De Kronieken van Narnia | Introductie van het boek "De wereld achter de kastdeur"

"De wereld achter de kastdeur" is het bekendste en meest populaire boek van "De Kronieken van Narnia" van C.S. Lewis. Het was daarnaast ook het eerste deel dat verscheen in de zevendelige boekenserie "De Kronieken van Narnia". Het boek werd voor het eerst gepubliceerd in 1950 en stond op de negende plaats in de "The Big Read" van de BBC - een peiling naar de meest geliefde roman van Engeland. Time Magazine nam het boek op in de lijst van beste boeken allertijden voor jongvolwassenen.

Toen het boek voor het eerst werd gepubliceerd, waren critici niet positief over "De wereld achter de kastdeur". Het boek had makkelijk uit de boekwinkels kunnen verdwijnen, voordat het populair werd. Maar kinderen waren dol op het boek en het boek bleef sindsdien kinderen raken.

"De wereld achter de kastdeur" in het kort

Het verhaal gaat over de avonturen van de vier Engelse kinderen Lucy, Edmund, Susan en Peter. Zij komen het land van Narnia binnen via een magische garderobekast. Narnia is in de greep van een slechte heks, maar de maker van Narnia, Aslan (een enorme leeuw), is onderweg en van plan om zijn koninkrijk terug te winnen. Edmund raakt verstrikt in de greep van de heks en stemt ermee in om zijn broer en zussen aan haar te verraden. Als Edmund weg wil gaan bij de heks, komt hij erachter dat hij door de heks gevangen wordt gehouden. Edmund wordt gered door troepen die loyaal zijn aan Aslan, maar de heks eist Edmunds leven op vanwege zijn verraad. Aslan kiest ervoor om de plaats van Edmund in te nemen. Hij wordt door de heks gedood op de stenen tafel. Nu Aslan dood is, gelooft de heks dat zij de heerser is van Narnia. Wie kan haar nu nog stoppen? Maar Aslan staat op uit de dood om zowel de heks als haar leger te vernietigen.

Spirituele inzichten uit "De wereld achter de kastdeur"

Namen hebben macht

Christenen spreken vaak over de "naam van de Heer" of de "naam van Jezus" op basis van de Bijbel. Bijvoorbeeld aan het einde van een gebed, als ze zeggen "In de naam van Jezus". Als ze dat doen, geloven ze dat deze woorden kracht hebben. Maar toch blijft 'de naam' een moeilijk concept. Voornamelijk omdat namen in onze cultuur niet meer zijn dan labels. Het is dus verhelderend om te lezen hoe de naam Aslan de kinderen beïnvloedt als ze hem voor het eerst horen.

Hier zakte het gefluster van de Bever helemaal weg en zwijgend knikte hij een paar keer geheimzinnig met zijn kop. Toen beduidde hij de kinderen dat ze zo dicht mogelijk om hem heen moesten komen stan, zodat ze zijn snorharen in hun gezicht voelden kriebelen. Toen fluisterde hij, heel zachtjes: 'Ze zeggen dat Aslan onderweg is...dat hij misschien al in Narnia is geland.'
En nu gebeurde er iets heel merkwaardigs. De kinderen wisten geen van allen wie Aslan was, net zomin als jij; maar op het moment dat de Bever dit zei, voelde iedereen zich ineens anders dan daarvoor. Mischien is het je weleens overkomen dat iemand in een droom iets tegen je zei wat je niet begreep, maar in je droom had je het gevoel dat het iets heel belangrijks betekende. Mischien iets heel griezeligs, zodat je hele droom in een nachtmerrie veranderde, maar misschien ook wel iets heel moois - iets wat zo mooi is dat er geen woorden voor zijn - waardoor je droom zo prachtig werd dat je er je hele verdere leven aan blijft denken. En dat je maar blijft hopen dat je ooit nog eens in diezelfde droom terug kunt komen. Zoiets was het nu ook. Bij het horen van de naam Aslan voelde de kinderen allemaal een schok door zich heen gaan.
Niet ongevaarlijk, maar...

Als we niet oppassen, bestaat het risico dat ons begrip van Gods liefde en mededogen hoger komt te staan dan zijn heiligheid. Maar in het personage Aslan schetst Lewis een beeld van een redder die goed en tegelijkertijd groot is.

'Iemand die niet tegenover Aslan staat met knikkende knieën is of bijzonder moedig, of bijzonder dom.'
'Dus hij is toch gevaarlijk?' zei Lucy.
'Gevaarlijk?' zei meneer Bever. 'Hoor je niet wat mevrouw Bever zegt? Niemand heeft gezegd dat hij niet gevaarlijk is. Natuurlijk is hij gevaarlijk. Maar hij is goed. Hij is onze koning; dat zei ik toch al.'

Deze gedachte komt daarnaast naar boven in een iets andere vorm, wanneer de kinderen Aslan daadwerkelijk ontmoeten:

Maar toen ze Aslan zelf zagen, wisten de Bevers en de kinderen niet wat ze moesten zeggen of doen. Sommige mensen die nooit in Narnia geweest zijn denken dat iets niet goed kan zijn als het je tegelijkertijd bang maakt. Als de kinderen dat al ooit gedacht mochten hebben, dan werden ze daar nu wel van genezen. Want toen ze Aslan aan wilden kijken, vingen ze alleen maar een glimp op van zijn gouden manen en zijn overweldigende, grote, ernstige, koninklijke ogen en toen merkten ze dat ze niet langer naar hem durfden te kijken en dat hun knieën begonnen te knikken.
Verloren en gevonden

Edmund is een personage waarmee we ons allemaal kunnen identificeren. Zijn egoïsme. Zijn onvriendelijke gedachten over zijn broer en zussen. De manier waarop hij probeert om zijn daden voor zichzelf te rechtvaardigen (maar daar niet helemaal in slaagt). Ze schetsen een beeld dat maar al te bekend is. Maar evenzo, toen hij weer tot bezinning kwam: zijn aanvaarding door Aslan en de vergeving van zijn zonden worden uitbundig, hoewel voorzichtig, genoemd.

Daar zagen ze Edmund en Aslan samen lopen in het gras, dat nog nat was van de dauw. Ze waren een eind bij de rest van de hofhouding vandaan gelopen. Het is niet nodig om je te vertellen wat Aslan op dat moment tegen hem zei (en niemand heeft het ooit gehoord), maar het was een gesprek dat Edmund zijn hele leven niet meer vergat. Toen de anderen dichterbij kwamen, draaide Aslan zich om en liep hen met Edmund tegemoet.
'Hier is jullie broer weer terug,' zei hij, 'en...jullie hoeven verder niet meer te praten over wat er gebeurd is.'

Later in het boek, kort nadat de heks Edmunds leven heeft geëist, is er een mooi gebaar. Hier brengt Lewis de nieuwe afhankelijkheid van Edmund aan Aslan naar voren:

Edmund stond aan de andere kant van Aslan en hij keek onafgebroken naar Aslans gezicht. Hij had het gevoel alsof zijn keel werd dichtgeknepen en hij vroeg zich af of hij misschien ook iets moest zeggen. Maar even later merkte hij dat er van hem niets anders verwacht werd dan dat hij rustig afwachtte en dat hij deed wat hem gezegd werd.

Tegen het einde van het boek blikt Lewis terug op de transformatie van Edmund. In een zin beschrijft hij de nieuwe Edmund.

Edmund was ernstiger en rustiger dan Peter, en was een wijs raadgever en rechter. Hij werd Edmund de Rechtvaardige genoemd.
Niet helemaal parallel

De hoofdstukken 14 en 15 vertellen levendig het verhaal van Aslans dood in de plaats van Edmund en de wederopstanding van Aslan. Het verhaal heeft een rijke christelijke betekenis met significante parallellen tussen de dood en opstanding van Aslan en die van de Heer Jezus. Lewis hoopte dat zijn jonge publiek door dit verhaal de centrale boodschap van het christelijke evangelie zou begrijpen en waarderen. Maar hij streefde hierin niet naar een precieze parallel die van moment tot moment overeenkwam met de dood en opstanding van de Heer Jezus. Als je bijvoorbeeld kijkt naar de opstanding van Aslan, dan vond deze vrij snel plaats. Niet op de derde dag zoals gebeurde bij de opstanding van Jezus.

Het verhaal komt het beste tot zijn recht op de manier zoals Lewis het bedoeld heeft, als een metaforische fantasie die de waarheid met zich meedraagt, en niet als een nauwkeurige hervertelling van de Bijbelse geschiedenis.

In beweging

In het verhaal van Lewis trekt hij een vergelijking tussen aan de ene kant vooruitzichten van het Koninkrijk van God en aan de andere kant is er "de wereld, het vlees en de duivel" met de heerschappij van Aslan en de Heks. Onder de heerschappij van de Heks was het "altijd winter, maar nooit Kerstmis", een uitdrukking die afschuwelijk klinkt voor kinderen (en volwassenen). Maar alles begint te veranderen wanneer "Aslan in beweging is", een zin die in onze verbeelding zou moeten blijven hangen als we nadenken over de komst van het Koninkrijk van God.

De lucht werd steeds blauwer en er dreven af en toe witte wolken voorbij. Op de grote open plekken in het bos stonden sleutelbloemen tussen het gras. Er stak een zacht briesje op dat de takken heen en weer wiegde en er druppels afschudde en dat verkoelende, heerlijke geuren in hun gezicht blies. De bomen kwamen helemaal tot leven. De lariksen en de berken waren overdekt met een groene waas, de goudenregen met zonnig geel. Niet lang daarna vouwden de beukenbomen hun tere, doorschijnende blaadjes open. Als ze onder de beuken liepen, was zelfs het licht groen. Er zoemde een bij over het gras.
'Dit is geen dooi meer,' zei de Dwerg, die plotseling bleef staan. 'Het is gewoon lente. Wat nu? Het is afgelopen met die winter van u, let op mijn woorden! Hier heeft Aslan voor gezorgd.'

Schrijf een beoordeling

Boeken, muziek of films die in dit bericht genoemd worden
De wereld achter de kastdeur (Hardcover)
C.S. Lewis, Imme Dros (Vertaler)

De wereld achter de kastdeur van C.S. Lewis voor €17.99 - De Kronieken van Narnia zijn terug, nu sprankelend vertaald door Imme Dros!

  € 17,99
Nu: € 17,99

Categorieën