BRANDENDE VRAGEN over de hel Scholte nUitgeverij
brandende vragen over de hel DE BIJBELSE HELTEKSTEN IN EEN ANDER PERSPECTIEF MARC VAN DER MEULEN
Brandende Vragen over de hel De Bijbelse helteksten in een ander perspectief Marc van der Meulen © 2023 Scholten Uitgeverij BV Burgemeester Drijbersingel 25c 8021 DA Zwolle [email protected] www.scholtenuitgeverij.nl Vormgeving: Marjoke Knoop, zijdiezijn.nl Eerste druk, september 2023 Drukwerk: Drukcase ISBN 9789083355009 NUR 707 Voor elke Bijbeltekst is de HSV gebruikt, tenzij anders aangegeven. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbe- stand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, met uitzondering van korte citaten gebruikt in recen- sies, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
5 Inhoud Voorwoord 7 Inleiding 9 1. De hel: Jezus spreekt er het meest over 15 2. Betekent eeuwig altijd eindeloos? 21 3. De rook van hun pijniging 29 4. Gehenna 35 5. God is liefde, maar ook rechtvaardig 39 6. Gods wegen zijn hoger dan onze wegen 45 7. Arme Lazarus en de rijke man 49 8. Hel, hel en nog eens hel 59 9. Wie heb jij al gewaarschuwd? 63 10. De hel-light, een plek waar God niet is 69 11. Waar is de logica? 73 12. Hoe nu verder? 77 Literatuur 84 Eindnoten 86
7 Voorwoord D e hel is voor veel christenen een spannend onder- werp. Daar kom je niet zomaar aan. We willen trouw blijven aan wat ons geleerd is en voorkomen dat we de verkeerde leer zouden aanhangen. Want, riskeren we niet de hel, als we er niet meer in geloven? Tegelijkertijd voelen we ongemak bij het toekomstbeeld van de onge- lovige: een eindeloos durende, vreselijke verblijfplaats, afgescheiden van God. Kan dat wel waar zijn? Past een eeuwige kwelling wel bij Gods karakter? Het is terecht dat we als christenen bij een moeilijk thema als deze sterk leunen op de Bijbel. Het woord van God geeft houvast. Echter, daar wordt het niet minder ongemakkelijk van, want op het eerste opzicht lijken de helteksten klip en klaar: de hel is een einde- loze strafplaats voor de goddelozen. Ga je verder op Bijbelonderzoek uit, dan stuit je op veel verschillende werken van theologen vanuit alle hoeken van de wereld. Het vergt doorzettingsvermogen en toch wel enige theo- logische voorkennis om de weg te vinden in alle beschik - bare materie over de hel; dit thema raakt namelijk aan vele andere Bijbelse thema’s. Dat werpt een hoge drempel op. Want, waar begin je? En hoe open je dan überhaupt het gesprek hierover met je geloofsgemeen- schap – laat staan als de openheid daarvoor ontbreekt?
8 Dit is een moeilijke en eenzame plek, die voor velen helaas al heeft geleid tot verwijdering van de kerk. En erger nog: tot afstand van God. Met dit boek hoop ik dat de zoekende christen, die niet uit de voeten kan met het idee van een oneindige bewuste kwelling, iets in handen heeft dat op een hoop- volle manier richting kan geven in zijn of haar persoon- lijke geloofsproces. Een handboek dat de moeilijke teksten niet uit de weg gaat, maar als overzicht en start - punt kan dienen in het onderzoeken van het Bijbelse beeld over de hel. Een boek dat prikkelt om opnieuw na te denken over wat ons de afgelopen eeuwen geleerd is over de hel, om daarmee het gesprek te openen met onze naaste christenen. Door ruimte te geven aan onze brandende vragen, zijn we eerlijk naar onszelf. Van daaruit zijn we in staat om, in een open en oordeelloos gesprek, werkelijk te verbinden met de ander. In het hébben van brandende vragen kan God op afstand komen te staan, maar in het stéllen van brandende vragen vinden we God misschien wel heel dichtbij. Marc van der Meulen
9 Inleiding H et lijkt vaak een helse opgave om onze persoonlijke, liefdevolle Godservaringen te rijmen met de soms brute helteksten in de Bijbel. Het ene moment ervaren we God op een liefdevolle manier en het volgende moment lezen we een afschrikwekkende heltekst. Ons beeld van God heeft eronder te lijden. Heeft God twee kanten? Gaat dit ons verstand te boven en moeten we ons daar maar bij neerleggen? We willen trouw zijn aan God en de Bijbel als Zijn onfeilbare woord blijven lezen. Ook als dat betekent dat we een heel ongemakkelijke waarheid onder ogen moeten zien. Misschien moeten we er dan toch maar aan geloven. De Bijbel is er toch duidelijk over? Gods wegen zijn hoger dan onze wegen. Hij is eeuwig, dus zullen zijn straffen dat ook wel zijn. En zo houden we met een gevoel van ongenoegen een bizarre overtuiging in stand. Maar, geloven we diep vanbinnen eigenlijk wel in een eindeloze pijniging, als we ons niet gemotiveerd voelen om zo snel mogelijk iedere naaste te waarschuwen voor dit horroreinde? Mogen we twijfelen aan dat einds- cenario? Of zijn we dan alles te veel aan het verzachten en schilderen we God té liefdevol af? Vaak lopen onze gedachten daar vast, met als gevolg dat we zwijgen over de hel. Het wordt een onderwerp dat we vermijden in
10 onze geloofsgesprekken. Zijn liefde is genoeg, laten we ons daar maar op richten. Weer anderen reageren juist radicaal. Gods zendingsopdracht is duidelijk: we zijn geroepen om zielen te redden van deze martelkamer. Ook als dat je eigen kinderen zijn. Hardhandige opvoe- dingstechnieken werden en worden nog steeds toegepast om kinderen op het rechte pad te houden, weg van het eeuwige verderf. Logisch – het mentale en fysieke opvoedingsgeweld verbleekt bij de strafplek die God ontworpen heeft voor de ongehoor - zame. Als die eindeloze pijniging een reële angst is, zou je deze opvoedstijl misschien wel als liefdevol kunnen bestempelen. Zelfs als dit tot fysieke en psychische verwonding van het kind leidt. Niet onregelmatig levert een dergelijke opvoeding ongezonde angstpatronen op waar het kind op latere leeftijd last van ondervindt. We mogen niet verbaasd zijn als deze geweldscirkel, geba- seerd op angst, generaties lang standhoudt. Verwonde mensen verwonden mensen. De vruchten van deze helovertuiging zijn lelijk. En toch worden die vaak voor lief genomen, want de Bijbel is duidelijk. Jezus Zélf sprak het meest over de hel. We kunnen niet anders. Toch? ‘Als we echt in de gruwelen van de hel zouden geloven, zouden we elk moment aangrijpen om anderen ervoor te waarschuwen. En toch doen we dat niet.’
11 Gelukkig wel. Er is een uitweg. Er is een manier om de Bijbel zó te interpreteren dat Gods straffen niet tot méér geweld leiden, maar juist rechtvaardigheid en herstel brengen. Want hoe duidelijk de helteksten ook lijken te zijn, Bijbels gezien missen we toch wat kritieke punten als we star vasthouden aan een traditioneel eindeloos hellevuur en tandengeknars. Daar zijn veel Bijbelse aanwijzingen voor te vinden. Een klein voorproefje daarvan vinden we alvast in de volgende tekst: (...) en de kinderen van het Koninkrijk zullen buiten- geworpen worden in de buitenste duisternis; daar zal gejammer zijn en tandengeknars. - Mt. 8:12 (HSV) Wie zullen er jammeren en knarsetanden volgens deze tekst? De kinderen van het Koninkrijk! Dat is het tegen- overgestelde van wat we geloven. Gaan juist niet de ongelovigen naar de hel en de kinderen van God naar de hemel? Wat is hier aan de hand? Om dat te begrijpen wordt er wel iets van ons gevraagd. We moeten namelijk wat meer kennis opdoen om de Bijbel met een andere bril te leren lezen. Een bril die rekening houdt met de betekenis die de helteksten hadden voor de eerste luis- teraars. Het publiek dat naar Jezus stond te luisteren was onderdeel van een volk, onderdeel van een cultuur en onderdeel van een tijd waarin veel stond te gebeuren. Zij hebben op hun eigen manier geluisterd naar de woorden van Jezus en daar hun conclusies uit getrokken. En die conclusies zouden nog weleens sterk kunnen verschillen
12 van de onze. Laten we daarom van ze leren. Laten we dichter bij die oorspronkelijke betekenis proberen te komen. Om dat te doen zullen op de volgende pagina’s verschil- lende thema’s beknopt behandeld worden die ieder voor zich een belangrijk licht werpen op ons begrip van de hel. Dit doen we onder andere aan de hand van veel- gehoorde uitspraken over de hel, zoals ‘Jezus sprak er het meest over’ en ‘Gods wegen zijn hoger dan onze wegen’. Als we eenmaal iets dieper duiken in de belangrijkste helteksten, worden we ons bewust van een wereld van context en grondtekst. De hel interpreteren is complex en zeker niet eenduidig. We zullen ontdekken dat het woord hel een verzamelbegrip is voor verschillende woorden in de grondtekst en dat de helteksten vaak niet over het hiernamaals gaan. De Bijbel spreekt misschien wel iets minder over het leven na de dood dan we denken. Dit boek is geen betoog voor een nieuwe heltheorie. Waarom onderzoeken we dit onderwerp dan nog wél? We willen God leren kennen zoals Hij is en Hem geen eigenschappen toeschrijven die Hij niet heeft. Over Zijn karakter doen we liever géén uitspraak, dan een verkeerde uitspraak. Als de Bijbel niet blijkt te spreken over eindeloos durende pijniging, dan moeten en willen we daar afscheid van nemen.
13 Gelukkig zijn we niet alleen in deze zoektocht, want zolang als de kerk bestaat wordt er op allerlei manieren naar het hellevuur gekeken. Al in de eerste eeuwen na Christus komen we uiteenlopende overtuigingen tegen.1 En wat mij betreft zetten we dit gesprek voort. We onderzoeken alles en proberen het goede te behouden. Ik wil je uitdagen daar een biddende houding in te vinden. Het bevragen van pijlers waar je zo lang op gesteund hebt voelt onwennig, vervreemdend misschien. En toch, al neem je voor je onderzoek even afstand van een theorie, God is en blijft dichtbij. Al eeuwenlang leidt Hij Zijn kerk, al hing die verschillende helvisies aan. God laat Zijn aanwezigheid niet inperken door onze zoektocht. In Zijn handen is jouw persoonlijke proces altijd veilig. De visie op de hel waar ik mee opgroeide – de eeuwige bewuste kwelling – blijkt slechts een van de verschil- lende opties die ons aangereikt wordt door onze voorouders in het christelijk geloof. Bradley Jersak 29
14 Als we lezen over het ‘Koninkrijk van de hemel’ gaat het niet over het hiernamaals, maar over de komst van Gods reddende, ‘hemelse’ heerschappij op aarde, zoals in het gebed dat Jezus ons leerde. 2 N.T. Wright
15 1. De hel: Jezus spreekt er het meest over M isschien ken je het wel. Start een gesprek met een willekeurige christen over de hel en je ervaart al snel dat de ander terugdeinst. Er ontstaat voorzichtig- heid. Je proeft als het ware de vraag van die ander door de zinnen heen; ‘als je dit loslaat, laat je toch de kern van je geloof los? Begeef je je niet op een hellend vlak? Zijn we niet geneigd om moeilijke zaken weg te redeneren? Spreekt Jezus zelf niet vaak over de hel?’ Vooral bij die laatste vraag stopt het gesprek geregeld. Inderdaad. Jezus spreekt veel over de hel. En als er één Bijbelse figuur is met autoriteit, dan is het Jezus wel. God zélf. Terecht heeft deze vraag mij regelmatig teruggewezen naar de evangeliën. Toch nog eens lezen wat er staat geschreven. Wat zegt Jezus nu eigenlijk en tegen wie? Waarom? De schapen en de bokken, het afhakken van je hand, de worm die niet sterft en het onblusbare vuur. Het zijn bekende termen die door de meeste gelovigen geassocieerd worden met het hiernamaals. En wie ben ik dan om te tornen aan het altijd eenvoudige evangelie: geloof dat Jezus gestorven is voor je zonden en word gered van de eeuwige verdoemenis. Alleen door geloof kent onze reis een behouden aankomst: de hemel.