27 Hoofdstuk 1 Wat de bekering niet is Joost en Anniek praten samen nog even na over de cate- chisatieles. Anniek is het echt niet eens met de ouderling. Waarom mag ze nu geen popmuziek luisteren? Ze gaat toch ook gewoon netjes twee keer per zondag naar de kerk? Duivelse dwalingen Wat is de duivel toch gemeen. Het liefste wil hij zoveel mo- gelijk mensen verloren laten gaan. Hij heeft al duizenden jaren ervaring. Misschien ken je de uitdrukking wel: de dui- vel als een engel van het licht. Dan probeert de duivel je te laten denken dat de Heere in je hart gewerkt heeft. Dan doet de duivel de bekering na en fluistert je in: ‘Joh, je leeft netjes. Je gaat trouw naar de kerk en je bent ernstig. Ik denk dat je wedergeboren bent. Kijk maar eens om je heen naar anderen. ’ Het kan zijn dat je dat dan gaat geloven en je de Heere niet meer zoekt. Heel vaak zegt hij tegen Gods kinderen dat hun hart niet goed is. Dat zij zich bedriegen voor de eeuwigheid. Hij wijst op hun zonden en zegt: ‘Jij een kind van God? Nee hoor, dat kan helemaal niet. Moet je eens naar anderen kijken. Die zijn veel vromer!’ Ja, het liefste zou hij zelfs de uitverkore- nen willen verleiden om hen van God af te houden.
28 Uitverkorenen Met de uitverkorenen worden de mensen bedoeld die de Heere Jezus van Zijn Vader gekregen heeft als geschenk. Hij maakt ze door Zijn werk zalig. Aan het kruis van Golgotha heeft Hij Zijn bloed voor hen gestort. De duivel probeert mensen heel boos te maken. Soms fluistert hij stiekem in hun oren: ‘Wat gemeen van God, zeg! Hij zegt toch dat Hij een God van liefde is? Waar - om kiest Hij dan de een wel en de ander niet? ’ Omdat er zoveel onduidelijkheid is over de bekering, zal ik je uitleggen wat de bekering niet is en daarna wat de beke- ring wel is. Zes punten over de bekering 1. De bekering is niet alleen het belijden van het geloof. 2. De bekering ontvang je niet door de Doop. 3. De bekering krijg je niet door goede werken te doen. 4. Lijken op een christen (aan de buitenkant) is nog geen bekering. 5. Een godsdienstige opvoeding is nog geen bekering. 6. Een verandering van houding of levenswandel hoeft nog geen bekering te zijn. Belijden onvoldoende Christen zijn is meer dan alleen maar het christendom aan- hangen. Paulus schrijft dat het christendom meer is dan al- leen maar het spreken van woorden (1 Kor. 4:19). Het moet ook in de daden naar voren komen.
29 Eens waren de Joden het uitverkoren volk van God. De Heere Jezus Zelf zei tegen de Kananese vrouw: ‘Ik ben niet gezonden dan tot de verloren schapen van het huis van Isra- el’ (Matth. 15:24). De Joden beriepen zich op hun afkomst. Maar ook de heidenen mogen delen in de genade die er in de Heere Jezus te krijgen is. Alleen een uiterlijke naam of belijdenis hebben is niet voldoende. Als je dat denkt, moet je maar eens lezen wat de Heere schrijft over de gemeenten van Sardis en Laodicea. Hij noemt hen ellendig, arm, blind en naakt (Openb. 3:17). De belijdenis van Laodicea is net als lauw water. Die komt niet overeen met hun levenswandel. Waard om uitgespuugd te worden. Of wat dacht je van de gemeente van Sardis? De Heere zegt tegen hen dat zij dood zijn (Openb. 3:1). Knoop het goed in je oren: alleen een belijdenis dat je chris- ten bent, is geen bekering! De Doop onvoldoende Ben jij gedoopt? Dat is een zegen. Je bent door de Hee- re apart gezet. Maar, ook de Doop maakt je niet zalig. De Bijbel zelf geeft voorbeelden van hen die wel gedoopt zijn, maar geen nieuw hart hadden. Denk maar aan Ananias en Saffira en Simon de tovenaar. Zij waren gedoopt, maar je weet hoe het met hen is afgelopen. Veel mensen denken dat de Doop hun hart schoonwast. Zij bedriegen zichzelf hiermee. Eigenlijk zeggen ze tegen zich- zelf: ‘Ik ben gedoopt, meer heb ik niet nodig. ’ Als dat zo was, zou er geen enkele gedoopte verloren gaan. De Heere heeft immers beloofd dat Hij de zonden van Zijn kinderen vergeven heeft. God zou dan een leugenaar zijn.
30 De Heere Jezus heeft veel gepredikt. Eens zei Hij: ‘De poort is eng en de weg is nauw, die tot het leven leidt, en weini- gen zijn er die dezelve vinden’ (Matth. 7:14). Hoeveel men- sen zijn er niet gedoopt? Zouden die dan allen behouden worden? Als dat zo was, had de Heere Jezus wel gezegd: ‘De poort is wijd en de weg is breed, en velen zijn er die daardoor in- gaan. ’ Laten we oppassen en de woorden van de Zaligma- ker niet verdraaien. ‘Een mens moet twee keer wedergeboren worden. ’ Dat klinkt je vreemd in de oren, hè? De Heere Jezus heeft het tegen Nicodémus wel anders geleerd (Joh. 3). Maar als de Doop de wedergeboorte zou geven, zou er later nog een nieuwe doop nodig zijn. Want, als je in de Doop rein en schoongemaakt wordt en later blijk je een goddeloze zon- daar te zijn, dan heb je nogmaals wedergeboorte nodig. Je voelt wel aan, dat is dwaasheid. Goede werken onvoldoende Misschien denk je dat je door goede dingen te doen God wel tevreden maakt. Als dat zo is, lijk je op de Farizeeën en Schriftgeleerden in de tijd van de Heere Jezus. Zij dachten namelijk hetzelfde. Eens zei de Meester tegen hen: ‘Tenzij uw gerechtigheid overvloediger zij dan der Schriftgeleer - den en der Farizeeën, dat gij in het Koninkrijk der hemelen geenszins zult ingaan’ (Matth. 5:20). Ik moet denken aan Paulus. Hij was voor zijn bekering overvloedig in goede werken. Een Farizeeër kon zeggen: ‘Ik ben geen rover, geen overspeler. ’ Gelukkig als je dat ook kunt zeggen. Maar als dát het is, heb je te weinig. Ik zeg niet
31 dat het niet belangrijk is. Maar zet er je vertrouwen niet op. Christelijk leven onvoldoende Er zijn mensen die kinderen van God willen nadoen. Ze spreken ze na, ze dragen dezelfde kleding en ze kunnen mooi en lang bidden. Andere mensen zullen dat prachtig vinden en ademloos luisteren. Misschien ga je graag naar de kerk en ga je ook wel graag om met Gods kinderen, maar blijft je hart erbuiten. Als dat zo is, ben je een huichelaar. Nee, lijken op een kind van God zal het paspoort naar de hemel niet zijn. Gods kinderen zijn trouwens heel vaak bang om een huichelaar te zijn. Nette opvoeding onvoldoende Misschien ben je wel heel netjes opgevoed en heb je nooit zware zonden gedaan. Je bent wellicht nooit op plekken ge- weest waar je niet hoort en je gebruikt nette taal. Mag ik je eens een voorbeeld uit de Bijbel noemen waaruit blijkt dat ook dit niet genoeg is? Ik denk aan koning Joas. Hij is opgevoed door zijn oom Jo- jada. Al die tijd heeft hij zich ijverig in de dienst van de Hee- re gedragen. Hij vroeg zelfs aan zijn oom de tempel te her - stellen. Maar toen zijn oom stierf en hij alleen overbleef, bleek hij de afgoderij liever te hebben. Verandering onvoldoende De Heere neemt ook geen genoegen met een ‘half hart’. Een verandering van alleen je uiterlijk of levenshouding is niet genoeg voor de Heere. Soms krijgen grote zondaren wel-
32 eens een schrik in hun geweten. Dit kan zo niet langer, den- ken ze dan. Eigenlijk worden ze een beetje bang voor zich- zelf. Tenminste, een ogenblik. Ze denken dan dat dit het werk van God is en denken dat daarmee de bekering in hun leven begonnen is. Mis! Het is iets anders of het zondige leven alleen onrustig maakt vanwege overtuiging, of dat het gekruisigd wordt door be- kerende genade. Je hebt vast weleens gehoord van de uit- spraak: ‘Een kneep in je geweten krijgen. ’ Daarmee wordt bedoeld dat je schrok van de verkeerde dingen die je deed. Maar dat is geen echte bekering, want dan zou Kaïn een be- keerde man zijn geweest. Hij vond maar geen rust voor zijn geweten, dat hem steeds maar beschuldigde van de moord op zijn broer, Abel. Totdat hij een stad bouwde, toen vond hij rust. Er zijn mensen die veel naar de kroeg gingen. Op enig mo- ment werden ze te oud om zo’n losbandig leven te leiden en gingen voortaan naar de kerk. Want, ja, dat hoort bij de leeftijd. Als je aan hen vraagt: ‘Waarom ga je niet meer naar de kroeg? ’ dan zeggen ze: ‘Ja, hoor eens, dat doe je toch niet meer op mijn leeftijd? ’ Stiekem denken ze dat dit de beke- ring is. Dat is erg, want ook dit is geen echte bekering. Het is een zogeheten bekering van de kroeg naar de kerk. Er zijn ook mensen die eerst losbandig en goddeloos leef- den, maar nu netjes en oppassend zijn. Ze hebben hun zon- den gedag gezegd en walgen er soms zelfs van. Het zijn mensen bij wie het geweten geen rust kan vinden. Ze voe- len aan alles wel dat het niet goed met hen gaat. Je ziet die mensen bidden, goed luisteren in de kerk, de Bijbel lezen en
33 veel gedane zonden prijsgeven. Ze breken ermee. Maar, als hun geweten eindelijk een beetje gesust is, keren ze terug naar hun vroegere zonden. Net als de ‘hond naar zijn eigen uitbraaksel’, zoals het in de Bijbel staat. Denk maar aan de tijd van de Richteren. God zond een vijand, en het volk bad. God verloste hen uit de hand van de vijanden, en ze begon- nen opnieuw te zondigen. Zie je het? De mens is niet zo snel klaar met de zonden, hoor! Misschien heb jij zware zonden vaarwel gezegd en over - wonnen. Misschien heb je meer afstand genomen van de wereld. En ondanks dat is je hart voor de Heere niet veranderd. O, wat vreselijk! Vlakbij … Maar vlakbij is tekort. Wat een gemene dwalingen van de duivel. En wat een ont- zettende blindheid en schuld van jou en mij. Alarm! Luister naar me. Want waarom zou je jezelf bewust bedrie- gen en je levenshuis bouwen op een zandgrond? Pas toch op, het stort in! Ik weet dat het moeilijk is om toe te geven dat je op een zandgrond gebouwd hebt, en geloof me: Ik vind het ook moeilijk om dit tegen je te zeggen. Maar, ik moet het doen, ook al doe ik het met pijn in mijn hart. Begrijp me niet verkeerd, ik breek slechts je bouwvallige huis af, dat binnenkort toch zal instorten. Ik doe dat zo- dat er ruimte komt voor een nieuw en een veilig huis. Het is toch veel verstandiger om op tijd door het Woord van God onderwezen te worden dan dat je …? Wat zou ik toch een trouweloze herder van de kudde zijn,
34 als ik je niet vertelde dat je nu nog in zonde leeft. Al de re- denen waarvan jij denkt dat het genoeg is voor de zaligheid schieten tekort. In naam van mijn Meester moet ik je zeg- gen dat alles van je afgenomen wordt als je op deze manier verdergaat. Laat me je nog enkele aanbevelingen doen. – Bid en lees veel. Rust niet voordat God met kracht Zijn werk in je begonnen is. – Geef acht op jezelf. Je moet echt een ander mens worden, anders ga je verloren. – Toon berouw en bekeer je. – Breek met je zonden door gerechtigheid. – Ga tot Christus om vergeving en vernieuwende genade. – Geef je over aan Hem om met Hem te wandelen in hei- ligheid, anders zul je God nooit zien. – Luister naar de waarschuwingen van de Heere. – Wees matig, rechtvaardig en godzalig. – Reinig je handen, verlaat de zonden en leef. – Stop met kwaad doen, leer het goede te doen. Vragen 1. Waarom probeert de duivel jou en mij van de Heere af te houden? 2. Welke argumenten gebruikt de duivel om je te overtuigen dat je een kind van God bent? 3. Wat bedoelt ds. Alleine met de woorden: ‘Het is iets anders of het zondige leven alleen onrustig is vanwege overtuiging, of dat het gekruisigd wordt door bekerende genade’?
35 4. Tegenwoordig hoor je van veel mensen dat de Doop je een kind van de Heere maakt. Welk argument stelt ds. Alleine daartegenover? 5. Waarom is een uiterlijke verandering niet genoeg? Wat kom je tekort? 6. Lees Markus 10:17-31. Op welke manier dacht deze jongeman in het Koninkrijk der hemelen in te gaan?