In h o u d s o p g av e h o o f d s t u k 1 7 Ter inleiding: uit de praktijk van alledag door Peter Schalk h o o f d s t u k 2 11 Weet wat je zegt! door Jan Schreuders h o o f d s t u k 3 21 Zeggen waar het op staat door Kees van der Staaij h o o f d s t u k 4 31 Zeggen wat je doet, doen wat je zegt door André Lagendijk h o o f d s t u k 5 43 Het moet gezegd worden door Diederik van Dijk
6 h o o f d s t u k 6 57 Eens gezegd, blijft gezegd door Pieter Moens h o o f d s t u k 7 69 Zeg het maar gewoon, persoonlijke ervaringen door Peter Schalk
7 h o o f d s t u k 1 T e r i n l e i d i n g : u i T d e p r a k Ti j k va n a l l e dag door Peter Schalk Zeg het maar gewoon. Dat dacht ik na het hapje eten met een politicus van D66. We hadden gepraat over de zondagsarbeid. Ik had uitgelegd hoe het nu eigenlijk zat met een gewetens - bezwaar. Toen we de maaltijd afsloten, gaf ik aan te willen danken voor het eten. ‘O ja, natuurlijk, ga je gang’, was zijn reactie. Op dat moment dacht ik: laat ik het maar gewoon zeggen, dat ik verbaasd ben dat veel jonge mensen het lastig vinden om stilte te vragen voor of na hun maaltijd. Hoe zou dat komen? Zijn antwoord was onthutsend en ontdekkend: ‘Twintig jaar geleden moesten de homo’s overeind komen. Nu zijn jullie aan de beurt.’ Oké, dat is heldere taal. Wij moeten overeind komen. Nou, liever zou ik het net even anders formuleren: wij moeten er - voor uitkomen. Zeg het maar gewoon; wat je denkt, vindt, ruikt, voelt en gelooft. Kom er maar mee voor de dag. Dat is de enige manier om aansluiting te krijgen met mensen om je heen, die misschien wel een totaal ander wereldbeeld hebben dan jij. Misschien hebben ze zelfs geen idee van wat jou be - weegt, waar jij mee zit, wat jou echt raakt. Dat kun je zo laten, maar dat brengt je geen stap verder, en ook geen stap dich - terbij. Daarom kun je het je beter maar aantrekken. Je moet ervoor uitkomen. Dan kom je wel verder, in het gesprek, in het onderlinge begrip. Bovendien kom je dan dichterbij, als mens bij je naaste. Zeg het maar gewoon.
8 Pas wel op! Misschien moet je eerst even nadenken hóé je iets zegt. Dat heb ik gemerkt, toen ik met diezelfde D66-politicus in een zaal zat tijdens een bijeenkomst over de 24 uurseconomie en de zondag. Op een zeker moment ging er iemand in de zaal staan om een vraag te stellen. Deze man had volkomen gelijk, maar hij gebruikte woorden die de D66’er niet bekend waren. Zo sprak de man over ‘de dag des Heeren’. Nou, als je gewend bent om ’s zondags naar de kerk te gaan, zal die uitdrukking wel bekend zijn. Voor iemand die de kerk nooit tijdens een kerk - dienst bezoekt, is dat echter geen bekende term. De vraagsteller had het ook over ‘de oordelen die laag hangen boven ons land’. Opnieuw, als je dat taalveld kent, weet je wat er bedoeld wordt. Voor de D66’er was het echt abracadabra. Dat merkte ik wel aan hem. Het bleek zelfs nog duidelijker toen hij zich naar mij toe boog: ‘Peter, wat is dit voor taalgebruik? Een soort Oud - hollands of zo?’ En ja, ik moest hem gelijk geven, het taalge - bruik was niet moeilijk, maar wel onbegrijpelijk. Dat betekent iets voor ons, wanneer we in gesprek gaan met mensen om ons heen. Zég het maar gewoon, jawel, maar leg dan ook de klemtoon eens op het laatste woordje: Zeg het maar gewóón. Zo vraagt de titel van dit boekje ons om open te zijn naar anderen, en open te staan voor onze omgeving. Om te voor - komen dat we langs elkaar heen praten; om ervoor te zor - gen dat we daadwerkelijk in gesprek blijven, ook met hen die misschien ver van ons af staan, qua geloofsbeleving of levensbeschouwing. Maar ook om te blijven luisteren en te onderzoeken wat voor anderen nu echt van belang is; wat een ander drijft. Juist daar kan de aansluiting liggen. We kunnen dat aangrijpen om dicht bij de ander te komen en duidelijker te maken wat we bedoelen.
9 Nog even over diezelfde D66-man … Hij meende dat het al - lemaal goed geregeld was in Nederland, voor hen die met een gewetensbezwaar zitten. Het kostte enige moeite om duidelijk te maken dat het geweten niet iets rationeels is, in je hoofd, maar dat het geweten dieper zetelt, in het hart, in het bin - nenste van mensen. Vervolgens was het nog heel moeilijk om hem ervan te overtuigen dat het vreemd is dat mensen in hun mogelijkheden beperkt worden door gewetensbezwaar, alleen omdat je bijvoorbeeld op zondag niet wilt werken. Totdat ik hem confronteerde met zijn eigen gedachtegoed, namelijk dat iedereen toch vrij moet zijn in wat hij denkt of vindt. Die vrijheid kan dan immers ook betekenen dat je vrij bent om te vinden dat de zondag de dag van rust is, omdat je gelooft dat God die dag heeft gegeven. Toen werd het duidelijk. Blijf in gesprek. Dat is op allerlei gebieden nodig. Vandaar dit boekje met deze titel Zeg het maar gewoon. In hoofdstuk 2 wordt de toon gezet, voor jou als christen op de werkvloer. Dan volgt een hoofdstuk over de politieke werkelijkheid in het maatschappelijk leven. Vervolgens hoe de RMU zich daarin positioneert. Daarna wat er te zeggen is over bijzondere ter - reinen als zorg en onderwijs. Ten slotte een hoofdstuk met een persoonlijke terugblik op 25 jaar RMU. Een prachtige tijd, met heel veel leermomenten. Soms heel lastig, soms mis - schien wat moed benemend, maar altijd betrokken op dat wat goed is voor de samenleving. Op zoek naar wat heilzaam is vanuit Gods Woord en Zijn goede geboden. Dat was bijzon - der om te mogen doen. Ik zeg het maar gewoon!
11 h o o f d s t u k 2 W e e T WaT j e z e g T ! door Jan Schreuders We leven in een samenleving zonder geloof. Zonder geloof, klinkt dat niet te ruw? Misschien wel. Het is maar net welk perspectief je inneemt. In Nederland rekent ruim 45 procent van de mensen zich nog altijd tot een christelijke stroming of gezindte. Als je dat aantal echter vergelijkt met het aantal zoals dat pakweg zeventig jaar geleden gold, dan constateer je dat er sprake is geweest van een religieuze aardverschuiving. Zeker als je nog een stapje verder kijkt. Inderdaad rekent nog 45 procent van de mensen zich tot een christelijke stroming, maar dat betekent niet dat eenzelfde aantal mensen aangeeft zich in de praktijk van het leven christen te voelen of zich als christen te gedragen. Hoeveel mensen gaan bijvoorbeeld nog naar de kerk? Slechts 15 procent van onze bevolking gaat nog regelmatig naar de kerk, hetzij naar een protestantse kerk of naar een katholieke kerk. Moskeebezoek valt ook binnen dit percentage. En voor de goede orde, ‘regelmatig’ betekent: minimaal één keer per maand! Je kunt dus zonder overdrijven zeggen dat wij – bijbelgetrou - we christenen die het christen-zijn in hun leven mede door de gang naar de kerk praktiseren – een minderheidsgroep zijn geworden. Dat we meer en meer alleen komen te staan. Na - tuurlijk, wonend in Barneveld of Opheusden merk je dat wel - licht niet direct. Er zijn plaatsen of regio’s in ons land waar veel gelijkgezinden bij elkaar in de buurt wonen, maar vergis je niet: in zo veel meer plaatsen in Nederland ben je veruit in de minderheid, bestaat je gemeente slechts uit een klein