5 1 Colorado City, Colorado-territorium – 1870 Desi trok de teugels strak toen het geluid van een geweerschot terug- kaatste vanaf de Rocky Mountains, die boven Colorado City uittoren- den. Ze keerde haar merrie en keek naar Remington Montgomery, die er knap uitzag in zijn zwarte jas en gilet, smetteloze overhemd en helderwitte kraag. De pijpen van zijn strakke broek waren weggestopt in kniehoge laarzen en het geheel werd gecompleteerd met een stijlvolle bolhoed. Tegenover hem – met zijn brede rug naar haar toe – stond de ruim 1 meter 85 lange Luke McGuire. Hij droeg een hoed met een brede rand die zijn bleke huid vol sproeten beschermde tegen de felle zon. De loop van zijn revolver wees naar de lucht. Wat was hier aan de hand? De goedgeklede heer stak Main Street over, precies op het moment dat haar beste vriend zijn gezonde verstand verloor. Montgomery greep niet naar de revolver die ze in zijn bewerkte leren holster zag zitten, maar keek Luke McGuire met een ijzige blik aan – zo stelde ze zich dat tenminste voor vanaf de plaats waar zij zich bevond. Zonder daar enige aandacht aan te schenken schoot Luke nogmaals. Het schot wierp stof op en de paarden die in de buurt waren vastge- bonden werden onrustig. Hoewel hij schrok, trok meneer Montgomery zijn revolver niet. Geërgerd bracht Luke zijn wapen naar beneden en stormde op zijn tegenstander af. Zijn doelwit had zich amper schrap ge- zet of Luke greep hem vast en probeerde hem tegen de grond te werken. Het vervolg werd aan Desi’s oog onttrokken door de toeschouwers die uit de winkels en de saloon toestroomden voor het betere vermaak. Met de teugels zette Desi Shalimar aan om in beweging te komen
6 en daarop galoppeerden ze terug. Toen ze weer inhield bevrijdde ze haar rechterknie van de rechtopstaande kruk van het amazonezadel en haar linkerbeen van de andere kruk en stijgbeugel. In een vloeiende beweging sprong ze op de grond. Voordat ze Luke tegen zichzelf in bescherming kon nemen, kwam hulpsheriff Rudd aangebeend en trok hem uit het handgemeen. De kraag van meneer Montgomery stond uit als een paar vleugels en zijn kleding zat scheef. Hij streek zijn in de war gebrachte haar glad, klopte het stof van de bolhoed die iemand hem aangaf en volgde de hulpsheriff die de tegenstribbelende Luke naar het gemeentehuis bracht, waar ook de gevangenis zich bevond. Desi maakte Shalimar vast voor de Chronicle van haar vader en zocht zich een weg tussen de nieuwsgierige toeschouwers door. ‘Haha, ’ lachte Eli Waller hard; zijn adem rook zo naar een distilleerderij dat het maar goed was dat niemand een lucifer afstak. ‘Nooit geweten dat die stinkerd zo veel agressie in zich had. ’ ‘O, dat heeft ie wel. ’ Caleb Siebert haalde de tandenstoker waarmee hij in een kies zat te peuteren uit zijn mond om wat te kunnen zeggen. ‘Maar het verbaast me dat die heer zo kalm bleef. ’ Wat was er in Luke gevaren? Gezond verstand was het duidelijk niet. ‘Ze laten hem wel gaan. ’ ‘Niet als Remington Montgomery een aanklacht indient. ’ ‘Als het iemand anders was geweest, dan hadden ze hen laten vechten. ’ Dat was niet helemaal waar. De belangrijkste taak van hulpsheriff Rudd was het opbreken van de gevechten waar sheriff Mayhew te oud voor was. ‘Jammer dat er geen bloed vloeide. ’ Mag Fortier, de ergste van dit stelletje, spoog een brede straal tabakssap op de vloer. Caleb tikte zijn fl aphoed schuin. ‘Let op je woorden, er is een dame bij, landloper. ’ Een rilling kroop omhoog langs haar ruggengraat bij het zien van Mags vuile grijns. Ze liep naar voren, maar de weg werd haar versperd door de gezusters Worley. ‘Denk je dat hij wat verfrissingen nodig heeft? ’ vroeg Lenore. ‘We kunnen hem koffi e en koekjes serveren. ’ Maud glimlachte spot- tend.
7 Kon dit nog erger worden? Meneer Montgomery zou hun aanbod misschien graag aannemen, maar zij had eerst een appeltje met hem te schillen. Ze werkte zich naar voren en probeerde zich een beeld te vormen van wat er in het kantoor van de sheriff gaande was. Luke schold luid en meneer Montgomery… tja, omdat ze hem niet goed kende, kon ze het niet met zekerheid zeggen, maar zijn waardigheid tot nu toe leek erop te wijzen dat hij op een andere manier zou reageren. Zou hij het diplomatiek aanpakken? Dit ging allemaal veel te ver. Ja, de heer had haar behandeld met een zuidelijke hoff elijkheid die hier meestal ver te zoeken was. Hij had gezegd hoezeer hij genoten had van hun lunch in hotel Baird & Smith – lunch met haar vader en haar, bij welke gelegenheid hij gezegd had het overlijden van Charles Dickens, wiens boeken hij erg bewonderde, te betreuren. Maar was dat een aanleiding om te schieten? Ze klemde haar kiezen op elkaar. Dat Luke hem om zoiets uitdaagde, was een teken dat hij ze niet allemaal meer op een rijtje had. Hij verdiende een veeg uit de pan en zij stond klaar om hem die te geven zodra hij naar buiten kwam. Ze hield haar adem in toen de deur openging en meneer Montgomery in de deuropening verscheen. Ze bleef kijken tot duidelijk was dat Luke hem niet zou volgen, pakte toen haar rokken bij elkaar en haastte zich achter het heerschap aan, dat met grote passen wegliep bij de afdruipende menigte vandaan. Hun pleziertje was voorbij, maar zij had nog een taak. ‘Meneer Montgomery. ’ Ondanks een veeg op zijn wang en het feit dat zijn gesteven boord nu in zijn zak gepropt zat, nam hij keurig zijn hoed af en boog. ‘Juff rouw Brennan. ’ Ze ging naast hem lopen. ‘Zo te zien verlaat Luke McGuire de ge- vangenis niet zo spoedig als u. ’ ‘Klaarblijkelijk. ’ ‘Daaruit concludeer ik dat u er niet van overtuigd bent dat Luke u geen kwaad wilde doen. ’ ‘Geen kwaad? ’ zei hij met zijn lijzige accent. ‘Ik vind het moeilijk om
8 een andere verklaring te bedenken. ’ ‘Een vergissing? ’ Zodra de woorden haar ontglipten, besefte ze hoe ontoereikend ze waren. ‘Kogels op iemand afvuren is geen vergissing, juff rouw Brennan. Klappen uitdelen ook niet, net zomin als het karakter van een man in twijfel trekken. ’ Helaas had hij gelijk. ‘Nee. Er is geen excuus of verklaring voor dit onbezonnen gedrag. ’ ‘Niet? ’ Er klonk ironie door in zijn stem. Ze wenste Luke een maand lang kiespijn toe. ‘Ik neem aan dat hij die voor zichzelf wel heeft. Maar wanneer ik hem duidelijk maak hoe ik het zie, dan heeft hij geen reden meer tot wrok. Dan houdt het op, dat beloof ik. ’ Meneer Montgomery haakte zijn duim achter zijn gilet. ‘Denkt u dat een portie eerlijkheid van uw kant zijn kwaal zal genezen? ’ Ze zag een kans en greep hem. ‘Daar zal ik voor zorgen. ’ Haar rokken ruisten achter haar aan toen ze het heldere zonlicht verruilde voor het schemerige interieur van de gevangenis en de sheriff verraste met haar bezoek. ‘Juff rouw Brennan. ’ Hij duwde zijn oude lijf omhoog in zijn stoel. Dat was een hele prestatie, want hij bracht tegenwoordig het grootste deel van zijn tijd door met zijn hoed diep over zijn ogen en zijn laarzen omhoog. Achter hem grijnsde hulpsheriff Rudd, waardoor duidelijk zichtbaar werd dat hij twee tanden miste. De geur die hij in deze krappe ruimte verspreidde, was weerzinwekkend. ‘Goedemiddag, sheriff . Hulpsheriff . Ik wil graag even met Luke Mc- Guire praten. ’ ‘Misschien kun je beter wachten tot er geen stoom meer uit zijn oren komt, ’ stelde de sheriff voor. ‘Bedankt voor uw zorgen, maar dit kan niet wachten. ’ Ze liep tussen de twee cellen van de gevangenis van Colorado City door. Luke zat met een strakke kaak en samengebalde handen op een harde brits die het enige bed was dat hij zou krijgen – en dat was meer dan hij verdiende. ‘Desi!’ Hij sprong op en greep de tralies beet. ‘Wat doe jij nou hier? ’ ‘Dat kan ik beter aan jou vragen. ’
9 ‘Ik dacht dat je naar huis was gegaan. ’ ‘Als jij je niet als een dolle had gedragen. ’ Hij werd zo rood als een boei. ‘Ik heb dat haantje verteld dat hij weg moest wezen, maar hij luistert niet. ’ ‘Jij was hier het haantje, Luke McGuire, en je hebt het recht niet zo tegen hem te praten. ’ ‘Dat recht heb ik wel. ’ ‘Ik zeg je dat je dat niet hebt. ’ Luke fronste zo diep dat zijn wenkbrauwen elkaar bijna raakten. ‘Je hebt toch geen oogje op hem, hè? ’ ‘Ik ken die man amper. Maar deze kennismaking zal hij niet snel vergeten. ’ ‘Ik weet wat ik heb gezien. ’ ‘Jij zou nog geen manieren herkennen als ze op het punt stonden je te bijten op een plek waar iemand jou een fl inke schop zou moeten verkopen. ’ Lokken bruin haar vielen over zijn boze blauwe ogen. ‘Het is niet gepast om te fl irten met iemands meisje. ’ ‘Dan heb je het mooi mis op allebei de punten. ’ ‘Welke punten? ’ ‘Luister goed naar me, Luke. Ik geloof dat meneer Montgomery de aanklachten zal intrekken als jij een beetje meewerkt. ’ ‘Welke aanklachten? ’ ‘Poging tot moord om mee te beginnen. ’ Hij schamperde: ‘Als ik hem had willen doden, had ik wel gericht. ’ ‘O, dat gaat je echt helpen. Zeg dat maar als ze je gaan berechten, dan weet je zeker dat het je laatste woorden zijn voor ze je ophangen. ’ Ze wilde hem met liefde een klap tegen zijn hoofd verkopen op een plek waar het veel pijn zou doen. Luke riep kinderlijke reacties in haar op. ‘Beloof me nu dat je hem niet meer zult lastigvallen. ’ Hij keek eerder strijdlustig dan berouwvol. ‘Ik wil dat je mij je woord geeft. ’ Hij gromde: ‘Goed dan, ’ en liet zich weer op de brits zakken. ‘Dat is geen belofte. ’ ‘Vraag je me nu om een eed af te leggen? ’
10 Ze vouwde haar armen over elkaar en bleef hem strak aankijken. ‘Oké, ik beloof het. ’ Hij ging onderuit tegen de muur hangen. Desi liep snel naar buiten om het meneer Montgomery te vertellen – maar die was niet meer waar ze hem zojuist had achtergelaten. Mis- schien had hij zijn paard gestald. Maar de sierlijke zwarte ruin en zijn eigenaar waren niet te vinden in de stalhouderij van C. J. Auchinvole of in de smidse van zijn buurman Conall McGuire, waar het smidsvuur een rokerige mist verspreidde. De luide hamerslagen van Lukes vader hadden vast het opstootje dat door zijn zoon was veroorzaakt overstemd. Zij ging hem niet wijzer maken. Omdat haar eigen vader niet uit het gebouw van de Chronicle was gekomen – een blokhut ter grootte van twee paardenstallen, met een rabatgevel – nam ze aan dat hij nog steeds vergaderde met de heren van het districtsbestuur. Of en hoe Jonathon Brennan verslag zou doen van dit incident, hing voor een groot deel af van haar gesprek met Reming- ton Montgomery – als ze hem tenminste kon vinden. Ze liep hotel Baird & Smith binnen, waar hij misschien naartoe was gegaan om zich op te knappen of een hapje te eten, en deed navraag bij Rensellaer Smith, de eigenaar. ‘Nee, juff rouw Brennan, ik heb de man niet gezien. Maar jij bent een verademing. ’ Hij streek de mouwen van zijn jas glad. ‘Laat hem alsjeblieft weten dat ik hem zoek, mocht hij hier binnen- lopen. ’ Ze was al onderweg naar buiten toen hij antwoordde: ‘Dat zal ik zeker doen. ’ Vervolgens keek ze bij Harken Kruidenierswaren, waar Hannah de bestelling van mevrouw Parker aan het optellen was. Ook al was haar vriendin niet druk bezig geweest, dan nog had Desi geen tijd om het lot of wangedrag van Luke met haar te bespreken. Ze wierp ook een blik op het gebouw dat dominee Howbert gebruikte voor zijn metho- distendiensten, maar sloeg het nonnenziekenhuis over, waar drie Franse nonnen zorgden voor de zieke kolonisten die de rondreizende bisschop Machebeuf daar had afgeleverd. Ze zocht bij het magazijn van Stone & Hilfi cker, bij bottelaar Hard- wick en bij Tappan & Co. Mijnbouwartikelen, die nu ijzerwaren en
11 boerderijbenodigdheden verkocht. Remington Montgomery was ook niet bij de korenmolen, net zomin als bij het vleesverpakkingsbedrijf van Brost Brothers. Op een paar fatsoenlijke huizen na bleven er verder nog een paar bouwvallige blokhutten over die niet net als de rest verkocht waren voor tien dollar en vervolgens naar het boerenland verplaatst, toen de bloeiende handel in mijnbouwartikelen plaatsmaakte voor de minder winstgevende handel in boerderijbenodigdheden. Er waren nog maar twee plaatsen waar ze nog niet had gekeken. Ze stak de straat over, maar in geen van beide saloons kon ze de kortgeleden lastiggevallen zuidelijke heer vinden. Hij was verdwenen en daarmee ook haar hoop op een spoedige vrijlating van Luke. Goed dan. Ze strikte het lint dat haar hoed op zijn plaats hield op- nieuw en besteeg haar merrie. De ranch van meneer Montgomery lag bijna een uur rijden ten noordwesten van de stad. Ze verliet het gecul- tiveerde land langs de Fountain en stak Monument Creek over, waarbij de hoeven van haar merrie door de zanderige bedding ploeterden. Na de beek volgde ze het door paardenhoeven en goederenwagens uitgesleten spoor over de vlakte, langs de blokhut met het platte dak, die door de volprezen ex-gouverneur Alexander Hunt was gebouwd. Er werd beweerd dat het een hoofdkwartier van de Colorado Springs Company was, dat was opgezet als voorbereiding voor een nieuwe stad met die naam. Er deden geruchten de ronde over de bedoelingen van William Jackson Palmer, maar de inwoners van het district El Paso neig- den ernaar zijn idealen voor een Fountainkolonie af te doen als onzin – zeker wegens zijn standpunt over strikte geheelonthouding, dat hij ook in praktijk bracht. Ze waren het erover eens dat niemand dat zou volhouden als hij een tijdje in deze contreien doorbracht. Desi spoorde haar paard aan. Salie en wilde grassen verspreidden een scherpe geur. Shalimar joeg vliegen weg met haar staart, had haar oren gespitst en was alert op ratelslangen. Zelf rilde ze bij elke ratelende slang die weggleed. Al sinds ze klein was, werd ze regelmatig badend in het zweet wakker uit nachtmerries waarin gif door haar aderen stroomde. Op dit moment in haar leven slaagde ze erin om – net als anderen – het meer fi losofi sche standpunt in te nemen dat een ratelslang niet aanvalt tenzij hij uitgedaagd wordt. Het enige lastige daarbij was de vraag wat een
12 laag-bij-de-gronds wezen als een gifslang verstaat onder een uitdaging. Konijnen schoten weg en prairiehonden blaften vanaf hun terpen tussen de yucca’s. In de verte rende een coyote in de richting van een kudde gaff elbokken, die in sierlijke bogen wegsprongen. Verder gebeurde er zo weinig tijdens haar rit dat ze de tijd had om argumenten ten gunste van Luke te bedenken. Ze strekte haar rug en ontspande hem weer. Ze vond het heerlijk om te rijden en het amazonezadel was op maat gemaakt. Haar rijrok gaf haar geen problemen, maar als ze van tevoren geweten had dat ze zo’n eind zou rijden, zou ze daarboven ook iets lossers aangetrokken hebben. Ze verlangde ernaar haar borstkas te bevrijden van de baleinen van haar korset en haar borstbeen van de walvisbenen voorkant met de metalen plaatjes die de haken en sluitoogjes ondersteunden. Voor dit lijfje moest het korset stevig ingesnoerd worden en als ze had geweten wat deze dag zou brengen, dan had ze een andere kledingkeuze gemaakt. Maar nu ze bij een heer op bezoek ging – deze heer – kon het misschien geen kwaad dat ze goed in het harnas was gestoken. Het irriteerde haar een beetje dat ze, nadat ze de zaken op de ranch van meneer Montgomery geregeld zou hebben, nog steeds terug zou moeten rijden om Luke vrij te krijgen. Bah! Ze zou hem gewoon in zijn sop gaar moeten laten koken en als ze niet een beetje verdrietig werd van dit hele gebeuren, dan zou ze dat doen ook. Hij zou wel tot bezinning komen, toch? Een havik zweefde in steeds wijder wordende cirkels boven een enorme zandstenen rotsformatie in de vorm van een indrukwekkende, witte kathedraal. De uitgesleten rotsspleten vormden een gemeente die zich verzameld had onder Gods eigen spreekgestoelte. Ze bad dat alles in orde mocht komen. God zegende de zachtmoedigen en de armen van geest. Zij kon zachtmoedig zijn en Luke was overduidelijk arm van geest. Eindelijk bereikte ze de houten boogpoort die de ingang van de Lazy Star vormde. Ze reed eronderdoor en zette koers naar de Rockies. Meneer Montgomery had zijn huis zo laten neerzetten aan deze kant van de beek dat Pikes Peak een imposante achtergrond vormde. Maar het was het huis zelf waardoor ze haar teugels aantrok en overweldigd voor zich uit staarde. Ze had niet gedacht dat het zo groot en mooi zou
13 zijn. Ze had nog nooit zoiets gezien. De begane grond en de verdieping waren betimmerd met witge- schilderde rabatdelen. Daarvoor stond een zuilengalerij met pilaren die van de grond tot aan de dakrand liepen en bekroond werden met een fronton. Zowel de veranda als het balkon liep over de hele breedte van het huis. Ze liet de ingang op zich inwerken: dubbele deuren gefl an- keerd door ramen met witte kozijnen. Een leistenen dak en twee stenen schoorstenen maakten het geheel af. De afgelopen zes maanden hadden ossenwagens wagonladingen mate- rialen via Denver uit het oosten aangevoerd. Het werk dat hij verschafte aan de lokale mannen voor de bouw had meneer Montgomery direct aanzien gegeven, hoewel hij ook vaklieden van buitenaf had laten komen voor het verfi jndere timmerwerk en dergelijke. Toen kwam de ene na de andere lading meubels. Hij had geluk dat de Sioux, Arapaho en Cheyenne Dog Soldiers de wagens niet aange- vallen hadden, zoals ze jarenlang hadden gedaan, waarbij ze vervoerders, gezinnen en iedereen die zich in hun territorium waagde afmaakten. Desi verplaatste haar blik naar een smalle blokhut waarvan ze wist dat het de originele woning was geweest. Er waren ook nog een houten stal en koetshuis en een stukje verderop een hooischuur. Dit was geen eenvoudige boerderij of hoeve, dit was het hoofdkwartier van een ranch. Ze hield haar paard in bij een trog naast de stal en steeg af. Nadat ze Shalimar had vastgezet aan de paal, maakte ze de singel los om haar merrie te ontlasten totdat ze weer een veilig zadel nodig had. Ze be- reidde zich voor op de taak die voor haar lag. De man kon vast wel overgehaald worden. Uit ervaring wist ze dat er maar weinigen waren die uiteindelijk niet bijtrokken. Ze liep de trap op, langs de geurige rozen die hun parfum verspreidden vanuit decoratieve potten. Hoe kwam hij daar toch aan? De bronzen deurklopper gaf een galmende klap op de deur. Toen de deur openging, staarde ze in een gezicht dat zo zwart was dat ze blauwtinten zag. Door zijn grijze kroezende haar en terugtrekkende haargrens leek de man ouder dan zijn grote bruine ogen deden vermoeden. Zijn witte slipjas en grijze broek waren net zo keurig als die van meneer Montgomery – voor Lukes aanval.
14 ‘Ja, juff rouw? ’ ‘Ik wil meneer Montgomery graag spreken. ’ Achter de man ving ze een glimp op van glanzende houten panelen. Was het gepolitoerd ma- honie? De man stapte opzij om haar binnen te laten en sloot de deur. Ze volgde hem naar een schemerige, stijlvolle salon met walnoothouten lambrisering, crème behang en goudkleurige fl uwelen gordijnen. Ze knipperde naar het zilveren dienblaadje dat hij haar voorhield, verward omdat het leeg was. ‘Uw kaartje, juff rouw? ’ ‘O. Nee. ’ Met kleine rukjes aan de vingers trok ze eerst de ene en toen de andere rijhandschoen uit. ‘Ik heb geen kaartjes. ’ ‘Wie kan ik zeggen dat er is? ’ ‘Juff rouw Desiree Brennan. Misschien weet hij nog dat we met el- kaar gesproken hebben, hoewel er nog wat verwarring bestaat over de afl oop van de zaak. ’ De man boog, maar hield daarbij niet haar hand vast. Terwijl ze haar hoed afzette, bewonderde ze een kastje dat was ge- maakt van uitheems hout, ingelegd met parelmoer. Aan de zijkant za- ten diepe groeven die minimaal bijgewerkt waren. Daarop stond een bronsporseleinen vaas zoals ze weleens in een kunstboek had gezien. Van een Franse fabrikant in Sèvres, als ze het goed had onthouden. In het motief waren een hert, een boom en een beek verwerkt, minder druk dan sommige ontwerpen. Op een bijzettafeltje met een marmeren blad en leeuwenpootjes stond een lamp met kristallen pegels, waarvan er zes ontbraken. Ze streek genietend met haar vingers over een crèmekleurige bank die zo zacht was als de vacht van een kitten. De bank in het hotel was van katoenfl uweel, maar dit was het echte werk. Desi liep over het dikke oosterse tapijt naar de marmeren schouw, waar zelfs het tikken van de klok melodieus klonk. Twee zilveren kandelaars stonden aan weerszijden van een fi ligraanlijst met een daguerreotype van een soldaat van de Geconfedereerde Staten die tegen een kanon poseerde. Ze bestudeerde hem en deed toen een stap achteruit om een beter zicht te hebben op het portret boven de haard, van een vrouw in een ragfi jne jurk die zo wolkte dat het op gesponnen suiker leek. Gebo-
15 gen wenkbrauwen en een klein glimlachje gaven haar blik iets liefl ijks. ‘Mijn moeder. ’ Desi draaide zich met een ruk om toen ze meneer Montgomery achter zich hoorde praten. Hij leek meer op de vrouw dan op de soldaat op het daguerreotype, hoewel zijn verschijning niet liefl ijk genoemd kon worden. ‘Ze is prachtig. ’ ‘Ik herinner me haar op deze manier, hoewel ik haar al vrij jong verloren heb. ’ ‘Wat erg om te horen. ’ Hij hield zijn hoofd schuin. ‘Ik had niet verwacht met uw bezoek te worden vereerd, juff rouw Brennan. ’ Hij zag er zo fris uit in zijn smetteloze overhemd, kraag en halsdoek met een bruine jas, gilet en broek, dat ze net zo goed konden doen alsof de aanvaring niet had plaatsgevonden. Maar wat zou er dan met Luke gebeuren? ‘Ik hoopte ons eerdere gesprek af te kunnen maken. ’ ‘Ik had niet door dat het nog niet was afgerond. ’ Ze trok een wenkbrauw op. ‘Ik bedoel het triviale punt van Lukes antwoord. ’ ‘Dan heeft u gelijk over mijn verwarring, hoewel ik me elk van onze charmante gesprekken kan herinneren. ’ De man had zijn eigen draai gegeven aan haar woorden. Meneer Montgomery wreef over zijn kin. ‘Het spijt me dat mijn toestand het niet toeliet om te blijven. ’ En daar had hij ook geen zin in gehad, nam ze aan. ‘Wilt u zitten? ’ Hij bood haar de bank aan die ze had bevoeld. ‘Bedankt, maar mijn rok is stoffi g van de rit. ’ Hij trok zijn wenkbrauwen op. ‘Bent u te paard gekomen? ’ ‘Ik heb het wagentje vandaag niet gebruikt. ’ Ze nam plaats op een rechte leren stoel en legde haar hoed en handschoenen op haar schoot. Hij nam de bijpassende stoel aan de andere kant van een laag tafeltje waarop een schaakspel met ivoren en ebbenhouten schaakstukken stond. Toepasselijk, dacht ze, aangezien ze op het punt stonden de strijd aan te gaan. Hij liet zijn handen op zijn bovenbenen rusten. ‘Ik ben benieuwd om
16 te horen waarvoor u dit hele eind hiernaartoe bent gekomen. ’ Ondertussen bedacht ze alvast manieren waarop ze Luke te lijf kon gaan zonder hem te doden. ‘Ik heb Luke McGuires misvatting recht- gezet. Hij heeft grote spijt van zijn daden en heeft beloofd u niet meer lastig te vallen. ’ Meneer Montgomery hield zijn hoofd schuin, alsof hij doorhad dat ze hem de zaken mooier voorspiegelde. ‘Oprechte en diepgevoelde spijt zeker? ’ Beschaamd opende ze haar mond om antwoord te geven toen een vrouw binnenkwam met twee glazen amberkleurige ijsthee en een schaal geschaafd ijs op een zilveren dienblad. De huid van de vrouw was als geolied mahonie, haar handen waren groot en haar vingers dik. Haar heupen waren rond en haar boezem was enorm. ‘Verfrissing, jongeheer Remy. ’ ‘Dank je, Opal. ’ Ze zette het dienblad naast het schaakbord, schepte een lepel ijs in de glazen en verliet de kamer. Geschokt fl apte Desi eruit: ‘Jongeheer Remy? ’ Van het theeglas dat hij haar aanreikte, kreeg ze het net zo koud als van zijn toon. ‘Gewoonte. Ze kent me al sinds mijn geboorte en ik geloof dat ze me tot ik oud ben zal aanspreken als een kind. ’ ‘Dus zij en de man…’ ‘Charles. ’ ‘Ze waren slaven, maar nu worden ze –’ ‘Betaald. ’ Ze wou dat ze kon vragen wat hij daarvan vond. ‘Ga je gang. ’ Hij gebaarde. ‘Zeg maar wat er op het puntje van je tong ligt. ’ ‘Ik vraag me af of u gelooft dat het goed is dat ze vrij zijn en betaald krijgen. ’ ‘Wat als ik nee zou zeggen? Zou u dan alarm slaan? Me de stad uit laten gooien? ’ Het zat hem blijkbaar meer dwars dan ze zich had gerealiseerd. ‘Dat is uw mening niet. Dat kan ik aan uw gezicht zien. ’ ‘O ja? ’ Zijn stembuiging maakte het meer een uitdaging dan een vraag.
17 ‘Niets is zo zwart-wit als deze stukken. ’ Hij gebaarde met zijn hand naar het schaakbord. ‘Helemaal in oorlog en sociale kwesties; hoewel ik niet verwacht dat u er veel vanaf weet. ’ ‘Ik weet heel wat. Zoals u weet, is mijn vader eigenaar van de krant. Hij en ik hebben het uitgebreid over dit soort kwesties gehad sinds ik drie turven hoog was. ’ ‘Op de een of andere manier geloof ik dat. ’ Ze nam nog een slok thee, ze had meer dorst dan ze had beseft. ‘Ik ben ook naar toespraken geweest toen deze kwestie in dit territorium werd besproken en men tot de conclusie kwam dat we een verenigd land moesten blijven, niet verdeeld in staten die oorlog met elkaar voeren. ’ Dit was niet het moment om hem te vertellen dat enkele leden van het Eerste Regiment van de Colorado Infanterievrijwilligers waren gerekruteerd in hun eigen Colorado City. Of dat de dertienhonderd mannen van dat regiment vierduizend Texas Confederatiesoldaten in de pan hadden gehakt bij Glorieta Pass om ze ervan te weerhouden de goudvelden van Colorado in te nemen. Meneer Montgomery bestudeerde het daguerreotype op de schouw. ‘Mijn vader was het daarmee eens – in principe. ’ ‘Vocht hij niet samen met de voorstanders van afscheiding? ’ Zijn uniform leek op het tegendeel te wijzen. ‘Dat deed hij inderdaad. ’ ‘Maar je zei –’ ‘Het was ons goed recht om af te scheiden. De noordelijke regering beging een oorlogsdaad tegen ons. ’ ‘Welke oorlogsdaad? Uw eigen staat nam Fort Sumter onder vuur. ’ ‘Ze stonden op het punt ons een embargo op te leggen. Toen de fe- derale troepen weigerden de haven te verlaten, hebben we ze verdreven – zonder ook maar één man te doden. ’ Dat was niet het verhaal dat zij had gehoord. ‘Dus ja, mijn vader vocht, maar dat was niet wat hij graag wilde. Eer is ervoor kiezen om te doen wat je moet doen, zelfs als het tegen je eigen overtuiging ingaat. ’ ‘Dan begrijp je de gedachte achter Lukes belofte. Hij wilde zijn woord misschien niet graag geven, maar hij zal het houden’ – al zou het zijn
18 dood betekenen. En anders zou zij daar wel voor zorgen. Meneer Montgomery nipte van zijn thee. ‘In mijn bibliotheek heb ik De erecode voor duelleren staan, geschreven door een gouverneur in South Carolina – mijn eigen staat, zoals u dat noemt. ’ Dat trok haar aandacht. ‘Een handleiding voor duelleren? ’ ‘Precies. Daarin staat de juiste manier om geschillen te beslechten, voornamelijk de verantwoordelijkheden van de duellisten en de se- condanten. ’ Fascinerend. ‘Zoals? ’ ‘Op geen enkele grond is het acceptabel dat een blijkbaar benadeel- de partij een ander op een openbare weg in een opwelling van woede uitdaagt. Welke aanstoot uw vriend ook genomen heeft, die wordt nu ruimschoots overtroff en door zijn daden tegen mij, niet alleen met het pistool, maar ook door zijn klappen. ’ ‘Wat bedoel je? ’ ‘Mijn eer gebiedt me hem uit te dagen vanwege zijn grove misdra- ging tegen mij. ’ ‘Heeft de wet het nu niet voor het zeggen? ’ ‘Dat zou voldoende zijn, ware het niet dat u hier bent en om zijn vrijlating verzoekt. Eigenlijk bent u zijn secondant, hoewel ik niet goed weet wie ik daartegenover kan stellen om uw uitdaging aan te nemen. Dat zal ik zelf moeten doen, als u me dat toevertrouwt. ’ Ze knipperde met haar ogen. ‘Wat is de verantwoordelijkheid van een secondant? ’ ‘We kunnen het uitwisselen van brieven die me op de hoogte stellen van het feit dat meneer McGuire gekwetst is overslaan – omdat we ons daar allebei heel goed van bewust zijn – hoewel het handig zou zijn om te weten op welk punt ik hem gekwetst heb en op welke manier. ’ Haar wangen begonnen te gloeien. ‘Ik begrijp het. Heb ik u op enige manier in woord of daad te schande gemaakt of een gemaakte afspraak overtreden? ’ ‘Nee. ’ Ze kon Luke niet vrijpleiten op die gronden. ‘Maar mag ik een uitleg geven? ’ ‘Ga uw gang. ’ ‘Voordat dit een territorium was, hadden we halfslachtige – zelfs
19 afwezige – juristen, rechtbanken en rechters. Omdat die er niet waren, praktiseerde Colorado City het grensrecht. ’ Hij hield zijn hoofd schuin. ‘Een Claim Club handelde landgeschillen af. Maar in criminele za- ken verzamelde de stad een tribunaal van mannen die op dat moment beschikbaar waren. Ze benoemden een sheriff om de beschuldigde vast te houden zodat hij er niet vandoor ging, drie rechters, en iemand die voor en iemand die tegen de verdachte was. Ze luisterden naar getuigen en spraken de verdachte vrij of hingen hem ter plekke op. Ooit heeft iemand een man neergeschoten en twee weken voordat de ander daaraan overleed, kreeg hij het vonnis gerechtvaardigde doodslag. ’ Zijn mond zakte een beetje open. ‘Ik weet niet goed wat ik moet zeggen. ’ ‘Het is gewoon – en begrijpelijk – dat mensen als Luke, die hier vanaf het begin gewoond hebben, geneigd zijn om de dingen voortvarend aan te pakken. ’ Ze keek hem onderzoekend aan. ‘U was niet ongewapend – dan zou het zelfs hier een grove overtreding zijn. In feite heeft uw pistool dit… dit gedoe met wapens misschien wel uitgelokt. ’ Meneer Montgomery trok een wenkbrauw op. ‘Ik had mijn wapen bij me om een probleempje met de hamer op te laten lossen. Ik had niet de bedoeling een schouwspel uit te lokken. ’ ‘Ja, natuurlijk, maar’ – ze dacht even na en hield toen haar hoofd schuin – ‘wat zou mijn volgende stap zijn als secondant? ’ Zijn mondhoeken gingen even omhoog. ‘U zou namens uw vriend een herstelaanbod doen. ’ ‘Een manier waarop hij het goed kan maken met u? ’ ‘Wanneer de duellisten niet van precies hetzelfde aanzien zijn, dan neemt de secondant zijn plaats in. ’ Ze trok haar wenkbrauwen op. ‘Ik zou het goed moeten maken? ’ ‘Hoewel dat de normale gang van zaken is, zou ik dat niet van u willen vragen. ’ ‘Maar ik zou het kúnnen? ’ ‘Als dame zou u niet kunnen deelnemen aan deze onderhandelin- gen. Net zomin als een minderjarige, een seniele man of een gek. ’ Zijn geamuseerde blik straalde warmte uit.
20 Ze kneep haar ogen tot spleetjes nu ze elkaar recht aankeken. ‘Toch heb ik onderhandeld. De erecode stelt zeker dat u mijn herstelaanbod aan moet nemen? ’ ‘De diskwalifi cering terzijde, zou ik dat als heer doen, behalve als –’ Ze kon hem niet de kans geven een uitzondering te noemen. ‘Wat zou ervoor nodig zijn om u de aanklacht in te laten trekken? ’ ‘Juff rouw Brennan, het is echt niet mogelijk voor mij om iets te noemen. ’ De moed zonk haar in de schoenen. ‘Staat u me niet toe dit te doen? ’ ‘Ik bedoel dat ik de boetedoening die u zou aanbieden niet kan accepteren. Dat is de reden waarom vrouwen geen secondant kunnen zijn. ’ Hij spreidde zijn handen. ‘Ik ben ontwapend. ’ Ze probeerde niet te laten merken hoezeer haar dat verontrustte. ‘Weiger alstublieft niet. Luke zal zijn wangedrag niet herhalen en als hij de ernst van uw code begreep, dan zou hij het terugnemen. Dat weet ik zeker, ik ken hem goed genoeg. ’ Hij keek haar een tijdlang aan terwijl hij over de zaak nadacht. ‘Ik neem uw woord daarover aan en doe afstand van genoegdoening wegens de aanval op mijn karakter. ’ Ze knipperde met haar ogen. ‘U laat de aanklacht vallen… en de uitdaging? ’ Meneer Montgomery boog zijn hoofd. ‘Hoe zou ik anders kunnen, met zo’n pleitbezorger? ’