Januari
1 januari Het liefste wat God heef t gemaakt In het begin maakte God de hemel en de aarde. Genesis 1:1 Spelen jullie ook graag met blokken of met klei? Dat is leuk, of niet? Je kunt van blokken heel hoge torens bouwen. En van klei kun je grappige dingen maken. God vond het ook heel leuk om alles op de aarde te maken. Hij maakte de sterren, de bloemen, de vogels, en heel veel andere dieren. Maar het liefste wat Hij gemaakt heeft, dat ben jij! God maakte de hemel en de aarde, maar voor Hem heb jij de meeste waarde.
2 januari Op wie lijk jij? Toen God de mensen maakte, leken ze op Hem. Genesis 1:26, 27 G od heeft een heleboel verschillende mensen gemaakt. Grote, kleine, dikke, dunne, bruine, witte, en nog veel meer. Er zijn geen twee mensen gelijk. Ook in je eigen familie niet. Maar hoe verschillend we ook zijn, we horen allemaal bij de grote mensenfamilie. Alles wat God heeft gemaakt is prachtig. Maar de mensen zijn wel heel speciaal. Als ik ’s avonds in de spiegel kijk, vraag ik me af op wie ik lijk.
3 januari Wilde dieren God maakte allerlei wilde dieren. Genesis 1:24, 25 Je bent vast wel eens in een dierentuin geweest. Heb je toen gezien hoeveel verschillende dieren er zijn? Er zijn papegaaien en pauwen, leeuwen en luipaarden, zeehonden en zebra’s. Je kunt er vast nog wel meer opnoemen. God heeft voor alle dieren een eigen plekje op de aarde gemaakt. Voor de ijsberen de Noordpool, voor de tijgers het oerwoud en voor de vissen het water. God heeft alles gemaakt. Er is niets wat Hij niet maken kan. De tijger, de walvis en de muis, God gaf ze allemaal een eigen huis.
4 januari Blij met jou! En God bekeek alles wat Hij gemaakt had, en Hij vond het heel goed. Genesis 1:31 Soms vindt iemand jou niet aardig. Iedereen heeft dat af en toe. Weet je dat er Iemand is die altijd van je houdt, waar je ook bent en wat je ook doet? Dat is God. Toen God de hele wereld had gemaakt, keek Hij ernaar en zei: ‘Het is heel goed. ’ Als je nog eens verdrietig bent, weet dan dat God altijd bij je is. En Hij zegt: ‘Ik ben blij met jou. ’ God zegt: Weet je dat Ik van je hou? Ik ben elke dag weer blij met jou.
5 januari De belof te van de regenboog God doet wat Hij belooft. Daarom maakte Hij de regenboog. Genesis 9:12a, 13 W aar komt de regenboog vandaan? Heel lang geleden was de aarde bedekt met water. Er was geen land meer te zien. Toen het water weggelopen was, zette God een prachtige regenboog in de lucht. Hij beloofde dat er nooit meer zoveel water op de aarde zou komen. Elke keer als je de regenboog ziet, mag je denken aan wat God heeft beloofd. Toen de aarde net was opgedroogd, gaf God een teken: de regenboog.
6 januari Alles wat je nodig hebt Ik zal je rijk zegenen. Genesis 22:17 H eb je wel eens om een snoepje gezeurd? Wil jij ook altijd maar meer en meer? En God heeft je al zoveel mooie dingen gegeven! Je hebt een vader en een moeder. Misschien een broer tje of een zusje. Vriendjes. Een huis om in te wonen. Genoeg om te eten. Dat is een heleboel om God voor te danken. Heer, ik dank U dat ik leef. ’k Ben blij met alles wat U geef t.
7 januari Nooit alleen Ik ben bij je en Ik bescherm je, waar je ook heen gaat. Genesis 28:15 E erst was je nog een baby. Je was bijna altijd bij je moeder, of bij je vader. Nu ben je al wat groter. En je mag al alleen naar buiten. Misschien ga je wel eens bij iemand logeren. Als je dan ’s avonds in je bed ligt, zijn Mama en Papa er niet om je in te stoppen. Misschien voel je je dan wel eens alleen. Maar God is altijd bij je, overal waar je bent. Je kunt Hem niet zien, maar Hij is er toch. En Hij beschermt je. Waar ik ook heen ga, ver weg of dichtbij, ik ben nooit alleen, want God is bij mij.