ANNE VAN OLST GELOVEN DOE JE ZO WAT MOET JE GELOVEN OM CHRISTEN TE ZIJN? Als je alleen zegt: ‘ik geloof’, dan ben je er nog niet. Er zijn zo veel mensen die geloven, maar daarmee nog geen christen zijn. Wat moet je precies geloven om christen te zijn? Wil je een korte en duidelijke samenvatting van wat christenen geloven? Neem dan de apostolische geloofsbelijdenis, ook wel de twaalf artikelen van het geloof genoemd. In dit boek komen deze artikelen één voor één aan de orde. Geloven doe je zo: dit geloven en belijden wij. Dit boek helpt je om het christelijk geloof beter te leren kennen. Het b oek is ook bedoeld voor christenen die graag terug willen naar de kern van hun geloof. De gespreksvragen maken het boek ook geschikt voor gebruik in kringen. Anne van Olst is directeur van de Evangelische Hogeschool (EH) in Amersfoort. Daarvoor was hij predikant van de christelijke gereformeerde kerk in Antwerpen-Deurne en in Utrecht-West. In 2021 verscheen Bidden kun je leren (4e druk, 2023). ‘De Bijbel staat vol handvatten als het gaat om gebed. Dit boek helpt ze ontdekken en maakt ze praktisch voor alledag.’ Jurjen ten Brinke over Bidden kun je leren ISBN 978 90 435 3989 0 • NUR 707 GELOVEN DOE JE ZO ANNE VAN OLST DE TWAALF ARTIKELEN VAN HET GELOOF
Inhoudsopgave Woord vooraf 7 De apostolische geloofsbelijdenis 11 Inleiding: Geloof 13 1. Vader 27 2. Jezus 44 3. Mens 58 4. Kruis 72 5. Opstanding 89 6. Koning 104 7. Oordeel 1 1 8 8. Geest 130 9. Kerk 146 10. Vergeving 160 11. Lichaam 174 12. Leven 186 Uitleiding: Twijfel 197 Geloven doe je zo 5 | Elgraphic - Vlaardingen 28-04-23 12:52
v 7 v Woord vooraf Wat mooi dat je je wilt verdiepen in het christelijk geloof ! Dit boek helpt je om het christelijk geloof beter te leren kennen. Dat is ook voor christenen die met het christelijk geloof zijn opgegroeid, geen overbodige luxe, zo merk ik vaak in gesprekken over het ge- loof. Als je ermee opgegroeid bent, loop je het gevaar dat het geloof uit allerlei bekende klanken bestaat, maar dat je de kern en beteke- nis van het geloof niet meer goed helder hebt. Ik denk dat voortdu- rende bezinning op de inhoud en betekenis van het christelijk ge- loof van groot belang is. Wil je graag terug naar de kern van het christelijk geloof, dan hoop ik van harte dat dit boek je daarbij zal helpen. Als christen sta je niet alleen in je geloof. Je deelt hetzelfde geloof met miljoenen christenen, niet alleen van vandaag de dag, maar ook van alle eeuwen. Wil je een korte en duidelijke samenvatting van wat christenen geloven? Neem dan de apostolische geloofsbe- lijdenis of de twaalf artikelen van het geloof. In dit boek komen deze artikelen één voor één aan de orde, voorafgegaan door e en hoofdstuk over geloven en gevolgd door een hoofdstuk over twij- fel. Het boek is ontstaan uit een serie preken naar aanleiding van de apostolische geloofsbelijdenis, ook wel de twaalf artikelen van het geloof genoemd. Deze serie preken hield ik in Evangelisch Cen- Geloven doe je zo 7 | Elgraphic - Vlaardingen 26-04-23 16:42
v 8 v trum Deurne, een christelijke gereformeerde kerk in Antwerpen- Deurne, die ik zeven jaar als predikant gediend heb. Bij de mooiste dingen van die tijd hoorde het inwijden van nieuwe gelovigen in het christelijk geloof: gesprekken en lessen over wat geloven is, wie God is, wat het betekent om God te leren kennen, wat de betekenis van Jezus’ lijden en sterven is, en van Zijn opstanding, en nog veel meer. Zonder ons gezamenlijke luisteren naar de Bijbel en het zoe- ken, belijden en aanbidden van God, was dit boek er niet geweest. Daarom draag ik dit boek graag op aan Evangelisch Centrum Deur- ne. In de zomer van 2022 verhuisden we als gezin opnieuw de grens over, wegens mijn aanstelling aan de Evangelische Hogeschool te Amersfoort. De dagelijkse omgang met studenten en collega’s van de EH ervaar ik, ook voor het schrijven van dit boek, als een zegen. Samen zijn wij elke dag bezig om de kern van het christelijk geloof door te vertalen naar het leven van jongeren. Het is mijn gebed dat de studenten van de EH, en jongeren in het algemeen, groeien in de genade en kennis van onze Heere Jezus Christus (2 Petr. 3:18). De apostolische geloofsbelijdenis kun je vinden in verschillende versies en vertalingen. Ik heb gewerkt met de versie van de aposto- lische geloofsbelijdenis zoals die in de Heidelbergse Catechismus staat, in de vertaling van dr. K. Zwanepol. In de serie preken in Ant- werpen verwees ik met regelmaat naar de Heidelbergse Catechis- mus en de uitleg die daar staat over de geloofsbelijdenis. De her- komst van dit boek heb ik niet verborgen. Vandaar dat je regelmatig verwijzingen naar de Heidelbergse Catechismus vindt. In de uitleg van de artikelen worden andere en soms ook betere tekstversies van de geloofsbelijdenis toegelicht. Geloven doe je zo 8 | Elgraphic - Vlaardingen 26-04-23 16:42
v 9 v Theoloog A.A. van Ruler hield in de jaren zestig radiotoespraken over de apostolische geloofsbelijdenis, die uitgegeven zijn in het boek ‘Ik geloof. De twaalf artikelen van het geloof in morgenwij- dingen’. Dit boek is, in ieder geval in christelijk Nederland, heel be- kend. Ik heb er dankbaar gebruik van gemaakt. Natuurlijk ook van andere boeken, maar Van Rulers ‘Ik geloof ’ steekt erboven uit. Graag wil ik Willem Maertens, ouderling van Evangelisch Cen- trum Deurne, Arnold Huijgen, hoogleraar dogmatiek aan de PThU, mijn lieve vrouw Johanneke en mijn vader en zijn vrouw hartelijk danken voor hun goede suggesties en correcties, en Peter Gorter van KokBoekencentrum voor zijn enthousiasme en aan- moediging. De gespreksvragen aan het einde van elk hoofdstuk maken het boek ook geschikt voor gebruik in kringen. Ik wens je van harte Gods zegen toe bij het lezen en verwerken van dit boek. Harderwijk, 2023 ds. Anne van Olst Geloven doe je zo 9 | Elgraphic - Vlaardingen 26-04-23 16:42
v 11 v De apostolische geloofsbelijdenis I 1 Ik geloof in God de Vader, de Almachtige, Schepper van de hemel en de aarde. II 2 En in Jezus Christus, Zijn eniggeboren Zoon, onze Heere; 3 die ontvangen is van de Heilige Geest, geboren uit de maagd Maria; 4 die geleden heeft onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven, en begraven, neergedaald in de hel; 5 op de derde dag opgestaan van de doden; 6 opgevaren naar de hemel, zittend aan de rechterhand van God, de Almachtige Vader; 7 vanwaar Hij komen zal om te oordelen de levenden en de doden. III 8 Ik geloof in de Heilige Geest. 9 Ik geloof een heilige, algemene, christelijke kerk, de gemeenschap van de heiligen; 10 vergeving van de zonden; 1 1 wederopstanding van het vlees; 12 en een eeuwig leven. Geloven doe je zo 11 | Elgraphic - Vlaardingen 26-04-23 16:42
v 13 v Inleiding – Geloof Wat moet je geloven om christen te zijn? Als je alleen zegt: ‘Ik ge- loof ’, dan ben je er nog niet. Er zijn zo veel mensen die geloven, maar daarmee nog geen christen zijn. Stel dat je zou mogen meepraten over wie er toegelaten kan wor- den tot de doop, welke criteria zou je dan gebruiken? Wanneer kan iemand worden gedoopt? Wat moet iemand dan toch echt wel be- lijden, weten en geloven? Jezus De Ethiopische man die van Jeruzalem terug naar huis zit te lezen in het Bijbelboek Jesaja, maar er niets van snapt en ook nog niets van Jezus weet, wordt tijdens dezelfde reis nog gedoopt. Filippus heeft hem kort en krachtig het Evangelie uitgelegd. Hij heeft deze man Jezus verkondigd (Hand. 8:35). Blijkbaar is in het onderwijs dat Filippus aan deze man gaf, ook de doop ter sprake gekomen, want de Ethiopische man zegt als hij ergens water ziet: ‘ Wat ver- hindert mij om gedoopt te worden?’ Filippus zegt dan: ‘Als u met heel uw hart gelooft, is het geoorloofd.’ En de man belijdt dan zijn geloof met de woorden: ‘Ik geloof dat Jezus Christus de Zoon van God is’ (Hand. 8:37). Deze prachtige belijdenis is niet in elke Bijbel- vertaling te vinden. Dat komt omdat deze woorden niet te vinden zijn in de oudste versies die wij hebben van het bijbelboek Hande- lingen. Blijkbaar is deze tekst er later bijgeschreven, omdat men Geloven doe je zo 13 | Elgraphic - Vlaardingen 26-04-23 16:42
v 14 v dit absoluut belangrijk vond als iemand gedoopt wilde worden. Wat moet je geloven om gedoopt te kunnen worden? Wat moet je geloven om christen te zijn? De apostelen en de vroege kerk zeiden: dat Jezus Christus de Zoon van God is. Kort maar krachtig, en no- dig om christen genoemd te worden. Verderop in Handelingen komen we nog zo’n korte en krachtige weergave van het Evangelie tegen, namelijk bij de bekering en doop van de cipier. De cipier die het gezag voert over de gevangenis waar Paulus en Silas opgesloten zitten, wil zichzelf van het leven beroven. Door een aardbeving kunnen de gevangenen ontsnappen en hij denkt dat ze al gevlucht zijn. Dat blijkt niet zo te zijn. Paulus roept hem toe dat hij zichzelf niets moet aandoen. De cipier wist waarom Paulus en Silas gevangenzaten, namelijk omwille van de Naam van Jezus en de redding door Hem. Hij valt voor Paulus en Silas neer en zegt: ‘ Wat moet ik doen om behouden te worden?’ Paulus en Silas zeggen dan: ‘Geloof in de Heere Jezus Christus en u zult zalig worden, u en uw huisgenoten’ (Hand. 16:31). Daar gaat het blijkbaar om. Wat moet je geloven om gered te worden? Je moet ge- loven in de Heere Jezus Christus. Dan wordt ook deze man, en zijn hele huis, dat wil zeggen allen die bij hem en zijn huisgezin horen, gedoopt. Om die belijdenis gaat het blijkbaar. Geloof je in de Heere Jezus Christus? Doopvragen Er is dus iets nodig om te geloven. Wil iemand gedoopt worden en zo tot de gemeente van Christus toetreden die behouden wordt, moet er ergens ‘ja’ op gezegd worden. In de vroege kerk, we hebben het dan over de eerste eeuwen van onze jaartelling, werd goed nagedacht over de toelating tot de chris- telijke gemeente. Vaak vond men een stevige introductie in het Geloven doe je zo 14 | Elgraphic - Vlaardingen 26-04-23 16:42
v 15 v christelijk geloof van belang, liever langer en grondiger dan de paar uren die Filippus had gekregen om aan de Ethiopische man het christelijk geloof uit te leggen. Ook langer dan de ene nacht doopca- techese die Paulus en Silas aan de cipier hadden gegeven. Vaak vond er in de Paasnacht een doopdienst plaats. Die werd voorafgegaan door een lange tijd van doopcatechese, soms meerdere jaren. Voor- afgaand aan de doop werd er gevast en gebeden. Zo groeide je toe naar het belangrijkste moment van je leven: je liet je oude leven los en ging over naar een nieuw leven, een leven met Jezus Christus. Voor je gedoopt werd, en zo de drempel van de wereld naar de kerk, van de dood naar het leven overging, moest je vragen beant- woorden. Uit het beantwoorden van deze vragen bleek dat je ge- loofde, en ook wat je geloofde. Deze vragen moesten worden be- antwoord: ‘Geloof je in God de Vader?’ ‘Geloof je in Zijn Zoon, Jezus Christus?’ ‘Geloof je in de Heilige Geest?’ Het ja-woord op deze drie vragen opende de toegang tot de doop en vervolgens ook tot het Heilig Avondmaal. Deze drie vragen waren van het grootste belang. Het kon niet met minder dan deze drie vragen. Want als je zei: ‘Ik geloof in God’, dan was dat niet genoeg. God is niet een God in het algemeen. Hij is de Vader. ’Hij is ook de Vader van Jezus Christus. God belijden zon- der Jezus is onmogelijk. Jezus is immers ‘de Weg, de Waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij’. Zo had Jezus het gezegd (Joh. 14:6). Als je alleen zegt: ‘Ik geloof in Jezus’, dan is dat mooi, maar toch niet genoeg. Want Wie is Jezus dan? Als Hij al- leen je inspiratiebron of voorbeeld is, kun je nog geen christen ge- noemd worden. Je moet echt iets over Hem belijden, namelijk dit: Hij is Gods Zoon. Je kunt Jezus ook niet belijden zonder de Heilige Geest. De Geest is het Die tot geloof brengt en je leven van binnen- uit vernieuwt. Geloven doe je zo 15 | Elgraphic - Vlaardingen 26-04-23 16:42
v 16 v Doopopdracht Het is niet vreemd dat in de vroege kerk juist deze drie vragen ge- steld werden. Jezus had in Mattheüs 28:19 gezegd: ‘Ga dan heen, on- derwijs al de volken, hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest.’ Als iemand voorbereid wordt op de doop in de Naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest moet je natuurlijk uitleggen wat dat betekent. De drie vragen vloeiden als vanzelf voort uit het dooponderwijs. Gaandeweg werden die vragen waarschijnlijk steeds iets uitge- breider geformuleerd. Het is natuurlijk niet meer helemaal precies na te gaan hoe dat proces verlopen is. Wellicht verschilde de doop- praktijk ook wel van plaats tot plaats. Maar er is reden om te veron- derstellen dat de apostolische geloofsbelijdenis ontstaan is vanuit de dooppraktijk. Voordat iemand gedoopt werd, beantwoordde hij of zij deze vragen: ‘Geloof je in God de Vader, de Almachtige, Schep- per van hemel en aarde?’ ‘En geloof je in Jezus Christus, Zijn enig- geboren Zoon, onze Heere?’ ‘En geloof je in de Heilige Geest?’ Het antwoord was een geloofsbelijdenis. De twaalf artikelen of aposto- lische geloofsbelijdenis zijn een samenvatting van het onderwijs dat de apostelen en kerkleiders uit de vroege kerk gaven. Wie dit beleed, kon gedoopt worden en toegelaten tot de christelijke ge- meente en tot de viering van het Heilig Avondmaal. Geloven De twaalf artikelen beginnen met ‘ik geloof ’. Maar wat zeg je daar- mee? Wat is dat: geloven? In onze taal wordt geloven vaak gebruikt als iets onzeker is. Je kunt zeggen: ‘Ik geloof dat het morgen mooi weer wordt’, maar ze- ker weten doe je dat natuurlijk niet. ‘Geloven doe je maar in de kerk, Geloven doe je zo 16 | Elgraphic - Vlaardingen 26-04-23 16:42
v 17 v maar hier moet je het zeker weten.’ Je hebt geloven en je hebt zeker weten, en die twee verschillen van elkaar. Geloven is voor veel men- sen een soort gevoel, een bepaalde overtuiging dat er wel iets meer moet zijn. ‘Ja, ik geloof wel dat er iets is.’ Heel overtuigend klinkt dat niet. In het christelijk geloof heeft geloven alles met zekerheid te ma- ken. Niet dat je het geloof kunt bewijzen. Over die zekerheid gaat het niet. Die is niet te geven. Je kunt het christelijk geloof hoog- stens aannemelijk maken. Je kunt uitleggen dat geloven zeker niet onredelijk is en dat het christelijk geloof een verrassend treffend verhaal heeft bij de werkelijkheid van deze wereld. Maar bewijzen kun je het niet. Toch hoort zekerheid bij het geloof. Dat komt omdat geloof een relatie met God veronderstelt. Geloven betekent vertrouwen. Je vertrouwt God op Zijn Woord en daarom vertrouw je je aan God toe. Je legt je leven in Gods handen. Je vertrouwt je ook toe aan Je- zus. Er is geen geloof zonder overgave, en overgave is iets van je hele hart en van je hele leven. Dat kan niet voor de helft. Je kunt wel met schroom en schuchterheid vertrouwen, maar vertrouwen vraagt altijd je hele hart. Het is het loslaten van je eigen zekerheid en je toevertrouwen aan Wie God is en wat Hij belooft. Geloven kun je dan ook alleen met je hart. Als je zegt ‘Ik geloof in God’, zeg je ook heel wat anders dan als je zegt ‘Ik geloof dat God be- staat’. Dat laatste is in zekere zin nodig om ook het eerste te kunnen zeggen. Maar wat is geloven in Gods bestaan zonder dat je je aan Hem toevertrouwt? Kun je dat wel echt geloven noemen? Het is ei- genlijk absurd om over het bestaan van God te praten zonder dat je Hem zoekt en leert kennen. Misschien kan dit voorbeeld je helpen. Je kunt zeggen: ‘Ik geloof dat de noordpool bestaat.’ Het zou vreemd zijn om dat niet te gelo- ven. Toch heb ik de noordpool nog nooit gezien, zeker niet in het Geloven doe je zo 17 | Elgraphic - Vlaardingen 26-04-23 16:42
v 18 v echt. Geloof ik dus in de noordpool? Dat niet. Ik geloof dat de noord- pool er is. Als ik zeg: ‘Ik geloof dat er een God is’, geloof ik nog niet op de manier zoals christenen geloven. Als je gelooft dat God er is, en je gelooft dat echt, kan het niet anders of je gaat Hem zoeken. Het be- staan van God kun je niet losmaken van de overgave aan Hem. Ik denk dat je pas zeker kunt weten dat God er is, als je je aan Hem toe- vertrouwt met je hele hart. Geloven is een werkwoord. Het woord ‘geloof ’ in ‘ik geloof ’ is een vervoeging van dat werkwoord. Er zit be- weging in. Het is niet statisch. Geloof heb je niet, geloven doe je. Ge- loven is een kwestie van verlangen, zoeken, vinden, leven. Kennen en vertrouwen In de Heidelbergse Catechismus (een vraag- en antwoordboekje voor de kerk uit de tijd van de Reformatie (1563) en belijdenisge- schrift van gereformeerde kerken) wordt geloof omschreven als God kennen en vertrouwen. Zo staat het in deze catechismus: ‘Een oprecht geloof is niet alleen een stellig weten of kennen waardoor ik alles voor waar houd wat God ons in Zijn Woord geopenbaard heeft, maar ook een vast vertrouwen, dat de Heilige Geest door het Evangelie in mijn hart werkt, dat niet alleen anderen, maar ook mij vergeving van zonden, eeuwige gerechtigheid en gelukzaligheid door God geschonken zijn, uit louter genade, alleen omwille van Christus’ verdienste’ (HC, zondag 7). Dat is een hele mond vol. Voor nu is het vooral van belang om te zien dat geloof wordt omschreven met de woorden kennen en ver- trouwen. Dat zijn de twee belangrijke componenten van het geloof. Het gaat erom dat je God zo leert kennen dat je niet anders kunt dan je aan Hem toevertrouwen. Kennen is daarbij van belang. Je moet iets van God weten of kennen. Niet alleen rationeel weten. Het gaat ook om omgangskennis, om relationeel kennen. Iemand kennen Geloven doe je zo 18 | Elgraphic - Vlaardingen 26-04-23 16:42
v 19 v betekent met iemand omgaan. Dat is nog wat anders dan veel over iemand weten. Je leert God kennen. Hoe kun je anders je vertrouwen op Hem stellen? Geloven is geen wanhoopsprong in het diepe. Het heeft vaak wel wat weg van een sprong in het diepe. Maar je springt die God in de armen Die Zich laat kennen in de Bijbel. Welke mensen om je heen vertrouw je? Dat zijn in ieder geval mensen die je kent. Je weet hoe ze zijn. Daarom weet je ook wie je kunt vertrouwen. Je kunt God vertrouwen omdat je weet dat Hij te vertrouwen is. Je weet dat God te vertrouwen is, omdat je Hem hebt leren kennen. Je hebt zo veel van God en Zijn grootheid en goedheid gezien, dat je niet an- ders meer kunt en wilt dan je aan Hem toevertrouwen. Als ik het zo opschrijf, lijkt het nog om een bewuste daad te gaan. Daar zit ook wel iets in. Het is belangrijk dat er een moment in ons leven komt dat we ons bewust aan God toevertrouwen. Maar het is een groter geheim dan dat. God trekt aan ons met Zijn Geest op een verborgen manier, wekt ons verlangen, wint ons vertrou- wen. We vertrouwen soms eerder, en hopelijk ook dieper, dan we zelf kunnen overzien. Gelukkig maar. Abraham Laten we in de Bijbel eens kijken naar voorbeelden van gelovigen. Dan moeten we natuurlijk naar Abraham kijken, omdat hij de ‘va- der van alle gelovigen’ genoemd wordt (Rom. 4:11). Hij wordt zo ge- noemd, omdat ‘hij geloofde in de HEERE, en Die rekende hem dat tot gerechtigheid’ (Gen. 15:6). Geloven was voor Abraham niet ge- makkelijk. Hij had van God de belofte gekregen dat hij een zoon zou krijgen, maar hij en zijn vrouw waren onvruchtbaar en ook al op leeftijd. Er lijkt niets terecht te komen van Gods belofte. Op een moment dat Abraham het eigenlijk opgeeft om nog langer te gelo- ven, laat God hem de sterren tellen. Dat lukt natuurlijk niet. ‘Zo Geloven doe je zo 19 | Elgraphic - Vlaardingen 26-04-23 16:42
v 20 v veel nakomelingen zul je krijgen’, klinkt Gods belofte opnieuw. En Abraham geeft zich aan dat woord van God over. Hij gelooft. Hij gelooft in God. En daarom gelooft hij dat het met de belofte van een kind goed zal komen. Hij vertrouwt zichzelf en de toekomst toe aan God. Een groot geloof Op twee plaatsen in het Mattheüs-evangelie spreekt Jezus over een groot geloof. Als Jezus het geloof van iemand een groot geloof noemt, is het voor ons belangrijk om er achter te komen wat dat geloof dan is. Lijkt mijn geloof een beetje op dat geloof dat Jezus een groot geloof noemt? In Mattheüs 8 lezen we over een Romeinse hoofdman die een zieke knecht heeft. Hij is erg met die knecht begaan. Hij stuurt mensen naar Jezus toe om Jezus uit te nodigen. Blijkbaar heeft de Romeinse hoofdman meer vertrouwen in Jezus dan in een dokter. Maar als hij hoort dat Jezus op de uitnodiging ingaat en naar zijn huis komt, stuurt hij nieuwe boden die moeten zeggen: ‘Ik ben het niet waard dat U in mijn huis komt. Als ik een bevel geef, wordt er geluisterd. Zo kunt U ook een bevel uitspreken en mijn knecht zal genezen.’ Jezus reageert met de woorden: ‘ Voorwaar, Ik zeg u: Ik heb zelfs in Israël zo’n groot geloof niet gevonden’ (Mat. 8:10). Dat is blijkbaar een groot geloof, dat je Jezus erkent in Wie Hij is, in Zijn glorie en goedheid, en dat je Hem al je vertrouwen geeft. In Mattheüs 15 komen we een Kananese vrouw tegen die een ern- stig zieke dochter heeft. Ze is ten einde raad en neemt haar toe- vlucht tot Jezus. Hij is haar laatste redding. Maar Jezus stelt haar erg op de proef. Eigenlijk stuurt Jezus haar vrij bot weg. Hij zegt zoveel als: ‘Ik ben gekomen voor Israël en niet voor een heidense vrouw en haar dochter. Het brood is voor de kinderen en niet voor Geloven doe je zo 20 | Elgraphic - Vlaardingen 26-04-23 16:42
v 21 v de honden.’ Honden, daarmee zijn heidenen bedoeld. Je zult het maar te horen krijgen. Deze vrouw wordt weggestuurd. Maar zij laat zich niet wegsturen. Ze zegt: ‘De honden eten toch ook van de kruimels die van de tafel vallen?’ Wat een reactie! Ze gaat eigenlijk heel creatief om met de woorden die Jezus spreekt. Ze wil zich niet laten wegsturen. Want waar kan ze dan naar toe? Jezus is haar laat- ste houvast. Ze geeft niet op. Jezus reageert met: ‘O vrouw, groot is uw geloof; het zal gebeuren zoals u wilt’ (Mat. 15:28). Waarom is haar geloof groot? Omdat ze heel vasthoudend was? Dat denk ik zeker ook. Maar vooral omdat Jezus niet een optie was, maar de Enige. Hij was haar laatste hoop. In haar woorden erkent ze Jezus en vertrouwt ze zichzelf en haar dochter aan Hem toe, al lijkt het alsof Hij met haar niets te maken wil hebben. Wie zich zo vast- klampt aan Jezus en zich niet laat wegsturen, heeft een groot ge- loof. Dan heb je Jezus niet als een optie, maar als laatste houvast. Persoonlijk Geloven is iets persoonlijks. De apostolische geloofsbelijdenis be- gint niet met ‘wij geloven’, maar met ‘ik geloof ’. ‘ Wij geloven’ had ook gekund. De geloofsbelijdenis van Nicea begint wel met ‘wij ge- loven’. Het is allebei van belang. De apostolische geloofsbelijdenis formuleert heel persoonlijk: ‘ik geloof ’. Dat persoonlijke is erg belangrijk. Je bent er niet als je zegt: ‘Ik hoor bij de christenen.’ Of: ‘Ik hoor bij een kerk en in die kerk gelo- ven ze echt.’ De Heilige Geest zorgt ervoor dat mensen gaan gelo- ven. Geloven is iets van heel je hart. Dat gebeurt niet buiten jou om. Je bent er persoonlijk bij betrokken, met heel je hart. Maar dat persoonlijke moet ook weer niet te veel gewicht krijgen. Het is prachtig om te zeggen: ‘ik geloof ’, maar nog mooier is het om het tegelijk samen met anderen te belijden. Ik vind het een prachtig Geloven doe je zo 21 | Elgraphic - Vlaardingen 26-04-23 16:42
v 22 v moment als we als gemeente samen de apostolische geloofsbelijde- nis opzeggen. Het persoonlijke en het gezamenlijke gaan dan hand in hand. We belijden het ook in verbondenheid met de kerk van alle tijden en plaatsen. Samen geloven en belijden we. Theoloog A.A. van Ruler vergeleek het belijden van het geloof met het zingen in een koor. Er is een koor dat God al eeuwenlang de lofzang toezingt. Je bent welkom om ook op dat koor te komen en mee te zingen. Je komt niet solo zingen op dat koor. Je mag meezin- gen. Het lied klinkt al lang. Het klonk al voordat je geboren werd. Je zingt samen met anderen. Je zingt wel je eigen partij, maar niet so- lo. Zo is het met het belijden van het geloof ook. Je belijdt niet solo, maar je belijdt het geloof dat christenen verenigt. Je belijdt samen met alle heiligen. Soms wordt als iemand gedoopt wordt of het geloof gaat belij- den, een getuigenis gegeven. Het is mooi als zo’n persoonlijk getui- genis klinkt. Dat kan anderen bemoedigen en inspireren. Tegelijk is het van belang dat iemand niet alleen met een heel persoonlijk verhaal komt. Persoonlijk geloof houdt juist in dat iemands per- soonlijke leven verbonden raakt met de eeuwenoude christelijke belijdenis. Je belijdt niet alleen jouw geloof, maar je stemt in met het geloof dat de kerk van Jezus Christus al eeuwenlang hoop en houvast gegeven heeft. Vandaar dat in de vroege kerk ook niet ge- vraagd werd: ‘Hoe is je leven geweest en hoe ben je tot het christe- lijk geloof gekomen?’, maar: ‘Geloof je in de Vader, de Zoon en de Heilige Geest?’ Twaalf en drie ‘Maar wat geloof jíj dan?’ Misschien heb je die vraag wel eens ge- had. Wat kun je dan vertellen over wat je allemaal gelooft? Als je zo’n vraag krijgt, schieten er vast allerlei gedachten door je hoofd. Geloven doe je zo 22 | Elgraphic - Vlaardingen 26-04-23 16:42
v 23 v Het is best lastig om uit te leggen wat je allemaal gelooft. Je kunt beginnen met vertellen over de schepping. Maar als je die route kiest, ben je voorlopig nog niet uitgepraat en vaak krijg je zo veel tijd niet. Hoe kun je uitleggen wat je gelooft? Misschien moet je er- voor kiezen om de vraag eerst even om te buigen. ‘Mag ik ook zeg- gen Wie ik geloof ? Dat is belangrijker dan wat ik allemaal geloof. En wat ik geloof is ook best veel om zo maar even uit te leggen.’ De apostolische geloofsbelijdenis bestaat uit twaalf artikelen. Die twaalf artikelen zijn geen twaalf ‘dingen’ die we geloven. De vraag is: Wie geloof je? Op Wie stel je je vertrouwen. Het antwoord is volgens de apostolische geloofsbelijdenis: ‘Ik geloof in God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.’ Let maar eens op de indeling van de apostolische geloofsbelijde- nis. Artikel 1 gaat over God de Vader, Die onze Schepper is. In artikel 2 tot en met 7 gaat het over Jezus Christus, Gods Zoon, onze Heere. In artikel 8 tot en met 12 gaat het over de Heilige Geest. Artikel 9 tot en met 12 dus ook. Deze artikelen beschrijven de vrucht van het werk van de Heilige Geest. De Geest werkt in de wereld, en de vrucht daarvan is de kerk, de vergeving en uiteindelijk ook de opstanding en het eeuwige leven. Het zijn twaalf artikelen. Dat is een mooi getal. Er waren immers twaalf discipelen en twaalf apostelen. Je zou echter ook kunnen zeggen: de apostolische geloofsbelijdenis bestaat uit drie hoofd- punten: het gaat over de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Drie-enige God Je kunt dus ook zeggen: ik geloof in de drie-enige God. Dat is mooi kort geformuleerd. Maar zo zegt de apostolische geloofsbelijdenis het niet. Deze geloofsbelijdenis blijft in de bewoording heel dicht bij de Bijbel. Het woord drie-eenheid vind je niet in de Bijbel en ook Geloven doe je zo 23 | Elgraphic - Vlaardingen 26-04-23 16:42
v 24 v niet in de apostolische geloofsbelijdenis. De geloofsbelijdenis van Nicea gebruikt wel kerkelijke of theologische woorden om iets te zeggen over het geheim van de drie-enige God. Dat had toen ook een concrete aanleiding. Er waren veel mensen die twijfelden of Je- zus wel echt God was. Toen gebruikte men theologische taal om zich te verweren tegen de gedachte dat Jezus niet de mensgewor- den God was. De apostolische geloofsbelijdenis is eenvoudiger dan de geloofsbelijdenis van Nicea. De apostolische geloofsbelijdenis spreekt over de Vader, over Jezus Christus, Zijn Zoon, en over de Heilige Geest, zonder uit te leggen hoe de drie-enige God de ene ware God is. Hoeveel theologische taal je er ook bij haalt, het geheim kun je toch niet ontrafelen. Augustinus zei over de leer van de drie-een- heid: ‘ We spreken over ‘personen’ in de ene God, niet om iets te zeg- gen, maar om niet helemaal te zwijgen.’ Dat is mooi gezegd. We kunnen het niet uitleggen. Het is te groot voor ons denken. Voor ons verstand is het altijd drie of één. Het lukt ons niet om tegelijk drie en één te denken. De apostolische geloofsbelijdenis legt ons niet uit hoe het zit. Toch gaat deze belijdenis over de drie-enige God. Je kunt daar niet omheen als je gelooft dat God in Jezus Christus mensgeworden is. Jezus is niet maar een profeet of apostel, of een voorbeeld. Jezus is ‘God met ons’ (Mat. 1:18) of ‘God geopenbaard in het vlees’ (1 Tim. 3:16). God is mens geworden. Toch blijft er onderscheid tussen de Vader en de Zoon. Dat is heel belangrijk en tegelijk onbegrijpelijk. Misschien helpt de taal die theoloog O. Noordmans aanreikt om met dit geheim om te gaan. Hij zegt: ‘God spreekt (de Vader), maar als dat niet genoeg is, komt Hij (de Zoon), en als dat nog niet ge- noeg is, troost Hij (de Heilige Geest).’ Hij is God, de ene en enige God. We hoeven niet vast te lopen omdat we het niet klein kunnen krijgen. We mogen ons des te meer verwonderen, omdat God als de Geloven doe je zo 24 | Elgraphic - Vlaardingen 26-04-23 16:42
v 25 v drie-enige bewogen is in liefde en naar ons toe gekomen is. God is boven ons (de Vader), God is met ons (de Zoon), God is in ons (de Heilige Geest). Ik kan het niet begrijpen. Ik hoef het ook niet te kun- nen begrijpen. Sterker nog: ik wil het niet eens klein kunnen krij- gen. Want God is groter dan we kunnen bedenken. We aanbidden God. We begrijpen God niet, we geloven in Hem. Wij kennen geen andere God Als je zegt ‘Ik geloof in God’, bedoel je die God en geen ander. Waar- om is dat belangrijk? Omdat we God alleen zo kennen. Het is niet zo dat we eerst in een God geloven, namelijk dat er een God bestaat, en dat we wel een beetje kunnen bedenken hoe die God is. We kunnen zelf ook wel bedenken dat God machtig moet zijn, en alle dingen ge- schapen heeft. We kunnen God bepaalde eigenschappen toedich- ten, eigenschappen die volgens ons denken bij God zouden moeten horen. Maar dan krijg je een God volgens je eigen beeld. De apostolische geloofsbelijdenis helpt ons door alleen over God te spreken zoals Hij Zich aan ons heeft geopenbaard in de ge- schiedenis en in de Bijbel. We worden niet overgelaten aan onze ei- gen gedachten en beeldvorming. De geloofsbelijdenis spreekt di- rect over God de Vader, de Schepper, de Vader van Jezus Christus. Zo is God en zo alleen. Buiten Hem om is er geen God om te kennen of te belijden. Hij is zoals Hij Zich heeft bekendgemaakt: Vader, Zoon en Heilige Geest. Waarom geloof ik in God? Omdat er wel iets moet zijn? Omdat alle dingen toch niet kunnen bestaan zonder dat er een God is? Zal best. Maar het goede antwoord op de vraag waarom ik in God ge- loof is: omdat ik Hem heb leren kennen door Jezus Christus. Gelo- ven is gegrepen zijn door Gods liefde in Jezus Christus. Die liefde wordt door de Heilige Geest in je hart gelegd (Rom. 5:5). Geloven doe je zo 25 | Elgraphic - Vlaardingen 26-04-23 16:42
v 26 v Soms spreek ik iemand die niet meer gelooft. ‘Ik heb er afstand van genomen’, kan iemand dan zeggen. ‘ Van Wie’, vraag ik dan. ‘ Van God.’ En dan praten we over God. Soms zeg ik dan: ‘In die God geloof ik ook niet.’ ‘Hoezo?’, zegt de ander dan. ‘Ik geloof ook niet dat die God waar jij afscheid van genomen hebt, bestaat.’ Soms lijkt de God waarvan men afscheid neemt, niet eens op de God die wij belijden. Wij geloven in Jezus Christus. En in Zijn Vader. En in de Geest Die ons leert geloven, bij Zijn gemeente voegt en hoop geeft voor de toekomst. vragen om te bespreken 1. Wat moet iemand (minimaal) geloven om christen genoemd te kunnen worden? 2. Welke onderwerpen mis je in de apostolische geloofsbelijdenis? Welke dingen zijn volgens jou erg belangrijk voor het christelijk geloof die niet genoemd worden? 3. Geeft de belijdenis van de drie-enige God jou vreugde, of ervaar je het vooral als lastig? Leg eens uit? 4. Waarom is het belangrijk dat het belijden van het geloof niet alleen iets persoonlijks is, maar ook iets gemeenschappelijks? Leg het voorbeeld dat Van Ruler gebruikt over het zingen in het koor eens in eigen woorden uit. 5. Wat leer je van de Bijbelse voorbeelden van Abraham, de Romeinse hoofdman en de Kananese vrouw over wat geloven is? Heb jij een groot geloof ? Waarom denk je dat? 6. Wat zou jij antwoorden op de vraag: ‘ Wat geloof jíj eigenlijk?’ 7. Waarom geloof jij? Kun je dat uitleggen? Of: waarom geloof je (nog) niet? 8. Kun je het zeker weten? Hoe zeker kan je geloof zijn? Hoe kom je aan die zekerheid? Geloven doe je zo 26 | Elgraphic - Vlaardingen 26-04-23 16:42
v 27 v 1 Vader Artikel 1: Ik geloof in God de Vader, de Almachtige, Schepper van de hemel en de aarde Jezus leerde Zijn leerlingen het ‘Onze Vader’, ook wel het volmaakte gebed genoemd. De aanhef die Jezus Zijn leerlingen aanleerde was: ‘Onze Vader, Die in de hemelen zijt’ (Mat. 6:9, Luk. 11:2). Zo moet je bidden. Zo moet je Mijn hemelse Vader aanspreken. Als Onze Va- der, Die in de hemel is. Het is een aanhef die vertrouwen wekt. Je gebed wint erdoor aan vrijmoedigheid, als het goed is. Je beseft, als je dit zegt: God is onze Vader. Hij is zo liefdevol dichtbij. Hij woont in de hemel. Hij is niet alleen dichtbij, Hij is ook hoogverheven en heilig. Hij is tegelijk hoogverheven in Zijn heiligheid en dichtbij in Zijn liefde. Mijn Vader? Maar kan iedereen ‘onze Vader’ zeggen? Kun je dat wel bidden als je zelf nog zoekend bent, zoekend naar God of naar de zekerheid van het geloof ? Wat als je nog niet van jezelf kunt zeggen dat je een kind van God bent door het geloof in Jezus Christus? Dat is een be- grijpelijke vraag. In Romeinen 8:15 staat dat het de Geest van aan- neming tot kinderen is, Die ons leert roepen: ‘Abba Vader!’ Iets der- Geloven doe je zo 27 | Elgraphic - Vlaardingen 26-04-23 16:42
v 28 v gelijks staat in Galaten 4:6. Omdat de gelovigen aangenomen zijn tot kinderen van God, heeft God de Geest van Zijn Zoon uitgezon- den in hun harten. Die Geest roept: ‘Abba Vader!’ De gelovigen roe- pen het als kinderen van God zelf. En tegelijk is het de Geest Die in hen woont die het in hen roept. Wie kan God Abba, Vader, noemen? Dat is iemand die door het geloof in Jezus Christus een kind van God geworden is. Begrijpelijke vraag dus: wat als ik dat nog niet kan zeggen? Verloren zoon Toch is God Vader, ook als jij (nog) niet Zijn kind bent. Het kan ook zijn dat je al wel een kind van God bent, maar dat je geloof nog klein of verlegen is. Maar zelfs als je nog helemaal geen kind van God bent, is God nog wel Vader. Denk maar aan de gelijkenis van de ver- loren zoon (Luk. 15:11-32). Die gelijkenis kun je ook de gelijkenis van de wachtende vader noemen. De zoon gaat weg bij zijn vader. Hij wenst hem eigenlijk dood en zegt dat ook met zoveel woorden. Hij wil het geld van zijn vader liever dan het leven van zijn vader. Deze gelijkenis vertelt het verhaal van de hele mensengeschiede- nis. Het is een verhaal over de zondeval en ook over de terugkeer tot God. Als de zoon weg is, blijft de vader vader. Een miskende vader. Een vader die op zijn hart getrapt is. Hij blijkt al lang op de uitkijk te staan en kan niet wachten totdat de verloren zoon naar hem toe komt. Als hij zijn zoon in de verte ziet aankomen, rent hij naar hem toe. Zo is God. Hij is zoals de vader in de gelijkenis. Verlaten, mis- kend, op het hart getrapt. Maar Hij ziet Zijn verloren mensen zo graag terugkomen. Hij is als die vader voor elke zoon die tot zich- zelf komt en teruggaat naar de Vader. Geloven doe je zo 28 | Elgraphic - Vlaardingen 26-04-23 16:42
ANNE VAN OLST GELOVEN DOE JE ZO WAT MOET JE GELOVEN OM CHRISTEN TE ZIJN? Als je alleen zegt: ‘ik geloof’, dan ben je er nog niet. Er zijn zo veel mensen die geloven, maar daarmee nog geen christen zijn. Wat moet je precies geloven om christen te zijn? Wil je een korte en duidelijke samenvatting van wat christenen geloven? Neem dan de apostolische geloofsbelijdenis, ook wel de twaalf artikelen van het geloof genoemd. In dit boek komen deze artikelen één voor één aan de orde. Geloven doe je zo: dit geloven en belijden wij. Dit boek helpt je om het christelijk geloof beter te leren kennen. Het b oek is ook bedoeld voor christenen die graag terug willen naar de kern van hun geloof. De gespreksvragen maken het boek ook geschikt voor gebruik in kringen. Anne van Olst is directeur van de Evangelische Hogeschool (EH) in Amersfoort. Daarvoor was hij predikant van de christelijke gereformeerde kerk in Antwerpen-Deurne en in Utrecht-West. In 2021 verscheen Bidden kun je leren (4e druk, 2023). ‘De Bijbel staat vol handvatten als het gaat om gebed. Dit boek helpt ze ontdekken en maakt ze praktisch voor alledag.’ Jurjen ten Brinke over Bidden kun je leren ISBN 978 90 435 3989 0 • NUR 707 GELOVEN DOE JE ZO ANNE VAN OLST DE TWAALF ARTIKELEN VAN HET GELOOF