1 Darbury, Engeland, november 1814 Amelia wist wat haar te doen stond. Ze had dat eigenlijk al geweten sinds kapitein Graham Sterling in Eastmore Hall was teruggekeerd. Haar plannetje zou vast slagen. Het moest wel slagen. Ze had het grondig doordacht en kon werkelijk alle mogelijke tegenwerpingen beantwoorden. Nu alleen de kapitein nog overhalen. Tot haar spijt had ze haar voornemen niet kunnen verber- gen voor Helena, haar jongere nichtje. ‘Dit is belachelijk. Absolute waanzin!’ Helena’s rode krullen dansten wild bij elk woord dat ze uitsprak. ‘Hoe kom je erbij om zoiets zelfs maar te overwegen, laat staan in praktijk te brengen?’ Ze wierp haar borduurwerk op het tafeltje naast de sofa en sprong overeind. ‘Kapitein Sterling denkt vast dat je gestoord bent. En wat dan?’ Helena maakte een gebaar toen Amelia wilde tegensputteren. ‘Dat zal ik je vertellen: dan heb je geen man, geen geld en geen vooruitzichten meer.’ ‘Ach, overdrijf toch niet zo.’ Amelia verschikte de slapende baby in haar armen. ‘Als je zo doorgaat wordt Lucy nog wak- 9 De erfgename van Winterwood 1-336_Opmaak 1 12-03-15 08:11 Pagina 9
ker. Ik wil liever niet dat ze uit haar doen is als ze straks haar vader voor het eerst ziet.’ Helena snoof. ‘Niet opeens een ander onderwerp aansnij- den, Amelia Barrett. Er is niks aan de hand met dat kind, maar blijkbaar wel met jou. Ben je je verstand verloren? Hoe kom je bij het idee om hem ten huwelijk te gaan vragen? Een vol- slagen vreemde nog wel? Dat hoort gewoon niet.’ Amelia legde Lucy in haar wiegje. ‘Kapitein Sterling is geen vreemde. Tenminste, niet echt. Trouwens, ik ben vastbesloten. Houd er nu maar over op. Wil je dat dekentje even aangeven?’ Helena griste een geel gebreid dekentje van het rozenhou- ten tafeltje en gooide het in de richting van haar nicht. ‘En wat denk je dat mijnheer Littleton ervan zal denken? Over vijf weken al, Amelia! Ben je soms vergeten dat je over vijf weken gaat trouwen? Lieve kind, een gesprek onder vier ogen met een andere man is toch niet gepast, laat staan…’ ‘Sst! Rustig nou maar.’ Amelia vermeed Helena’s blik ter- wijl ze het gesprek weer op de kapitein bracht. ‘Het is he- lemaal niet onfatsoenlijk als kapitein Sterling me een bezoek brengt. Hij heeft er juist recht op zijn dochter te ont moeten. Ze is tenslotte al negen maanden en hij heeft haar nog niet eerder gezien. Bovendien heeft mijn voorstel aan kapitein Sterling een zakelijk karakter, niets meer. Als hij het afwijst is er niets aan de hand. Edward hoeft er dan niets van te weten.’ Helena zette grote ogen op. ‘Niets aan de hand? Niets aan de hand? En je reputatie dan? Ik moet er niet aan denken wat er gebeurt wanneer de roddelaars er lucht van krijgen. Hij zou kunnen denken…’ ‘Hij zou van alles kunnen denken, Helena, en dat doet hij ongetwijfeld ook. Maar ik kan toch niet werkeloos toezien? Ik moet iets doen, anders haalt hij Lucy voorgoed hier van- daan. Dat zou ik vreselijk vinden. Bovendien, ik kan mijn be- lofte aan Katherine toch niet verbreken?’ 10 De erfgename van Winterwood 1-336_Opmaak 1 12-03-15 08:11 Pagina 10
Een pruilmondje ontsierde Helena’s fraaie gelaatstrekken terwijl ze haar neus in de lucht stak. ‘Mevrouw Sterling mag dan een goede vriendin van je geworden zijn, maar je kende haar nog geen jaar toen ze stierf. Ik vraag me af of ze zou willen dat je zo ver zou gaan om je belofte aan haar te houden.’ Ze boog zich voorover en dwong Amelia haar aan te kijken. ‘Om nog maar te zwij- gen over het feit dat je die man, die kapitéín, nog nooit ont- moet hebt. Wie weet is hij wel een monster… een schurk, die misbruik zal maken van je goedgeefsheid. Waarom zou je je zo’n lot op je hals halen en je vermogen op het spel zetten als je al een goede partij hebt gevonden met Edward Littleton?’ Helena’s waarschuwing trof doel. Had Amelia al haar be- zwaren niet ook stuk voor stuk overwogen? Ze rilde bij de gedachte dat ze straks mogelijk met een hardvochtige man getrouwd was. Maar Katherine had toch juist hoog opgege- ven van het karakter van de kapitein? Had ze hem niet vrien- delijk en rechtschapen genoemd? Amelia klemde haar lippen op elkaar. Ze was bereid dat ri- sico te nemen. ‘Zo vreselijk zal hij niet zijn, nichtje, anders was Katherine nooit met hem getrouwd. Bovendien dient hij in de koninklijke marine. Je hebt het nieuws toch ook ge- hoord? Hij is zeker maanden, wellicht jaren van huis, tenmin- ste zolang het oorlog is. We zullen ongetwijfeld grotendeels een eigen leven leiden.’ ‘Maar mijnheer Littleton dan, Amelia! Denk ook eens aan hem.’ Helena sprak op warmere toon verder. ‘Hij houdt van je, daarvan ben ik overtuigd. Waarom behandel je hem zo on- aardig en zet je een gelukkig huwelijk op het spel voor een kind dat niet eens familie van je is?’ Helena liep op Lucy af, keek even naar de baby en trok haar dekentje recht. ‘Het spijt me dat ik zo cru tegen je moet zijn, maar ik geef te veel om je om je zomaar je gang te laten gaan zonder ertegen te pro- 11 De erfgename van Winterwood 1-336_Opmaak 1 12-03-15 08:11 Pagina 11
testeren. Je hebt zo’n mooie toekomst voor je, waarom riskeer je dat allemaal?’ Amelia opende haar mond om haar nicht tegen te spreken, maar sloot hem weer. Ze kon niet ontkennen dat haar bezwa- ren steekhoudend waren. Hoe kon ze Helena doen inzien voor welk dilemma ze stond? Natuurlijk zou ze het aanzoek van Edward Littleton nooit hebben geaccepteerd als ze geen genegenheid voor hem had gevoeld. Nog steeds maakten zijn knappe gelaatstrekken en hartstochtelijke aard romantische gevoelens bij haar wakker. Maar naarmate de trouwdag dich- terbij kwam, rees de twijfel. Enkele van zijn beslissingen, zoals zijn weigering Lucy na hun trouwen op Winterwood te laten wonen, deden haar afvragen of hij wel zo’n goed karakter had en een geschikte echtgenoot zou zijn. Dat haar lieve Lucy mis- schien moederloos moest opgroeien, net als zijzelf, boezemde haar schrik in. Nee, ze was ervan overtuigd dat ze de juiste koers had uitge- stippeld, hoe moeilijk ook. Nu moest ze alleen nog een gênant gesprek met de kapitein verduren. Van buiten klonk geschreeuw, gevolgd door het knerpen van wagenwielen over het grind van de oprit voor het huis. De vrouwen wisselden een blik. Voorbereid of niet, het was zover. Met een paar stappen was Amelia bij haar nichtje en nam haar bij de hand. ‘Geen woord hierover, beloof je me?’ Helena glimlachte flauwtjes. ‘Ik wou dat jij naar mij luister- de, nicht, maar je bent duidelijk vastberaden, dus je hebt mijn woord. Denk in ieder geval na over wat ik je heb gezegd.’ Haar lichtgele mousselinen rok ruiste toen ze de kamer uit liep. Amelia’s muiltjes maakten amper geluid terwijl ze over het Italiaanse vloerkleed naar het raam liep. Ze lichtte een punt van het groene velours gordijn op en zag nog net de achter- kant van een koets, vochtig glanzend van de regenbui van die morgen, halt houden voor de entree van Winterwood Manor. 12 De erfgename van Winterwood 1-336_Opmaak 1 12-03-15 08:11 Pagina 12
Ze streek een lok uit haar gezicht en dwong zichzelf rustig adem te halen. Hoezeer ze er ook tegen opzag, ze moest de kapitein zien te overtuigen. Snel liep ze naar de teakhouten secretaire om te controleren of Katherines brief nog op zijn plek lag. Een klop weerklonk in de gelambriseerde kamer. De deur ging open en James, de oude butler, verscheen in de opening. ‘Kapitein Sterling is hier voor u, juffrouw.’ ‘Wil je hem binnenlaten? En vraag Sally of ze thee brengt.’ Toen de mahoniehouten deur achter hem dichtviel liep Amelia naar de slapende Lucy en nam haar in haar armen. Er klonken voetstappen op de houten vloer in de gang. Ze ging rechtop staan. Daar was James weer, maar Amelia zag hem amper. Ze had alleen aandacht voor de lange figuur die achter hem in de deuropening verscheen. Kapitein Sterling stapte in het licht. Ze had verwacht dat hij blond was, zoals zijn broer, of gezet, zoals zijn vader vroe- ger, maar hij was geen van beide. Zijn donkere krullen vielen op de hoge kraag van zijn grijze rokjas en hij had lange bak- kenbaarden en geprononceerde jukbeenderen. Zijn levendige grijze ogen, onder lange zwarte wimpers, schoten van Lucy naar haar en weer terug naar het kind. Zijn gladgeschoren kin was gebronsd door de zon; het resultaat van ettelijke maanden op zee. Ze had min of meer verwacht dat hij zijn uniform zou dragen, maar hij was gekleed als een heer. Amelia voelde een nerveuze rilling toen ze hem zag. Weken- lang had ze zich voorbereid op deze ontmoeting. Ze had zorg- vuldig bedacht wat ze ging zeggen en daar eindeloos op ge- oefend. Maar waar ze niet op voorbereid was, was het effect van de doordringende blik in zijn grijze ogen. Ze haalde diep adem, vatte moed en liep op hem af terwijl ze een glimlach op haar gezicht toverde. ‘Eindelijk ontmoeten we elkaar. Amelia Barrett.’ Hij boog en keek haar even aan. Zijn aandacht ging echter 13 De erfgename van Winterwood 1-336_Opmaak 1 12-03-15 08:11 Pagina 13
niet uit naar de gastvrouw, maar naar het kind dat Amelia in haar armen droeg. Amelia verschikte haar even zodat de kapi- tein het kind beter kon zien. Op dat moment bewoog Lucy en opende haar ogen. Amelia liep nog dichter naar hem toe en legde het kind in de armen van haar vader. ‘Kapitein Sterling, mag ik u voor- stellen? Uw dochter, Lucille Katherine Sterling.’ Een glimlach krulde om zijn mond. De kapitein pakte het kind aan en begon het te wiegen. Even keken vader en doch- ter elkaar in de ogen, maar al snel verloor Lucy haar belang- stelling en keek geboeid naar een stoffen knoop op zijn jas. Hij beroerde met zijn vingertoppen de koperen krullen die onder haar kanten mutsje vandaan piepten. ‘Ze heeft rood haar.’ Amelia knikte. ‘Net als haar moeder.’ Lucy begon te wurmen in haar vaders armen en stiet een schrille kreet uit. De kapitein verstijfde. ‘Wat is er aan de hand ?’ Hij hield het kleine lijfje met gestrekte armen van zich af, waarop Lucy’s gezicht vertrok en ze luid begon te huilen. Zijn ogen werden groot; hij was duidelijk in paniek. ‘Waarom huilt ze?’ Amelia kon met moeite een glimlach onderdrukken. Had hij nooit een baby in zijn armen gehouden? ‘Ze moet gewoon even wennen, meer niet. Mag ik?’ De kapitein, die niets liever wilde dan het kind aan haar over- dragen, legde haar in Amelia’s armen en deed een stap achte ruit. Amelia troostte het kind tot ze stil was. Ze wees de kapitein op een leunstoel bij het vuur. ‘Neem alstublieft plaats.’ Amelia legde Lucy in de wieg naast de stoel van de kapitein en keek op toen het dienstmeisje Sally met een presenteer- blad met thee en koekjes binnenkwam. Ze richtte zich direct tot het meisje, blij met de afleiding. Uit haar ooghoeken zag ze echter hoe de kapitein zich over zijn armleuning boog en zijn dochtertje aandachtig bekeek. Amelia deed alsof ze een en al aandacht was voor het dienst- 14 De erfgename van Winterwood 1-336_Opmaak 1 12-03-15 08:11 Pagina 14
meisj e en het theeservies, maar hield vader en dochter zijde- lings in de gaten. De kapitein schonk zijn dochter voor het eerst een glimlach, en werd onmiddellijk beloond met een gri- mas . Daarna pakte hij een houten paardje uit de wieg. Lucy greep het, keek er even verwonderd naar en begon er toen mee op een plantenbak te slaan. Amelia’s hart sloeg op hol. Het tafereel gaf haar het gevoel dat ze een indringer op het landgoed was, in plaats van de rechtmatige erfgename. Omdat ze een afleiding zocht zodat ze even niets hoefde te zeggen, stuurde ze het meisje weg en liep ze naar de haard om het vuur op te porren. ‘Dat is niet helemaal waar.’ Met de pook in haar handen keek Amelia op van het haard- vuur. ‘Pardon?’ ‘U zei: “Eindelijk ontmoeten we elkaar”, maar dat klopt niet . Waarschijnlijk herinnert u het zich niet, maar we hebben el- kaar eerder gezien.’ Met een kletterend geluid hing ze de pook weer in het haardrekje. ‘Is dat zo?’ Amelia streek een lok haar van haar blo- zende wangen en schonk een kopje thee voor hem in. Door- gaans een eenvoudig karweitje, maar doordat haar handen zo trilden kostte het haar moeite niets van de dampende vloei- stof op het schoteltje te morsen. ‘Tot mijn twaalfde jaar heb ik in Darbury gewoond. Ik her- inner me u nog; u was toen niet veel ouder dan mijn Lucy nu.’ Amelia reikte de kapitein zijn thee aan, schonk een kopje voor zichzelf in en ging in de fauteuil tegenover hem zitten. Hij keek even over zijn schouder. ‘Is uw oom niet thuis?’ Amelia schudde haar hoofd. ‘Oom George is voor zaken naar Leeds. We verwachten hem morgen terug. Mijn tante is er ook niet, zij bezoekt een kennis.’ De kapitein strekte zijn gelaarsde benen. Hij leek zich te ontspannen. ‘O. In ieder geval heb ik van mijn broer begrepen dat ik u in feite mijn dank verschuldigd ben, niet uw oom.’ 15 De erfgename van Winterwood 1-336_Opmaak 1 12-03-15 08:11 Pagina 15
De vlammen kropen van haar hals naar haar gezicht. Ze sloeg haar ogen neer. ‘U bent mij niets verschuldigd, mijnheer.’ ‘Ik kan u niet genoeg bedanken voor al uw zorg voor mijn vrouw. En voor wat u voor mijn dochter gedaan hebt. Zo veel goedheid kan ik nooit belonen.’ Ze voelde zich verlegen worden bij al die lovende woor- den, zodat ze opsprong en naar het raam liep. Ze schoof de gordijnen opzij waardoor het grijze ochtendlicht de kamer in stroomde. ‘Hoelang bent u van plan in Darbury te blijven, kapitein?’ ‘Totdat ik een geschikte regeling voor de verzorging van Lucy heb gevonden, langer niet. Uiterlijk over een maand moet ik mijn taak weer opnemen. Ik hoop voor die tijd alles gere- geld te hebben.’ Een maand. Ze beet op haar lip en liep naar de secretaire toe. De brief lag nog exact waar ze hem had neergelegd. Ze rof- felde er even op met haar vingers. Het kon niet langer wach- ten, straks verloor ze de moed nog. ‘Ik denk dat ik u daarbij kan helpen.’ Hij keek haar belangstellend aan. ‘Ik stel elke hulp bijzon- der op prijs. Sinds mijn aankomst in Engeland heb ik twee kindermeisjes gesproken. Geen van beiden kwam erg bekwaam over.’ In ieder geval lijkt hij bereid een voorstel te overwegen. Ze haalde diep adem. ‘Ik heb Katherine twee zaken beloofd voordat ze overleed. In de eerste plaats moest ik u dit geven.’ Amelia hield de brief op. Kapitein Sterling staarde naar de envelop. Toen hij hem van haar wilde aannemen, zag Amelia dat er een dik, paars litteken over de rug van zijn hand liep en onder zijn manchet verdween . Zo te zien was het litteken nog niet zo oud. Ze wendde haar blik af en drukte de brief in zijn hand. Hij draaide de verzegelde envelop om om te zien wie de af- zender was. De blik op zijn gezicht verstarde. Even stond hij 16 De erfgename van Winterwood 1-336_Opmaak 1 12-03-15 08:11 Pagina 16
bewegingloos en zette toen een stapje in haar richting. ‘Van mijn vrouw?’ ‘Ja. Ze heeft hem een paar dagen voor ze stierf geschreven. Het was haar verzoek dat ik hem rechtstreeks aan u zou geven .’ Ze ging verder toen hij geen antwoord gaf. ‘Ze was bang dat de brief u niet zou bereiken als hij per post verstuurd werd.’ De kapitein staarde naar de brief met opeengeklemde kaken en een peinzende blik. Daarna keek hij op van de ongeopende brief naar zijn dochter en vervolgens naar Amelia. Maar zelfs toen hun blikken elkaar kruisten, had Amelia het gevoel dat zijn gedachten mijlenver weg waren. In ieder geval leek hij dwars door haar heen te kijken. Hij stak de brief ongelezen in zijn zak. ‘U zei dat u twee zaken beloofd hebt, juffrouw Barrett. Wat was de tweede?’ Amelia nam weer plaats in de stoel tegenover haar gast. Ze wachtte even met antwoorden tot ze zichzelf weer in de hand had. ‘Ik heb haar beloofd om Lucy niet aan haar lot over te laten. Nooit.’ Hij trok een donkere wenkbrauw op maar zweeg. ‘Als u ermee instemt ben ik bereid om die belofte gestand te doen. Ik heb de afgelopen negen maanden na kunnen den- ken over een geschikte manier. Ik heb een regeling bedacht die volgens mij voor alle betrokkenen de beste is.’ Hij boog zich voorover en plantte zijn ellebogen op zijn knieën. ‘Wat is uw voorstel?’ Ze klemde haar gevouwen handen in haar schoot. ‘Aange- zien u afkomstig bent uit Darbury weet u misschien dat ik Winterwood Manor zal erven.’ Hij knikte zonder zijn blik van haar af te wenden. Hij keek nu niet langer door haar heen. ‘Toen mijn vader dit landgoed kocht, lang voor zijn over- lijden, was het zeer verwaarloosd. Hij wilde niets liever dan het in zijn oude glorie herstellen, een droom die ik nu ook koester. Ik ben zijn enige kind, er zijn geen andere erfgena- 17 De erfgename van Winterwood 1-336_Opmaak 1 12-03-15 08:11 Pagina 17
men, zodat Winterwood van mij wordt wanneer ik trouw. Tot dat moment blijft het in handen van mijn oom.’ De rest van haar woorden rolde zo van haar tong; heel an ders dan ze had gerepeteerd. ‘Ik zou graag willen dat Lucy hier met mij kwam wonen. Het zal haar aan niets ontbreken. Ze krijgt de beste gouvernantes en de mooiste kleren. En een aanzienlijke bruidsschat, als het zo ver is.’ De kapitein zette grote ogen op. Hij staarde haar zo verbluft aan dat ze er verlegen van werd. Ze sloeg haar ogen neer en wachtte ademloos op zijn antwoord. Eindelijk begon hij te praten. ‘Als ik eerlijk ben had ik vooral gehoopt dat u me advies kon geven.’ Amelia slaakte een zucht. Aandachtig streek ze de kanten zoom van haar jurk glad. Wat ze nu wilde zeggen zou ze zorg- vuldig moeten formuleren. Daarmee stond of viel het welsla- gen van haar plan. ‘U moet weten dat Lucy me niet tot last zal zijn. Nooit. Maar… er is wel iets wat een permanent verblijf op Winter- wood voor haar in de weg staat. Ik moet voor mijn vieren- twintigste verjaardag getrouwd zijn, anders gaat de hele erfe- nis over op een van mijn verre familieleden. Mocht dat gebeuren, dan heb ik niets: geen huis, geen geld en geen mid- delen om voor een kind te zorgen…’ Haar stem stierf weg. Ze schoof dichter naar hem toe en sprak met onzekere stem verder. ‘Ik ben momenteel verloofd met Edward Littleton uit Dunton. Mijnheer Littleton heeft me echter duidelijk te verstaan gegeven dat Lucy niet op Winterwood kan blijven wonen als we eenmaal getrouwd zijn.’ Amelia kon niet langer stil blijven zitten en sprong over- eind. ‘Kapitein,’ zei ze terwijl ze een stap in zijn richting deed, ‘ik heb de afgelopen negen maanden voor Lucy gezorgd. Ze is me inmiddels zo lief als was het mijn eigen kind. Ze be- te kent meer voor me dan honderd Edward Littletons en dui- 18 De erfgename van Winterwood 1-336_Opmaak 1 12-03-15 08:11 Pagina 18
zend Winterwoods. U moet me geloven: ik ben overal toe be- reid om te verzekeren dat zij de beste zorg ontvangt.’ De kapitein stond op en rekte zich uit. ‘U zei dat u een voo r- stel had, juffrouw Barrett.’ Amelia merkte dat haar handen trilden en ook het beven van haar lippen kon ze niet bedwingen. ‘Als ik voor Lucy wil blijven zorgen als u weer in dienst treedt en als ik Winterwood wil erven zodat ik over de middelen beschik om Lucy te geven wat ze nodig heeft, zal ik binnen enkele weken met iemand anders moeten huwen dan met mijnheer Littleton.’ Hij kneep zijn ogen tot spleetjes. ‘Wat stelt u precies voor?’ ‘Met u, kapitein Sterling. U en ik moeten met elkaar trou- wen. Onmiddellijk.’ 19 De erfgename van Winterwood 1-336_Opmaak 1 12-03-15 08:11 Pagina 19
2 Graham Sterling probeerde een spottend lachje te onderdruk- ken , onzeker of hij dat tengere meisje wel goed verstaan had. Want hoe moet je in vredesnaam reageren als een dame, ster- ker nog: een aantrekkelijke onbekende vrouw, je ten huwelijk vraagt? ‘Bent u altijd zo direct, juffrouw Barrett?’ ‘Onder bepaalde omstandigheden wel, mijnheer,’ zei Amelia Barrett zonder haar ogen neer te slaan. ‘Ik ga ervan uit dat u echter inziet dat dit een bijzonder geschikte regeling is. U zoekt iemand die de zorg voor Lucy op zich neemt.’ Ze legde haar hand op haar borst. ‘Wie zou dat beter kunnen doen dan iemand die al vanaf haar geboorte om haar geeft?’ Graham kon zijn ogen niet van de levendige vrouw afhou- den, al had hij dat gewild. Een diepe blos vlamde op haar wan- gen en haar saffieren ogen fonkelden intens. Hij had deze jonge vrouw nog maar enkele ogenblikken meegemaakt, maar nu al begreep Graham dat juffrouw Amelia Barrett niet voor een kleintje vervaard was. Hij schraapte zijn keel. ‘Maar een huwelijk… vindt u dat niet erg vergaand?’ Hun gesprek werd onderbroken door een kreetje van Lucy. 20 De erfgename van Winterwood 1-336_Opmaak 1 12-03-15 08:11 Pagina 20
Graham ging weer zitten, dankbaar voor de afleiding. Juf- frouw Barrett boog zich zonder een moment te aarzelen over de wieg, tilde Lucy eruit en legde haar tegen haar borst. Lucy keek over haar schouder naar Graham. Het kind, zíjn kind, had bruine ogen. Grote, bruine ogen. Katherines ogen. Het besef benam Graham de adem. Hij probeerde zich voor te stellen hoe Katherine eruit zou zien als zij de baby in de armen had. De vertrouwde gewetens- wroeging stak de kop weer op: hij was zo lang op zee geweest dat hij zich Katherine niet goed meer voor de geest kon halen. Haar voorkomen verbleekte elke dag. Plotseling kreeg hij het zo benauwd dat hij niets liever wilde dan de kamer uit vluchten. Hij droogde zijn handpal- men aan zijn broek. Hoe moest hij voor een kind zorgen? Een meisje nog wel. Zijn dochter glimlachte naar hem, waarbij een straaltje kwijl over haar kin droop, wat zijn schuldgevoel alleen maar aan- wakkerde. Hij mocht zich ongemakkelijk voelen, maar ze was wel zijn kind. Hij stak zijn armen naar haar uit. ‘Mag ik?’ vroeg hij met een droge keel. Juffrouw Barretts aarzeling ontging Graham niet. Ze keek even vorsend naar hem, maar legde Lucy toen in zijn armen. Het kind keek hem met open mond en grote, nieuwsgierige ogen aan. Juffrouw Barrett knoopte de strik onder Lucy’s kin los en deed haar witte mutsje af, zodat een massa fijne krulle - tjes tevoorschijn kwam. Graham voelde een steek in zijn hart toen hij het meisje tegen zijn borst vlijde. Het nieuws dat Katherine in verwach- ting was had hem pas bereikt toen de bevalling nog maar een paar maanden in het verschiet lag, en tegen de tijd dat het nieuws van het overlijden van zijn vrouw hem bereikte, was het kind al drie maanden oud. Lucy kirde en keek hem aan met Katherines fluwelen ogen. ‘Lieve Lucille Katherine Sterling,’ fluisterde hij haar toe, ‘aangenaam kennis met je te maken.’ 21 De erfgename van Winterwood 1-336_Opmaak 1 12-03-15 08:11 Pagina 21
Lucy trok aan zijn neus. Hij tilde haar in de lucht. Het kind slaakte een kreet en greep met haar vingertjes naar zijn haar. ‘Wat een lief meisje is het toch,’ zei hij. Hij trok een gezicht zodat het kind kraaide van plezier. Het viel misschien wel mee, een kind in huis. Hij keek op naar juffrouw Barrett. De glimlach verdween van zijn gezicht. ‘Hoe kan ik u ooit belonen voor de goed- heid die u Katherine en mijn Lucy betoond hebt?’ ‘Ik kan wel een geschikte manier bedenken waarop u mij kunt bedanken. U zou met me kunnen trouwen.’ Haar snedige antwoord bracht Graham van zijn à propos. Hij liet zijn blik veel langer op haar rusten dan gepast was. De oplossing leek duidelijk en voor de hand liggend. Juffrouw Barrett had zijn vrouw bijgestaan tijdens haar laatste uren op aarde en sinds de geboorte voor zijn kind gezorgd. Waar zou een betere voogd voor zijn dochter te vinden zijn wanneer hij straks terugkeerde naar zijn post? Maar een huwelijk?Een bespottelijk idee. Juffrouw Barretts stem wekte hem uit zijn mijmeringen. ‘Ik begrijp dat dit vreemd klinkt, kapitein Sterling. Ik verzeker u echter dat ik u dit alleen voorstel vanwege Lucy. Ik heb haar moeder mijn woord gegeven en ben vastbesloten ervoor te zor- gen dat het haar aan niets ontbreekt. Als ik de vernedering moet verduren een vreemde ten huwelijk te vragen zodat ik haar bij me kan houden, dan moet dat maar.’ Graham raapte het speelgoedpaardje op waar Lucy geen be- langstelling meer voor had en hield het voor haar gezicht in een poging tijd te winnen. Juffrouw Barretts woorden sneden hout. Maar had hij dan de afgelopen tijd niets geleerd? Nee, hij zou er korte metten mee maken. ‘Juffrouw Barrett, ik ben u veel verschuldigd en wil u graag van dienst zijn, maar op dit moment is hertrouwen niet aan de orde. Ik weet zeker dat er een andere regeling mogelijk is.’ 22 De erfgename van Winterwood 1-336_Opmaak 1 12-03-15 08:11 Pagina 22
Zijn weigering leek juffrouw Barrett alleen nog maar reso- luter te maken. Hoewel haar kin beefde bij elk woord dat ze sprak, klonk haar stem krachtig en stellig. ‘Kapitein Sterling, als er een andere mogelijkheid was, zou ik dit voor stel nooit gedaan hebben.’ Misschien voelde ze zijn aarzeling aan. Ze deed een stap in zijn richting. ‘U hebt hulp nodig, kapitein. Iemand zal voor Lucy moeten zorgen als u weer terugkeert naar uw post. Ik kan u behulpzaam zijn. Ik zal voor haar zorgen en haar op- voeden zoals Katherine dat gedaan zou hebben. Ik verzeker u dat ze niets tekort zal komen.’ Grahams hoge boord leek wel steeds strakker te zitten. Dat het Katherines laatste wens was dat Lucy gelukkig zou op- groeien, daarvan was hij overtuigd. Maar trouwen? Dat kon hij niet. Wílde hij niet. Daarvoor was het te vroeg. Juffrouw Barretts woorden trokken zijn aandacht weer naar het heden. ‘Wilt u het niet in ieder geval overwegen? U hebt er niets bij te verliezen. Wanneer we trouwen wordt u heer des huizes van Winterwood Manor. U bent dan vrij te doen wat u goeddunkt in het vertrouwen dat Lucy’s toekomst ge- waarborgd is, wat er ook gebeurt. Het enige wat ik daarvoor terugvraag, wat ik daarvoor nódig heb, is uw naam.’ Allerlei onbestemde gedachten verdrongen zich in Grahams hoofd. Hij was iemand die er prat op ging snel te beslissen en te handelen, maar dit besluit moest hij eerst grondig overwe- gen. Hij schraapte zijn keel. ‘Ik zal erover nadenken.’ Er verscheen een voorzichtig glimlachje op het gezicht van juffrouw Barrett, waarna een ongemakkelijke stilte neerdaalde in de grote ruimte. Het haardvuur leek wel steeds meer warmt e af te geven. Graham gaf Lucy weer aan juffrouw Barrett en stak toen een vinger tussen zijn hals en boord. ‘Wat zijn uw plannen met Lucy gedurende uw verblijf in Darbury?’ ‘Ik was voornemens haar zo lang bij mij te laten wonen in 23 De erfgename van Winterwood 1-336_Opmaak 1 12-03-15 08:11 Pagina 23
Eastmore Hall. Ik heb begrepen dat u een verzorgster voor haa r aangenomen hebt. Ik hoopte dat ik haar kon overhalen mee te gaan.’ Juffrouw Barrett knikte en verschikte het kind in haar armen . ‘Mevrouw Dunne is een heel goede verzorgster. Maar mis- schien wilt u overwegen Lucy hier te laten blijven tot u uw besluit genomen hebt? Ze is gewend aan dit huis en de be- woners.’ Ze streek een losgeraakte lok achter haar oor en nam het meisje op haar heup. ‘Het zal niet gemakkelijk voor haar zijn als ze moet wennen aan nieuwe mensen, zeker wanneer ze over een paar weken alweer moet verhuizen.’ De hoopvolle toon in de stem van juffrouw Barrett miste zijn uitwerking op Graham niet. Ze had gelijk, besefte hij. Hij mocht dan Lucy’s vader zijn, hij was een vreemde voor haar. Bovendien, hij kon moeilijk van haar verwachten dat ze zich op haar gemak voelde in een huis dat hem zelf ook weinig warmte bood. ‘Als ze hier nog iets langer zou mogen blijven, dan…’ ‘Dan moet u zo vaak mogelijk naar haar komen kijken.’ Haar blik klaarde een beetje op. ‘Iedere dag, als u dat wilt.’ Buiten beukte de aanwakkerende wind tegen de ruit zodat het glas rinkelde in sponningen. Voordat hij zijn mantel en hoed pakte, drukte Graham nog een kus op Lucy’s krulletjes. De glimlach ten afscheid waarop hij had gehoopt bleef uit, in plaats daarvan vlijde ze zich tegen haar voogd aan alsof hij niet bestond. De ongelezen brief in zijn borstzakje bedrukte hem. Was er maar een andere mogelijkheid. ‘Tot ziens, kleintje.’ Hij maakte een buiging naar juffrouw Barrett, deed zijn hoed op en sloeg de kraag van zijn mantel op. Er was vast een andere mogelijkheid. Hij bedacht wel iets. 24 De erfgename van Winterwood 1-336_Opmaak 1 12-03-15 08:11 Pagina 24
Verdraaid! Graham gaf een schop tegen een steentje, zodat het over het vochtige bladertapijt rolde. Amelia Barrett had de slag gewonnen. En hij stond niet graag op achterstand. Vanaf het moment dat hij Winterwood achter zich had ge- laten, hield haar ongebruikelijke voorstel hem al bezig. Ook nu, terwijl hij over het terrein rond Eastmore beende, met grot e passen zodat de modder tegen zijn glanzend gepoetste laarzen opspatte. Wat hem vooral mateloos ergerde was dat haar voorstel bijna redelijk klonk. Niet alleen was daarmee een veilig en liefdevol thuis voor Lucy gegarandeerd, hij zou bovendien met een ge- rust hart zijn werk weer kunnen opvatten. Maar hij kon toch moeilijk instemmen met een dergelijke regeling? Hij schudde zijn hoofd. De prijs die juffrouw Barrett vroeg was te hoog. Hij kon haar voorstel niet accepteren. Zelfs niet om Lucy. Verstrooid brak hij een twijgje van een tak af en knakte het terwijl hij in gedachten zijn dochtertje voor zich zag. Zulke in- dringende ogen! Zuiver en onschuldig; het meisje belichaamde juist de kwaliteiten van haar moeder die hij had willen be- schermen… maar waarin hij was tekortgeschoten. Er waaide een straffe, bijtende wind vanaf de heide. De on- gelezen brief brandde in zijn zak. Hij wilde de laatste woor- den van zijn vrouw in afzondering lezen, en hij wist waar hij dat ongestoord kon doen. Achter de haag van hulststruiken doemde het gietijzeren hek van de begraafplaats van de familie Sterling op. Als kind was hij al niet graag door de poort gelopen. Spoken leken zich schuil te houden achter de bomen en rond de grafstenen doolden herinneringen rond. Hij aarzelde een ogenblik en duwde toen met zijn gehandschoende hand tegen het metaal. De zware poort protesteerde krakend, maar gaf uiteindelijk 25 De erfgename van Winterwood 1-336_Opmaak 1 12-03-15 08:11 Pagina 25
toe en zwaaide op de verroeste scharnieren open. De graven van generaties Sterlings strekten zich in onregelmatige rijen voor hem uit. Aan de linkerkant, beschut onder de overhangende takken van enkele oeroude zomereiken, stonden twee onbekende ste- nen. Gerard Sterling en Harriet Mayes Sterling. Zijn ouders. Hij voelde zich naar de graven toe getrokken. Ze waren over- woekerd door planten. Schandalig, hij zou zijn broer William er straks op aanspreken. Hij knielde, trok een vastzittende klim- oprank van de steen op zijn moeders graf los en volgde de in- scriptie met zijn vinger. Achttien jaar geleden had hij haar voor het laatst gezien, maa r toch herinnerde hij haar nog levendig. Het was toen ook laat in het najaar geweest. Hij voelde haar vingers nog branden op zijn arm terwijl ze zich aan hem vastklampte, die eerste keer dat hij naar zee ging. Hij was nog maar net kind-af, niet veel ouder dan twaalf. Haar betraande gezicht en haar wanhopige smeekbeden waren voor altijd in zijn geheugen gegrift. Zijn vaders strenge blik zou hij eveneens nooit vergeten; een ander- soortige herinnering, maar even kwellend. Zijn vader had op logische gronden besloten hem naar zee te sturen, hoe kil dat besluit ook was geweest. Eastmore Hall zou rechtens in zijn geheel overgaan naar zijn oudere broer. Graham moest zijn eigen weg in de wereld zien te vinden, iets waarin hij bijzonder geslaagd was. Het leven op zee was hem steeds meer gaan bevallen. Hij bekwaamde zich snel zodat hij al jong de rang van kapitein verwierf. Bovendien maakte hij aardig fortuin met het prijzengeld voor de vijandige oorlogs- en handelsschepen die hij buitmaakte. Op zijn dertigste was hij geslaagder dan de meeste andere mannen aan het eind van hun leven, terwijl hij nog een hele loopbaan voor zich had. En nu Engeland en Amerika in staat van oorlog verkeerden, waren zijn diensten zeker nodig. Hij schrok op uit zijn gemijmer door geritsel vlakbij. Hij 26 De erfgename van Winterwood 1-336_Opmaak 1 12-03-15 08:11 Pagina 26
strekte zijn nek en tuurde om zich heen. Hoorde hij iemand snikken? Zachtjes kroop hij onder de laaghangende taken door, op zoek naar de oorzaak van het geluid. Daar zag hij het silhouet van een vrouw die gekleed in een donkere mantel op haar knieën bij een van de zerken zat. Het graf leek vrij recent te zijn. Ongetwijfeld dat van Katherine. Maar wie was die vrouw? Hij spitste zijn oren om haar stem boven de wind uit te kunnen verstaan. ‘Het spijt me zo, Katherine,’ klonk het met gebroken stem. ‘Maar ik blijf hopen.’ De wind rukte aan haar grijzen wollen mantel en blies de kap van haar hoofd, waardoor een wilde massa gouden krul- len tevoorschijn kwam. Ze stak een hand uit om haar kap weer op te zetten, waarbij ze zich even draaide. Net te laat dook Graham achter de boom. De vrouw die hem aankeek was nie- mand minder dan juffrouw Amelia Barrett. Graham voelde zich betrapt en stapte achter de boom van- daan. Ze sprong overeind en wiste haar tranen af met de rug van haar handschoen. Haar azuurblauwe ogen gloeiden in haar bleke gezicht. Van de kalmte van enkele uren geleden was geen sprake meer. ‘Excuses.’ Hij deed een stap in haar richting. ‘Ik had u niet gezien… ik bedoel, ik wist niet dat…’ Ze wachtte zijn uitleg niet af, maar passeerde hem zo snel dat hij amper tijd had om opzij te gaan. ‘Wacht, juffrouw Barrett, alstublieft. Ik…’ Maar ze liep de poort al uit en liet hem achter, alleen met de wind en zijn herinneringen. Hij overwoog even achter haar aan te gaan. Als hij rende zou hij haar gemakkelijk hebben ingehaald voordat ze de muur rond Eastmore had bereikt. Maar dan, wat moest hij haar dan zeggen? Graham wendde zijn blik naar de laatste rustplaats van zijn 27 De erfgename van Winterwood 1-336_Opmaak 1 12-03-15 08:11 Pagina 27
vrouw. Bij de aanblik van haar naam die in de zerk gegra- veerd was, vergat hij de vrouw die de begraafplaats afstormde . KA THERINE . Plotseling besefte hij dat hij de afgelopen maan- den onbewust de hoop had gekoesterd dat het allemaal een vergissing was. Dat de brief op een misverstand berustte, en dat zijn vrouw gewoon op hem wachtte in hun kleine wo- ning op het terrein van Eastmore Hall. Van die ijdele hoop was nu geen spoor meer over. Nooit meer zou hij Katherines aanstekelijke glimlach zien of haar warme hand in de zijne voelen. Plotseling werd hij woedend. Hij was er altijd van uit- gegaan dat als een van hen zou sterven, hij dat zou zijn, ge- zien zijn gevaarlijke beroep. Hoe kon een genadige God toe- laten dat zo’n zuiver schepsel zo jong doodging? Hij knipperde met zijn ogen en wendde zijn blik af. Hij had genoeg gezien. Maar op het moment dat hij de zerk de rug toekeerde zag hij iets vanuit zijn ooghoek. Er lag een boekje in het gras naast het graf. Hij bukte zich om het op te rapen. Zijn vingers streken over het gladde, bruine leer. Hij las de titel op de rug: PSALMEN . Juffrouw Barrett moest het daarnet verloren hebben. Hij depte het boekje droog aan zijn mantel en stak het in zijn zak, waar zijn vingers langs Katherines brief streken. Door de verwarrende ontmoeting met juffrouw Barrett en de schok die de aanblik van het graf teweegbracht, was hij die bijna vergeten. Mijn geliefde echtgenoot, Mijn tijd is bijna gekomen. Ik koester geen angst, maar ben voor- bereid op de ontmoeting met mijn Verlosser. Wat me wel verdriet doet is dat ik jou niet zal weerzien, noch onze dochter zal zien opgroeien. Ik heb haar Lucille Katherine Sterling genoemd en toevertrouwd aan de zorg van juffrouw Amelia Barrett. Juffrouw Barrett is een 28 De erfgename van Winterwood 1-336_Opmaak 1 12-03-15 08:11 Pagina 28
goede vriendin voor me geweest sinds mijn komst naar Darbury. Ze staat ervoor in dat het kind godvrezend opgevoed zal worden. Ik ben ervan overtuigd dat ze van onze dochter zal houden. Het bedroeft me dat we zo weinig tijd samen mochten door- brengen. Ik kan wel met zekerheid zeggen dat ik zo veel van je heb gehouden als een vrouw haar man kan liefhebben. Jouw geluk is mijn grote wens. Zorg dat je hart niet verkilt. Open het voor je dochter en, mocht God je opnieuw een geliefde schenken, aarzel dan niet omwille van mij. Treur niet om mij, mijn liefste; als je dit leest zal ik bij de engelen zijn. In liefde, Katherine Bezwaard liet hij zijn armen langs zijn zij vallen en staarde naar de inscriptie op de grafzerk. Hoe kortzichtig van hem te denken dat hij een goede echtgenoot zou kunnen zijn! Een marineofficier, dat was hij: toegewijd aan zijn schip, trouw aan zijn bemanning en dienstbaar aan de Kroon. Hoe ver leek de zee nu te zijn, nu hij werd geplaagd door gedachten die hij lang had weten te onderdrukken. Had hij zich ooit wel ge- realiseerd hoe kostbaar Katherines liefde voor hem was? Dat had hij haar moeten zeggen toen hij daar de gelegenheid voor had. Maar nu was het te laat. Hij vouwde de brief op en borg hem goed weg. Het was duidelijk wat Katherines wens was. Ze had Amelia Barrett aangewezen om voor het kind te zorgen als hij er niet was. Om die wens in te willigen, zou hij met juffrouw Barrett moeten trouwen. Hij zou dezelfde fout niet nogmaals maken. 29 De erfgename van Winterwood 1-336_Opmaak 1 12-03-15 08:11 Pagina 29