5 Hoofdstuk 1 Rachel blies een krul die uit haar vlecht was ontsnapt uit haar gezicht en wierp een blik op haar telefoon. Het was al kwart voor vier! Als haar mentor niet binnen nu en vijf minu - ten kwam opdagen was ze hier weg. Ze had het mailtje dat ze van hem had gekregen drie keer gecheckt en daar stond het zwart op wit: 15.30 uur. Hij had aangedrongen op een tussentijds gesprek, maar dan moest hij er wel zijn. Alsof ze niets beters te doen had. Docenten klaagden altijd over opdrachten die niet op tijd ingeleverd waren en studenten die te laat in de les kwamen, maar zelf hielden ze zich ook niet aan afspraken. Tot overmaat van ramp was het ook nog eens prachtig weer, misschien wel de laatste mooie herfst - dag van het jaar en zij zat binnen maar te wachten. ‘Zo Rachel’, hoorde ze de basstem van meneer Jaspers. ‘Het spijt me dat ik je heb laten wachten.’ Hij stak zijn sleutels in het slot van het kantoortje en opende de deur. Jaja, dat zal wel, dacht ze boos, maar ze zei niets. ‘Heb je nog tijd voor ons gesprek?’ vroeg hij, terwijl hij ging zitten in zijn bureaustoel en gebaarde dat zij tegenover hem plaats kon nemen. ‘Jawel’, zei ze. Ze kon het niet laten een verongelijkte toon in haar stem te laten doorklinken. ‘Maar ik wil wel de trein van halfvijf halen.’ Jaspers pakte zijn telefoon. ‘Dat begrijp ik. Weet je wat? Ik
6 zet een wekker, dan kunnen we ons niet vergissen. Zullen we een kwartiertje rekenen voor het lopen naar het station? Dan hebben we nu nog twintig minuten.’ Ze knikte als reactie op zijn voorstel. Eigenlijk best aardig van hem, misschien was het mentorgesprek toch minder erg dan ze had verwacht. ‘Dus, Rachel van Panhuis, hoe gaat het met je?’ ‘Goed’, antwoordde ze. Haar eerste ergernis was voorbij en ze besloot er maar het beste van te maken. Jaspers glimlachte. ‘Dat zegt iedereen. Hoe gaat het écht met je?’ ‘Echt goed’, verzekerde ze hem. ‘Ik heb het naar m’n zin op school, ik lever m’n opdrachten op tijd in en ik kijk uit naar mijn eerste stage.’ ‘Dat klinkt als een modelstudent. Waren ze maar allemaal zoals j ij.’ ‘Dan was u ook overbodig’, flapte ze eruit en ze sloeg meteen haar hand voor haar mond. ‘Eh … zo bedoelde ik het niet.’ Gelukkig kon Jaspers erom lachen. ‘Ik denk dat je nog steeds mijn lessen goed zou kunnen gebruiken, maar mijn rol als mentor zou dan inderdaad weinig voorstellen. Maar heel fijn dat het zo goed gaat. Heb je ook een beetje aansluiting in de klas gevonden?’ Tja, dat ging misschien iets minder goed. Rachel wist niet waar het aan lag, maar ze kon het niet echt vinden met haar medestudenten. Het hielp niet dat ze uit haar klas een van de weinigen was die thuis bleef wonen. De andere studen - ten die hun ouderlijk huis niet hadden verlaten, woonden
7 allemaal in de buurt. Regelmatig spraken de meiden door- deweeks in de avond met elkaar af. Ze werd wel uitgeno - digd, maar Rachel moest altijd afslaan. De treinreis duurde ruim een uur en dat was doordeweeks gewoon geen optie. Blijven slapen bij een van haar klasgenoten zag ze niet zitten. Maar hoe belangrijk was dat nu? Ze bracht liever haar tijd door met haar vriend Thomas en haar vriendinnen van de middelbare school, Lynn en Nikki. ‘Ik neem aan dat het antwoord op deze vraag “nee” is’, ging Jaspers onverstoorbaar verder. Pf, voor een mentor had hij wel weinig tact. ‘Is daar een reden voor?’ Rachel had niet verwacht dat hij zo direct zou zijn. ‘Het schooljaar is nog maar net begonnen’, bedacht ze. ‘Ik kijk graag de kat uit de boom.’ Dat was niet waar, maar ze had geen zin om Jaspers wijzer te maken dan hij al was. Waarom bemoeide hij zich hiermee? De frons in zijn wenkbrauwen vertelde haar dat hij het niet helemaal geloofde. ‘We zitten toch alweer in oktober’, merkte hij op. ‘Ik ben de eerste anderhalve week van het schooljaar ziek geweest’, bracht Rachel hem in herinnering. ‘Toen had ik een keelontsteking.’ ‘Dat is waar ook. Hoe is het daar nu mee?’ ‘Goed hoor’, verzekerde ze hem en ze hoopte dat hij het onderwerp nu zou laten rusten. ‘Reis je iedere dag alleen met het ov?’ vroeg hij vervolgens. ‘Ja’, antwoordde ze. ‘Ik vind het heerlijk.’
8 ‘Je vermaakt je wel onderweg?’ ‘Ja hoor. Schoolwerk, een boek lezen. De tijd is zo voorbij.’ ‘Maar je moet wel iedere dag vroeg op, of niet?’ ‘Dat valt wel mee, daar raak je aan gewend.’ Hoewel het wel érg vroeg was. Op de middelbare school kon ze uitslapen tot half - zeven, nu moest ze er echt om zes uur uit, wilde ze op tijd zijn. ‘Heb je er niet over gedacht om in de studentenflat te gaan wonen? Er zijn volgens mij nog wel plekken vrij.’ Daar had Jaspers gelijk in. Meira, een van haar klasgenoten had vandaag nog gezegd dat ze op zoek was naar een huis - genoot. Ze had haar hoopvol aangekeken en Rachel wist wat ze er eigenlijk mee wilde zeggen. Hé, eigenlijk had ze wel aansluiting gevonden op school, met Meira kon ze het redelijk goed vinden, al kon ze zich niet voorstellen dat ze ooit zo’n band met haar zou hebben als ze nu met Lynn en Nikki had. ‘Eh … dat gaat niet.’ Hopelijk vroeg hij niet verder. ‘En waarom niet?’ Jaspers bleef vriendelijk, maar ze vond het vervelend dat hij zo aandrong. ‘Daar heb ik mijn persoonlijke redenen voor.’ Ze sloeg haar armen over elkaar om haar mentor nog eens duidelijk te maken dat hij geen vragen meer moest stellen. ‘Maar … ik bedenk nu dat ik op zich wel aansluiting heb gevonden op school. Ik trek veel op met Meira.’ Dat was misschien een beetje overdreven, maar ze had in ieder geval contact met iemand uit haar klas. Jaspers vroeg niet verder. Gelukkig, hij respecteerde haar grenzen.
9 ‘Jammer’, zei hij na een ongemakkelijke stilte. ‘Als het in de toekomst wel mogelijk wordt, zou ik het je aanraden het te doen. De saamhorigheid in de studentenflat is groot en mensen maken hier vrienden voor het leven, dat zie ik keer op keer gebeuren. Bovendien is een stukje zelfstandigheid altijd mooi meegenomen.’ Om zich een houding te geven knikte ze instemmend, maar inwendig was ze boos. Begreep hij dan niet dat het voor sommige studenten onmogelijk was om het huis uit te gaan? Dacht hij dat alle ouders de studie van hun kind konden beta - len? Om nog maar te zwijgen over de rest van het verhaal. Een andere student zou wellicht zijn complete levensver - haal verteld hebben, in de hoop dat de mentor begrip zou hebben voor de situatie. Maar Rachel wist uit ervaring dat begrip ook kon doorslaan in medelijden en daar had ze echt geen zin in. Jaspers vroeg nog door over haar cijfers, of ze al een kijkje had genomen op haar stageschool en Rachel gaf braaf ant - woord. Tegelijkertijd vroeg ze zich af waarom ze voor dit gesprek zo lang had zitten wachten. Verlangend keek ze even naar buiten. Zou het nog steeds zo’n aangename tem- peratuur zijn? En bleef het dit weekend mooi? Misschien kon ze zondag wel een lange wandeling maken met Thomas, als de voorspelde storm nog een paar dagen uitbleef. Triiiing. Hun gesprek werd ruw onderbroken. ‘De tijd is om. Toch maar goed dat ik een wekker had gezet, anders was je als - nog te laat geweest voor de trein.’
10 Rachel lachte schaapachtig. Ze was heus wel assertief genoeg om aan te geven dat ze een einde aan het gesprek moesten breien, maar deze oplossing was net zo makkelijk. ‘Nou, heel veel succes en een goede reis. Tot maandag!’ ‘Dank u wel. Tot maandag.’ Ben je al onderweg? X Terwijl ze zich door het trappenhuis naar beneden haastte, opende ze Thomas’ appje en zag dat hij drie minuten gele - den verstuurd was. Had mentorgesprek, heb de trein van half 5, hoop ik In de garderobe bekeek ze de treintijden. Hé, de trein van kwart over had vertraging, als ze snel liep kon ze die wel - licht nog halen. Ze griste haar jas van de kapstok en zette het op een lopen. Haar telefoon trilde weer, maar straks in de trein had ze tijd genoeg om te kijken wat Thomas appte. Buiten adem, maar wel op tijd voor de vertraagde trein van kwart over vier, vond ze een plekje bij het raam. De trein was aardig vol, maar ze wist uit ervaring dat die van halfvijf helemaal uit zou puilen. Top, app maar als je in de trein zit. Ik loop nu naar het station, kunnen we het laatste stuk samen reizen. Krijg ik geen kusjes meer? Xx Snel verstuurde Rachel een paar kuspoppetjes. Ik heb heel hard gerend, trein van kwart over had vertraging, gehaald. Zit in de voorste wagon. Tot zo! Xxx Het enige antwoord dat ze van Thomas kreeg, was een opgestoken duim. Daar moest ze het nu maar mee doen.
11 Ze zette haar rugtas op de stoel en hoopte maar dat er in Utrecht ook niemand naast haar kwam zitten tot Thomas arriveerde. De trein zette zich in beweging, Rachel bekeek de appjes die gedurende de schooldag binnen waren gekomen. Terwijl ze wachtte op Jaspers had ze er een vluchtige blik op gewor - pen, maar niet de moeite genomen te reageren. Bedankt voor jullie cadeau, ben er heel blij mee. Is zeker m’n lievelingschocola! Het duurde een paar tellen voor Rachel zich realiseerde wat Lynn bedoelde. Maurits was vorige week op het idee geko - men om Lynn een cadeau te sturen voor haar verjaardag. Even had ze zich zorgen gemaakt over de kosten, pakketten naar het buitenland versturen kostte een hoop geld. Maar Maurits wist dat Lynns familie voor haar verjaardag iets zou sturen en daar konden de chocoladerepen bij. Al met al had het haar een euro gekost en die kon ze wel missen. Graag gedaan appte ze terug en toen legde ze haar telefoon aan de kant. Vermoeid sloot ze haar ogen. Wat een lange week was het geweest, maar morgenochtend kon ze uit - slapen. Nou ja, uitslapen … In ieder geval in vergelijking met de afgelopen vijf dagen. De speelgoedwinkel waar ze op zaterdag werkte ging om tien uur open, ze moest een kwartier van tevoren aanwezig zijn en het was maar tien minuten fietsen. Mijmerend over de afgelopen week en het gesprek met Jaspers voelde ze zich steeds slape - riger worden. Steeds zakte ze weg, maar bij een onver - wachte beweging van de trein werd ze weer wakker, tot
12 de slaap haar op een gegeven moment te machtig werd. ‘Is deze plek vrij?’ hoorde ze opeens een overbekende stem. Hè? Hoe kan dat nu? Was ze al in Utrecht? Verdwaasd keek ze op, recht in het gezicht van Thomas. Pretlichtjes blonken in zijn bruine ogen. De trein stond stil en de coupé was bijna helemaal leeg. Achter Thomas stond een hele rij mensen die ook de trein in wilde. ‘Ja natuurlijk’, zei ze en ze pakte gehaast haar rugzak. Thomas plofte naast haar neer en sloeg zijn arm om haar heen. ‘Was je zo moe dat je in slaap bent gevallen?’ ‘Blijkbaar.’ Ze wreef in haar ogen. ‘Het zag er wel heel schattig uit hoor.’ ‘Dat zal wel’, mopperde ze. ‘Je mond halfopen, warrige haren … echt heel lief.’ Ze slaakte een diepe zucht. ‘Thomas’, mopperde ze. Maar diep in haar hart was ze blij met zijn geplaag. Ze had hem gemist de afgelopen week. Alleen tijdens catechisatie had ze hem gezien, de rest van de week waren ze allebei druk met hun studie. Af en toe konden ze met elkaar meereizen, als hun roosters het toestonden. Voorlopig zou dat ook wel zo blijven, de afgelopen jaren hadden ze het geluk gehad dat ze in dezelfde klas zaten en elkaar bijna dagelijks zagen, dat was nu heel anders. ‘Heb je vanavond iets?’ ‘Volgens mij niet. Jij eet toch mee?’ ‘Ja. Heb je zin om daarna naar Maurits te gaan?’ ‘Komen er nog meer mensen?’
13 ‘Nikki is ook uitgenodigd, maar zij komt alleen als jij ook meegaat.’ ‘O, leuk! Misschien kunnen we nog wel even videobellen met Lynn.’ ‘Ja, dat lijkt me een goed idee, dan gaan jij en Nikki gezellig met haar kletsen en kunnen Maurits en ik gamen.’ ‘En jij denkt dat Maurits niet met Lynn wil videobellen?’ grin - nikte Rachel. Thomas sloeg zijn hand voor zijn gezicht. ‘O ja, dat was ik even vergeten. Aan de andere kant belt hij volgens mij al iedere week met haar. Het wordt echt tijd dat die twee wat met elkaar krijgen. Wanneer komt Lynn terug uit Engeland?’ ‘December of januari.’ ‘Oké. Dan krijgen ze verkering. En als dat niet gebeurt, eet ik m’n schoenen op.’ ‘Kijk maar uit met wat je zegt!’ waarschuwde Rachel hem. ‘Volgens mij dacht je vorig jaar al dat ze verkering zouden krijgen en toen kwam Lynn ineens met Simon op de prop - pen.’ ‘Ze leed aan een vlaag van verstandsverbijstering’, zei Thomas. ‘Dit is heel anders en dat weet jij ook.’ Rachel moest haar vriend gelijk geven. Ze had zelf ook gezien hoe Lynn en Maurits altijd om elkaar heen draaiden. Vorig jaar was ze ook een klein beetje verbaasd dat Lynn opeens verkering met Simon had, maar dat had niet lang geduurd. Maurits paste veel beter bij haar muzikale vriendin. Of wilde ze dat graag omdat Thomas en Maurits al vanaf de brugklas bevriend waren? Op die manier hoefde ze niet
14 bang te zijn dat haar vriendschap met Lynn zou verwateren. Door die gedachte was ze weer terug bij het gesprek met Jaspers. Had hij gelijk en moest ze meer aansluiting zoeken bij haar klasgenoten? Maar ze had haar vrienden voor het leven al gevonden, dus waarom zou ze daar zo veel moeite voor doen?