stoutjesdijk ‘Om dat hunne verw en gedaante van d’onze verscheiden is’. De Vloek van Cham in het Nederlands debat over koloniale slavernij 134 10. Danny Noorlander Epiloog. De kerk en het kolonialisme 153 Register op personen, plaatsen en zaken 163 Personalia van de auteurs 167 00 Voorwerk.indd 600 Voorwerk.indd 6 01-05-2023 20:1601-05-2023 20:16 12m a2Th
7 1. Voorwoord ‘The time is always right to do what is right’ (dr. Martin Luther King , 1964) Dit voorwoord schrijf ik in een tijd, die – betreffende het kolonialisme en het slavernijverleden van Nederland – als ‘momentum’ kan worden omschreven. Het is 160 jaar geleden dat de formele afschaffing van de slavernij in de Nederlandse koloniën, Suriname en het huidig Cari - bisch Nederland, plaatsvond. Vanwege het tienjarig staatstoezicht om de ‘schade van deze maatregel’ te beperken voor de plantagehouders is in het toenmalige koninkrijk de slavernij pas daadwerkelijk ten einde gekomen in 1873. Op 1 juli 2023 is het dus honderdvijftig jaar geleden dat de emancipatie echt begon voor de slaafgemaakten. Ook heeft de Nederlandse staat eind 2022 bij monde van de premier excuses ge - maakt en in de afgelopen tijd is er door een aantal grote steden onder - zoek gedaan naar hun rol in het kolonialisme en het slavernijverleden. Er wordt na een lange aanloop eindelijk serieus aandacht besteed aan dit heftige deel uit een ‘gedeeld’ Nederlands verleden. In mijn kerkelijke gemeente, een gemengde gemeente van witte en zwarte kerkgangers, die rond 1 juli Keti Koti vierde met gemberbier en cake, is er ook een kentering ontstaan. Inmiddels wordt er niet alleen maar gevierd, maar ook met elkaar gesproken over de afkomst van sui - ker 1 en gember en de daarbij horende ellende die het heeft aangericht, de mensenlevens die het heeft gekost en de doorwerking hiervan tot nog toe. Tijdens een conferentie ‘Legacies of Slavery’ van de Council of World Mission in Londen klonk onderstaande tekst die mij altijd is bij gebleven: 01 Voorwoord.indd 701 Voorwoord.indd 7 26-04-2023 13:3926-04-2023 13:39 711Th911Th6
8 De erfenis van de trans-Atlantische slavenhandel en slavernij vormt de ervaring van miljoenen mensen in de wereld van van - daag , door de hardnekkige, traumatische en opzettelijke volhar - ding van raciaal onrecht, dat zich manifesteert in het politieke, sociale, culturele, economische en religieuze leven. Deze erfenis - sen kunnen niet als verleden tijd worden afgeschreven. Wat mij in deze woorden raakt is, dat het in dit proces niet alleen gaat om een beladen verleden, maar ook en vooral over de erfenis en de daar - aan gerelateerde doorwerking hiervan. Dit is voor mij de voornaamste reden van onderzoek naar het verleden, het heden en de toekomst. Bovenstaande als uitgangspunt, zijn er feitelijke en wezenlijke re - denen die kunnen bijdragen aan een beter begrip van de historische context en de erkenning en verwerking van het leed dat is veroorzaakt. Door vanuit verschillende perspectieven te kijken en onderzoek te doen naar de manier waarop slaafgemaakten zijn behandeld en hoe dit heeft geleid tot structurele ongelijkheid en discriminatie, kunnen er gerichte maatregelen worden genomen om deze problemen aan te pakken. Het belang van onderzoek naar het slavernijverleden vanuit het perspectief en narratief van de nazaten van de mensen die in het verleden zijn ontmenselijkt en nog steeds met de gevolgen van dit verleden worden geconfronteerd, wordt duidelijk onderbouwd door onderzoeken als die van professor Gloria Wekker. Zij geeft aan dat het nodig is om het cultureel erfgoed van de witte Nederlanders op te schonen. In haar boek Witte onschuld verkent Wekker de voornaamste paradox van de Nederlandse cultuur: de ontkenning van het bestaan van racisme en koloniaal geweld, terwijl er tegelijkertijd sprake is van agressief racisme en xenofobie. Voor kerken kan onderzoek naar de actualiteit van betekenis zijn als handreiking om hun stilzwijgen te doorbreken. Een stilzwijgen dat deels voortkomt uit onvoldoende begrip van wat het evangelie kan betekenen in een door racisme gebroken wereld. Witte theologen voor wie het nog moeilijk is om een nadrukkelijke band te smeden met de pijnen en kwetsuren van zwarte mensen kunnen hierdoor een ander perspectief voorgehouden krijgen en daarmee het begrip gerechtig - heid praktische betekenis geven. Vanuit het narratief van een generatie jongeren die vooral aanloopt tegen alledaags racisme en discriminatie onder andere tijdens hun 01 Voorwoord.indd 801 Voorwoord.indd 8 26-04-2023 13:3926-04-2023 13:39 71Th96Th 4 ff09 4ThffiffiTh98
9 studie en op de arbeids- en woonmarkt wordt het sterk zichtbaar hoe het verleden doorwerkt in het heden. Het vervolg van historisch on - derzoek zou wat mij betreft dus vooral onderzoek moeten zijn naar de doorwerking van het verleden met als belangrijkste vraag : ‘wat zijn de structuren die ervoor zorgen dat de samenleving zich ontwikkelt zoals ze nu doet?’ Polarisatie, racisme, xenofobie en andere vormen van haat kunnen met behulp hiervan worden ontmanteld en vervangen door saamhorigheid, dialoog en gelijkwaardigheid die kunnen leiden tot de gerechtigheid die van kerken wordt verwacht. ‘De kerk’ kan bijdragen aan het ontmantelen van de gelaagdhe - den – zoals beschreven in de inleiding – waar de eerste zwarte predi - kant Jacobus Capitein symbool voor staat. De kerk kan eveneens een bijdrage leveren aan het wegnemen van de beeldvorming van geboeide en geketende zwarte mensen en deze helpen omzetten naar beelden van krachtige, spirituele, intellectuele mensen. Kortom, in deze tijd waarbij polarisatie de boventoon voert, zijn onderzoeken zoals in deze bundel samengebracht naar de rol van de kerk in het slavernijverleden van groot belang om een compleet beeld te krijgen van deze geschiedenis en de gevolgen ervan te begrijpen. Het draagt bij aan de erkenning en verwerking van het leed dat is veroorzaakt aan zwarte mensen. Ook kan het een bijdrage leveren aan het besef van kerken om bewust hun rol te pakken om de eerder genoemde doorwerking te erkennen en waar nodig ‘in te grijpen’. De taal, symbolen en rituelen waarover ‘de kerk’ beschikt kunnen in deze tijd een wezenlijke bijdrage leveren aan een gelijkwaardige en recht - vaardige samenleving. ‘The time is always right to do what is right’. Dordrecht, 13 april 2023, Bianca Groen Gallant Voorzitter werkgroep heilzame verwerking slavernijverleden voor ‘wit’ en ‘zwart’ Assessor moderamen pkn Noot 1. Zie C. McLeod, Hoe duur was de suiker (Paramaribo 1987). 01 Voorwoord.indd 901 Voorwoord.indd 9 26-04-2023 13:3926-04-2023 13:39 711Th911Th6
10 De locaties die worden behandeld in dit Jaarboek; de nummers corresponderen met de hoofdstukken. Kaart: Google Maps en de auteurs 02 Leede en Stoutjesdijk.indd 1002 Leede en Stoutjesdijk.indd 10 26-04-2023 13:4026-04-2023 13:40 10270 40 30040 02 657892 ft7wi790ft489c
11 2. Een ‘vriendelyk en Gode aangenaam Ryk’? Protestantisme in het Nederlandse koloniale verleden Bente de Leede en Martijn Stoutjesdijk Er zijn vermoedelijk weinig plekken op de wereld waar de Nederlandse koloniale ambities én de rol van kerk en theologie nog zo tast- en voel - baar zijn als in het fort van Elmina in Ghana, dat afgebeeld is op de voorkant van deze bundel. Niet alleen vormde Elmina het machtigste en prominentste Nederlandse symbool aan de Goudkust, maar het kasteel bood ook onderdak aan de eerste Afrikaanse én Nederland - se protestantse predikant ter wereld: Jacobus Capitein (1717-1747). Deze Capitein zou preken in de kerkzaal die de Nederlanders hadden ingericht in het generaalskwartier op één-hoog en die, volgens reizi - ger Michael Hemmersam, meer op een wapenruimte leek dan een kerk . 1 Boven de deur hing en hangt het bordje met een tekst uit psalm 132: ‘Zion is des Heeren ruste. Dit is syn woonplaets sein eeuwighey.’ Met deze tekst gaven de Nederlanders aan dat hun God ook hier, in deze Europese enclave, aanwezig was – al zouden de in het kasteel dienstdoende predikanten daar soms hun vraagtekens bij zetten. 2 De oorspronkelijke, katholieke, kerk, een apart gebouw centraal in het fort gesitueerd (Elmina behoorde aan de Portugezen voordat de Ne - derlanders haar in 1637 veroverden) werd omgebouwd tot handels - huis – eerst voor goud, later voor slaafgemaakten. 3 De geschiedenis van Elmina en de geschiedenis van Jacobus Capitein zijn nauw met elkaar verbonden: Capiteins leven begon en eindigde er.4 Capitein kwam als jonge, tot slaafgemaakte man uit Elmina, maar werd cadeau gegeven door Arnold Steenhart, een kapitein, aan koop - man Jacob van Goch, die hem meenam naar Nederland. De nieuwe Nederlandse naam die de geboortenaam van de jonge Afrikaan verving , verwijst dan ook naar deze beide mannen. Jacobus Capitein leerde Ne - derlands, werd gedoopt en ging theologie studeren aan de Universiteit 02 Leede en Stoutjesdijk.indd 1102 Leede en Stoutjesdijk.indd 11 26-04-2023 13:4026-04-2023 13:40 110 ‘2741031 65 10 8931 ftft0810ftftw 765’
12 Leiden. In 1742 publiceerde en verdedigde hij aldaar zijn werkstuk Staatkundig-Godgeleerd Onderzoekschrift over De Slaverny, als niet stry - dig tegen de Christelyke Vryheid. 5 Zoals de titel al verraadt, probeerde Capitein in dat werk aan te tonen dat christendom en slavernij goed samen kunnen gaan – hetgeen ook al eerder door verschillende witte theologen betoogd was (bijv. Godefridus Udemans, 1581/1582-1649). Capitein beargumenteerde dat zowel in de bijbel als de kerkgeschie - denis slavernij nooit wordt afgekeurd en dat het weliswaar van ‘uitne - mende Godsvrucht’ blijk geeft slaven vrij te laten, ‘maar wy ontkennen volstrekt, dat zulks uit enig uitgedrukt gebod des Evangeliums vloeye’. 6 Een belangrijk argument voor Capitein is het onderscheid tussen li - chamelijke slavernij (slavernij in deze wereld) en geestelijke slavernij (slavernij van de zonde). Volgens Capitein is de lichamelijke slavernij uiteindelijk niet relevant en kun je prima lichamelijk slaaf zijn en gees - telijk vrij. Tegelijkertijd betekent dit volgens hem ook dat christelijke slaveneigenaren en handelaren de verantwoordelijkheid en plicht heb - ben om hun slaven tot het christendom te brengen: ‘Waar uit van zelfs vloeit, dat zy [de slavernij, red.] geen beletsel is om het Euangelium uit te breiden in die Volkplantingen der Christenen, daar tot heden toe de Slaverny in gebruik is’. 7 Als daar serieus werk gemaakt van kan worden, kan het Nederlands koloniaal rijk zich volgens hem ontwikkelen tot het ‘vriendelyk en Gode aangenaam Ryk’ waarnaar de titel van dit inleidend artikel, met een vraagteken, verwijst. Dat het Capitein menens was met zijn oproep tot ‘zending’ blijkt ook uit zijn eerdere werk ( Over de roeping der heidenen) en de inlei - ding tot zijn Onderzoeksschrift; wellicht moet zijn betoog over slaver - nij zelfs instrumenteel gelezen worden, als een manier om ruimte te maken voor verspreiding van het evangelie .8 In Over de roeping der heidenen zet Capitein ook gedachten uiteen over hoe die zending vorm zou kunnen krijgen, bijvoorbeeld door de taal van de – in zijn terminologie – ’heidenen’ te leren, daartoe bekwame personen op te leiden, godsdienstoefeningen te organiseren en een goede band met de ‘heidenen’ op te bouwen. Zijn oproep lijkt te hebben geresoneerd in de samenleving : na zestien jaar aarzelen besloot de wic kort na het verschijnen van Capiteins Onderzoeksschrift om het christendom te verspreiden in de gebieden waar ze qua handel actief was. 9 Snel na het behalen van zijn academische graad, volgt ook Capiteins benoeming tot predikant. Op eigen verzoek gaat Capitein dan terug 02 Leede en Stoutjesdijk.indd 1202 Leede en Stoutjesdijk.indd 12 26-04-2023 13:4026-04-2023 13:40 10270 40 30040 02 657892 ft7wi790ft489c
13 naar de Goudkust, naar Elmina, om daar in de praktijk te brengen wat hij eerder theoretisch uiteen had gezet: niet alleen zal hij daar de kleine Europese christelijke gemeenschap gaan hoeden, maar ook wil hij zich daar gaan inzetten voor de ‘bekering van de heidenen’. Helaas sterft hij al binnen vijf jaar na zijn aankomst in Elmina, zonder noe - menswaardige successen te hebben geboekt. Was Jacobus Capitein vertegenwoordiger van het Nederlandse protestantisme in koloniaal Elmina, die met zijn werk het koloniale rijk legitimeerde, of moeten we hem zien als een Afrikaanse tussenpersoon onder het Nederlands koloniaal gezag , die gebruik maakte van de beperkte mogelijkheden die hij had om zijn positie te verbeteren? Of was hij misschien beide? Capitein was in elk geval verwikkeld in wat een moeizame strijd moet zijn geweest om zich als hoogopgeleide én zwarte, voormalig slaafge - maakte, man te handhaven in een witte wereld. De geschiedenis van Capitein en het ‘slavenfort’ Elmina laat zien hoezeer religie, kolonialis - me en slavernij elkaar voortdurend beïnvloedden, en hoe complex dit onderwerp kan zijn. Het is het doel van deze bundel deze vervlechting van kerk en kolonie in de Nederlandse context te illustreren aan de hand van veelzijdige casestudies uit verschillende tijdperken, wereld - delen en perspectieven. Daarbij willen we nadrukkelijk tonen dat er hierbij geen sprake was van eenrichtingsverkeer vanuit de ‘metropool’ naar de koloniale gebieden; in veel gevallen kunnen we stellen dat ‘the empire talks back’. 10 Voor deze multiperspectiviteit en gelaagde vor - men van lokale agency – bijvoorbeeld ook in de vorm van verzet of het vasthouden aan eigen religieuze praktijken – hebben wij bijzondere belangstelling in deze bundel. doel van deze bundel In de afgelopen jaren is het maatschappelijke gesprek over het Ne - derlandse koloniale verleden, inclusief het slavernijverleden, steeds prominenter geworden. In 2013 werd er al stilgestaan bij de honderd - vijftigste verjaardag van de juridische afschaffing van de slavernij in de Nederlandse Cariben en Suriname. Omdat de voormalig slaafgemaak - ten in Suriname vervolgens nog verplicht tien jaar onder staatstoezicht voor hun voormalige eigenaren moesten werken, wordt er in 2023 veel aandacht besteed aan de honderdvijftigste verjaardag van de fei- 02 Leede en Stoutjesdijk.indd 1302 Leede en Stoutjesdijk.indd 13 26-04-2023 13:4026-04-2023 13:40 110 ‘2741031 65 10 8931 ftft0810ftftw 765’
14 telijke afschaffing van de slavernij in het jaar 1873. In het licht daar - van kondigden de afgelopen jaren verschillende protestantse kerken publiekelijk aan te willen reflecteren op de eigen betrokkenheid bij Nederlandse slavenhandel en slavernij in de koloniën, met name in de Cariben en Suriname. Dit heeft onder andere geleid tot het ontwikke - len van onderzoeksprojecten naar de rol van de Gereformeerde Kerk (nu pkn ) en de Evangelische Broedergemeente ( ebg ). Eerder, in 2013, erkende de Raad van Kerken haar ‘betrokkenheid in het verleden van afzonderlijke kerkleden en van kerkelijke verbanden bij het in stand houden en legitimeren van de slavenhandel’. 11 Om die betrokkenheid bij de slavenhandel te begrijpen, is het echter nodig dat we ook de historische context van de kerk in de koloniën begrijpen: waarom was de kerk eigenlijk aanwezig in de koloniën? En voor wie was de kerk er in de koloniën: alleen voor de witte kolonisator, of ook voor de lokale en tot slaaf gemaakte bevolking ? Het is goed om te beseffen dat het Nederlands koloniaal rijk in ver - schillende fasen een enorm gebied omspande, van het huidige New York tot wat toen Nederlands-Brazilië heette; van het huidige Taiwan, Indonesië en Sri Lanka tot kustforten in India; van de Kaapkolonie (Zuid-Afrika) tot Elmina (Ghana). Niet al deze gebiedsdelen waren even lang in Nederlands eigendom en voor veel van deze gebiedsde - len geldt dat de directe Nederlandse koloniale macht niet veel verder dan de kuststreek of de handelspost reikte. Vanaf 1600 bestonden de koloniën van de Republiek der Verenigde Nederlanden uit territoria bestuurd door Handelscompagnieën, voornamelijk de West-Indische Compagnie ( wic ) vanaf 1621 rondom de Atlantische Oceaan en de Vereenigde Oostindische Compagnie ( voc ) vanaf 1602 rondom de Indische Oceaan. De Compagnieën hadden juridisch, fiscaal en mili - tair mandaat van de Republiek, en traden overzee dus de facto op als staat. Tot en met de negentiende eeuw kwam slavernij kwam in vrijwel alle overzeese gebiedsdelen voor. Naast de 0,6 miljoen getransporteer - de slaafgemaakten in ‘de West’, verhandelden de Nederlanders zo’n 1,3 miljoen slaafgemaakten in Azië – en woonden nog meer mensen in slavernij in de koloniën zelf. Grofweg na 1800 viel een deel van de handelskoloniën weg , en concentreerde het koloniale rijk zich rond de Indonesische archipel, Suriname en de Antillen. Deze gebieden vielen nu formeel onder gezag van de Nederlandse staat. De koloniën bestonden niet in een vacuüm in hun eigen werelddeel: in de periode 02 Leede en Stoutjesdijk.indd 1402 Leede en Stoutjesdijk.indd 14 26-04-2023 13:4026-04-2023 13:40 10270 40 30040 02 657892 ft7wi790ft489c
15 zelf was er continu intellectuele en materiële uitwisseling , en dus his - torische en geografische continuïteit tussen Europa, de koloniën in Azië, Afrika en in de Amerika’s. 12 In de koloniale gebieden ontstond ook een uitgebreid netwerk van Nederlandse gereformeerde kerken. We kunnen de rol die de kerk wel of juist niet speelde bij slaver - nij, niet begrijpen als we niet weten hoe de kerk was verweven met de koloniale compagnies en de koloniale staat. We kunnen ook niet spreken over de Nederlandse koloniale kerk zonder naast het westen, ook het oosten te bestuderen. Vanuit deze gedachten is dit Jaarboek voor de geschiedenis van het Nederlands Protestantisme na 1800 tot stand gekomen. We vragen ons in deze bundel af wat de rol van de protestantse kerken in de Nederlandse koloniën was voor 1800, en na 1800 ook in de vorm van onafhankelijke zendingsorganisaties. En hoe werd de kerk in de koloniën gezien door de lokale bevolking en tot slaafgemaakte mensen? Zoals gezegd willen we met dit Jaarboek een bloemlezing geven van de veelzijdige geschiedenis van kolonialisme en (protestantse) religie in de Nederlandse context. Om dit in de vol - ledige context van het Nederlandse koloniale verleden te begrijpen, beslaat deze editie van het Jaarboek daarom ook de periode voor 1800, waarin vanaf de zeventiende eeuw de basis voor het Nederlands kolo - nialisme werd gelegd. Met deze doelstelling hopen we niet alleen bij te dragen aan een voortgaand wetenschappelijk debat (zie hieronder), maar ook te reageren op vragen vanuit maatschappij en kerken over dit specifieke onderzoeksveld. Als historici reiken we geen concrete vervolgstappen aan voor maatschappelijk beleid, maar vinden we het van cruciaal belang bij te dragen aan meer kennis en onderbouwing van deze thema’s in het maatschappelijk gesprek. Daarbij beogen we tevens bij te dragen aan erkenning en besef van de invloed en reikwijdte van deze geschiedenis in onze samenleving. stand van onderzoek Nog niet eerder is er een bundel verschenen waarin de Nederlandse kerk in de koloniën in zowel Azië als het Caribische gebied en Suri - name aan bod kwamen. Willem Frijhoff spreekt in dit verband over ‘onvoldoende vergelijkend onderzoek’ naar de houding van de kerken tegenover slaafgemaakte en vrije zwarte mensen. 13 De geschiedschrij - 02 Leede en Stoutjesdijk.indd 1502 Leede en Stoutjesdijk.indd 15 26-04-2023 13:4026-04-2023 13:40 110 ‘2741031 65 10 8931 ftft0810ftftw 765’
16 ving over kolonialisme en de kerk heeft desondanks een lange traditie, maar met verschillende invalshoeken. Grofweg werd deze geschiede - nis geschreven vanuit twee aparte tradities: de kerkgeschiedenis of specifieker zendingsgeschiedenis, en de koloniale geschiedschrijving. Vanuit het perspectief van kerkgeschiedenis en zending ging het on - derzoek dan veelal over het proces van verspreiding van het evangelie, de toe- of afname van het christendom in verschillende gebieden, en de methoden en theologische overweging van de (vroeg )moderne kerken en zendelingen. 14 Er was daarbij ook een sterke scheiding tussen de periode voor en na 1800, waarbij de nadruk lag op de zendingsgenoot - schappen die vanaf 1800 werden opgericht. Vanuit het perspectief van de koloniale geschiedschrijving was er daarentegen vaak weinig ruimte voor de kerk en protestantse religie als spiritueel en religieus instituut: met de nadruk op de politieke rol van de kerk leek er te worden voorbij gegaan aan de religieuze wereld en beleving van zowel de kerkelijke actoren als de lokale bevolking die met het protestantisme in aanraking kwam, of werd de link met de kerk(geschiedenis) in Europa, en de verspreiding van het christendom in Europa, niet gelegd. 15 De laatste decennia komen de verschillende benaderingen van de ko loniale kerk – vanuit kerkgeschiedenis en koloniale geschiede - nis – steeds meer samen. 16 Juist door inzichten uit beide vormen van geschiedschrijving te combineren en daarop verder te bouwen, is er een breder beeld ontstaan van zowel de koloniale samenleving , de lokale context, en de religieuze beleving en benadering van de protestantse kerk en zendingsgenootschappen. In de internationale historiografie wordt kolonialisme inmiddels niet alleen meer bestudeerd vanuit een politiek en economische bril, maar wordt ook het historisch belang er - kend van de sociale, culturele en religieuze interactie en verhoudingen die zich in koloniale ontmoetingen afspeelden. Zo zien we dat kerk - plantingen, zendelingen en missionarissen ook wel agents of empire worden genoemd, (informele) vertegenwoordigers van de koloniale staat. De kerk en het geloof speelden een rol in de koloniale bescha - vingsidealen, de legitimatie van de koloniale doelen, en de koloniale administratienetwerken. Economisch gewin en bekeringsdrift gin - gen vaak hand in hand. Tegelijkertijd konden kerkelijke en koloniale idealen botsen: predikanten konden ook kritisch zijn op koloniale praktijken en het christendom droeg in sommige contexten bij aan de empowerment van christenen van kleur. De kerk was ook een plek 02 Leede en Stoutjesdijk.indd 1602 Leede en Stoutjesdijk.indd 16 26-04-2023 13:4026-04-2023 13:40 10270 40 30040 02 657892 ft7wi790ft489c
17 waar culturen elkaar ontmoetten in de koloniën, en zo worden lokale christenen gezien als cultural intermediaries : tussenpersonen die be - middelaars werden tussen de eigen cultuur en het nieuwe geloof, en de koloniale cultuur die dat met zich meebracht. New Imperial History , en de studie van religion and empire in met name de Britse historiogra - fie over imperialisme en kolonialisme, laat dan ook de ruimte voor de socio-culturele invloed van kolonialisme op zowel het gekoloniseerde als het koloniserende land, en met name de rol van religie daarin. 17 Ka - tholiek en protestants christendom in dezelfde regio’s worden daarbij vergeleken en met dezelfde methoden bestudeerd, maar wel elk met hun eigen kenmerken en achtergrond. Onderdeel van de bredere en vernieuwende perspectieven binnen deze geschiedschrijving is ook het in kaart brengen en bestuderen van het perspectief van de tot slaafge - maakte, vrijgelaten en lokale bevolking in de gekoloniseerde gebieden . Omdat hun perspectief vaak nauwelijks op papier is vastgelegd, vereist het de inzet van uiteenlopende historische methoden en bronnen, bijvoorbeeld oral history en archeologie , maar ook de bestudering van afbeeldingen en voorwerpen .18 In de Nederlandse geschiedschrijving over koloniale religie en zen - ding wordt met deze benaderingen langzaamaan een begin gemaakt en aangesloten bij de internationale historiografie. Recent analy - seerde Danny Noorlander (auteur van de epiloog in deze bundel) de calvinistische dimensie van de wic . Charles Parker publiceerde in 2022 zijn studie van de relatie tussen calvinisme en het gehele Nederlandse vroegmoderne koloniale rijk. 19 Onderzoek van historici als Maaike Derksen en Kirsten Kamphuis over de negentiende en twintigste eeuw sloot aan bij internationaal onderzoek naar de rol van onderwijs, religie en beschavingsidealen in Aziatische koloniën. 20 Dit Jaarboek wil op deze ontwikkelingen in de historiografie over Nederlandse koloniale religie voortbouwen. Het gaat hierbij dus niet over zendingsgeschiedenis an sich, maar juist over de geschiedenis van religie, zending , en kerk in koloniale context. Dat gaat dan ook over het volledige spectrum van kolonialisme en religie: van beschaving - sideaal tot slavernij, en van exploiteren tot evangeliseren – en hoe al deze aspecten zowel tegenover elkaar staan als door elkaar heen lopen. Juist de verwevenheid van de kerk met de koloniale staat maakt dat we niet kunnen spreken van een kerkgeschiedenis zonder kolonialisme en andersom. Het maakt ook dat reflecteren op slavernij ingebed kan 02 Leede en Stoutjesdijk.indd 1702 Leede en Stoutjesdijk.indd 17 26-04-2023 13:4026-04-2023 13:40 110 ‘2741031 65 10 8931 ftft0810ftftw 765’
18 én moet worden in een bredere historische context. Tot nu toe hebben we in deze inleiding een aantal keer de term ‘kolo - niale religie’ gebruikt. Dit is in zekere zin een Nederlandse toepassing van de hierboven besproken internationale, historiografische term re- ligion and empire . We kiezen voor de term koloniale religie om meer - dere redenen. De eerste is dat we hiermee markeren dat we onderzoek doen naar religie in koloniale context, en juist ook de wisselwerking van de twee. We erkennen hiermee dat de kerk in koloniale gebieden inherent koloniaal was: zij was gesticht vanwege het bestaan van de kolonie, en hoe zij vorm kreeg werd ook bepaald door het kolonia - le systeem. De ontwikkeling en alledaagse praktijk van bijvoorbeeld de Gereformeerde Kerk in Batavia werd gevormd door de koloniale samenleving en de Javaanse lokaliteit waarin zij bestond, en door alle vraagstukken en problematiek die deze context met zich meebracht, zoals het bestaan van slavernij en andere juridische (raciale) ongelijk - heid, de aanwezigheid van Chinese suikerplantages, maar ook de rol van Javaanse medewerkers in de kerk en het koloniale bestuur. Ten tweede is elk koloniale gebied en periode op zichzelf uniek, en daarom biedt de bredere term ‘koloniale religie’ de ruimte om recht te doen aan de gecompliceerde en veelzijdige historische relaties tussen religie en kolonialisme, bijvoorbeeld voor en na 1800, in Azië, Afrika, Europa en Zuid-Amerika, in de vorm van zending , voc -kerkplanting , katholieke missie en dergelijke. Dit concept laat dus ruimte voor spe - cifieke verschillen en eigenheid, maar geeft desalniettemin mogelijk - heid om overeenkomsten en verschillen van hetzelfde fenomeen te bespreken. Zo biedt deze bundel inzicht in overeenkomende thema’s in alle artikelen, zoals bijvoorbeeld onvrijheid, de rol van onderwijs, vermenging van kerk en staat, en lokale actoren als bemiddelaars. De ondertitel van deze bundel, ‘verhalen van een vervlochten geschiede - nis’, slaan dus zowel op de verwevenheid van kerk, kolonialisme en slavernij, als op de verbindingen die tussen al deze verschillende peri - odes en plekken te leggen zijn. afbakening en terminologie Een bundel als deze kan vanwege haar beperkte omvang helaas niet uitputtend zijn in haar bespreking van gebieden en kerken, ook van - 02 Leede en Stoutjesdijk.indd 1802 Leede en Stoutjesdijk.indd 18 26-04-2023 13:4026-04-2023 13:40 10270 40 30040 02 657892 ft7wi790ft489c
19 wege de uitgestrektheid van de koloniale gebieden en de lengte van de periode. Voor deze bundel zijn we erin geslaagd een mooie geografi - sche en thematische variëteit aan casestudies bijeen te brengen, waarbij de historisch en economisch meest belangrijke koloniën (Indonesië, Suriname) in ieder geval een plek hebben gekregen. In sommige bij - dragen (Van den Broeke, Stoutjesdijk) wordt daarnaast ook aandacht besteed aan wat in de historiografie de ‘metropool’ genoemd wordt: het Europees centrum van een koloniale expansie of rijk, in dit geval dus Nederland. Zoals hierboven al uiteengezet is het niet de bedoeling om alleen te kijken wat er vanuit Nederland naar de koloniën ‘gezon - den’ werd, maar ook hoe er vanuit de koloniën gereageerd werd op kerk, theologie en kolonisator (zie bijv. de bijdragen van De Leede, San A Jong , Allen & De Bode). Kerken en religies In deze bundel ligt de focus op de rol van de protestantse kerk(en), in het bijzonder de (Nederduits) Gereformeerde Kerk, later de Ne - derlandse Hervormde Kerk, die weer later de Protestantse Kerk Ne - derland ( pkn ) werd. Afhankelijk van tijdsperiode en het bronnenma - teriaal worden in de artikelen in deze bundel verschillende van deze namen gebruikt; ze verwijzen echter allemaal naar dezelfde (protes - tantse) kerk. De Gereformeerde Kerk was de publiek erkende kerk binnen de Nederlanden en vervulde daardoor in Nederland en in de koloniën een unieke en centrale rol. Zeker in de koloniën, waar de godsdienstvrijheid minder ver ging dan in de Republiek en andere kerken pas later toegestaan werden, was er sprake van een bijzondere verstrengeling van kerk en staat. Maar net als in de Republiek, beston - den er ook in de koloniën andere denominaties, al verschilde dit per ge - bied. In ‘de West’ volgde als eerste de Lutherse Kerk, een kerk die dicht bij de Gereformeerde Kerk stond; later kwamen ook de Hernhutters, ook wel Moravische Broederschap of Evangelische Broedergemeente genoemd, en de Rooms-Katholieke Kerk. In Azië waren er al katho - lieke en lutherse gemeenschappen toen de Nederlanders arriveerden, en volgden in de negentiende eeuw ook Nederlandse missionarissen van deze denominaties. Maar het religieus landschap is hiermee nog niet volledig : in het westelijk deel van het Nederlands koloniaal rijk waren er, wat betreft christelijke kerken, ook onder meer Anglicanen, Methodisten en Labadisten te vinden. Daarnaast waren er onder de 02 Leede en Stoutjesdijk.indd 1902 Leede en Stoutjesdijk.indd 19 26-04-2023 13:4026-04-2023 13:40 110 ‘2741031 65 10 8931 ftft0810ftftw 765’
20 eerste planters ook substantiële groepen joden, zullen er onder de slaaf - gemaakten moslims zijn geweest, evenals – uiteraard – aanhangers van traditionele Afrikaanse religies. Met contractarbeiders uit Azië kwam onder andere ook hindoeïsme mee. Uit de ontmoeting tussen het christendom en de Afrikaanse religies zouden nieuwe Afro-Suri - naamse en -Caribische religies of spiritualiteiten ontstaan zoals tambú en winti. In het oosten kwamen de Nederlanders ook in aanraking met onder meer het hindoeïsme, boeddhisme en de islam, vaak vertegen - woordigd door sterke politieke entiteiten. Hoewel we ons bewust zijn van deze rijkdom aan denominaties en religies, ligt de nadruk in deze bundel omwille van focus en haalbaarheid op de protestantse kerk(en) en haar vertegenwoordigers; waar andere religies en denominaties be - sproken wordt, is dat vooral in ontmoeting of relatie met die kerk. Vroegmoderne ‘zending’ versus officiële zending na 1800 De protestantse, onafhankelijke verenigingen die actief werkten aan het verspreiden van het protestantse christendom werden pas na 1800 opgericht. Wel werd er, bijvoorbeeld door de kerk in Amsterdam, Sri Lanka en Indonesië en ook in het bredere publieke debat, al eerder na - gedacht over manieren waarop het christendom kon worden verspreid door Nederlanders. Zo won Petrus Hofstede in 1775 de prijsvraag van de Hollandse Maatschappij der Wetenschappen met zijn essay over de vraag ‘Welke zyn de beste middelen, om de ware en zuivere leer van het Evangelie onder de bewoners der colonien van den staat meer te bevestigen, en in die landstreken voort te planten?’ 21 Gedu - rende de achttiende eeuw kwamen verschillende tactieken aan bod, zoals verplicht kerkbezoek, onderwijs, bijbel vertalen en het opleiden van lokale predikanten en leraren. 22 Zoals zal blijken uit deze bundel, hadden de kerken een zeer duidelijke missionaire visie, maar waren ze daarnaast ook direct verbonden met de koloniale staat. Vanaf 1800 bouwden genootschappen en individuen voort op de in eerdere pe - riode gevormde tactieken om het evangelie te verspreiden, maar als onafhankelijke genootschappen markeren zij ook daadwerkelijk een nieuw ontwikkeling die sindsdien zending werd genoemd. In de vroeg - moderne tijd (voor 1800), spreken we daarom nog niet over zending. Ook maken we onderscheid tussen de verspreiding van het katholieke christendom met de term missie: deze werd sinds de vroegmoderne tijd tot nu gebruikt. In het Engels is er overigens met het woord ‘missi - 02 Leede en Stoutjesdijk.indd 2002 Leede en Stoutjesdijk.indd 20 26-04-2023 13:4026-04-2023 13:40 10270 40 30040 02 657892 ft7wi790ft489c
21 on’ geen scherp onderscheid tussen protestantse en katholieke ‘missie’. Terminologie Tot slot van deze paragraaf nog een paar opmerkingen over termino - logie. In deze bundel kiezen wij voor de inmiddels in de wetenschap courant geworden term ‘slaafgemaakte’ in plaats van ‘slaaf ’, om aan te geven dat deze mensen nooit vanuit een vrije keuze, maar altijd onder dwang , in deze positie terecht zijn gekomen. Daarnaast kiezen we voor de term ‘wit’ in plaats van ‘blank’. Zo maken we duidelijk dat wit ook een, niet neutrale, (huids)kleur is met haar eigen associaties. Hiermee zorgen we er bovendien voor dat we niet de koloniale terminologie en hiërarchie overnemen, maar juist deze manier van de wereld inde - len en classificeren kritisch bevragen. In citaten uit primaire bronnen worden deze en andere als kwetsend ervaren termen (bijv. ‘neger’) wel gehandhaafd, maar alleen wanneer dat nodig is om de historische werkelijkheid van een bepaalde periode te tonen. 23 opzet van de bundel In deze bundel laten wij ons leiden door het principe van multiper - spectiviteit. Onder multiperspectiviteit verstaan we hier het verbre - den van de historische horizon, zodat die niet alleen de blik van de witte, christelijke (vaak mannelijke) kolonisator insluit, maar ook die van slaafgemaakten, vrije zwarte en inheemse ( indigenous ) mensen en andere achtergestelde groepen. Hiermee komen we niet alleen tege - moet aan de historische vraag naar een completer beeld van koloniale religie, maar ook een maatschappelijke vraag naar het verbreden van historische kennis met een niet-wit perspectief. Daarnaast laten alle artikelen in deze bundel zien hoe kerken in Nederlandse koloniën zich op uiteenlopende manieren verhielden tot het koloniaal bestuur. De artikelen in deze bundel zijn grofweg chronologisch geordend. Leon van den Broeke opent de bundel met een noodzakelijke inlei - ding van de wijze waarop de kerk opereerde binnen de vroegmoderne koloniale wereld: hoe stuurde zij haar personeel aan, hoe oefende zij macht uit en hoe stond zij in contact met wic , voc en (koloniale) overheden? Alexander van der Meer maakt de relatie tussen koloniale staat en kerk concreet aan de hand van de dank- en biddagen in Batavia 02 Leede en Stoutjesdijk.indd 2102 Leede en Stoutjesdijk.indd 21 26-04-2023 13:4026-04-2023 13:40 110 ‘2741031 65 10 8931 ftft0810ftftw 765’
22 ( Jakarta). Bente de Leede stelt vervolgens de vraag hoe de gekoloni - seerden – in haar geval de Sri Lankanen – de rol van de kerk ervoeren. Deze vraag speelt ook een rol in de bijdragen van Maurice San A Jong , Rose Mary Allen en Alma de Bode. San A Jong kijkt daarvoor naar de zending van de Evangelische Broedergemeente onder slaafgemaakten in Suriname, Allen en De Bode bespreken onder andere een vorm van Afro-Caribische spiritualiteit, tambú, om grip te krijgen op de wijze waarop slaafgemaakten hun eigen opvattingen over de kerk vormden en communiceerden. Tot slot geven de artikelen van Mak en Stout - jesdijk inzicht in denken over concepten als vrijheid en slavernij in Nederlandse koloniale context. Geertje Mak vraagt in haar bijdrage over de latere koloniale periode aandacht voor de complexiteit van het begrip ‘slaaf ’ in de context van de zending in Nieuw-Guinea, en analyseert de wijze waarop idealen over geloof en arbeid met elkaar samenhingen. Martijn Stoutjesdijk gaat vervolgens in op één van de funderende bijbelse ideeën over raciaal gedreven slavernij: de Vloek van Cham. Hoe gingen theologen en niet-theologen hiermee om? Aan het eind van deze bundel sluit de Amerikaanse historicus Danny Noorlander af met een reflectie op wat de artikelen in deze bundel betekenen voor het Nederlandse maatschappelijke gesprek over kerk en slavernij, zowel voor de geschiedschrijving als de kerken. In deze epiloog zoomt hij daarnaast weer uit en plaatst hij die Nederlandse vraagstukken in internationale context. Noten 1. ‘mehr einem Zeughauß als einer Kirchen gleich war’, zie M. Hemmersam, Guineische und West-Indianische Reißbeschreibung de An. 1639 biß 1645 von Amsterdam nach St. Joris de Mina [etc.] (Nürnberg 1669) 92. 2. Zie M. van Engelen, Het kasteel van Elmina. In het spoor van de Nederlandse slavenhandel in Afrika (Amsterdam 2014) 248-249. 3. Van Engelen, Het kasteel van Elmina 119-120. 4. Zie voor deze biografische schets D.N.A. Kpobi, Mission in Chains. The Life, Theolog y and Ministry of the Ex-Slave Jacobus E.J. Capitein (1717-1747) with a Translation of his Major Publications (Zoetermeer 1993). 5. J.E.J. Capitein, Staatkundig-Godgeleerd Onderzoekschrift over De Slaverny, als niet strydig tegen de Christelyke Vryheid (Leiden 1742). 6. Ibidem 49. 7. Ibidem 52. 8. Zie bijvoorbeeld J. Griesel, ‘Paving the Way for Dutch Colonial Missions: Jacobus Elisa Johannes Capitein (c. 1717-1747) and His Defense of Slavery 02 Leede en Stoutjesdijk.indd 2202 Leede en Stoutjesdijk.indd 22 26-04-2023 13:4026-04-2023 13:40 10270 40 30040 02 657892 ft7wi790ft489c
23 in Context,’ Journal of Early Modern History 26:1-2 (2022) 59-78. 9. Kpobi, Mission in Chains 66. 10. Zie voor deze term: A. Thompson, The Empire Strikes Back? The Impact of Imperialism on Britain from the Mid-Nineteenth Century (Londen 2005). 11. https://www.raadvankerken.nl/nieuws/2013/06/verantwoording-slaver - nij/, laatst geraadpleegd 10 maart 2023. 12. Zie bijvoorbeeld S. Legêne, De bagage van Blomhoff en Van Breugel. Japan, Java, Tripoli en Suriname in de negentiende-eeuwse Nederlandse cultuur van het imperialisme (Amsterdam 1998). 13. W. Frijhoff, Wegen van Evert Willemsz. Een Hollands weeskind op zoek naar zichzelf (Nijmegen 1995) 778. 14. Een voorbeeld is L. Knappert, Schets van eene geschiedenis onzer handelskerken (’s-Gravenhage 1928). 15. J. Stegeman, ‘“De kinderen der heydenen.” Utrecht, de kerk en slavernij,’ in N. Jouwe, M. Kuipers en R . Raben (red.), Slavernij en de stad Utrecht (Zutphen 2021) 173. 16. Voorbeelden zijn J. van Goor, Kooplieden, Predikanten & Bestuurders Overzee. Beeldvorming en plaatsbepaling in een andere wereld (Utrecht 1982); en G.J. Schutte (red.), Het Indisch Sion. De Gereformeerde Kerk onder de Verenigde Oost-Indische Compagnie (Hilversum 2002). 17. Enkele voorbeelden daarvan zijn T. Ballantyne, Entanglements of Empire: Missionaries, Maori, and the Question of the Body (Durham & Londen 2014); D.L. Robert, Converting Colonialism. Visions and Realities in Mission History, 1706-1914 . (Grand Rapids 2008); I.G. Zupanov, ‘“I Am a Great Sinner”: Jesuit Missionary Dialogues in Southern India (Sixteenth Century)’, Journal of the Economic and Social History of the Orient, 55:2-3 (2012) 415-446. 18. Zie bijvoorbeeld R .M. Allen, ‘The Oral History of Slavery: Afro-Curaçaoan Memory and Self-Definition. A Caribbean Perspective on the 300th Anni - versary of the Treaty of Utrecht,’ Sargasso: Journal of Caribbean Literature, Language, & Culture I & II (2013-2014) 135-153; A.C. Mosterman, Spaces of Enslavement. A History of Slavery and Resistance in Dutch New York (Ithaca/ Londen 2021); N. Jouwe e.a. (red.), Slavernij herbezien. Visuele bronnen over slavernij in de Indonesische archipel en de Indische Oceaan (Edam 2021); en voor een combinatie van deze methoden F. Fricke, The Lifeways of Enslaved People in Curaçao, St Eustatius, and St Maarten/St Martin: A Thematic Analysis of Archaeological, Osteological, and Oral Historical Data (Dissertatie, Kent 2019). 19. D. Noorlander, Heaven’s Wrath. The Protestant Reformation and Dutch West India Company in the Atlantic World. (Leiden 2019); C.H. Parker, Global Cal - vinism: Conversion and Commerce in the Dutch Empire, 1600-1800 (New Haven 2022). 20. K. Kamphuis, Indigenous girls and education in a changing colonial society: the Dutch East Indies, c. 1880-1942 (Dissertatie, European University Institute 2019); M. Derksen, Embodied Encounters: Colonial Governmentality and Mis - sionary Practices in Java and South Dutch New Guinea, 1856-1942 (Dissertatie, Nijmegen 2021). 02 Leede en Stoutjesdijk.indd 2302 Leede en Stoutjesdijk.indd 23 26-04-2023 13:4026-04-2023 13:40 110 ‘2741031 65 10 8931 ftft0810ftftw 765’
24 21. Hofstede’s verhandeling , evenals de tweede en derde prijs-essays zijn te lezen in Verhandelingen uitgegeeven door de Hollandsche Maatschappye der Weeten - schappen te Haarlem XVII. Deel (Haarlem 1776). 22. C.H. Parker, ‘Converting Souls across Cultural Borders: Dutch Calvinism and Early Modern Missionary Enterprises,’ Journal of Global History 81:1 (2013) 50-71; B. de Leede, ‘Children Between Company and Church: Subject-Mak - ing in Dutch Colonial Sri Lanka, c. 1650-1790’, BMGN-Low Countries His - torical Review 135:3-4 (2020) 106-132. 23. We laten ons hierbij onder andere inspireren door de uitgave Woorden doen ertoe. Een Incomplete Gids voor woordkeuze binnen de culturele sector (2016) van het Nationaal Museum voor Wereldculturen. 02 Leede en Stoutjesdijk.indd 2402 Leede en Stoutjesdijk.indd 24 26-04-2023 13:4026-04-2023 13:40 10270 40 30040 02 657892 ft7wi790ft489c
NUR 704 Van beschavingsideaal tot regelrecht racisme, van exploiteren tot evangeliseren: kerk, kolonialisme en slavernij zijn niet van elkaar los te zien. Het is niet eenvoudig om terug te kijken op deze vervlochten verhalen, want lange tijd werd er in de Nederlandse kerkgeschiedenis nauwelijks aandacht besteed aan slavernij en kolonialisme. In deze actuele bundel onder redactie van Bente de Leede en Martijn Stoutjesdijk bespreken specialisten casestudies uit het hele Nederlandse koloniale rijk, en over de gehele koloniale periode, die tonen hoezeer kerk en kolonialisme in allerlei aspecten tegenover elkaar stonden én door elkaar heen liepen. Onder redactie van Bente de Leede en Martijn Stoutjesdijk, met bijdragen van Bianca Gallant Groen, Leon van den Broeke, Alexander van der Meer, Maurice San A Jong, Rose Mary Allen en Alma Louise de Bode-Olton, Geertje Mak en Danny Noorlander. Bente de Leede MA (1993) doet als promovendus onderzoek aan de Universiteit Leiden. Dr. Martijn Stoutjesdijk (1989) werkt als postdoc aan de Protestantse Theologische Universiteit. KERK, KOLONIALISME EN SLAVERNIJ VERHALEN VAN EEN VERVLOCHTEN GESCHIEDENIS ONDER REDACTIE VAN BENTE DE LEEDE EN MARTIJN STOUTJESDIJK DE LEEDE EN STOUTJESDIJK ( red.) KERK, KOLONIALISME EN SLAVERNIJ