Buijten & Schipperheijn Motief Amsterdam dagboek 2024 ds. C. Brouwer ds. H. Korving ds. W.E. Klaver ds. J. van Walsem ds. W.A. Capellen ds. P.L.D. Visser ds. A.G.M. Weststrate ds. C.J. Droger ds. H. van Eeken ds. A. Veuger ds. J. Groenleer ds. J.H. Bonhof
ISBN 978-94-6369-240-3 (gewone editie) ISBN 978-94-6369-241-0 (grote letter editie) © Buijten & Schipperheijn Motief – Amsterdam Foto omslag: pexels.com, Luca Galbusera
Ten geleide Opnieuw is het dagboek Goede moed verschenen. Wellicht leest u het dagboek al vele jaren. Het kan ook zijn dat u het voor het eerst in handen hebt gekregen. Wat hopen we als redactie? Dat u door het lezen van de stukjes moed zult krijgen. Het Woordenboek der Nederlandsche Taal geeft verschillende betekenissen van het woord ‘moed’. Een van de betekenissen is ‘geestkracht tonend’. Deze betekenis sluit aan bij de wens van de redactie. Als je op de moeilijke omstandigheden in je leven let en allerlei heftige gebeurtenissen in de wereld op je in laat werken, kan de moed je zomaar in de schoenen zinken. De meditatieve woorden die u dagelijks kunt lezen, naast en bij de woorden uit de Bijbel, willen echter moed geven door u omhoog te laten zien. En wie met een geloofsoog op de Heere ziet, krijgt moed, nieuwe kracht. Want God is getrouw, Zijn plannen falen niet! Hij regeert. Hij zorgt voor al Zijn kinderen en werkt heen naar een heerlijke toekomst. We hopen en bidden dat de Heilige Geest Goede moed wil gebruiken om Geestkracht te tonen in allerlei situaties. Geleid door de Heilige Geest kun - nen we getuigen van Gods goedheid en grootheid en mogen we achter de Heere Jezus aankomen en strijden tegen de zonde. In onze zwakheid geeft God door Zijn Geest Zijn kracht. Zó kunnen we moedig, vol Geestkracht, voorwaarts treden! De redactie, Ds. W.A. Capellen Ds. C.J. Droger Ds. A.G.M. Weststrate
Inhoud Januari Mattheüs 2vv ds. C. Brouwer Februari Jozua 10vv ds. H. Korving Maart Lijdensevangelie volgens Lukas ds. W.E. Klaver April Romeinen 7vv ds. J. van Walsem Mei ‘Dieren in de Bijbel’ ds. W.A. Capellen Juni Handelingen 19vv ds. P.L.D. Visser Juli Genesis 41:17vv ds. A.G.M. Weststrate Augustus Jeremia 26vv ds. C.J. Droger September Esther ds. H. van Eeken Oktober 2 Petrus ds. A. Veuger November 2 Kronieken ds. J. Groenleer December ‘Messiaanse Psalmen’ ds. J.H. Bonhof
5 Kalender 2024 APRIL Z 7 14 21 28 M 1 8 15 22 29 D 2 9 16 23 30 W 3 10 17 24 D 4 11 18 25 V 5 12 19 26 Z 6 13 20 27 JULI Z 7 14 21 28 M 1 8 15 22 29 D 2 9 16 23 30 W 3 10 17 24 31 D 4 11 18 25 V 5 12 19 26 Z 6 13 20 27 SEPTEMBER Z 1 8 15 22 29 M 2 9 16 23 30 D 3 10 17 24 W 4 11 18 25 D 5 12 19 26 V 6 13 20 27 Z 7 14 21 28 DECEMBER Z 1 8 15 22 29 M 2 9 16 23 30 D 3 10 17 24 31 W 4 11 18 25 D 5 12 19 26 V 6 13 20 27 Z 7 14 21 28 JUNI Z 2 9 16 23 30 M 3 10 17 24 D 4 11 18 25 W 5 12 19 26 D 6 13 20 27 V 7 14 21 28 Z 1 8 15 22 29 JANUARI Z 7 14 21 28 M 1 8 15 22 29 D 2 9 16 23 30 W 3 10 17 24 31 D 4 11 18 25 V 5 12 19 26 Z 6 13 20 27 OKTOBER Z 6 13 20 27 M 7 14 21 28 D 1 8 15 22 29 W 2 9 16 23 30 D 3 10 17 24 31 V 4 11 18 25 Z 5 12 19 26 AUGUSTUS Z 4 11 18 25 M 5 12 19 26 D 6 13 20 27 W 7 14 21 28 D 1 8 15 22 29 V 2 9 16 23 30 Z 3 10 17 24 31 MEI Z 5 12 19 26 M 6 13 20 27 D 7 14 21 28 W 1 8 15 22 29 D 2 9 16 23 30 V 3 10 17 24 31 Z 4 11 18 25 FEBRUARI Z 4 11 18 25 M 5 12 19 26 D 6 13 20 27 W 7 14 21 28 D 1 8 15 22 29 V 2 9 16 23 Z 3 10 17 24 NOVEMBER Z 3 10 17 24 M 4 11 18 25 D 5 12 19 26 W 6 13 20 27 D 7 14 21 28 V 1 8 15 22 29 Z 2 9 16 23 30 MAART Z 3 10 17 24 31 M 4 11 18 25 D 5 12 19 26 W 6 13 20 27 D 7 14 21 28 V 1 8 15 22 29 Z 2 9 16 23 30
7 1 januari maandag Lezen: Mattheüs 2:1-2 Reisgenoten Het is de beroemdste kraamvisite ooit. Ruim tweeduizend jaar later wordt er nog steeds over hen geschreven en gesproken. De reis van de wijzen uit het oosten lijkt een nieuwtestamentische variant op de geschiedenis van Abraham. Net als Abraham zijn ook zij af komstig uit het gebied rondom Ur. Ook zij hebben het oude en vertrouwde achter zich gelaten. Ze zijn op weg gegaan. Op reis, omdat God Zelf hen daartoe aanspoort. Voor beiden geldt dat de route niet meteen op voorhand helder is. De bestemming is dat wel. Allemaal zijn ze op eigen wijze bestemd om God te aanbidden. Komende dagen reizen wij als lezers mee. Dat is op een moment waarop ook wij het oude en vertrouwde achter ons hebben gelaten. Het nieuwe en onbekende ligt voor ons. Niemand van ons weet hoe de reis door het nieuwe jaar zal verlopen. De dagen en momenten die gaan volgen, zijn nu nog onbekend. Dit kan het op weg gaan spannend maken. Toch weten wij één ding zeker. De Heere , de God die Abraham riep en die de wijzen op weg heeft gestuurd, gaat mee. Veel heil en zegen bij het onderweg zijn in dit nieuwe jaar! 2 januari dinsdag Lezen: Mattheüs 2:3-6 Bestemming wordt tussenstop De meesten van ons zullen voor de planning van een reis een routeplan - ner gebruiken. Naast een plaats van bestemming, kun je daarin vaak ook allerlei tussenstops opgeven. Een plaats om bijvoorbeeld even de benen te strekken. In het grotere reisverhaal van de wijzen blijkt Jeruzalem uit - eindelijk een tussenstop te zijn. Zo was het oorspronkelijk niet bedacht. Jeruzalem was in die dagen naast het religieuze centrum ook het politieke machtscentrum van Israël. Wanneer je in de sterren ziet dat er een Joodse Koning is geboren, waar kun je die beter zoeken dan in Jeruzalem? De stad waar eens de troon van David stond en waar nu koning Herodes zetelt. Het is de stad van hoop, de stad van de belofte. Het is een logische stop die uiteindelijk grote gevolgen zal hebben. Als levende geboortekaartjes komen de mannen aan in Jeruzalem. De wijzen zijn simpelweg al door hun aanwezigheid stille getuigen. Ze vallen op door hun reisdoel en het spreken daarover. Hierin ligt een mooie spiegelvraag voor ons. Want wat laten wij als getuigenis achter op onze levensreis? Proeven de mensen die wij onderweg ontmoeten iets van het doel dat wij voor ogen hebben? Heer, laat mij een Godsgetuige zijn.
8 4 januari donderdag Lezen: Mattheüs 2:11-12 En zij aanbaden het Kind Het reisdoel is bereikt. De wijzen zijn aangekomen op de plaats waar het Kind, de pasgeboren Koning van de Joden, is. Wanneer Hij in beeld komt, verdwijnt al het andere naar de achtergrond. Vader Jozef wordt niet eens genoemd. Maria krijgt nog wel een eervolle vermelding als ‘Zijn moeder’. Maar ook zij verdwijnt uit het beschreven beeld. Want Hij, Jezus staat centraal. Hij vormt het centrum van de aanbidding. Aanbidden gaat niet zozeer over woorden die worden gesproken. Het heeft veelmeer te maken met de houding die wordt aangenomen. Zijn wij dat in onze traditie niet wat ontwend geraakt? Wanneer maken wij ons nog letterlijk klein voor God en zijn wij aan Zijn voeten te vinden? Van het zich klein maken voor God is toch nog nooit een mens minder geworden? Het is een wonderlijk tafereel. Jezus is mogelijk al een dreumes tussen de een en anderhalf jaar oud. Hij in het midden en daaromheen die volwassen mannen languit op de grond. Ze verlagen zichzelf en daarmee wordt Jezus verhoogd. Zo openen ze eerst het eigen hart voordat de schatkisten opengaan. Na het hart, wordt ook het bezit aan Zijn voeten neergelegd. Ja, alles is voor Hem. Lof en eer voor deze Koning. 3 januari woensdag Lezen: Mattheüs 2:7-10 Als sterren aan de hemel staan ‘Oh, je mag schrijven voor de maand januari? Dat is wel een erg donkere maand. Zorg je dan wel voor wat hoopvolle stukjes?’ Het was een waar - devolle tip die ik meekreeg tijdens een ontmoeting op mijn levensreis. En het is waar. Wat kan je tijdens donkere dagen verlangen naar meer licht. Want licht staat voor hoop en leven. Zo kan je na een nacht die eindeloos lijkt te duren intens genieten van de dag die in alle voorzichtigheid begint te gloren. Als wegwijzer op hun reis heeft de Heere de wijzen een ster gege - ven. Een hemellichaam dat enkel zichtbaar is op donkere momenten. Het is als een knipperlicht. Een stippellijn die de route aangeeft. Maar tussen die momenten door laat God ze niet alleen. Wanneer het hemellicht niet zichtbaar is, worden ze op weg geholpen vanuit het Woord. Het schijnt als een lamp voor hun voet. Zo zijn ze gelovig en hopend onderweg, vol vreugde. Ja, vol van zeer grote vreugde. Wanneer straks de avond valt, kijk dan eens omhoog. Daar in de sterrenhemel huist de belofte van God van een zaad waarin al de geslachten van de aarde gezegend zouden worden. Een belofte die is vervuld in de ster van Bethlehem.
9 6 januari zaterdag Lezen: Mattheüs 2:16-18 Lijden omwille van Jezus Soms kent de Bijbel gedeelten die wij liever overslaan. Maar wanneer je recht wilt doen aan heel de Schrift kun je niet om de lastige gedeelten heen. Het gelezen gedeelte geeft meer vragen dan antwoorden. Want het is toch niet voor te stellen wat hier gebeurt? Het is een gruwelijke daad met blijvende gevolgen. Wanneer je denkt aan de moord op deze onschuldige kinderen, breekt je hart. Het onnoemelijke verlies blijft zichtbaar aanwezig in het getroffen gebied. In het dagelijks leven trekt het diepe blijvende en confronterende sporen. Twee jaar lang worden er bij wijze van spreken geen kinderen aangemeld op school. Twee leergangen blijven altijd leeg. Wat een onvoorstelbaar leed. Wat wordt het leven hier in al haar rauwheid beschre - ven. Het is moord vanwege Jezus. Zelf is Hij als een nieuwtestamentische Mozes aan een voortijdige dood ontkomen. Hier wordt vanaf het eerste begin de christelijke geschiedenis getekend als een weg waarop er lijden is omwille van Jezus. Wat een hoge prijs is daar betaald. Nog altijd worden christenen vervolgd, verdrukt en opgejaagd. Zullen wij ons vandaag in het gebed met hen verenigen? We mogen samen bidden om troost, moed en om vastgehouden te worden. 5 januari vrijdag Lezen: Mattheüs 2:13-15 Vluchten met een belofte op zak Wanneer we lezen over Jozef, over dromen en over Egypte komen er zomaar opnieuw allerlei oudtestamentische gedachten naar boven. Het laat zien hoe het geheel van de Bijbel met elkaar is verweven. Hoe het die ene Geest is, Die waait door heel de Schriften heen. Onmiskenbaar zullen deze parallellen ook de eerdere hoorders van het evangelie naar Mattheüs zijn opgevallen. Het is alsof God bezig is met het schrijven van een nieuwe geschiedenis. Een geschiedenis die niet losstaat van wat eerder is gebeurd, maar die juist bol staat van de vervulling van sluimerende beloften. Egypte heeft oude papieren als veilige uitwijkhaven. De reis die Jozef maakt met zijn jonge gezin vindt plaats in de nacht. Dat is meer dan een detail. Het tekent uit hoe er vanaf het prille begin naast aanbidders ook duistere machten en krachten zijn ontwaakt. Zij willen dit kleine Kind, Die dakloze vluchteling met een prijs op Zijn hoofd, koste wat het kost vernietigen. Het is een verbanning in de nacht, maar wel met een belofte van bevrijding. En als er tussen de regels door iets duidelijk wordt aan het begin van Mattheüs is het wel dat God Zijn beloften waarmaakt. Dat gold toen en geldt vandaag de dag niet minder.
10 8 januari maandag Lezen: Mattheüs 3:1-4 De woestijn als preekplaats De plaats of het gebouw waar een boodschap klinkt doet ertoe. Misschien herken je het wel van vakantie. Je loopt een grote kerk binnen en haast vanzelf treedt er een zekere verstilling en vertraging op. Zou ditzelfde niet gelden voor de woestijn als preekplaats? Het beeld van de woestijn roept in de Bijbel krachtige associaties op. Het is de plaats waar het volk Israël doorheen moest gaan op weg naar het nieuwe, naar het Beloofde Land. In die zin is het een plaats van bevrijding en verlossing. Juist ook omdat onderweg, in de woestijn, God Zijn wil bekendmaakt. De Thora wordt gegeven in de woestijn. Daarnaast is het ook de plaats van gevaar en van oordeel. Decennialang bleef het volk in de woestijn ronddolen vanwege hun ongeloof. Het is een plaats van loutering en van opnieuw beginnen. De woestijn is de plaats waar je met twee woorden leert spreken. Je leert daar over zonde en over genade. Wanneer Johannes de Doper juist hier zijn stem verheft, benadrukt de plaats waar hij spreekt de boodschap. Het is een boodschap met haast. Want de Koning van de Joden is onderweg. Zijn Koninkrijk is dichtbij gekomen. 7 januari zondag Lezen: Mattheüs 2:19-21 Opstaan met Jozef Jozef lijkt in de kerstgeschiedenis vooral de man die je moet zoeken in de kantlijn. Hij is wel onderdeel van de geschiedenis, maar valt daarbinnen niet op. Tenminste dat is veelal het beeld van hem dat wij doorgeven. Maar klopt dit beeld wel? Wanneer je kijkt naar de verzen waarin Jozef voorkomt, zie je iets anders. Karakteristiek voor Jozef is juist dat hij telkens wordt beschreven als de man die opstaat. Eerst lees je daarover in vers 13 en nu in vers 19 opnieuw. Jozef is voortdurend de man die in beweging komt. Iedere beweging is als een sprong in het duister. Dat woord opstaan is een vervoe- ging van het hoofdwerkwoord zoals je het tegenkomt op de Paasmorgen. Het is een woord geladen met hoop en verwachting. Na het opstaan volgt er een nieuw begin. Ook hier, bij Jozef, is dit het geval. Een nieuwe fase in het leven van Jozef en zijn gezin breekt aan. Ze gaan zich vestigen in Nazareth. Vandaag is het zondag. Het is de dag van het opstaan. De dag waarop we samen de echo van de Paasmorgen vieren. Want in Jezus heeft God een nieuw begin gemaakt. Stond jij vandaag ook op met Hem?
11 10 januari woensdag Lezen: Mattheüs 3:1-2 en 5-6 Minder mij en meer Hij Gisteren sloten we af met de vraag naar bekering. Dit woord vormt de kern van het optreden van Johannes. Bekering is binnen het christelijke geloof een bekende term. Maar weten we nog wat ermee wordt bedoeld? Enerzijds kun je voorbeelden noemen waarbij de betekenis wordt uitge - hold. Anderzijds verwijst het begrip naar een haast onmogelijke zaak. Het kleinmaken van het oorspronkelijke Griekse woord helpt om grip op de betekenis te krijgen. Bekering wordt dan ‘voorbijgaan aan wat je denkt te weten’. Dus het af keren van jezelf, het opgeven van mijn zekerheden, waardoor ik niet langer zelf de richting van mijn leven bepaal. Maar waar wordt die richting gevonden? Johannes gaat hier fungeren als wegwijzer. Hij wijst vooruit naar het Koninkrijk. Of beter gezegd: hij wijst als richting naar de Koning die dichtbij is gekomen. Bekering wordt zo dat het eigen ik sterft zodat Christus voor mij gaat leven. Juist het teken dat samengaat met de woorden van Johannes spreekt hier ook van. Degenen die horen, worden gedoopt. Meer dan duizend jaar geleden zijn de kinderen van Israël ook al de Jordaan doorgegaan. Ook toen was het al teken van de overgang van oud naar nieuw. Waar sta jij? 9 januari dinsdag Lezen: Mattheüs 3:4 en 11:7-15 Kleren maken de man Kleding is een belangrijk middel voor mensen om zich te kunnen profile - ren. Kleren geven een bepaalde uitstraling. Dit geldt helemaal van kleding die hoort bij het bekleden van een functie. Het dragen van de juiste kleding maakt het mogelijk de drager te identificeren en zegt iets over de bijhorende bevoegdheden. Denk bijvoorbeeld aan de kleding die gedragen wordt door een politieagent of door een arts in een ziekenhuis. In de Bijbel zie je ook dat kleding wordt gebruikt als kenmerkend en horend bij de functie die iemand bekleedt. Denk maar aan de uitgebreide kledingvoorschriften voor hen die dienst moesten doen in de tempel (Ex. 28). Ook van de profeet Elia is bekend dat hij afwijkend en typisch gekleed ging. Hij droeg een harige mantel en een leren gordel (2 Kon. 1). En nu loopt hier opnieuw een man in de woestijn met soortgelijke kleding, profetenkleding. De oplettende bezoeker kan het haast niet ontgaan. Hier is een nieuwe Elia verschenen. Een profeet, die spreekt namens de Heere. Wanneer de Heere spreekt rest ons maar één ding en dat is luisteren en omkeren. Zien wij nog waar in onze tijd de ‘profeten’ opstaan? Of hebben wij geen bekering meer nodig?
12 12 januari vrijdag Lezen: Mattheüs 3:11-12 Water en vuur, Redder en Rechter Dopen is ondergaan in en weer opstaan uit het water. In de geschiedenis van de Doper is het de zichtbare markering van een veranderde levensweg. Het tekent een nieuw begin. Naast water lees je ook over vuur. Dit markeert juist een einde. Het is de bestemming van dat wat geen vrucht draagt of is. Let op, het vuur verteert niet alles. Midden tussen het water en het vuur staat Jezus. Hij is het Die na Johannes komt. De verschillen tussen hen bei - den zijn onmetelijk groot. Waar Johannes mensen doet ondergaan en op - staan uit het water, is Jezus de Weg waarop de mensen vervolgens blijvend moeten gaan. Waar Johannes spreekt over het oordeel, is Jezus Degene die uiteindelijk het oordeel is. Hij hanteert de bijl en Hij zal rechtspreken over tarwe en kaf, over vrucht en over afval. Jezus is Redder en Rechter in één. Wanneer de Heilige Geest ons onze doop leert verstaan en de vrucht van het geloof doet groeien, hoeft deze twee-eenheid ons geen angst te geven. Want dan wordt waar wat bij de doop al is gebeden: geef dat wij zonder angst zullen verschijnen voor Jezus Christus, Uw Zoon, die Rechter en Redder is. Zie je hoe daar de volgorde is omgekeerd? 11 januari donderdag Lezen: Mattheüs 3:7-10 Niet de afkomst, maar de toekomst telt Allerlei onderzoeken wijzen uit dat in Nederland je af komst best bepalend is voor je toekomst. Zo zijn er veelal ongelijke kansen voor autochtone en allochtone Nederlanders. Maar ook het sociale milieu waarin je opgroeit of waar je opgroeit, maakt verschil. Johannes laat zien dat dit anders is in het Koninkrijk van God. Daar kan je niet terugvallen op je af komst. Met drie verschillende beelden wordt dit duidelijk gemaakt in de gelezen verzen. Als eerste kom je het tegen in de manier waarop hij de Farizeeën en Sadduceeën aanspreekt: adderengebroed! Het wijst op het broedsel, op de jongen van de adder, een giftige slang met een dodelijk beet. Het tweede dat wordt genoemd is het hebben van Abraham als vader en het voorrecht om te leven met Gods belofte. En als derde beeld spreekt Johannes over de wortel van de bomen die niet zichtbaar zijn. Johannes maakt haarscherp duidelijk dat voor God niet de af komst telt, maar de richting waarin ik mij beweeg. Jezus als levensdoel hebben, blijkt uit hoe ik leef en hoe het geloof haar gestalte krijgt in het leven van elke dag. Een boom kent men aan de vrucht. Daarom ‘alles wat u doet, doe dat van harte, als voor de Heere.’
13 14 januari zondag Lezen: Mattheüs 3:16-17 Lijden omwille van Jezus De duif als symbool van vrede gaat terug op de geschiedenis van Noach. Nadat de Heere de aarde door de zondvloed had schoongewassen, tekende de duif het begin van een nieuwe tijd. Een tijd van vrede die bezegeld werd met de ‘pijlloze’ regenboog in de wolken. Is dit wat hier wordt bedoeld met het neerdalen van de Geest van God als een duif? Of moeten we nog verder terug naar het begin van de schepping? Daar lees je weliswaar niet over een duif, maar wel over de Geest van God die zweeft boven het water. Water en Geest, al dan niet in de gedaante van een duif, spreken van een nieuw begin. Een nieuw begin waarbij de ogen en de aandacht omhoog worden getrokken. Vanuit de hoge, vanuit de hemelen, wordt dit nieuwe begin van een goddelijke handtekening voorzien. ‘Dit is Hem, Mijn geliefde Zoon, in Wie ik Mijn welbehagen heb!’ Wat een moment om te gedenken, juist vandaag aan het begin van de nieuwe week. Het nodigt uit om stil te worden. Het wil brengen tot verwondering over hoe God Zijn schepping niet loslaat maar Zelf tot voltooiing brengt. 13 januari zaterdag Lezen: Mattheüs 3:13-15 In de verkeerde rij Opeens is Hij daar. Op een onverwachte plaats treedt Hij naar voren. Daar staat Hij, midden tussen de rij van dopelingen. Hoe kan Johannes Hem nu dopen? Gisteren lazen we hoe Johannes zichzelf nog niet waardig vindt om Jezus’ schoenendrager te zijn. Dus Hem dopen? Nee, dat is onmogelijk. Het zou eerder andersom moeten gebeuren: Jezus op de plaats van Johannes als doper en Johannes op de plaats van Jezus als dopeling. Want het dopen gebeurde onder het belijden van zonden. Hij, Johannes, zou genoeg zonden kunnen opnoemen. Er is genoeg wat om bekering vraagt. Maar Jezus? Wat wilde Hij belijden? Wat zou Hij kunnen belijden? Nee, dit kan niet. Toch laat Jezus weten dat Hij op de juiste plaats staat. Dat moeilijke vers 15 is Jezus’ belijden. Het is samen te vatten als: dit is passend, dit is de weg die Ik moet gaan. Jezus verheft Zich niet boven de mensen in de rij, maar wordt één met hen. Hij staat daar bewust. Niet met Zijn, maar met mijn zonden. Zo laat Hij zien dat God onze overtredingen vergeeft als wij ze aan Hem geven. Hij wordt tot zonde gemaakt, zodat wij weer recht voor God mogen staan. Het is een wonderlijke wisseling van plaats!
14 16 januari dinsdag Lezen: Mattheüs 4:3-4 Als ik zwak ben, ben ik dan sterk? Een van de bekendste boeken van C.S. Lewis is de klassieker Brieven uit de hel . Het boek beschrijft een briefwisseling tussen een duivel en zijn neefje. Samen bespreken zij de beste tactieken om christenen te verleiden hun geloof te verloochenen. Hoewel het boek behoort tot het genre van de Urban Fantasy, worden toch allerlei herkenbare patronen blootgelegd. Een van die patronen is dat verleiding en verzoeking vaak een ingang proberen te vinden in de zwakte van het moment. Juist wanneer Jezus honger ervaart, is de verzoeker er als de kippen bij. De honger wordt misbruikt om in twijfel te trekken wat Jezus als laatste had gehoord voordat Hij werd weggeleid in de woestijn. Er had immers geklonken: ‘Dit is Mijn geliefde Zoon.’ Hier in de woestijn houdt de demonische stem Hem voor: ‘Klopt dit wel? Bent U echt Gods Zoon? Waarom is er dan honger?’ De boze maakt misbruik van het moment van zwakheid. Het is een tactiek waarin hij zich al de eeuwen door heeft bekwaamd. Het is niet voor niets dat Jezus het verzocht worden een plaats geeft in het gebed dat hoort bij het Koninkrijk dat komende is. Bid je het mee? Heere, leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. 15 januari maandag Lezen: Mattheüs 4:1-2 Een duivelse verzoeking Bij zwaardere opleidingen of bij specifieke banen maakt een assessment vaak deel uit van de sollicitatie. Via psychologische tests wordt dan de geschiktheid bepaald. Aan het begin van Zijn bediening ondergaat Jezus een test. Is Hij bekwaam Zijn taak in deze wereld te volbrengen? Nadat de Heilige Geest op Jezus is neergedaald bij Zijn doop in de Jordaan, wordt Hij door Diezelfde Geest weggeleid naar de woestijn. Opnieuw dus de woestijn als toneel. Kan de hitte van de woestijn het water van de doop met bijbe - horende woorden tenietdoen? In een confrontatie met de verzoeker moet dit duidelijk worden. Zal deze confrontatie anders verlopen dan de eerdere, vlak na het begin van de schepping? Denk nu niet dat er bij deze verzoeking niets mis kon gaan omdat Jezus de Zoon van God is. Zijn zondeloosheid was geen automatisme. Ook Hij moest gehoorzaamheid leren (Hebr. 5:8). Wat wordt het juist hier duidelijk dat Jezus ons in alles gelijk is geworden. Hij is in alle dingen zoals wij verzocht geweest. Jezus doorstond de toets. Hij was geschikt om Zijn roeping te volbrengen. Daarom hebben wij in onze verzoeking een veilige Schuilplaats in Hem.
15 18 januari donderdag Lezen: Mattheüs 4:8-10 De verleiding van het olifantenpad Misschien ken je ze wel. Van die paadjes die ontstaan in grasvelden om een bocht af te snijden. Olifantenpaadjes noemen we ze. Het is een snellere en gemakkelijkere route om uiteindelijk op dezelfde bestemming aan te komen. De derde verzoeking heeft wel iets in zich van zo’n olifantenpad. Vanuit het feit dat de eerste twee verzoekingen door Jezus zijn doorstaan, wordt wel duidelijk dat Hij vastberaden is de weg te gaan die de Vader voor Hem bestemd heeft. Een olifantenpad aanbieden lijkt nog een mogelijk - heid. Het is een verleidelijk aanbod. Jezus is immers gekomen om Heere te zijn over alles. Volgens Paulus zal het einde er pas zijn wanneer alle dingen aan Zijn voeten zijn onderworpen (1 Kor. 15:25). Even knielen en de bestem - ming is bereikt. Maar knielen betekent geen weg waarop de machten en krachten worden onttroond. Nu knielen in aanbidding betekent juist de verzoeker verhogen door hem als god te erkennen. Olifantenpaadjes, in ieder leven kom je ze vroeg of laat tegen. Jezus volgen, brengt je niet altijd op de gemakkelijke route. Hij houdt het Zijn volgelingen ook eerlijk voor. Het is kruisdragen. Maar de bestemming is zeker. Daarom houdt goede moed. 17 januari woensdag Lezen: Mattheüs 4:5-7 Vallen of toch blijven staan Gisteren zagen wij hoe de verzoeking via de lichamelijke zwakte geen in - gang vond bij Jezus. In de verzen van vandaag probeert de duivel het vanuit de hoogte. Vanuit de woestijn wordt Jezus meegenomen naar het hoogste punt binnen de heilige stad. Opnieuw versterkt het moment en de plaats de verzoeking. Want vanaf het dak van de tempel is het hele complex van gebouwen te overzien. Dit is de plaats waar alles God ademt. Hier wordt zichtbaar hoe de Heere woont in het midden van Zijn volk. Wanneer er één plaats op aarde is waar het geliefde Kind van de Vader niets kan gebeuren, dan is het toch wel hier? Het is met recht een duivelse verzoeking. Ingaan op de uitdaging betekent hoe dan ook verliezen. Of Hij zal als mens te pletter vallen op het tempelplein. Of Hij komt ten val als Messias, omdat Hij de zorg van Zijn Vader misbruikt voor eigen glorie. Maar Jezus laat zich niet vallen. Hij blijft staan. Want Hij is niet gekomen om eigen eer en glorie te verwerven. Hij kwam juist om Zichzelf te vernederen, tot in de dood. Opdat wij zouden leven door Hem! Wie denkt te staan, laat hij oppassen dat hij niet valt (1 Kor. 10:12).
16 20 januari zaterdag Lezen: Mattheüs 4:11 en Psalm 91:11-13 Dienende engelen De test is voorbij. Jezus heeft de verzoekingen glansrijk doorstaan. Hij laat zien dat Hij bekwaam is Zijn taak in deze wereld te volbrengen. Voor nu erkent de duivel zijn nederlaag. Hij laat Jezus gaan. Echt opgeven doet hij niet. Dat doet de duivel nooit en dit zal later in Jezus’ leven ook blijken. Nadat hij verdwijnt, nemen engelen zijn plaats in. Waarom nu wel en eer - der niet? Zou het niet dezelfde reden hebben als later in Gethsémané? De weg die Jezus moet gaan is een weg die Hij alleen moet gaan. De engelen brengen voor een moment de hemel op aarde. Ze dienen, zo staat er. Dat betekent zoveel als dat in de woestijn een tafel met voedsel daarop wordt klaargemaakt. Door hen geeft God de Vader wat Jezus weigerde uit de hand van de verzoeker. In hen maakt God zichtbaar dat de belofte, die de verzoeker eerder misleidend had geciteerd, geen loze belofte is. De engelen zijn nabij. Ze staan paraat om uitgestuurd te worden om op al de wegen dienend aanwezig te zijn. De zekerheid van deze belofte geldt ook voor wat daarna volgt. De voet is hier in de woestijn op de kop van de slang gezet, nog even en dan… 19 januari vrijdag Lezen: Mattheüs 4:4,7,10 Antwoorden uit de woestijn Wat de afgelopen dagen is blijven liggen, zijn de antwoorden die klinken tijdens de verzoekingen. Hoewel Jezus ze niet allemaal uitspreekt in de woestijn, zijn het wel stuk voor stuk woorden uit de woestijn. Al de ant - woorden komen uit een toespraak die Mozes houdt voordat het volk het Beloofde Land binnentrekt. Hij blikt vooruit en geeft namens de Heere aanwijzingen voor een goede toekomst in Kanaän. Deze woorden van eeuwen eerder klinken hier opnieuw. Jezus kent deze woorden. Dit zegt iets over Zijn kennis en omgang met de Schriften. Hij is daarin thuis. Hij weet ze te gebruiken. Het is een voorbeeld om jaloers op te zijn. Ligt hier mis- schien voor ons een uitdaging vandaag de dag? Want hoe is het met jouw kennis van de Bijbel? Dit is kennis die ons niet zomaar aan komt waaien. Het vraagt om tijd en discipline. Een investering die loont. Want met het thuisraken in Gods Woord krijg je een hemels instrument in handen dat scherper en krachtiger is dan een tweesnijdend zwaard. Pas wel op dat je het niet hanteert in eigen kracht. Want dan kan het zomaar schadelijk zijn. Laat je in het hanteren biddend leiden door de Geest. Want zo krijgen Gods woorden opnieuw betekenis vandaag de dag.
17 22 januari maandag Lezen: Mattheüs 4:12-16 De grens tussen licht en duisternis Wonen in het land van de ongelovigen. Daar zijn, dag in en dag uit. Wat zou dat met je doen? Zal de duisternis zich uitbreiden tot in jouw leven? Of ben jij daar als een lichtje? De profeet Jesaja vertelt ons in het Oude Testament dat het leven op de grens waar geloof en de wereld elkaar raken zwaar is. Zebulon en Naftali weten ervan. Want met de welvaart en de zeevaart was ook de verleiding meegekomen. Het werd een schipperen tussen God en genot. Het maakte hen burgers die steevast leefden in twee werelden. Het was een halfslachtig leven met de Heere. Het brengt dit gebied in duisternis. Het verlaten van de Heere blijft niet zonder gevolgen. De Assyriërs komen en brengen dood en verderf, diepe duisternis komt over het gebied. Een duisternis die doorwerkt tot in de dagen van Jezus. De naam Heidenland raakt blijvend aan hen verbonden. Op deze duistere plaats begint Jezus Zijn bediening. Niet als een lichtje, maar als een groot licht. Juist hier begint het Licht van de wereld te schijnen in woord en met de daad. Letterlijk en figuurlijk leven ook wij in donkere dagen. Maak jij, in navolging van Hem, als lichtdrager hierin een verschil? 21 januari zondag Lezen: Mattheüs 4:12-13 Jezus als woningzoekende Ons land kent vele woningzoekenden. Misschien ben je het zelf wel of ken je iemand in de nabije omgeving. Met de huidige krapte op de woningmarkt is een huis vinden of daarvoor in aanmerking komen een hele opgaaf. Ja, misschien dat het nog makkelijk gaat in het noorden van ons land rond het bekende aardbevingsgebied. Maar zou je dat willen? Is dat de beste en meest veilige plek? Vandaag hebben we gelezen over Jezus die een woon - plaats zoekt. Aan het begin van Zijn bediening is Hij op een punt gekomen dat Hij de plaats van Zijn jeugd verlaat. Zijn oog valt op Kapernaüm. Dit is een levendige handelsplaats met een drukke vissershaven aan het meer van Galilea. Hier gaat Jezus wonen. Of dat in een eigen huis is geweest, vertelt de Bijbel niet. Wel wordt Kapernaüm ‘Zijn stad’ genoemd (Mat. 9:1). Jezus als een woningzoekende. Het vertelt op de eigen manier: God wordt mens. Jezus maakt woning onder zondaren. Want juist daarvan spreekt het gebied van Zebulon en Naftali. Dit achterland is een gebied dat ook wel bekendstaat als het ‘Galilea van de heidenen’. Juist daar vindt Jezus Zijn woonplaats. Jezus die komt wonen bij jou in de straat, zou dat iets veranderen?
18 24 januari woensdag Lezen: Mattheüs 4:18-20 Als Jezus lang komt lopen ‘Bekeer u.’ De meesten van ons zullen regelmatig een kerkdienst bijwonen of op afstand meebeleven. Deze oproep klinkt dan vast niet onbekend. Toch kan het wat abstract klinken. Je bekeren klinkt mooi en goed, maar hoe dan? Waar Johannes bekering zichtbaar maakte door te dopen, doet Jezus dit anders. Hij wandelt langs het meer en ziet twee broers. Het zijn vissers. In onze tijd zouden ze eigenaren zijn van een klein familiebedrijf. Vaak waren dat geen bedrijven met grote winsten. Er was net genoeg om van te leven en misschien wat te sparen. Geen luxe, maar wel een stabiel leven. ‘Kom achter Mij.’ Het zijn woorden met dezelfde inhoud als die oproep tot bekering. Het ene loslaten en achterlaten, om vervolgens een andere weg in te slaan. Niet langer de netten werpen in de zee, maar van nu af aan mensen vangen. Of ze hebben begrepen wat Jezus daarmee heeft bedoeld? Ik denk van niet. Maar alles begrijpen is ook geen voorwaarde voor bekering. Hem volgen, weten dat Hij vooropgaat en dat ik in Zijn voetspoor mag gaan, dat is genoeg. Wanneer Jezus vandaag langs zou lopen bij jou en mij, wat zou ik dan moeten loslaten? Zou ik dat kunnen? Zou ik dan willen? 23 januari dinsdag Lezen: Mattheüs 3:1-2 en 4:17 Steeds maar die herhaling Van Nederland wordt wel gezegd dat het een land is met ruim zeventien miljoen bondscoaches. Daarmee wordt bedoeld dat we allemaal wel een mening hebben over hoe het hoort te gaan. Dit geldt niet enkel in de sport. Want zou je van de kerk ook niet kunnen zeggen dat die vol zit met net zo - veel dominees als leden? Allemaal hebben we onze mening en vaak stoppen we die niet onder stoelen of banken. Een van de meest gehoorde kritiek is die van de veelvuldig voorkomende herhalingen. En ja, soms kan het teveel zijn. Maar herhaling heeft ook nut. De inhoud van Jezus’ verkondiging is nog niet eens herhaling. In onze tijd zouden we eerder het woord plagiaat gebruiken. Mattheüs geeft aan dat de boodschap van Johannes en Jezus letterlijk dezelfde zijn. Verschillende personen die spreken met één mond. Jezus zet voort waar Johannes mee begonnen is. Toch is er in de betekenis wel iets veranderd. Want waar Johannes met deze boodschap nog heen wijst naar Jezus, wijst Jezus met deze boodschap op Zichzelf. Dezelfde woorden, verschillend in betekenis. Zullen we vandaag bidden voor onze voorgangers? Dat ze de juiste woorden zullen vinden om steeds opnieuw Jezus te verkondigen.
19 26 januari vrijdag Lezen: Mattheüs 4:23 Hoofd, hart en handen Een goed boek of een goede film begint vaak met de introductie van de hoofdpersonen. Wie is hij of zij? Welke droom of wens wordt nagejaagd? Welke tegenstanders of obstakels zijn er te overwinnen? Al deze elementen zijn bij Mattheüs ook langsgekomen. Jezus is de beloofde Messias. Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden. Mattheüs benadrukt dat de komst van Jezus wel een nieuw begin is, maar dat het geen breuk vormt met het verleden. Alles wees al heen naar Hem. In Christus is God bezig om Zijn plan te vervullen. In Hem doet Hij Zijn Koninkrijk komen. In Jezus wordt zichtbaar dat God de Schepper het werk van Zijn handen nooit loslaat. Met deze boodschap trekt Jezus Galilea door. Het is niet alleen maar horen dat Gods Koninkrijk onder de mensen is gekomen. Het wordt ook gezien. Het is een boodschap die uitgaat op het niveau van hoofd, hart en handen. Jezus leert opdat de mensen begrijpen wat er gebeurt. Jezus predikt opdat de mensen door genade geraakt worden in het hart. Jezus geneest opdat de mensen de waarheid aan den lijve ondervinden. Op welk niveau zie ik de Heere vooral aan het werk? Waar zou ik graag meer willen ontvangen? 25 januari donderdag Lezen: Mattheüs 4:21-22 Een keus met grote gevolgen Soms maak je keuzes waardoor je eigen leven helemaal op de kop gaat. Dat kan ingrijpend zijn. Maar van die keus draag jij dan zelf de gevolgen. Dit zou kunnen gelden van de keus die de broers Simon en Andreas maken. Later in het evangelie wordt wel duidelijk dat in ieder geval Simon getrouwd is. Of hij dat ook al was bij zijn roeping weten we niet. Bij Jakobus en Johannes ligt dat vanaf het begin heel anders. De keus die zij maken om Jezus te volgen, betekent niet alleen het achterlaten van hun werk. Nee, ze laten ook hun vader achter. Jezus volgen heeft zijn prijs. Wanneer je bent opgegroeid in een gelovige omgeving en het geloof als het ware met de paplepel kreeg ingegoten, sta je daar misschien minder bij stil. Anderen kennen het juist uit eigen ervaring. Vrienden die werden achtergelaten of die juist jou vaarwel hebben gezegd. Vervreemding tussen kinderen en ouders omdat ze verschillende wegen inslaan. In Nederland zien we ook steeds meer mensen komen die echt vanwege het geloof huis en haard achter moeten laten. Al die verschillende situaties stellen mij de vraag: wat zou geloven mij mogen kosten?