Dit boek is sinds 21 november 2019 niet meer leverbaar. Zoekt u een vergelijkbaar product? Kijk dan eens rond in onze webshop of neem contact met ons op.
De grootste gave die God aan de Kerk in een bepaald tijdperk kan geven, is een man, wiens leven volkomen aan Zijn dienst is toegewijd. De herinneringen in dit boek willen ons een blik geven in het leven van een zendeling en diens trouwe voorbede voor een ver van God levende wereld. Hoe ongewoon en ongewenst deze taak voor zijn medemensen ook mocht zijn, hij werd er door gevormd tot een dienaar Gods, aan wie een speciale volmacht werd geschonken. Hij was een levende getuige van wat het gebed, de grootste macht in deze wereld, kan uitwerken.
---
Door al de eeuwen heen heeft God binnen Zijn Gemeente aan een kleine onoverwinnelijke biddende groep een opwekking geschonken. Steeds behaalden twee of drie biddende mensen, die het met God waagden, een overwinning en veranderden zij in Zijn kracht een hopeloos uitziende situatie in een volledige zegen. Daarvan vinden we zowel in het Oude‑ als in het Nieuwe Testament talrijke voorbeelden. Deze “bemiddelaars” stelden zich op “in de bres” en dan wendden zich de omstandigheden ten gunste van de kinderen Gods.
Dat zagen we bij Daniël, Sadrak. Mesak en Abednego. “Door het geloof hebben zij koninkrijken overwonnen, gerechtigheid geoefend, de vervulling der beloften verkregen, muilen van leeuwen dichtgesnoerd en de kracht van het vuur gedoofd”. Al waren ook zeven miljoen ongelovigen in aantal de baas over zeven gelovigen, dan zagen we toch steeds dat die kleine, Godvrezende rest overwon. De kinderen Gods werden door hun volledig vertrouwen op Gods genade met zegeningen overgoten, van welke ze zelfs niet hadden kunnen dromen.
Jesaja, Ezechiël en zijn broeders in het geloof, overwonnen door het gebed schijnbaar onoverkomelijke problemen. Als antwoord bevrijdde God ze op wonderbare wijze. Zo werden in één nacht door een geweldige strijd des Heren 185.000 mannen uit het leger van Sanherib verslagen. Zo grijpt God in als alles hopeloos schijnt.
Toen Ezra en zijn vrienden opbraken van de rivier Ahava, was de hand Gods over hen en Hij redde hen uit de macht van vijanden en struikrovers (zie Ezra 8:31). God schonk hun meer bescherming dan een heel regiment van het koninklijke leger hun had kunnen bieden. Zij hielden God aan Zijn eigen belofte die Hij de koning had gedaan, toen Hij gezegd had: “De hand van onze God is ten goede over allen die Hem zoeken, maar Zijn macht en Zijn toorn zijn tegen allen die Hem verlaten” (Ezra 8:22).
Onder aanvoering van Haggaï en Zacharia, bereikten de gelovigen in die dagen door hun dringend gebed dat de tweede tempel in gebruik kon worden genomen en dat er een opwekking onder het volk doorbrak. God beantwoordde hun gemeenschappelijk, ootmoedig gebed op de volgende wijze: “En de Here wekte de Geest op van Zerubbabel, . . . en de Geest van Jozua . . . en de Geest van al het overblijfsel des volks, zodat zij kwamen en het werk begonnen aan het huis van de Here der Heerscharen, hun God” (Haggaï 1:14).
Het Nieuwe Testament wemelt van tal van dergelijke voorbeelden, waarin biddende minderheden Gods zegen omlaag brachten, zodat nederlagen in overwinningen en dorheid in vruchtbaarheid veranderden.
Op de Pinksterdag ontvingen de discipelen grote zegeningen ten behoeve van het door de zonde verharde volk. Als er in die dagen een enquête zou zijn gehouden te Jeruzalem en in geheel Judea, zou deze er zo ongeveer als volgt hebben uitgezien: 3.000.000 tempelbezoekers en plusminus 500 werkelijke gelovigen. En toch ontrukte deze biddende minderheid in minder dan één dag tijd, 3000 kostbare mensenzielen aan de traditionele vormendienst. Later kwamen nòg enkele duizenden tot een levend geloof. Door het gebed van Paulus openden, zich in steden en landstreken de deuren voor het evangelie.
God is ook vandaag nog dezelfde. En er zijn ook nog kleine groepen bidders die nog met de trouw van God rekening houden, zelfs als de situatie uitzichtloos en zonder hoop schijnt te zijn! Mozes vond genade in de ogen des Heren door een “misschien” (Exodus 32:30); Jonathan en zijn wapendrager overwonnen door een “misschien zal de Here voor ons handelen” (1 Sam. 44:16). De koning van Ninevé wendde de toorn van God over zijn volk af door een “wie weet?” (Jona 3:8-10). De grote overwinningen werden allen behaald door gebed.
Onze trouwe God antwoordt ook vandaag nog op onze voorbidding. Bidt om een opwekking. “Ga in de bres staan!”. Smeek om de overwinning van het kruis, om de overwinning van de naam van onze Here Jezus Christus. Breek de bolwerken van Satan af met gebruik van de Geestelijke wapenen; breng daardoor tot stand dat zonden beleden en opgegeven worden, het geloof versterkt en de wereldgelijkvormigheid afgelegd: In de Hem belijdende Gemeente werkt de kracht van de opgestane Heer machtig. Bidt zelf en wek anderen op tot gebed om een opwekking. Een opwekking van de Gemeente werd steeds uit gebed geboren. De wereld moet door gebed met het evangelie bereikt worden.
De biddende minderheid is door de kracht van de Heilige Geest onoverwinnelijk!
Mogen mensen door dit boek Gods roep horen, en zich tot de biddende minderheid bekennen.
Heeft u een vraag over dit boek: De biddende Hyde van E.G. Carre? Dan kunt u ons uw vraag sturen via het contactformulier of stuur een mail naar [email protected].
Wij zijn ook bereikbaar via Whatsapp! U kunt ons dus ook een appje sturen met uw vraag.