MARINUS BURCHT VAN ’T VEER BWmarinus.indd 1BWmarinus.indd 1 07-08-2023 13:0107-08-2023 13:01
BWmarinus.indd 2BWmarinus.indd 2 07-08-2023 13:0107-08-2023 13:01
DR. MARINUS BURCHT VAN ’T VEER1904-1944 Vernieuwend gereformeerd prediker en evenwichtig pastor in een bezeten tijd Dr. Harm Veldman BWmarinus.indd 3BWmarinus.indd 3 07-08-2023 13:0107-08-2023 13:01
Deze uitgave is mede mogelijk gemaakt door Stichting Afbouw Kampen Stichting Zonneweelde Familie Van ’t Veer ISBN 978-94-6369-235-9 © 2023 Buijten & Schipperheijn Motief Amsterdam Behoudens uitzonderingen krachtens de Auteurswet van 1912 mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen of openbaar gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgevers. Voor het maken van kopieën uit deze uitgave, ook voor zover toegestaan door de Auteurswet, zijn vergoedingen verschuldigd. Voor betaling van vergoedin - gen en voor toestemming voor het overnemen van gedeelten in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken wende men zich tot de uitgevers. De uitgever heeft zijn uiterste best gedaan rechtenvrije foto’s te gebruiken. Mocht u toch menen enige rechten te kunnen doen gelden, meldt u dit dan bij de uitgever. Omslagontwerp: Aperta, Jan Johan ter Poorten Omslagfoto: Archief familie Van ’t Veer, Vrije Universiteit, HDC | Protestants Erfgoed Opmaak binnenwerk: Andries Mol BWmarinus.indd 4BWmarinus.indd 4 07-08-2023 13:0107-08-2023 13:01
Inhoud Proloog 7 Hoofdstuk 1 Van Rotterdam-Kralingen naar Kapelle- Biezelinge 11 Hoofdstuk 2 De weg naar ‘Kampen’ 17 Hoofdstuk 3 Dienen in Zevenbergen 23 Hoofdstuk 4 Predikant in Groningen-Oost 31 Hoofdstuk 5 Pastor voor jong en oud in crisistijd 51 Hoofdstuk 6 Heilshistorische prediking 64 Bijlage 92 Hoofdstuk 7 Promoveren aan de Vrije Universiteit 105 Hoofdstuk 8 In oorlogstijd over naar Amsterdam 116 Hoofdstuk 9 Samen opponeren tegen de Generale Synode 129 Hoofdstuk 10 Van ’t Veer spreekt op de tweede Vrijmakings- vergadering 12 augustus 1944 142 Hoofdstuk 11 De kerkstrijd in Amsterdam en de dramatische laatste week 156 Hoofdstuk 12 De erfenis van M.B. van ’t Veer 167 Epiloog 191 Bibliografie van M.B. van ’t Veer 193 Publicaties in relatie tot M.B. van ’t Veer 197 Dankwoord 201 Register van personen 202 BWmarinus.indd 5BWmarinus.indd 5 07-08-2023 13:0107-08-2023 13:01
BWmarinus.indd 6BWmarinus.indd 6 07-08-2023 13:0107-08-2023 13:01
PROlOOG 7 Proloog Het leven en werk van dr. Marinus Burcht van ’t Veer (1904-1944) is om uiteenlopende redenen een nadere kennismaking zeker waard. Hij was een bekwaam theoloog, een vernieuwend prediker en een evenwichtig geestelijk leider voor jong en oud in een tijd die weergaloos ingewikkeld was. Hij studeerde theologie in Kampen van 1924 tot 1929 en zette zijn studie voort in Amsterdam. In 1931 werd hij gereformeerd predikant, waarna hij in 1942 promoveerde. In augustus 1944 overleed hij volko - men onverwacht. In welke wereld werd Marinus geboren? Ik roep via enkele namen en trefwoorden kenmerken op die van toepassing zijn op zijn geboorte - jaar 1904: Nederland heeft een jonge koningin: Wilhelmina; Abraham Kuyper is minister-president; Rotterdam telt 320.000 inwoners, mede door annexatie van randgemeenten; economische groei staat hoog ge - noteerd; vooruitgangsgeloof zet door; beginnende secularisatie; de Ge - reformeerde Kerken in Rotterdam tellen ruim 18.000 leden. Toen Marinus (ofwel Rien) een tiener was en in het kalme Zeeland woonde, stond de wereld in brand. En al bleef Nederland buiten de in 1914 uitgebroken Eerste Wereldoorlog, de schokkende gevolgen lieten zich gelden in alle levensgebieden. Zeeland lag dicht bij het oorlogs - gebeuren in België. Door één moordaanslag te Sarajevo was elk opti - mistisch toekomstbeeld in 1914 vergruizeld. Was de wereld nu echt be - zeten? En toen de razernij van de oorlog voorbij was beloofde de vrede van Versailles veel, maar vertrouwen was er nauwelijks. Hoe een chris - telijk voorman daarover dacht? l ees wat dr. Herman Bavinck daarover te vertellen had. 1 De vraag komt op of de mensheid haar houvast had 1 H. Bavinck, ‘Het probleem van den oorlog’; in: Oorlog en Christendom, Kampen 1931, 30-58; en: ‘Christendom, Oorlog, Volkenbond’; in: Oorlog en Christendom, 84-125. Ook: D. van Keulen, ‘Wij zitten met dezen oorlog in groote BWmarinus.indd 7BWmarinus.indd 7 07-08-2023 13:0107-08-2023 13:01
8 MARINUS BURCHT VAN ’T VEER verloren. Anders gezegd: waren de mensen nu terechtgekomen in de maalstroom van de diverse tegengestelde geestelijke stromingen? Men raakte op drift – niemand wist waar het schip zou stranden. Men wist niet (meer) in welke richting de goede oplossing moest worden ge - zocht. Fundamentele onzekerheid nam bezit van de menselijke geest. Wat beweegt een jongere in zo’n tijd? Rien wil studeren. Hij wil zijn ge - loof nader onderzoeken. Hij wil zijn God beter leren kennen. De route wordt uitgestippeld: gymnasium – theologie in Kampen – ook studie in Amsterdam. Hij wil predikant en wetenschapper worden. Na een perio - de van wachten op een beroep wordt hij dominee in het oude Brabantse stadje Zevenbergen. Een kalm wereldje? Aan de oppervlakte lijkt het erop, zeker in het rustige Zeeland. Maar wie verder kijkt, ontwaart de context van een die - pe nationale en internationale geestelijke crisis. Een nationaal crisissig - naal is de mislukte revolutie van de socialistische leider P.J. Troelstra in 1918. De Nederlandse democratie verandert niet in een socialistische maatschappij. Toch vinden ondergangsstemmingen een plek in het den - ken van geleerden – en straks ook van de gewone man. De grote vraag luidt: wie is in staat de Europese mens te redden van de ondergang van het Avondland? Zal de nieuwe filosofie van het nihilisme het einde inlui - den? Of werken er ook positieve krachten? En… belangrijke vraag: heeft de kerk nog een boodschap aan een we - reld in nood? De jonge dominee Klaas Schilder – actief in Vlaardingen en kort daarna in Gorinchem – bepaalt aan het eind van de Eerste We - reldoorlog zijn gehoor en zijn lezers bij de vraag wat de hel is. 2 Breken er eschatologische tijden aan? De grote vijand van God rukt op om – hoe dan ook, linksom of rechtsom – Europa aan zich te onderwerpen. Maar heeft Martin luther de kerk niet leren zingen van de vijand met zijn ‘op - verlegenheid’; Herman Bavinck en het oorlogsvraagstuk; in: G. Harinck c.s., Ontmoetingen met Bavinck. Barneveld 2006, 183-204. 2 K. Schilder, Wat is de hel? 1 e druk. Vlaardingen 1919; 2 e druk, Kampen 1920, 3 e druk Kampen 1932; vgl. S. Griffioen, ‘De cultuurfilosofie in De Openbaring van Johannes en het sociale leven’; in: J. de Bruijn c.s. (red.), Geen duimbreed. Facet - ten van het leven en werk van prof. dr. K. Schilder 1890-1952. Baarn 1990, 39-47. BWmarinus.indd 8BWmarinus.indd 8 07-08-2023 13:0107-08-2023 13:01
PROlOOG 9 gestoken vaan’, en tegelijk ook van “de Here Zebaoth, Hij is de Zoon van God, slechts Hij kan triomferen” (vertaling H.J. Schilder). Dit geeft de burger moed, de christen voorop. Maar de werkelijkheid is weerbarstig. En wie gelooft luther nog in zo’n crisis, waarin de mens al dan niet op zichzelf wordt teruggewor - pen? In deze rusteloze zoektocht klinkt ook de duidelijke stem van de Zwitserse theoloog Karl Barth die zich keert tegen het liberale, gearri - veerde christendom. De machteloosheid van de gewone man uitte zich bij de verkiezingen in Europa in een keus voor de sterke man, die zich zowel in de rechterflank als in de linkerflank van de politiek manifesteerde. In veel Europese landen hadden de communisten na de revolutie van lenin in Rusland (1917) een warm onthaal gekregen bij de arbeidersklasse. Daartegen - over waren fascistische en nationalistische bewegingen ontstaan, die een goed alternatief meenden te bieden voor een sterke toekomst. Het was uiterst spannend om te zien hoe deze politieke krachten zich per land ontwikkelden en de massa probeerden in te palmen. Deze Euro - pese crisis hing nauw samen met de grote ongewisheid rond de vre - de in Europa na de Eerste Wereldoorlog. 3 Hoe lang zou de Vrede van Versailles standhouden? De Duitse ‘cultuurpessimist’ Oswald Spengler voorspelde in 1922 het einde van de Europese cultuur in Der Unter - gang des Abendlandes; jongeren zagen nauwelijks nog een leefbare toekomst. De economie begon in 1929 een scherp dalende conjunctuur te vertonen, met grote negatieve gevolgen. En dat verschijnsel kreeg pandemische trekken. Vanaf die tijd deden zich politieke gebeurtenis - sen voor met een uitwerking die niemand voor mogelijk had gehouden. Communisme en fascisme vochten als tegenpolen om de hegemonie in Europa. En in beide ideologieën woekerde het antisemitisme. Cultuurhistoricus Johan Huizinga kwam in 1935 met zijn boek In de schaduwen van morgen. 4 Zijn eerste hoofdstuk begon met de zin: “Wij leven in een bezeten wereld.” In de periode 1943-1945 liet Huizinga zijn 3 Karl Dietrich Bracher, Europa in der Krise. Innengeschichte und Weltpolitik seit 1917. Frankfurt a.M., usw. 1979. 4 J. Huizinga, In de schaduwen van morgen. 1 e druk, Haarlem 1935; 8 e druk, Haarlem 1951. BWmarinus.indd 9BWmarinus.indd 9 07-08-2023 13:0107-08-2023 13:01
10 MARINUS BURCHT VAN ’T VEER boek Geschonden wereld 5 erop volgen, met de vraag: zijn er na deze tweede grote oorlog nog kansen op herstel? Het verlangen naar geestelijke zekerheid verschool zich veelal ach - ter alle economische en politieke ellende. Waar men al afstand had ge - nomen van kerk en geloof, maakte de publieke opinie het leven steeds meer los van God en godsdienst. De secularisatie liet zich in toenemen - de mate voelen als een bevrijdende uitweg uit een bekrompen christe - lijke samenleving. Hoelang zouden de kerken het nog volhouden? Of waren dit ‘de laatste dagen’ van een steeds meer God-loze wereld? Wie in een dergelijke wereld predikant wil worden moet over een bijzonder goedgevuld wapenarsenaal beschikken. Hij doet er goed aan ‘de wapenrusting Gods’ aan te trekken, zoals de apostel Paulus daarover schrijft in Efeziërs 6:11-18. Hij moet het Woord van God kennen als een veilige, zekere weg naar een toekomst die God heeft voorbereid door Zijn Zoon Jezus Christus. Dat biedt ouderen én jongeren houvast in een bizarre tijd. Dat perspectief was voor Van ’t Veer een heel belangrijk speerpunt: hij hield zijn geesteskinderen de goede weg voor! In preek, toespraak en boek. Maar wat te doen als zelfs theologen hier eigenzinnige wegen bewan - delen? Als zij zich achter gesloten deuren, maar ook in het publieke domein keihard tegenover elkaar opstellen? En daarmee de weg van de waarheid bijna onvindbaar maken? Waar was de goede verdraagzaam - heid in Nederland toen in 1944 een kerk in twee brokstukken uiteenviel? Toen maakte Van ’t Veer zijn keus, maar kon die niet meer effectueren, door ziekte en overlijden. De vragen van het hier gepresenteerde onderzoek naar het levenswerk van dr. M.B. van ’t Veer raken deze thema’s allemaal. Daarom is deze studie niet maar een puur academische onderneming, maar kan ze ook dienen als een spiegel in de eigen tijd en in de eigen kerk. Omdat Gods Woord een boodschap heeft voor alle tijden. Dr. Harm Veldman 5 J. Huizinga, Geschonden wereld. 1 e en 2 e druk, Haarlem 1945. BWmarinus.indd 10BWmarinus.indd 10 07-08-2023 13:0107-08-2023 13:01
VAN R OTTERDAM-KRAlINGEN NAAR KAPEllE -BIEZElINGE 11 HOOFDSTUK 1 Van Rotterdam-Kralingen naar Kapelle-Biezelinge Het ouderlijk milieu heet bepalend te zijn voor de ontwikkeling van kin - deren. Zij blijven veelal in de ‘bubbel’ zitten waar de ouders ook in ver - keren. Een dubbeltje wordt nooit een kwartje – zeker niet in de eerste decennia van de twintigste eeuw. Toch ‘ontsnapt’ er zo nu en dan iemand aan die wetmatigheid. Marinus Burcht van ’t Veer weet zich door hoge intelligentie – een bijzonder cadeau van de Schepper – en door grote ijver omhoog te werken. Hij droomt van een goede toekomst. Maar is een ‘neocalvinistisch’ milieu voorbestemd om zulke kinderen voort te brengen? In hoeverre beantwoordt het milieu van de familie Van ’t Veer aan deze bespiegeling? Worden er door de ouders al vroeg prikkels ge - geven om een kind hogerop te stuwen? Of is het een erfelijk basisgege - ven bij deze jongen? Jonge jaren Marinus Burcht van ’t Veer werd geboren op 30 maart 1904 te Rotter - dam, om precies te zijn in het stadsdeel Kralingen. 1 Zijn ouders waren Jacob Cornelis van ’t Veer (1877-1944) en Pieternella Korstanje (1875- 1965), getrouwd op 15 juni 1900. Ze behoorden tot bekende Zeeuwse families, die op Zuid-Beveland hun basis hadden. Vader Jacob was tim - merman in Kapelle, in de nabije omgeving van Goes. Hij was feitelijk een zzp’er avant la lettre. Het jonge paar kreeg op 25 mei 1901 hun eerste kind: Cornelia Catharina. Hun tweede kind, een jongen, werd op 8 au - gustus 1902 geboren, hij kreeg de namen l eendert Burcht. 1 Kralingen was tot 1895 een zelfstandige burgerlijke gemeente; daarna werd het een deel van de gemeente Rotterdam. BWmarinus.indd 11BWmarinus.indd 11 07-08-2023 13:0107-08-2023 13:01
12 MARINUS BURCHT VAN ’T VEER Kort daarna, op 17 september 1902, verhuisde het gezin naar Rot - terdam. 2 De mogelijkheden voor werk waren in de dynamische haven - stad naar verwachting groter dan in Zeeland. Het derde kind kreeg de namen Marinus Burcht. 3 De tweede naam, Burcht, erfden de jongens van hun grootvader en van vele voorvaderen. In zijn jonge jaren werd Marinus Rinus of Rien genoemd, iets wat jaren later zou veranderen. Bij zijn doop in de Gereformeerde Kerk 4 werd hij ingeschreven in het register van deze gemeente. Over de kerkelijke gemeente in Rotterdam is bekend dat de familie Van ’t Veer bij Kralingen behoorde. Zolang de familie in deze havenstad bleef wonen ging men op zondag altijd naar de erediensten. 5 Maar al op 14 april 1905 keerde het jonge gezin terug naar Zeeland. Was de dynamiek van de grote havenstad hun toch te veel? Vie - len de werkmogelijkheden tegen? Het leefklimaat was zo heel anders dan in Zeeland. De ouders kozen ervoor om weer in Kapelle te gaan wo - nen. Daar werden later nog vier kinderen geboren. Gereformeerde Kerk Kapelle In het Zuid-Bevelandse dorp Kapelle, ongeveer zeven kilometer ten zuidoosten van Goes, bestond sinds 1865 een Gereformeerde Kerk. Deze beschikte over een eigen kerkgebouw, aan de straatweg van Ka - pelle naar Biezelinge, zuidelijk van de spoorlijn. Beide dorpen gingen er samen naar de kerk. De gemeente was voortgekomen uit de Afscheiding in het nabije Goes in 1836. Daarna was het in 1851 in de dorpen Biezelin - ge en Eversdijk gekomen tot een nieuwe afscheiding van de Nederlandse 2 Zeeuws Archief, Bevolkingsregister. Toegang 4000, Inv. nr. 1274. De geboorte - plaats Kralingen wordt o.a. vermeld op het Getuigschrift van M.B. van ’t Veer in 1919 verkregen t.g.v. het afscheid van het Gereformeerd Gymnasium Kampen. 3 De tweede voornaam wordt in de documenten verschillend geschreven; veelal als Burght; tot en met de attestatie die hij en zijn vrouw indienen te Groningen in 1936; als hij in 1942 promoveert blijkt dat Burcht te zijn geworden. 4 De gereformeerde kerk van Kralingen was in 1887 ontstaan in samenhang met de Doleantie van 1886. Toen de familie Van ’t Veer er lid werd, dienden daar de predikanten S. Oudkerk en J.D. van der Velden. De gemeente telde ongeveer 3500 leden. 5 Veel gegevens over het gezin waarin Marinus B. van ’t Veer opgroeide ontving ik uit de kring van de kinderen van M.B. van ’t Veer. Daarvoor mijn hartelijke dank. BWmarinus.indd 12BWmarinus.indd 12 07-08-2023 13:0107-08-2023 13:01
VAN R OTTERDAM-KRAlINGEN NAAR KAPEllE -BIEZElINGE 13 Hervormde Kerk (hierna ‘NHK’). Onder de dertig leden die deze stap ondernamen was ook een familie Van ’t Veer. 6 De kerkelijke gemeente werd bij haar start naar zelfstandigheid in 1865 aangeduid als de Chris - telijke Afgescheiden Gereformeerde Kerk van Biezelinge en Eversdijk. later werd dit gewijzigd in Kapelle-Biezelinge. In 1867 werd aan deze gemeente de geboren Zeeuw ds. Marinus Boon (1823-1887) verbonden die in 1871 werd opgevolgd door ds. Maas van Apeldoorn (1811-1898). Deze bleef in de gemeente actief tot 1891, waar - na in 1893 ds. Isaac Constant (1843-1929) de leeggekomen plaats ver - vulde. Dit drietal dominees had gestudeerd aan de Theologische School in Kampen. laatstgenoemde emigreerde in 1896 naar de Verenigde Sta - ten, waar hij de ‘Nederlandse Gereformeerde Gemeente te lodi’ in de staat New Jersey (ten noorden van New York) diende. Deze gemeente was sterk georiënteerd op Nederland; men maakte zich in 1899 los van het kerkverband van de Christian Reformed Church en verleende zich de status van een ‘vrije gereformeerde gemeente’. 7 Deze kerk zocht later wel officieel contact met de Christelijke Gereformeerde Kerken (hierna ‘CGK’) in Nederland. Als we kijken naar de in Zeeland ooit grote invloeden van het puritanis - me, dan springen er al gauw enkele thema’s uit: zondagsheiliging, afkeer van weelde en een verinnerlijking ofwel bevinding van het geloofsleven. Dat dit ook samenging met een zekere mate van wetticisme kan men bijna gevoeglijk aannemen. De eerstverantwoordelijke daarvoor was ds. Willem Teellinck (1579-1629) te Middelburg. Hij had veel contacten met geestverwanten in het Engelse brongebied van de puriteinen. Maar de genoemde aspecten kan men niet alleen aan Zeeland koppelen. Die gol - den in veel regio’s als een voornaam kenmerk voor het gereformeerde leven. 8 6 J. Wesseling, De Afscheiding van 1834 in Zeeland. Deel 1. Barneveld 1987, 243vv. 7 Joh. de Haas, Gedenkt uw voorgangers. Deel 1 en 2. Haarlem 1984. 8 Het puritanisme was omstreeks 1600 vanuit Engeland naar Nederland overgewaaid via Zeeland, met name via de sterk op Engeland georiënteerde Middelburgse predikant Willem Teellinck (1579-1629). Dat deze stroming niet vergeten mocht worden was de aanleiding voor een nieuw onderzoek door de BWmarinus.indd 13BWmarinus.indd 13 07-08-2023 13:0107-08-2023 13:01
14 MARINUS BURCHT VAN ’T VEER Omstreeks 1900 telde de gereformeerde kerk van Kapelle-Biezelinge een kleine driehonderd leden. Er waren twee zondagsscholen, de ene in Biezelinge, de andere in Kapelle. Ook was er een jongelingsvereniging en een meisjesvereniging, en tevens een zangvereniging. Zoals hierbo - ven werd vermeld hebben vanaf haar ontstaan drie dominees in de ge - meente gediend. De vierde kwam in 1898: kandidaat Nicolaas Gerhard Kerssies (1875-1939), die in 1904 vertrok. Daarna deed in 1905 kandi - daat Rembertus Karel Martinus Hummelen (1875-1941) zijn intrede. Hij bleef er tot 1907. Zijn opvolger werd kandidaat Nittert Postema (1882- 1962). 9 Hij diende in Kapelle-Biezelinge van 1908-1912. Al deze predi - kanten hadden hun opleiding ontvangen aan de Theologische School in Kampen. In de keus voor een nieuwe predikant bleef men in Kapelle in de lijn van de Afscheiding. In Kapelle-Biezelinge bestond een vrij sterke hang naar ‘bevinde - lijkheid’, die ertoe leidde dat men niet tevreden was over de toenmali - ge prediking. Het kwam zover dat in Kapelle met medewerking van de moederkerk Goes in 1927 een Gereformeerde Gemeente werd gesticht Een aantal leden van de Gereformeerde Kerk stapte over naar deze ge - meente. Deze was eerst klein en niet in staat een eigen predikant te on - derhouden; pas in 1949 werd met het beroepingswerk begonnen en in 1971 werd de vacature vervuld. Scholing In Kapelle stond een christelijke school; deze werd in stand gehouden door een schoolvereniging waar veel ouders lid van waren – het was nog in de jaren van de schoolstrijd. Op deze school volgde Marinus, ofwel Kamper kerkhistoricus prof. dr. H. Bouwman. Dat resulteerde in diens brochure Willem Teellinck en de practijk der Godzaligheid, Kampen 1928; herdruk Kampen 1985. Ik vermeld ook de auteurs die eveneens aandacht vroegen voor Teellinck, nl. W.J.M. Engelberts (1898), Herman Westerink (2002), W.J. op ’t Hof (2007 en 2008). Daarnaast verschenen in 1979, 2009 en 2015 tekstuitgaven van Teellinck, resp. door uitgeverij Den Hertog, het Nederlands Dagblad en uitgeverij De Banier. 9 Joh. de Haas, Gedenkt uw voorgangers V, 112v.; Jaarboek ten dienste van de Gereformeerde Kerken in Nederland. Red. G. Doekes en J.C. Rullmann, Goes 1917, onder de kerk Kapelle-Biezelinge. Zie ook: J. van Gelderen en F. Rozemond, Gegevens betreffende de Theologische universiteit Kampen 1854-1994, Kampen 1994, register op de namen van de studenten. BWmarinus.indd 14BWmarinus.indd 14 07-08-2023 13:0107-08-2023 13:01
VAN R OTTERDAM-KRAlINGEN NAAR KAPEllE -BIEZElINGE 15 Rien, het lager onderwijs. De in 1900 ingevoerde leerplicht was voor hem geen straf. Hij leerde vlot, sloeg zelfs een klas over. Na deze basis - vorming stapte hij in 1916 over naar de christelijke ulo (mulo) te Goes. Het werkwoord ‘stappen’ dienen we hier letterlijk op te vatten: Mari - nus moest elke dag de afstand van zeven kilometer vice versa lopend afleggen. Maar op de terugweg deed hij al zoveel mogelijk het opgegeven huiswerk. 10 De reden daarvoor was dat hij bij thuiskomst meer dan eens moest meewerken in het timmerbedrijfje van zijn vader, waar ook de jongere broers hand- en spandiensten verrichtten. Ook werken in een bakkerij was een mogelijkheid om wat bij te verdienen. Zo kan men de jeugd van Rien zien als een tijd van aanpakken en hard werken en tege - lijk het schoolwerk in orde maken. Deze levenshouding behield hij, ook al werd hij geen timmerman zo - als zijn vader. Hij wilde naar het gymnasium! Dat werd ook geadviseerd door het hoofd van de ulo; hij had de begaafdheid van Rien al vroeg op - gemerkt. l eefde bij de jonge Rien toen al de wens om ooit dominee te worden? Maar waar kon hij voor de vooropleiding het beste terecht? En hoe moest dat worden gefinancierd? De Eerste Wereldoorlog die in 1914 uitbrak – waarbij Nederland neutraal bleef – liet zich in Zeeland voelen en horen vanwege de Duitse beschietingen van de havenstad Antwerpen, vanaf 28 september 1914. In Nederland heerste grote spanning of de stad zich zou weten te hand - haven. Maar na de zware bombardementen van de eerste week van ok - tober 1914 was de havenstad in puin geschoten. In Zeeland zag men de stad branden. En daarna marcheerden de Duitse troepen de stad bin - nen. In deze gespannen situatie leefde men in Nederland – ook in Ka - pelle – erg mee met het lot van de zuiderburen. Feitelijk hing in Zeeland en Noord-Brabant een permanente dreiging dat de Duitse troepen ook Nederland zouden binnenvallen, al zou het alleen maar zijn om de vaar - weg naar Antwerpen veilig te stellen. De oorlog zorgde in Zeeland voor werkloosheid en verzwakking van de economie. Na zijn schoolperiode in Zeeland – Rien slaagde voor zijn ulo-examen in 1919, hij had de vierjarige schoolperiode in drie jaar afgerond! – kreeg 10 Volgens informatie van de familie kreeg de jonge scholier later wel een fiets tot zijn beschikking. Dan was hij eerder thuis en kon hij meehelpen in de zaak. BWmarinus.indd 15BWmarinus.indd 15 07-08-2023 13:0107-08-2023 13:01
16 MARINUS BURCHT VAN ’T VEER Marinus, toch wel verrassend, de mogelijkheid om op het ietwat exclu - sieve Gereformeerd Gymnasium te Kampen de opleiding te volgen die hij zich wenste. Om daarna – als alles lukte – in dezelfde stad verder te studeren in de theologie. De bekostiging van zijn opleiding is tot dan toe nog niet duidelijk. De eigen familie was niet erg kapitaalkrachtig. De vraag blijft: wie heeft deze grote kostenpost – lesgeld en kostgeld – voor zijn rekening geno - men? Heeft Rien er misschien zelf voor gezorgd door thuis zo nu en dan mee te werken in vaders timmerbedrijf ? Dat was een bijna vanzelfspre - kende zaak. Of waren er sponsors? Dat is ons niet bekend. Heeft de kerk van Kapelle er misschien aan bijgedragen? Ook dat onttrekt zich aan onze waarneming. Rien is de tweede van rechts achteraan. BWmarinus.indd 16BWmarinus.indd 16 07-08-2023 13:0107-08-2023 13:01
DE WEG NAAR ‘KAMPEN’ 17 HOOFDSTUK 2 De weg naar ‘Kampen’ Wie een innerlijke roeping voelt om predikant te worden zal er alles aan doen om aan die roepstem gehoor te geven. Als het goed is, komt die stem van God. En wie zich dat realiseert, weet ook dat God hem op weg naar het doel de kracht en de wijsheid zal schenken – op het gebed. Dan worden wegen die bijna onbegaanbaar leken toch gelopen – ook al lijkt de route weleens een kronkelweg. Zo moet het ook in de gedachtewereld van de jonge Rien van ’t Veer gegaan zijn. Na de lagere school in Ka - pelle ging hij verder naar het voortgezet onderwijs in Goes en kwam in Kampen op het Gereformeerd Gymnasium, om daarna aan de Theologi - sche School te studeren. Dit met instemming van zijn ouders, die daarin gesteund werden door de hoofdonderwijzer uit Goes. Rien volgde een spoor dat binnen een Bijbelse visie op de toekomst paste. Gereformeerd Gymnasium In het schooljaar 1920-1921 meldt Rien zich aan bij het Gereformeerd Gymnasium 1 aan de Oudestraat in Kampen. Hij wordt op 18 september 1920 officieel opgenomen in de schoolgemeenschap door zich aan te sluiten bij de societas Utile Dulci, 2 via een introductie die hij goed door - staat. Hij ontvangt het getuigschrift met de afkortende titel QBFFS, d.i. Quod bonum felix faustumque sit, 3 daarmee wordt aangegeven dat de introductie nu is afgesloten. 1 Voor een goed beeld van het Gereformeerd Gymnasium te Kampen kan die - nen de tekst van: J.J.C. Dee, K. Schilder, zijn leven, zijn werk. Deel 1. Goes 1990, 41-45. 2 De naam Utile dulci betekent ‘het nuttige met het aangename’ (combineren). 3 Deze spreuk is van Cicero en betekent: wat goed, gelukkig, gunstig en geze - gend zij. BWmarinus.indd 17BWmarinus.indd 17 07-08-2023 13:0107-08-2023 13:01
18 MARINUS BURCHT VAN ’T VEER Het Gereformeerd Gymnasium te Kampen was in die tijd hét voor - portaal van de Theologische School in dezelfde stad. Bij de start van deze opleiding was de term ‘voorportaal’ bijna letterlijk op te vatten: de lessen van deze kleine school werden eerst gegeven in het gebouw van de Theologische School, waarvan het gymnasium als ‘litterarische af - deling’ ofwel ‘voorbereidende afdeling’ een onderdeel vormde. In 1908 werd dit ‘voorportaal’ een zelfstandig onderwijsinstituut. 4 l eerlingen kwamen uit alle delen van het land. Totdat dit door gestage groei niet meer goed werkbaar was en er tot nieuwbouw werd overgegaan. Om tot het gymnasium te worden toegelaten moesten de aanstaande leerlin - gen een toelatingsexamen doen, en ook voor dit examen slaagde Rien. Rector dr. J.J. Esser 5 – hij diende ook als lector klassieke talen aan de 4 J.D. Boerkoel c.s., Sola Gratia. Schets van de geschiedenis en de werkzaamheid van de Theologische Hogeschool der Gereformeerde Kerken in Nederland, 1854- 1954. Kampen 1954, 34; Jaap van Gelderen, Een historisch beeldverslag. Theologi - sche Universiteit Kampen, Kampen 1988, 17: onderschrift bij tweede foto. 5 Dr. Johannes Justus Esser (1865-1945) studeerde klassieke talen aan de Vrije Universiteit te Amsterdam en promoveerde daar in 1902. Een jaar later werd hij benoemd tot lector aan de Theologische School te Kampen. Hij werd daar ook rector van het (interne) Gereformeerd Gymnasium. In 1935 ging hij met pensioen. Zijn opvolger werd dr. R.J. Dam (1896-1945). J. van Gelderen en F. Rozemond, a.w . 46. BWmarinus.indd 18BWmarinus.indd 18 07-08-2023 13:0107-08-2023 13:01
DE WEG NAAR ‘KAMPEN’ 19 Theologische School – schreef hem bij op de leerlingenlijst. Voor Rien is de overstap van de ulo naar het gymnasium geen probleem geweest. Zijn studietijd aan het Gereformeerd Gymnasium is voor hem goed te doen. Studiezin kenmerkt hem. Het gymnasium heeft Rien vlot doorlopen; ook nu worden twee leer - jaren in één jaar afgerond. Op 16 juni 1924 ontvangt hij van rector dr. J.J. Esser – met instemming van de curatoren prof. l . lindeboom en prof. dr. T. Hoekstra – het gymnasiumdiploma, dat hem toegang verschaft tot de Theologische School Kampen. Het is heel goed mogelijk dat Rien les heeft gehad van (de latere rec - tor) R.J. Dam, die begin jaren twintig als leraar aan het gymnasium ver - bonden was – en in 1930 promoveerde in de klassieke talen. 6 Theologische School In 1924 laat Rien van ’t Veer zich inschrijven aan de Theologische School. 7 Die handeling vindt plaats op 19 september tijdens het recto - raat van dogmaticus prof. dr. A.G. Honig. Als docenten dienen naast de rector de hoogleraren dr. H. Bouwman (kerkgeschiedenis en kerk - recht), dr. S. Greijdanus (Nieuwe Testament), dr. Tj. Hoekstra (ambte - lijke vakken en filosofie), dr. J. Ridderbos (Oude Testament). In de lijst van studenten die zich ook in 1924 laten inschrijven komen we namen tegen van de latere predikanten E.Th. van den Born, A.S. Timmer en A. de Ruiter (de latere zwager van Rien). later in hetzelfde jaar arriveert een nieuwe lichting, onder wie de studenten C. Veenhof, F.l . Bos, P.K. Keizer, W. Scheele, J. Kapteyn, H. Vogel, J. Meester, H.N. Ridderbos, B. Holwerda, N.H. Ridderbos en A.B. Roukema. Student Van ’t Veer onder - houdt met velen van deze aanstaande predikers persoonlijk contact. Er ontstaan vaste vriendschappen die hun waarde bewijzen in tijden van grote moeite en spanning. 6 Het proefschrift van R.J. Dam heeft als titel De Analogia en is in zijn geheel in het latijn geschreven. Dat geldt ook de 21 theses (stellingen). Dam promoveerde bij prof. H. Wagenvoort aan de Universiteit van Utrecht. 7 De naam Theologische Hogeschool is pas ingevoerd in 1939, toen de Generale Synode van de GKN aan de nog ongedeelde Theologische School het recht van promotie toekende. In de jaren tachtig werd de school als universiteit aange - duid. BWmarinus.indd 19BWmarinus.indd 19 07-08-2023 13:0107-08-2023 13:01
20 MARINUS BURCHT VAN ’T VEER Rien van ’t Veer heeft als student geen directe ‘schoolse’ invloed van K. Schilder ondergaan. Deze is dan nog gewoon dominee in de ene na de andere Zuid-Hollandse gemeente. Schilder promoveert als predikant te Rotterdam-Delfshaven in maart 1933 aan de universiteit van het Duitse Erlangen. In augustus 1933 wordt hij door de Generale Synode van de Gereformeerde Kerken benoemd tot hoogleraar in Kampen en in januari 1934 inaugureert hij. 8 Op dat moment dient Van ’t Veer al in de kerk van Zevenbergen. Als hij bij deze nieuwe hoogleraar zou willen promoveren, is dat nog niet mogelijk. De Theologische School is namelijk nog niet ‘be - vorderd’ tot hogeschool. En de Generale Synode van de Gereformeerde Kerken heeft – ondanks veel aandrang vanuit de kring van theologen en kerken 9 – nog geen groen licht gegeven voor het promotierecht. Overigens blijft Rien nadat hij is afgestudeerd in Kampen nauw be - trokken bij de colleges van K. Schilder; in het archief van Van ’t Veer bevinden zich meerdere mappen met collegedictaten over dogmenhis - torische thema’s, waaronder ook de verslagen van de lezingen die Schil - der in 1939 in de Verenigde Staten had gehouden. Tegelijk kreeg hij de preken in huis die Schilder tussen 1935 en 1940 hield – en waarvan ver - slagen zijn opgesteld. Ze maken deel uit van de geestelijke bagage van Van ’t Veer. Hieruit wordt duidelijk hoe hij zich een leerling en mede - stander van Schilder heeft geweten. 10 Rien van ’t Veer krijgt in Kampen 8 De gegevens over de Theologische School vindt men in genoemd boek van J. van Gelderen en F. Rozemond, 32vv. De inaugurele rede van dr. K. Schilder had als thema ‘Barthiaanse existentie-filosofie contra gereformeerde geloofsge - hoor-theologie’. De rede werd uit het hoofd voorgedragen vanaf enkele blaadjes met getypte en geschreven notities. Pas in 1989 is deze rede gereconstrueerd en daarna voor het eerst (!) uitgegeven: K. Schilder, Eerste Rede, Eerste Optreden. Franeker 1989, red. E.A. de Boer. 9 De zaak van het promotierecht van de Theologische School Kampen werd door de volgende auteurs besproken en bepleit: W.H. Oosten, Ligt het docto - reeren op de lijn der ontwikkeling onzer Theologische School? Kampen 1914; G. Doekes, Het kerkelijk doctorenambt. Kampen 1917; C. Bouma, Een kwestie van recht. Kampen 1930; S. Greijdanus, Het Meerderheidsrapport van het Curato - rium inzake het Doctoraat aan de Theol. School te Kampen. 3 e druk. Kampen 1930; T. Hoekstra, Het doctoraat aan de Theologische School. Kampen 1930; K. Schilder, Afbouw. Kampen 1930. 10 Archief M.B. van ’t Veer, HDC Amsterdam, collectie nr. 402, doos 6 en 7. BWmarinus.indd 20BWmarinus.indd 20 07-08-2023 13:0107-08-2023 13:01
DE WEG NAAR ‘KAMPEN’ 21 een voorliefde voor de ‘ambtelijke vakken’, mede vanwege het door hem zeer gewaardeerde onderwijs van prof. Hoekstra, die naast de ambtelij - ke vakken ook filosofie doceert en erover publiceert. 11 Studie aan de Vrije Universiteit Kandidaat Van ’t Veer rondt in 1929 zijn studie in Kampen af en krijgt op 2 oktober 1929 zijn einddiploma. Hij wil zich wel dadelijk beroep - baar laten stellen, maar hij onderzoekt tegelijkertijd de mogelijkheid voor een nieuwe studie, namelijk aan de Vrije Universiteit te Amster - dam. Daar wordt hij op 10 februari 1930 ingeschreven bij de faculteit der Godgeleerdheid, tijdens het rectoraat van prof. dr. H.J. Pos. Dit ge - beurt niet alleen om colleges dogmatiek te volgen bij prof. V. Hepp en colleges catechetiek bij prof. Waterink, maar vooral om in overleg met een van de hoogleraren een onderwerp te kiezen voor een studie die zal uitmonden in een promotie. In de gereformeerde academische wereld is de VU de enige plaats in Nederland waar men ‘in eigen kring’ kan pro - moveren. Het alternatief van een buitenlandse studie is voor velen niet weggelegd. Toch hadden meerdere Kamper hoogleraren deze route ge - kozen. 12 Overigens, de geestelijke afstand tussen de VU en de Theologi - sche School is in 1930 heel klein; mede doordat drie van de vijf docenten die in Van ’t Veers studietijd in Kampen doceerden, hun doctoraat aan de VU hebben verworven. Op de ontwikkelingen rond de promotie van Van ’t Veer kom ik terug in hoofdstuk 7. Huwelijk In zijn Kamper studietijd leert Rien van ’t Veer zijn aanstaande vrouw kennen: Arendina Cornelia van Gelder, geboren in Kampen op 15 maart 11 Van ’t Veer vermeldt prof. Hoekstra in zijn proefschrift, op de ongenummer - de pagina die voorafging aan de inhoud van zijn dissertatie. De hoogleraar pu - bliceerde onder meer: Psychologie en Catechese. Kampen 1916; Gereformeerde Prediking. Baarn 1930; Geschiedenis der Philosophie. Twee delen. Kampen 1921 en 1934. Hoekstra was een gematigde vernieuwer. 12 Alle Kamper hoogleraren uit Van ’t Veers studietijd waren gepromoveerd: H. Bouwman in 1899 aan de Universiteit van Amsterdam; S. Greijdanus in 1903 aan de Vrije Universiteit te Amsterdam; T. Hoekstra in 1906 in Heidelberg; A.G. Ho - nig in 1892 aan de Vrije Universiteit; J. Ridderbos in 1907 aan Vrije Universiteit. BWmarinus.indd 21BWmarinus.indd 21 07-08-2023 13:0107-08-2023 13:01
22 MARINUS BURCHT VAN ’T VEER 1906. Zij moest, nog voordat zij de mulo kon afmaken, thuis bijspringen om haar oma te verzorgen. Haar roepnaam is Dien; ze heeft één zus, Gerdia Johanna. Hun ouders hebben ook inwonende studenten. Het is mede daardoor een komen en gaan van theologische studenten in hui - ze Van Gelder. Vader Gerardus Cornelis van Gelder (1881-1959) heeft in de eerste ontmoeting tussen Rien en Dien een rol gespeeld. Hij is van beroep kleermaker in een Kamper familiebedrijf, maar komt als ouder - ling regelmatig in contact met theologiestudenten. Op zondag nodigt hij sommigen van hen uit voor de koffie. Daarmee begint voor Rien en Dien een relatie die uitloopt op een huwelijk. Rien van ’t Veer noemt haar bij een bezoek thuis ‘het mooiste meisje van Kampen’. In die re - latie bedenkt zijn vrouw een nieuwe roepnaam voor hem: afgeleid van Marinus wordt dat Mars – een roepnaam die tot de dag van vandaag in de familie voorkomt. 13 Het huwelijk wordt gesloten op 26 februari 1931, tegelijk met dat van zus Gerdia, die met aankomend predikant Arie de Ruiter trouwt. In dat jaar wordt Mars als predikant aan de kerk van Ze - venbergen verbonden. 13 Aldus een mail van Mars B. van ’t Veer te Winsum (Fr.) d.d. 19 april 2021. BWmarinus.indd 22BWmarinus.indd 22 07-08-2023 13:0107-08-2023 13:01
DIENEN IN ZEVENBERGEN 23 HOOFDSTUK 3 Dienen in Zevenbergen Een eigen weg kiezen – dat doet iedere zelfbewuste student. Ook als hij ‘afgestudeerd’ is en dan beseft dat hij niet is uitgestudeerd. De gerefor - meerde theologie kent nog veel thema’s die een nader onderzoek verei - sen. In alle vakgebieden, ook in het domein van de ambtelijke vakken. Die staan bij Van ’t Veer in de pastorie van Zevenbergen voorgesorteerd. Hij wil met wetenschappelijke vorming zijn pastorale diensten aan de kerk en aan de gemeenteleden, ook aan de jongeren, zo breed mogelijk inzetbaar maken. Van kandidaat tot predikant In de Gereformeerde Kerk te Zevenbergen was in 1929 een vacature ont - staan door het vertrek van ds. J. Smelik (1899-1960) naar ’s-Gravenha - ge- loosduinen. Mars van ’t Veer was in het najaar van 1929 geslaagd voor zijn afsluitende kandidaatsexamen aan de Theologische School in Kampen en liet zich kort daarna door de classis Goes onderzoeken – hij woonde toen tijdelijk in Goes. Op de classicale zitting van 24 ok - tober werd de kandidaat ondervraagd in de theologische vakken, maar hij moest ook een preek houden. Zijn vakkennis werd in orde bevonden, maar op de preek werden op- en aanmerkingen gemaakt. Enkele leden van de classis vonden de preek ‘al te verbondsmatig’, maar met steun van de preses, ds. C. Vonk – toen te Baarland – wordt tot toelating besloten. De kritische opmerkingen over zijn opvatting van het verbond waren een signaal van de nog altijd bestaande discussie over ‘verbond en doop’, waarover in latere jaren een complete kerkstrijd ontbranden zou. 1 1 Ik ontleen een en ander aan de drie informatieve artikelen van ds. C.J. Breen over M.B. van ’t Veer in De Reformatie, jaargang 66, nr. 27-29, 6-20 april 1991. BWmarinus.indd 23BWmarinus.indd 23 07-08-2023 13:0107-08-2023 13:01
24 MARINUS BURCHT VAN ’T VEER Vanaf dit moment begon Van ’t Veer zijn preken te houden. Als kandidaat duidde hij zijn voorgaan namelijk niet aan als ‘preken’, maar als ‘spre - ken’. De eerste gemeente waarin kandidaat Van ’t Veer voorging was Ka - pelle-Biezelinge, op zondag 27 oktober 1929. Een mooi gebaar naar zijn ‘thuisgemeente’ van vroeger. Deze eerste preek ging over 1 Korintiërs 1:26-29. En ’s middags hield hij een preek over Handelingen 8:36-39. 2 De tweede zondag dat hij voorging in een kerkdienst was te Opperdoes (classis Enkhuizen), waar na verloop van tijd een beroep op hem werd uitgebracht. Zijn eerste diensten in het Brabantse Zevenbergen hield hij op 1 december 1929, dankdiensten voor gewas en arbeid. Twee dingen vallen op: 1. hij leidde veel diensten in Zeeland en Noord-Brabant; 2. hij preekte elke zondag en dan ook in de beide kerkdiensten. Vanaf 1930 wensten drie kerken hem als predikant. Hij koos ervoor om het beroep naar Zevenbergen aan te nemen. 3 Maar omdat Van ’t Veer zich er eerst op toelegde om aan de Vrije Universiteit verder te studeren, nam hij het beroep weliswaar aan, maar werd dit nog niet dadelijk ge - effectueerd in bevestiging en intrede. Dat gebeurde in het voorjaar van 1931. In de morgendienst van zondag 15 maart 1931 werd kandidaat M.B. van ’t Veer bevestigd door zijn voorganger ds. J. Smelik, en in de middag - dienst deed hij intrede met een preek over Psalm 121 vers 1 en 2. Het was een dubbele feestdag: mevrouw Van ’t Veer vierde haar 25e verjaardag. Zevenbergen: stad en Gereformeerde Kerk Het Brabantse Zevenbergen is een kleine stad, dicht bij het grensgebied van een drukke wereld. Het ligt bij het mondingsgebied van de Maas, die zich een weg baant naar de zee – en binnendoor naar Rotterdam. En onderweg is daar het noordelijk industriegebied van Moerdijk. Zeven - bergen is het centrum van de gelijknamige burgerlijke gemeente; die telt omstreeks 1930 ongeveer 9000 inwoners. De Gereformeerde Kerk telt ruim driehonderd leden. Deze gemeente is ontstaan door de Afscheiding die hier in 1836 plaatsvond onder lei - 2 M.B. van ’t Veer hield vanaf zijn eerste optreden een cahier bij waarin hij al zijn diensten nauwkeurig noteerde, inclusief datum en onderwerp. Het is fami - liebezit. 3 Kandidaat Van ’t Veer ontvangt naast het beroep van Opperdoes ook een be - roep van de GK te Zwartebroek (classis Apeldoorn), waarvoor hij bedankt. BWmarinus.indd 24BWmarinus.indd 24 07-08-2023 13:0107-08-2023 13:01
DIENEN IN ZEVENBERGEN 25 ding van ds. G.F. Gezelle Meerburg te Almkerk. 4 In samenwerking met de kerk te Klundert onderhield men de ‘Dienst des Woords’. Dat hield in dat er in 1848 een eigen predikant werd beroepen door beide gemeen - ten samen. De keus viel op ds. D. Vliegenthart (1813-1874), die aanbleef tot zijn overlijden. De samenwerking met de kerk van Klundert duur - de tot 1892. Daarna is Zevenbergen als zelfstandige gemeente doorge - gaan met het beroepingswerk. Dit alles met medewerking van de classis Klundert. De kerkenraad van Zevenbergen vergaderde toen normaal gesproken eens per kwartaal. Vermeldenswaard is het feit dat de stad Roosendaal als buitenwijk van de Gereformeerde Kerk van Zevenbergen fungeerde. Daar woonden omstreeks 1930 ongeveer negentig kerkleden, die zondags hun eigen twee samenkomsten hielden, met hulp van Zevenbergen. Deze activiteit werd ondersteund door het ‘Deputaatschap van den Evangelisatiear - beid in Noord-Brabant en limburg’. Dit functioneerde ook in de tijd van ds. Van ’t Veer; hij zal meerdere malen in Roosendaal hebben gepreekt. Het kwam daar in het jaar 1941 tot gemeentestichting. De gemeente telde toen 155 leden en vanaf 1942 begon daar de 27-jarige ds. J.B. van Mechelen zijn dienst als herder en leraar. Na de Tweede Wereldoorlog groeide deze kerk – in synodaal verband – door naar bijna achthonderd leden in 1985. 5 Uit Roosendaal afkomstig kreeg de jonge Nelly de Jager lange tijd een vaste plek in huize Van ’t Veer; ze werd er als het ware pleegkind. Haar vader was als militair gestationeerd in Roosendaal, haar moeder was vaak te ziek om voor haar dochter te zorgen. Nelly heeft ook als vol - wassene altijd contact gehouden met de familie Van ’t Veer. Ze trouwde later met Henk Bulthuis en het stel ging wonen in Helpman-Gronin - gen. 6 4 C. Smits, De Afscheiding van 1834. Deel 8: Noord-Brabant. Dordrecht 1988; over Zevenbergen p. 79-90; M.B. van ’t Veer heeft in 1936 een herdenkingsrede gehouden over honderd jaar Afscheiding in Zevenbergen. 5 Jaarboek GKN, Goes 1985, 360. 6 Aldus mededeling van dr. M.B. van ’t Veer te Winsum (Frl.) in gesprek met de auteur d.d. 23 november 2021. BWmarinus.indd 25BWmarinus.indd 25 07-08-2023 13:0107-08-2023 13:01
26 MARINUS BURCHT VAN ’T VEER Spreken en preken in Zevenbergen en omgeving Graag zouden we willen weten hoe Van ’t Veer zich als kandidaat-theo - loog heeft ontplooid in deze Brabantse plaats. Hoe heeft hij gepreekt in zijn eerste gemeente? De jonge predikant schreef zijn preken aanvanke - lijk niet volledig uit, maar hield een schema aan op twee bladzijden in een preekboekje. later schreef hij ze breder uit en daardoor beschikken we nu over honderden preken die hij in zijn eigen gemeenten en daar - buiten heeft gehouden. Bij lezing van enkele van deze preken komen we tot de conclusie dat Van ’t Veer hieraan grondig en nauwgezet heeft ge - werkt. Voor zijn hoorders sprak hij duidelijke taal; hij preekte voor de gemeente zeer opbouwend en op de man af. Ds. Van ’t Veer kreeg steeds meer bekendheid, allereerst in de noord - westhoek van Brabant. Dat werd mede veroorzaakt door zijn classica - le functie van kerkvisitator, een taak die hij veelal deed in gezamenlijk overleg met ds. B. Telder te Breda. Binnen de classis Klundert, waartoe Zevenbergen behoorde, was Van ’t Veer ook deputaat voor de zending. 7 In naburige gemeenten werd hij door verenigingen uitgenodigd voor een spreekbeurt. Een van zijn thema’s was ‘Overwinning door strijd’. Een ander thema had een politieke lading; hij gaf een beschouwing over de SGP met tevens een waarschuwing om deze partij geen stem te ge - ven. Hij gaf aan hoe de kerk van Christus zich in een antithetische ver - houding tot de omringende wereld bevond en steeds alert moest zijn op opkomende dwalingen in de kerkleer. Een ander, daarbij passend thema dat hij in een rede aan de orde stelde, was ‘Ware en valsche godsdienst’. ‘De vraag naar de Ware Kerk’ Onder deze titel publiceert ds. Van ’t Veer vanaf de zomer van 1933 een reeks van 23 artikelen in de Gereformeerde Kerkbode van Noord-Bra - bant en Limburg. 8 Hij neemt als jong predikant daarmee deel aan de opkomende discussie in de Gereformeerde Kerken in Nederland [in het vervolg: GKN, HV] over het thema van de ware en valse kerk, zoals dat beleden wordt in de Nederlandse Geloofsbelijdenis, artikelen 27-29. Hij motiveert zijn schrijven als volgt: “De nadere bezinning over de proble - 7 Jaarboek GKN, Goes 1933, 315. 8 Het eerste artikel in deze reeks verscheen op 7 juli 1933; het laatste op 16 febru - ari 1934. BWmarinus.indd 26BWmarinus.indd 26 07-08-2023 13:0107-08-2023 13:01
DIENEN IN ZEVENBERGEN 27 men van ware en valsche kerk, pluriformiteit van de kerk, kerk en secte en zooveel meer, is meer dan noodig. ’t Is een zegen, dat in den laat - sten tijd de kerkelijke pers onvermoeid deze vraagstukken weer aan de orde stelde. Er was gevaar, dat we onze kerkzonden niet meer zien zou - den. Dat we gingen rusten bij wat ons onrustig moest maken: de droeve verdeeldheid en verscheuring van Christus’ Kerk.” Daarom behandelt Van ’t Veer in een rustig tempo bijna alle aspecten van de vragen naar de kerk. Hierin staat bij hem Christus’ kerkvergaderend werk centraal, waardoor alles in bovenmenselijk perspectief wordt geplaatst. Hij wil geen ruimte geven aan subjectivistische overwegingen; subjectivisme is de doodsteek van een gezonde visie op de kerk. Daarentegen is de taal van de Nederlandse Geloofsbelijdenis zo objectief als al het werk van Christus in de wereld. In de geschiedenis van de kerk als werk van Chris - tus komt het onderscheid tussen ware en valse kerk duidelijk tevoor - schijn. Het uitvoerig betoog van Van ’t Veer eindigt met de verwerping van de pauselijke kerk als kerk van Christus – ze is ‘vals’, juist ook omdat de paus de plaats van Christus wil innemen. In 1941 – als hij nog in Groningen dient, maar op het punt staat naar Amsterdam over te gaan – stelt Van ’t Veer in ‘zijn’ Gereformeerd Man - nenblad ‘De eenheid der Kerk’ aan de orde. Hij beweegt zich in zijn den - ken ook hier geheel in de lijn van de gereformeerde belijdenis. Beroepen tijdens de periode-Zevenbergen In het najaar van 1933 werd ds. Van ’t Veer beroepen door de Gerefor - meerde Kerk van Hazerswoude; dat was wel heel kort na zijn intrede in Zevenbergen. Dit zal ook wel mede de reden zijn geweest dat hij voor dit beroep bedankte. In februari 1934 volgde een beroep van de kerk te Middelburg, maar ook dat nam Van ’t Veer niet aan. In het vroege voorjaar van 1935 kreeg hij een beroep van de kerk te Driebergen-Rijsenburg. 9 Ook nu meende hij te moeten bedanken. 10 Daarna volgde een beroep van de kerk in de stad Groningen; in het voor - jaar van 1936 nam hij dat beroep aan. Zijn afscheidspreek hield hij op 9 De beroepsbrieven van Hazerswoude, Middelburg en Driebergen-Rijsenburg bevinden zich in het archief van ds. Van ’t Veer in het HDC, collectienummer 402, inv. nr. 12. 10 De Waarheidsvriend, 9 mei 1935. BWmarinus.indd 27BWmarinus.indd 27 07-08-2023 13:0107-08-2023 13:01
28 MARINUS BURCHT VAN ’T VEER zondag 3 mei in Roosendaal en op 10 mei in Zevenbergen. De afscheids- preken hadden als tekst Matteüs 6:10a. Verder studeren Studeren was voor de jonge Mars van ’t Veer z’n lust en z’n leven. Hij be - steedde er al zijn vrije tijd aan. Vanaf het begin van zijn ambtelijke loop - baan in Zevenbergen volgt hij aan de Vrije Universiteit te Amsterdam colleges catechetiek bij prof. dr. J. Waterink. 11 De studie aan de VU heeft tot gevolg dat hij in 1935 slaagt voor het doctoraal examen; nu was de weg geopend naar een promotie. Maar die zaak werd er een met haken en ogen, waarover in hoofdstuk 7 iets meer wordt meegedeeld. Cateche - se bleef een vast aandachtspunt bij Van ’t Veer. Honderd jaar Afscheiding herdacht Op 16 april 1936 herdacht gereformeerd Zevenbergen hoe daar honderd jaar eerder de Afscheiding – die begonnen was in 1834 te Ulrum onder leiding van ds. Hendrik de Cock – een feit werd. 12 De stichting van de gemeente Zevenbergen had – zoals eerder aangegeven – plaatsgevon - den onder leiding van ds. G.F. Gezelle Meerburg, de afgescheiden predi - kant van Almkerk, in het land van Heusden en Altena. Een datum van stichting is niet met zekerheid te geven. Ds. Gezelle Meerburg kwam vrij vaak naar Zevenbergen. Op vrijdag 17 juni 1836 was dat ook het geval en de volgende dag preekte hij nog twee keer, waarbij de kleine gemeente van afgescheidenen samen het avondmaal vierde. Hiermee is zaterdag 11 J. Waterink (1890-1966), zoon van een gereformeerd predikant te Den Hulst (Ov.). Hij werd na studie – tegelijk met K. Schilder – aan de Theologi - sche School in Kampen predikant te Appelscha en Zutphen. Hij promoveerde in 1923 aan de VU op het proefschrift Plaats en methode van de ambtelijke vakken. In 1926 werd hij benoemd tot buitengewoon hoogleraar pedagogiek aan de faculteit der letteren en tegelijkertijd tot buitengewoon hoogleraar in de catechese aan de faculteit der godgeleerdheid van de VU. later werd dit omgezet in de functie van ‘gewoon hoogleraar’. Een recente studie over hem is van Nelleke Bakker, ‘Eerlijk, open en nuchter: Jan Waterink en de seksuele opvoeding’, in: De gereformeerden en hun vormingsoffensief door de eeuwen heen, Zoetermeer 2009, 175-193. 12 C. Smits, De Afscheiding van 1834. Deel 8: Provincie Noord-Brabant. Dor - drecht 1988; over Zevenbergen: 79-90. BWmarinus.indd 28BWmarinus.indd 28 07-08-2023 13:0107-08-2023 13:01
DIENEN IN ZEVENBERGEN 29 18 juni 1836 de meest waarschijnlijke datum van instituering van de af - gescheiden gemeente te Zevenbergen. Dat de gemeente deze herdenking 13 al in april 1936 hield en niet in juni, is omdat ds. Van ’t Veer het beroep naar Groningen had aange - nomen. Daar zou hij op 18 mei 1936 intrede doen. Hij sprak dus op 16 april 1936 een ‘gedachteniswoord’ naar aanleiding van het Bijbelwoord in Handelingen 3:25a: “Gijlieden zijt kinderen der profeten, en des ver - bonds, hetwelk God met onze vaderen opgericht heeft.” Woorden uit de toespraak van de apostel Petrus na de genezing van een verlamde. Ds. Van ’t Veer heeft voor zijn herdenkingsrede de preekvorm gekozen. Hij reikt zijn hoorders een thema aan met drie punten: Petrus zegt, dat de waarachtige reformatie van het weggezonken verbondsvolk I. uitgaat van de verbondstrouw des HEEREN; II. teruggaat tot de verbondsgemeenschap met den HEERE; III. voortgaat in de verbondsgehoorzaamheid aan den HEERE. Centraal staat hier het heilswerk van Jahwe, de God die Zijn genadever - bond oprichtte, met Abraham, de vader van Israël en de vader van alle gelovigen. Naast de centrale plaats van het verbond hoort men als nako - melingen van de afgescheidenen van 1836 deze opmerkelijke uitspraak: “Niet de stichting van een nieuwe kerk, maar de voortzetting van de eene kerk, is het werk van den Christus na Zijn opstanding. Hij is geen kerkstichter, maar kerkvergaderaar.” Op de herdenkingsavond kreeg ook de vroegere predikant ds. J. Smelik het woord; daarna werd een telegram voorgelezen van ds. l .G. Goris, emeritus predikant te Amersfoort. Hij had Zevenbergen gediend van 1901-1924. 13 De herdenking was aanleiding tot de uitgave van een inhoudrijk boekje onder de titel: Herdenking der Reformatie van 1836 te Zevenbergen. Klundert 1936. BWmarinus.indd 29BWmarinus.indd 29 07-08-2023 13:0107-08-2023 13:01
30 MARINUS BURCHT VAN ’T VEER Dit kerkgebouw, dat dateert uit het midden van de negentiende eeuw, bleef in handen van de wettige kerkenraad toen deze op 7 oktober 1945 met algemene stemmen besloot zich in de kerkelijke strijd vrij te ma - ken van de omstreden besluiten van de Generale Synode van de GKN. 14 Daarin werd de raad gevolgd door de grote meerderheid van de gemeen - te. Zo schoven de kerkelijke goederen door naar de GKv. 14 Reformatie Stemmen, 25 oktober 1945. Kerkgebouw aan de Noordhaven in Zevenbergen, in 1860 van de gereformeerden en sinds 1945 van de GKv BWmarinus.indd 30BWmarinus.indd 30 07-08-2023 13:0107-08-2023 13:01