INHOUD Inleiding 7 Voorwoord 49 Exodus 51 Leviticus 57 Numeri 62 Deuteronomium 63 Jozua 74 Psalmen 75 Spreuken 107 Prediker 135 Hooglied 139 Job 141 Hosea 145 Joël 147 Amos 148 Micha 150 Habakuk 152 Sefanja 153 Zacharia 155 Maleachi 156 Jesaja 159 Jeremia 171 Ezechiël 182 Wijsheid 190 Jezus Sirach 193 Tobit 236 Het evangelie volgens Matteüs 238 Het evangelie volgens Marcus 254 Het evangelie volgens Lucas 259 17109 De Bijbel als spiegel.indd 5 01-02-18 11:29
Het evangelie volgens Johannes 273 De Handelingen van de Apostelen 276 De brief aan de Romeinen 278 De eerste brief aan de Korintiërs 286 De tweede brief aan de Korintiërs 299 De brief aan de Galaten 306 De brief aan de Efeziërs 308 De brief aan de Filippenzen 312 De eerste brief aan de Tessalonicenzen 316 De tweede brief aan de Tessalonicenzen 319 De brief aan de Kolossenzen 321 De eerste brief aan Timoteüs 323 De tweede brief aan Timoteüs 328 De brief aan Titus 332 De brief aan Filemon 334 De brief aan de Hebreeën 335 De eerste brief van Petrus 340 De tweede brief van Petrus 345 De brief van Jakobus 348 De eerste brief van Johannes 353 De tweede brief van Johannes 358 De derde brief van Johannes 359 De brief van Judas 360 Openbaring van Johannes 361 Over deze uitgave 363 17109 De Bijbel als spiegel.indd 6 01-02-18 11:29
49 VOORWOORD In de Heilige Schrift, dat wil zeggen in de canonieke, gezaghebbende Boeken van de Wet, de Profeten, de Evangeliën en apostolische geschriften, staan verschillende soor ten teksten, wie weet het niet? Sommige moet je gewoon kennen en geloven, zoals In het begin schiep God de hemel en de aarde (Genesis 1,1) en In het begin was het Woord (Johannes 1,1) en andere goddelijke of menselijke feiten die enkel en alleen worden verteld ter kennisname. Maar er staan ook geboden en verboden. Bijvoorbeeld: Toon eerbied voor uw vader en uw moeder (Exodus 20,12; Matteüs 15,4) en Pleeg geen overspel (Exodus 20,14; Matteüs 5,27). Bij de geboden en verboden liggen bepaalde zaken verhuld onder een laag van religieuze symboliek. Het betreft tal van opdrachten aan het volk van het Oude Testa ment, die bij de christenen niet in praktijk zijn. Die moet je alleen maar proberen te begrijpen en te plaatsen, zoals de regels over de sabbat als zichtbare dag van rust (vgl. Deuteronomium 5,12), over het ongedesemd brood en Pesach via het slachten van een lam (vgl. Exodus 12) en over allerlei soorten offers en te vermijden voedsel en Nieu wemaan en jaarlijkse feesten (vgl. Numeri 28,1631), die de joden nog altijd in acht nemen. Hieronder vallen ook bepalingen die niet onmiddellijk te maken hebben met werken van gerechtigheid, maar waarin voor de goede verstaander iets anders wordt verbeeld. Welke christen is gedwongen een slaaf na zes jaar in vrijheid te stellen (vgl. Exodus 21,2), of als die niet wil vertrekken zijn oor met een priem te doorboren tegen de deurpost (vgl. Exodus 21,6)? En zo zijn er meer voorbeelden. Maar andere voorschriften gelden nog steeds: dingen doen die staan voorgeschreven, dingen niet doen die zijn verboden. Dat geldt bijvoorbeeld voor wat ik al noemde: Toon eerbied voor uw vader en uw moeder, en Pleeg geen overspel. Het gaat mij nu om de plaatsen in de Heilige Schrift waarin zaken worden gebo den, verboden of toegestaan die ook nu, dat wil zeggen in de tijd van het Nieuwe Tes tament, direct relevant zijn voor een religieus en moreel verantwoord leven. Daarom heb ik dit werk ter hand genomen en ben ik begonnen aan de samenstelling ervan. Met Gods hulp wil ik al dit soort passages uit de canonieke boeken bij elkaar zetten en zogezegd in één ‘Spiegel’ bijeenbrengen zodat een handig overzicht ontstaat. 17109 De Bijbel als spiegel.indd 49 01-02-18 11:29
50 Natuurlijk, de auteurs van de bijbelboeken moesten een en ander wel zo opschrij ven als zij hebben gedaan. Geboden als beeldende elementen binnen concrete verha len en dialogen, of juist als concrete elementen binnen beeldende tekst, steeds met behoud van de chronologie. Reacties op tegenstanders, of juist instructie van leerlin gen, of symboliek waardoor mensen die wars zijn van directe en eendimensionale taal iets kunnen ontdekken en de dingen in een soort nieuw licht gaan zien. Maar voor mij geldt dat niet. Met dit werk wil ik geen ongelovigen bereiken, geen dieper geloof aanbrengen, geen hoger intellect en gerichte aandacht stimuleren via heilzame lastige kwesties. Nee, ik richt mij hier op de lezer die al gelooft, die God al wil gehoorzamen. In dit werk kan zo’n lezer zichzelf bekijken, zo is mijn suggestie, en bezien hoeveel voortgang hij heeft geboekt in goede mentaliteit en daden, en aan hoeveel het hem nog ontbreekt. Zo kan hij dank brengen voor wat hij al heeft en zijn best doen voor wat hij nog niet heeft, en voor het behouden of bereiken daarvan werken en bid den in geloof en trouw. Bij een aantal passages die ik opneem in dit boek lijkt er soms sprake te zijn van onderlinge tegenstrijdigheid. Zulke gevallen zal ik later bespreken, met eerst een omschrijving van het probleem, gevolgd door uitleg en oplossing. Een speciaal geval zijn sancties en beloningen voor verkeerde dan wel goede daden. Daarover bespreek ik een aantal passages. Maar eigenlijk weet iedereen het wel: het Nieuwe Testament wijkt op deze punten sterk af van het Oude. Eerst nu de Wet die is gegeven via Mozes, de geboden van God. Laten we daar mee de spits afbijten en zo onze belofte gaan waarmaken. 17109 De Bijbel als spiegel.indd 50 01-02-18 11:29
51 EXODUS [Exodus 20] Vereer naast mij geen andere goden. Maak geen godenbeelden, geen enkele afbeelding van iets dat in de hemel hier boven is of van iets beneden op de aarde of in het water onder de aarde. Kniel voor zulke beelden niet neer, vereer ze niet. (20,3-5) Tevens: Misbruik de naam van de heer , uw God, niet, want wie zijn naam mis- bruikt laat hij niet vrijuit gaan. (20,7) En iets verder: Toon eerbied voor uw vader en moeder. Dan wordt u gezegend met een lang leven in het land dat de heer , uw God, u geven zal. Pleeg geen moord. Pleeg geen overspel. Steel niet. Leg over een ander geen vals getuigenis af. Zet uw zinnen niet op het huis van een ander, en evenmin op zijn vrouw, op zijn slaaf, zijn slavin, zijn rund of zijn ezel, of wat hem ook maar toebehoort. (20,12-17) Tevens is na de decaloog op een andere plaats in hetzelfde boek de volgende leefregel te vinden: Je mag geen goden van zilver of goud maken om die naast mij te vereren. (20,23) 17109 De Bijbel als spiegel.indd 51 01-02-18 11:29
52 [Exodus 21] En even verder: Wie een ander zodanig slaat dat deze sterft, moet ter dood gebracht wor- den. Maar in het geval dat hij het niet met opzet deed en God zijn handen bestuurde, kan hij vluchten naar een plaats die ik jullie zal aanwijzen. Wan- neer iemand een ander echter verraderlijk vermoordt, met voorbedachten rade, mag je hem zelfs van mijn altaar weghalen om hem ter dood te bren- gen.Wie zijn vader of moeder mishandelt, moet ter dood gebracht worden. Wie iemand ontvoert, moet ter dood gebracht worden, of hij de ander nu als slaaf verkocht heeft of hem nog in zijn bezit heeft. Wie zijn vader of moeder vervloekt, moet ter dood gebracht worden. Wanneer twee mannen ruziemaken en de een de ander zodanig met een steen of met zijn vuist slaat dat hij niet sterft maar wel het bed moet hou- den, en hij weer op de been komt en met behulp van een kruk weer buiten kan lopen, dan gaat degene die hem geslagen heeft vrijuit. Wel moet deze hem de gedwongen rusttijd en de kosten van zijn herstel vergoeden. Wanneer iemand zijn slaaf of slavin met een stok slaat en hij of zij sterft ter plekke, dan moet er vergelding plaatsvinden. Als de slaaf of slavin nog enkele dagen in leven blijft, gaat de eigenaar vrijuit. Door het verlies van zijn eigendom is hij genoeg gestraft. Wanneer twee mannen aan het vechten zijn en een van hen een zwan- gere vrouw raakt met als gevolg dat zij een miskraam krijgt, maar ze heeft verder geen letsel opgelopen, dan moet een boete worden geëist waarvan de hoogte door haar echtgenoot wordt vastgesteld; de rechters moeten op de betaling toezien. Heeft ze wel ander letsel opgelopen, dan geldt: een leven voor een leven, een oog voor een oog, een tand voor een tand, een hand voor een hand, een voet voor een voet, een brandwond voor een brandwond, een kneuzing voor een kneuzing, een striem voor een striem. Wanneer iemand zijn slaaf of slavin zodanig in het oog treft dat dit ver- loren gaat, moet hij hem of haar als vergoeding voor dat oog vrijlaten. En als hij zijn slaaf of slavin een tand uitslaat, moet hij hem of haar als vergoe- ding voor die tand vrijlaten. Wanneer een stier een man of vrouw zodanig stoot dat deze sterft, moet die stier gestenigd worden en mag het vlees ervan niet gegeten worden. De eigenaar gaat echter vrijuit. Maar als die stier een man of vrouw doodt ter- wijl hij voor die tijd al stotig was, en de eigenaar was gewaarschuwd maar had hem niet vastgezet, dan moet niet alleen de stier gestenigd worden 17109 De Bijbel als spiegel.indd 52 01-02-18 11:29
53 maar moet ook de eigenaar ter dood gebracht worden. Legt men hem een afkoopsom op, dan moet hij als losprijs voor zijn leven de volle som die hem wordt opgelegd betalen. Deze regels gelden ook als de stier een jongen of meisje stoot. Als hij een slaaf of slavin stoot, moet aan zijn of haar meester dertig sjekel zilver worden betaald en moet de stier gestenigd worden.Wanneer iemand een put graaft of openlegt en hem daarna niet afdekt, en er valt een rund of een ezel in, moet de eigenaar van de put de schade vergoeden. Hij betaalt de eigenaar van het dier een bepaald bedrag en mag het dode dier houden. Wanneer iemands stier de stier van een ander zodanig stoot dat die sterft, moet de levende stier verkocht worden en de opbrengst ervan gedeeld. Ook het dode dier moet verdeeld worden. Maar als bekend was dat de stier voor die tijd al stotig was en de eigenaar had hem niet vastgezet, dan moet hij de dode stier met een levende vergoeden; het dode dier mag hij houden. (21,12-36) [Exodus 22] Betrapt iemand de dief op heterdaad en slaat hij hem dood, dan laadt hij daarmee geen bloedschuld op zich. Gebeurt dit echter na zonsopgang, dan laadt hij wel bloedschuld op zich. De dief moet alles vergoeden. Bezit hij niets, dan moet men hem verkopen voor een bedrag ter waarde van het gestolene. Maar als het gestolen dier nog levend bij hem wordt aangetrof- fen, moet hij het dubbel vergoeden, of het nu een rund betreft, een ezel, schaap of geit. Wanneer iemand zijn vee loslaat om een stuk land of een wijngaard te begrazen, en zijn dieren grazen de akker van een ander af, dan moet hij de schade met de beste opbrengst van zijn land of wijngaard vergoeden. Wanneer iemand iets verbrandt en het vuur overslaat op doornstruiken, waardoor korenschoven of een akker met het staande koren in vlammen opgaan, moet de veroorzaker van de brand de schade vergoeden. Wanneer iemand geld of sieraden aan een ander in bewaring geeft en dit wordt uit het huis van die ander gestolen, moet de dief, als hij gepakt wordt, een dubbele vergoeding geven. Als de dief niet gevonden wordt, moet de eigenaar van het huis in het heiligdom zweren dat hij zich niet aan de bezit- tingen van de ander heeft vergrepen. Bij elk vermoeden van verduistering – of het nu een rund betreft, een ezel, een schaap of geit, een kledingstuk, of welk zoekgeraakt voorwerp ook waarvan iemand beweert dat het zijn eigendom is – moeten beide partijen hun zaak aan God voorleggen. Degene 17109 De Bijbel als spiegel.indd 53 01-02-18 11:29
54 die door God schuldig verklaard wordt, moet de ander een dubbele vergoe- ding geven.Wanneer iemand een ezel, rund, schaap of geit of welk dier dan ook aan een ander toevertrouwt, en het gaat dood of raakt gewond of wordt geroofd zonder dat er getuigen zijn, en die ander zweert bij de heer dat hij zich niet aan het bezit van de eigenaar vergrepen heeft, dan moet deze daar genoe- gen mee nemen en hoeft hem niets vergoed te worden. Als vaststaat dat het dier gestolen is van de ander, moet deze het aan de eigenaar vergoeden. Als het door een roofdier gedood is, moet hij dat bewijzen door hem het dode dier te brengen; hij hoeft het verscheurde dier niet te vergoeden. Wanneer iemand een dier van een ander in bruikleen heeft en het raakt gewond of sterft terwijl de eigenaar er niet bij is, moet hij het dier volledig vergoeden. Is de eigenaar er wel bij, dan is hij geen vergoeding verschul- digd. Was het dier gehuurd, dan is de schade bij de huurprijs inbegrepen. Wanneer iemand een meisje dat nog niet uitgehuwelijkt is verleidt, moet hij de volle bruidsprijs betalen en met haar trouwen. Mocht haar vader weigeren haar aan hem uit te huwelijken, dan moet hij een bedrag betalen dat overeenkomt met de bruidsprijs voor een maagd. Een tovenares mag niet in leven blijven. Wie gemeenschap heeft met een dier, moet ter dood gebracht worden. Wie aan andere goden offers brengt, en niet uitsluitend aan de heer , moet onder de ban worden geplaatst en gedood worden. Vreemdelingen mag je niet uitbuiten of onderdrukken, want jullie zijn zelf vreemdelingen geweest in Egypte. Weduwen en wezen mag je evenmin uitbuiten. Doe je dat toch en smeken zij mij om hulp, dan zal ik zeker naar hen luisteren. Ik zal in woede ontsteken en ieder van jullie doden, en dan zullen jullie eigen vrouwen weduwe worden en jullie kinderen wees. Als je geld leent aan iemand van mijn volk die armoede lijdt, gedraag je dan niet als een geldschieter en vraag geen rente van hem. Als je iemands mantel als onderpand neemt, moet je die voor zonsondergang aan hem teruggeven, want hij heeft niets anders om zich mee toe te dekken. Waar- mee moet hij zijn lichaam anders beschermen als hij gaat slapen? Als hij mij om hulp smeekt, zal ik naar hem luisteren, want ik ben een genadige God. Je mag God niet lasteren en je mag de leiders van je volk niet vervloe- ken. Sta de eerste opbrengst van de druivenoogst zonder uitstel aan mij af, en geef mij ook je eerstgeboren zoon. (22,1-28) 17109 De Bijbel als spiegel.indd 54 01-02-18 11:29
55 [Exodus 23] En iets verder: Onthoud je van lasterlijke aantijgingen. Maak geen gemene zaak met een misdadiger door iemand vals te beschuldigen. Laat je er niet door de meer- derheid toe overhalen iets onrechtvaardigs te doen, en als je in een rechts- zaak getuigt, verdraai het recht dan niet door je naar de meerderheid te richten. Iemand die arm is, mag je in een rechtszaak niet bevoordelen.Wanneer je een verdwaald rund of een verdwaalde ezel van een vijand van je aantreft, moet je hem het dier zonder uitstel terugbrengen. Wanneer je ziet dat de ezel van iemand met wie je in onmin leeft onder zijn last bezwijkt, mag je niet werkeloos toezien maar moet je hem meteen de helpende hand bieden. Bij een rechtszaak moet je de rechten van de armen eerbiedigen. Laat je niet beïnvloeden door valse aantijgingen en breng een onschuldige die in zijn recht staat niet ter dood. Wie zich daaraan schuldig maakt, laat ik niet vrijuit gaan. Neem geen steekpenningen aan, want steekpenningen maken zienden blind en maken eerlijke mensen tot leugenaars. Vreemdelingen mag je niet uitbuiten. Jullie weten immers hoe het voelt om vreemdeling te zijn, omdat jullie zelf vreemdelingen zijn geweest in Egypte. (23,1-9) En na nog een paar dingen over de vreemdelingen: Kniel niet neer voor hun goden en vereer ze niet. Haal hun godenbeelden omver en verbrijzel hun gewijde stenen. Vereer de heer , jullie God. (23,24- 25) [Exodus 34] En na een heel stuk – in hetzelfde boek – over de goden van de heidenen: Breek hun altaren af, verbrijzel hun gewijde stenen en hak hun Asjerapalen om, want jullie mogen niet voor een andere god neerknielen. De heer , de Afgunstige, duldt immers geen andere goden naast zich. Sluit geen verbond met de inwoners van dat land, want wanneer die zich met hun goden af- geven en offers aan hen brengen, zouden ze jullie uitnodigen om aan hun offermaaltijden deel te nemen. En als jullie uit hun dochters voor je zonen vrouwen kiezen, en die vrouwen geven zich met hun goden af, zullen ze ook je zonen daartoe verleiden. Maak geen godenbeelden. (34,13-17) 17109 De Bijbel als spiegel.indd 55 01-02-18 11:29
56 En iets verder: De allereerste opbrengst van je akker moet je naar het heiligdom van de heer, je God, brengen. (34,26) Tot zover het Boek van de Wet, genaamd Exodus, althans die gedeelten ervan waar van ik vind dat ze de moeite waard zijn om bij elkaar te zetten. Laten we nu op dezelfde manier kijken naar het volgende boek, Leviticus. 17109 De Bijbel als spiegel.indd 56 01-02-18 11:29