Bekijk de tekstversie van dit leesfragment.H O OFD S T UK 1 De fysische geogra- e van het land 01 Chapter_Dutch_CS5. indd 101 Chapter_Dutch_CS5. indd 130-05-12 13:3230-05-12 13:32 14 DE ROL V A N DE G E O G R A FI E BIJ H E T B E G R IJP EN V A N DE G E S CHIEDENI S De westerse beschaving heeft vrijwel algemeen het denken vol-gens de Grieks攠- loso- sche categorisatie overgenomen en tracht kosmische feiten te beschrijven in termen van tijd en ruimte退. Personen, ideeën, bewegingen en zelfs het verloop van de geschiedenis van landen worden vaak exact binnen dit denk-kader g旯渀terpreteerd. En daarom gebruikt men bij het onder-zoek naar beschavingen vroeger en nu vrijwel altijd de aandui-dingen pre-/post-, voor-/na-, vroege/late, vóór Christus/na Christus, oost/west, oostelijk/westelijk, Nabije Oosten/ Verre Oosten /Midden-Oosten. De christelijke theologie is ook door zo退n algemeen gangbare denkwijze b旯渀vloed: God kan in termen beschreven worden die met tijd verband houden (oneindig, eeuwig) of met ruimte alomtegenwoordig). En het christelijk geloof gaat ervan uit dat deze goddelijke eigenschappen vrijwillig door Christus werden afgelegd tijdens Zijn indrukwekkende vleeswording, toen Hij 輀ingeperkt werd door tijd en ruimte退. Zelfs als we hier oppervlak-kig bij stilstaan, kunnen we al iets gaan begrijpen van de verrei-kende betekenis van de tijdelijke en ruimtelijke disciplines: res-pectievelijk de geschiedenis en de geog牡- Bovendien is de geschiedenis in veel opzichten onlosmakelijk verbonden met en ingekaderd door geog牡- sche beperkingen. Geog牡- e is een dwingende kracht die zowel de aanzet geeft tot, als de grenzen bepaalt van de politieke geschiedenis, iets wat we geopolitiek kunnen noemen. Geologische formatie en steen-soort zijn bepalend voor de hoogte, vorm en omvang van erosie, de plaats waar water aanwezig is en in welke mate, en de fysische topog牡- e. Die hebben op hun beurt een grote invloed op bepaalde aspecten van het klimaat, de ruwe grondst漃 en, de bodemsamenstelling en het landgebruik: factoren die afwisse-lend menselijke bewoning kunnen tegenhouden of bevorderen, en die zonder meer invloed hebben op de ligging, bevolkings-dichtheid en socio-economische samenstelling van een dorp of stad. Overal waar mensen gingen wonen, kwamen er na verloop van tijd wegen die gebruikt werden door migranten, handelaren of legers. En zo ontstond er uiteindelijk een cultuur op een spe- eke plaats. Nog bondiger samengevat: Met elke stap terug in de tijd speelt het geog牡- sche milieu in de geschiedenis een gro-tere rol totdat er, in het allereerste begin, niets anders is dan het geog牡- sche milieu. 退 Kortom, geog牡- sche factoren bepalen vaak waar en hoe de geopolitiek plaats zal vinden. Natuurlijk is het geog牡- sch gezien van belang dat er oude beschavingen ontstonden aan de oevers van rivieren. Het oude Egypte dankte zijn bestaan aan de Nijl; Mesopotamië was afhankelijk van de Eufraat en de Tigris; de Indusbeschaving lag langs de rivier met die naam; het Hethi-tische Rijk lag aan beide zijden van de rivier de Halys; de oude Indiase cultuur ontstond in de rivierdalen van de Brahmaputra en de Ganges; het oude China had zijn Gele Rivier en de Jangt-sekiang; en de Europese cultuur ontstond aan de oevers van de Tiber, eems, Donau, Rijn en Seine. Noch is het onbelangrijk dat het Romeinse Rijk zich helemaal uit kon breiden tot aan de Donau en de Rijn, een grens die een groot deel van de twintigste eeuw samenviel met die van het IJzeren Gordijn. Zelfs in het Amerika van de eenentwintigste eeuw heeft vrijwel elke han-dels- en industriestad een verbinding met een rivier, oceaan of het netwerk van de Grote Meren. De paar uitzonderingen zijn gelegen op een knooppunt van belangrijke snelwegen of lucht-vaartverbindingen. Andere geog牡- sche factoren, zoals aardbevingen en vul-kaanuitbarstingen, spelen net zo退n rol bij het bepalen hoe de geschiedenis zal verlopen. Het spreekt vanzelf dat het land-schap van een groot deel van West-Azië en Oost-Afrika zijn ontstaan aan seismische activiteit te danken heeft. Een enorme kloof in het aardoppervlak is dé factor geweest bij de bepaling van het landschap van West- Syr槫 , Libanon , Israël , Jordanië , Ethiopië, Uganda, Tanzania, Mozambique en het eiland Mada-gaskar. [Zie kaart 13 In westelijk Azië zijn bepaalde gebieden altijd onbewoonbaar geweest door aardbevingen , waardoor de hoofdroutes altijd van noord naar zuid lopen. De seismische krachten daarentegen waardoor de imposante Himalaya is ontstaan, schiepen in de oudheid een ondoordringbare barr槨爀e in de lengterichting waardoor de uitbreiding van de samenleving en het verkeer in feite in oost-westrichting loopt. Wie zich daar zou willen vesti-gen komt slechts grote vlakten gestolde lava tegen in een triest landschap, af en toe afgewisseld met zuilvormige vulkaanprop-pen van basalt of oude vulkanen die nog herinneren aan de vul-kanische activiteit van weleer. Belangrijker nog is de harde wer-kelijkheid dat de bodem door deze vulkanische activiteit volkomen ongeschikt geworden is voor bewerking. In de oud-heid was het altijd een vijandig landschap dat ongelo漅 ijk pijn-lijk was voor de poten van de lastdieren, wat het ontstaan van handelsroutes uitsloot. Door vulkaanuitbarstingen kan er abrupt een einde komen aan een bepaalde periode in de geschiedenis. We zien het beeld van de uitbarsting van de Vesuvius op Pompeii in 79 n. Chr. met-een voor ons. De uitbarsting van de Tambora in Indonesië, in 1815, kostte aan ongeveer 92. 000 mensen het leven en zorgde voor een aswolk in de bovenste luchtlagen die het zonlicht terug de ruimte in kaatste, waardoor er dat jaar geen zomer was. De uitbarsting in 1883 van de Krakatau was hoorbaar op een derde van het oppervlak van de aarde en er ontstond een tsunami die in alle oceanen van de wereld waarneembaar was. Verder veran-derde het klimaat een paar jaar over de hele wereld, en kwamen er meer dan 36. 000 mensen bij om. Maar in scherp contrast met al deze gebeurtenissen staat de uitbarsting van het Griekse eiland Santorini (o era), in het zuiden van de Eg旯猀che Zee, 01 Chapter_Dutch_CS5. indd 201 Chapter_Dutch_CS5. indd 230-05-12 13:3230-05-12 13:32 15 ongeveer halverwege tussen het vasteland van Griekenland en Kreta . [Zie kaart 111 voor de exacte ligging. ] Santorini 退s uitbarsting had aan de grond een kracht die vijf-tien keer sterker was dan de atoombom op Hiroshima. Na de enorme uitbarsting op Santorini rond 1525 v. Chr. (met onge-veer honderd jaar speling afhankelijk van de archeologische of radiometrische bepaling) stortte er ruim 80vierkante kilometer grond naar beneden in een kloof van zo退n 700meter diep. Toen het water uit de Eg旯猀che Zee in deze gloeiend hete kloof stroomde (geschat op meer dan 1400 graden Celsius), ontstond er een gigantische tsunami die wellicht maximaal 244 meter hoog was. Binnen twintig minuten kwam deze kolossale vloed-golf op Kreta aan met een snelheid van zo退n 320 kilometer per uur en een hoogte van zestig tot negentig meter. De resten van Santorini werden volledig bedekt met een laag van twintig tot dertig meter vulkanisch puimsteen en as. Een wolk van puim-steen, as en lava, geschat op tussen de 35 en 47 kubieke kilome-ter groot werd zo退n 80meter de lucht in geworpen waar een voornamelijk noordwestenwind hem naar Kreta blies. De dikke deken van neervallend as moet tot een dodelijke lucht, vervuild water, bedorven eten en allerlei ziekten geleid hebben. Erger nog, er vlogen basaltstenen zo groot als een mensenhoofd van Santorini in de richting van Kreta. In heel het oostelijk Middel-landse Zeegebied, en zelfs verder naar het binnenland in Israël en Egypte, wordt puimsteengruis aangetr漃 en dat duidelijk door de zee vanaf Santorini aangevoerd is. We begrijpen onmiddellijk hoe er op rampzalige wijze abrupt een einde kwam aan de Minoïsche cultuur van Santorini en hoe sommige van de Minoïsche paleizen op Kreta ernstig beschadigd of zelfs totaal verwoest werden. Bergen, woestijnen en oceanen hebben allemaal invloed op de ligging en aard van de geopolitiek. Tegenwoordig staan er vaak hoofdartikelen in de kranten over de wereldwijde invloed van El Niño , de verzilting, grote hongersnoden en voedseltekor-ten of het broeikas攃 ect. Een aantal van diezelfde geog牡- sche factoren speelde ook een grote rol in de geopolitiek van het oude Nabije Oosten. In de oude literatuur wordt vaak over hongers-noden geschreven en wetenschappers hebben breed aangetoond hoe klimaatsveranderingen in de oudheid een negatieve invloed op de oude cultuur hadden. Er bestond een mediterraan decor voor de geschiedenis vanaf de ondergang van de Perzische zeevloot bij de slag bij Salamis (480 v. Chr. ) tot de nederlaag van de Spaanse Armada (1588 n. Chr). De noordelijke en zuidelijke kusten wedijverden regelmatig om de politieke en culturele superioriteit. Maar na de oceaanreizen van Columbus , Vasco da Gama en Ferdinand Magellaan werd de geopolitieke soevereiniteit van het Middel-landse Zeegebied uitgedaagd toen de renaissance en een aantal belangrijke steden van dat gebied naar de achtergrond begonnen te verdwijnen en de geschiedenis naar het westen opschoof. Natuurlijke grondst漃 en vormen nog een geog牡- sche factor die invloed heeft op de ligging en aard van de geopolitiek. Een breed scala aan oude documenten noemde spec椂 ek de nood-zaak om zeggenschap te behouden over het tin van Afghanistan, het cederhout van Libanon , het zilver van Assyrië, het koper van Cyprus, het goud van Spanje en het ivoor van de binnenlanden van Afrika. En wie durft te betwijfelen dat de hele moderne geo-politiek niet dramatisch veranderd is door het \b \t \n -kartel? Het geog牡- sche milieu vormt dus werkelijk het theater waarin de geschiedenis zich afspeelt; zonder het geog牡- sche milieu zou de geschiedenis zelf ronddolen als een zwerver. Om de uit-spraak aan te halen die over het algemeen, maar waarschijnlijk ten onrechte, aan Will Durant wordt toegeschreven: De bescha-ving bestaat bij de gratie van het geog牡- sch milieu dat zonder waarschuwing kan veranderen. 退 De invloed van de geog牡- sche omstandigheden op de geschiedenis strekt zich ook uit tot het theoretische domein. Net zoals omgevingsfactoren invloed hebben op de cultuur, bepalen de geog牡- sche omstandigheden ook de kaders waar-binnen de geschiedenis plaatsvindt. Bij de studie van de invloed van het geog牡- sche milieu op de geschiedenis is het zinvol om onderscheid te maken tussen de bepalende en de beperkende invloed van de geog牡- sche omstandigheden. In een koud win-terklimaat schrijft de temperatuur de mensen niet voor dat ze iets van zeehondenbont of Shetlandwol moeten dragen, maar wel dat ze zich tegen de kou moeten wapenen en winterkleding aan moeten. Als er in een gebied dat niet voor de landbouw geschikt is mensen komen wonen, is er maar weinig in de omge-ving dat voorschrijft wat voor soort vee daar moet grazen, of dat de bewoners van dat gebied hun eten moeten vangen met haken, netten, vallen of speren. Er zal echter hoe dan ook een niet-agrarische samenleving ontstaan. Het is geog牡- sch gezien een feit dat de plaatsen in het Nabije Oosten die het vroegste bewoond werden (de Karmel, Sjanidar, Catal Huyuk [kaart 23]) precies in die gebieden liggen waar per jaar gemiddeld genoeg neerslag valt om de spontaan ontkie-mende wilde granen van water te voorzien die de mens in leven kunnen houden. Het is ook geog牡- sch van belang dat bepaalde planten en dieren maar in een bepaalde helft van de wereld voor-komen, of dat het schrift werd uitgevonden waar, wanneer en in de vorm waarin dat gebeurde. Dit zijn allemaal uitingen van de geopolitieke geschiedenis die ingekaderd waren en blijven door de beperkingen en indirecte sturing van het geog牡- sche milieu. Veel van diezelfde beperkingen kunnen we ook terugzien in onze moderne technologische wereld waar woestijnen uitge-breid g旯爀rigeerd kunnen worden, of waar de gevolgen van grote hitte beperkt kunnen worden door airconditioning. Waar door middel van satellietopnamen met infrarood grote zoetwaterre-servoirs kunnen worden opgespoord die in de diepten van de aarde verborgen liggen, en waar door middel van kunstmatige regen en uitgebreide irrigatie droge streken minder droog kun-nen worden. Waar kolkende rivieren met enorme dammen in toom gehouden kunnen worden en zelfs gebruikt worden om stroom op te wekken. Waar enorme gebergten die barr槨爀es vor-men opgeblazen, doorboord of gemakkelijk overgestoken kun-nen worden. En waar verafgelegen plaatsen door de luchtvaart snel en gemakkelijk bereikbaar worden. Je kunt je voorstellen hoe voor de hand liggender en concreter die geog牡- sche beper-kingen waren in een wereld die bestond voordat dergelijke tech-nologische ontwikkelingen plaatsgevonden hadden
een wereld zoals die van de Bijbel. 01 Chapter_Dutch_CS5. indd 301 Chapter_Dutch_CS5. indd 330-05-12 13:3230-05-12 13:32 16 DE ROL V A N DE G E O G R A FI E BIJ H E T B E G R IJP EN V A N DE B IJB EL Kwesties als tijd en ruimte造稀ijn enkele van de grootste proble-men waar we bij de studie van de Bijbel in de eenentwintigste eeuw tegen aanlopen. De woorden van de Bijbel kwamen voort uit en werden opgeschreven onder spec椂 eke omstandigheden, maar we leven nu in een ander millennium en hebben een ander wereldbeeld. De meesten van ons wonen op een ander wereld-deel. Omdat we de Bijbel correct willen uitleggen en toepassen, moeten we er zo veel mogelijk voor zorgen dat we daarbij de juiste kennis hebben om binnen het kader van de leefwereld van de Bijbel te blijven. Van meet af aan moeten we bes攃 en dat het geog牡- sche milieu (de ruimte) meer is dan een oppervlakkige factor die we zomaar terzijde kunnen schuiven bij de uitleg van de Bijbel. Integendeel, het beeld dat de Bijbel ons schetst van Israël en de kerk bestaat uit diverse lagen, waaronder de laag van het fysieke milieu. Het is een feit dat bijbelse verhalen vaak gedragen worden door het idee van ruimte退. Er gebeurt iets en we lezen dat het op een bepaalde heuvel, in een bepaald dal, op een onopvallende vlakte, in een bepaalde stad plaatsvond. Soms wordt de naam van de plaats op zich een belangrijk onderdeel van de openba-ring en vaak is er bewust een woordspeling of grap over de naam zodat toehoorders de plaats beter onthouden. Hier en daar wordt een geog牡- sch aspect een theologische spil waarom een heel bijbelboek draait. Of een groot deel van een bijbelboek bevat bijzonder veel geog牡- sche beeldspraak: bijvoorbeeld vruchtbaarheid in het boek Deuteronomium, bebossing in het boek Jesaja, hydrologie in het boek Psalmen, of landbouw in het boek Jol. Vaak is het nu juist een duidelijke of bedekte verwij-zing naar een geog牡- sch aspect op grond waarvan geleerden concluderen dat een boek zich in een bepaalde plaats heeft afge-speeld (zoals Amos in Israëls noordelijke rijk , of Jakobus in het oostelijk Middellandse Zeegebied). Het Joodse geloof in het Oude Testament was zelfs onlosma-kelijk met de ruimte verbonden en het land werd de lens waar alles door bekeken werd. Land/ruimte vormde het decor waar-tegen God machtige daden deed ten behoeve van Zijn volk. (Denk maar aan de roeping en het verbond van Abraham en zijn nakomelingen, het Exodus/Sinaï-motief, de verovering van en de vestiging in het land, de ballingschap in een ander land, de terugkeer naar het land, het hedendaagse Israël . ) Veel van Gods beloften hadden direct betrekking op het oorspronkelijke bezit ⠀of de latere teruggave) van een bepaald stuk onroerend goed. Het is niet overdreven om te stellen dat Israëls geworteldheid in dit land in de periode die in de Bijbel is vastgelegd, voortdurend voor een fundamentele identiteit, veiligheid en zelfs welvaart zorgde. Als ze hun land niet in bezit hadden, werden de Israëlieten vaak in termen beschreven die de onzekere bijklank van ont-heemding, doelloosheid en vervreemding weerspiegelden:耠Bijwoners (Gen. 12:10; 15:13; 47:4; Ex. 6:3; Deut. 10:19b; 26:5b; vgl. Hebr. 11:13)
Een bijwoner was een vreemdeling die er niet bij hoorde en die zich niet kon gaan vestigen om van de voorrechten te pr漂 teren waarvan de burgers van een land genieten. 耠轚werven造⡎um. 32:13; Hos. 9:17; Deut. 26:5b)
Een zwer-ver was iemand die nergens naartoe ging. Hij was niet op weg van de ene naar de andere plaats en had geen spec椂 eke bestemming of woonplaats. 耠In ballingschap gaan (2 Kon. 18:11; Jes. 5:13; 49:21; Ez. 39:23; Ezra 1:11)
Een balling was iemand die onder dwang moest vertrekken, of die uit zijn eigen land gezet was en gedwongen werd om op een ander攠輀plaats te gaan wonen. Of ze nu naar Egypte, Babylon of elders weggevoerd werden, ont-heemding stond gelijk aan hopeloosheid. Israëls verbondsgeloof was heel erg gebaseerd op en geworteld in gebeurtenissen die op bepaalde plaatsen in deze wereld plaatsvonden. Er was een sterk bewustzijn van een nationaal thuis, een concreet geog牡- sch gebied waarin zelfs de aarde aan God gewijd was: echt het hei-lige land 退. We kunnen met recht zeggen dat de hier-en-nu-fac-tor typerend is voor Israëls geloof: een factor waaraan het asceti-sche principe van 1 Johannes 2:15-17 grotendeels ontbreekt. Op dezelfde wijze houdt een groot deel van het onderwijs van Jezus in het Nieuwe Testament wellicht verband met de plaats waar Hij Zich op dat moment bevond. Jezus sprak over 转攀vend water造琀erwijl Hij bij de bron van Jakob zat ( Joh. 4:10). Hij noemde Zichzelf het brood des levens toen Hij in Kaper-naﱭ was, waar graanmolens van basalt gemaakt werden ( Joh. 6:48). Hij noemde Petrus de rots en zei: De poorten van de hel zullen haar niet overweldigen造琀erwijl Hij in Caesarea Filippi was, een plaats die in de klassieke wereld bekendstond vanwege de mysteriën van Eleusis, waar de dochter van Demeter door Hades , de god van de onderwereld, werd weggevoerd (Matth. 16:18). En Hij sprak over geloof dat bergen kan verzetten toen Hij naar Bethfagé op weg was, waar Zijn discipelen gemakkelijk naar het zuiden gekeken kunnen hebben; daar zagen ze het bewijs van een berg die letterlijk door Herodes de Grote ver-plaatst was om zijn paleizencomplex Herodium daar te kunnen bouwen (Matth. 21:21-22). In een paar gevallen leek Jezus bewust naar een bepaalde plaats gegaan te zijn om juist daar een spec椂 ek stuk onderwijs door te geven. Eén keer vertelde Hij een gelijkenis over een zekere man van voorname afkomst die naar een ver land reisde om het koninklijk gezag op zich te nemen. Maar een deel van de plaatselijke bevolking was tegen zijn aanstelling en had een afge-zant gestuurd om hun bezwaar tegen zijn regering kenbaar te maken. Toen de man vervolgens met zijn pas verkregen gezag terugkeerde, pakte hij de mensen hard aan die tegen hem waren 01 Chapter_Dutch_CS5. indd 401 Chapter_Dutch_CS5. indd 430-05-12 13:3230-05-12 13:32 17 en die hem niet trouw waren geweest (Luk. 19:11-27). Deze 輀gelijkenis doet ons wel heel erg denken aan het echte verhaal over Archelaﱳ , de oudste zoon van Herodes de Grote . Na de dood van Herodes in het jaar 4 v. Chr. reisde Archelaﱳ van Judea naar Rome om tot etnarch造戀enoemd te worden
een vazalko- cieel over een provincie mocht regeren. De Joodse geschiedschrijver Flavius Josephus vertelt ons dat Archelaﱳ de titel in Rome kreeg ondanks het protest van 8000 Joden, onder wie een afvaardiging die daar ook vanuit Judea naartoe was gereisd. Toen Archelaﱳ in Judea terugkeerde met zijn nieuw verkregen gezag, verspilde hij geen seconde en nam op nietsont-ziende wijze wraak op zijn opstandelingen. Flavius Josephus schreef ook dat Archelaﱳ veel tijd en aandacht aan de nieuwtestamentische stad Jericho en directe omgeving besteedde: hij herbouwde het herodiaanse paleis in Jericho tot volle pracht, hij bouwde een toren vlak bij Jericho die hij naar zichzelf noemde, en hij liet irrigatiekanalen omleiden naar zijn dadelpalmplantages op slechts 3kilometer van Jericho. Het is ook interessant dat Jezus deze gelijkenis vertelde toen Hij vanuit Jericho op weg was naar Jeruzalem. Zijn toehoorders wandelden dus op de Romeinse weg direct langs het pas ver-bouwde paleis van Herodes en naast de irrigatiekanalen waar-door het water vanuit het Judese heuvelland naar Jericho en omgeving liep. Veel van de verhalen die Jezus als onderricht ver-telde, hebben zonder meer te maken met Zijn concrete geog牡-sche omgeving op dat moment. Hij had het over verschillende soorten grond, de oostenwind, de bloemen van het veld en de ranken die met de wijnstok verbonden zijn. Later zien we een geog牡- sch verband tussen de unieke centrifugale vorm van Jezus Grote Opdracht in Handelingen 1:8 (zowel [vanuit] Jeru-zalem als [vervolgens] in heel Judea en Samaria en [ten slotte] tot aan het uiterste van de aarde) en de beschrijving in Handelingen over het begin van de uitbreiding van de apostolische beweging. Maar ook voor het christelijk geloof
en niet alleen voor het joodse
vonden veel belangrijke onderdelen van de bijbelse geschiedenis plaats op heel concrete plaatsen op aarde; niet in het luchtledige of in de hemel (bijv. de plaats van de geboorte, kruisiging , wederopstanding en hemelvaart van Christus; de routes van de vroegapostolische zendingsreizen; enz. ). Als het Evangelie slechts over zaken buiten deze wereld zou gaan of alleen om geestelijke of morele waarden draaide, zou kennis van de ruimtelijke dimensie van de Bijbel er niet toe doen en dan zouden de schrijvers van de bij-belboeken vrijwel niet vermeld hebben waar de cruciale gebeur-tenissen van het Nieuwe Testa-ment zich precies afspeelden. Maar integendeel! De kern van de boodschap van het Nieuwe Testament is de fundamentele verkondiging dat God mens geworden is op een spec椂 ek moment in de tijd en op een exact punt in de ruimte. Als we dan geen oog hebben voor het geog牡- sche \f \r van de (wereld van de) Bijbel, zullen we niet begrijpen wat de Bijbel ons duidelijk wil maken. Gewapend met geog牡- sche kennis van de Bijbel zullen we beter in staat zijn om verwijzingen te begrijpen als de vroege en late regen退 Ⱐ輀de sterke oostenwind of een land dat overvloeit van melk en honing 退. Ook kunnen we beter begrijpen hoe heet de zon was in Israël ; wat het inhield als er geen regen造眀as en hoe belangrijk de dauwdruppels waren voor de oogst; de aanwezig-heid van de vruchtbaarheidscultus (Baäl ); de aard van de Egypti-sche, Kanaänitische en Mesopotamische goden; de reizen van Abraham, Mozes en Nehemia; het terrein dat Jozua退s leger wel kon veroveren maar waar de Filistijnen niet met hun strijdwa-gens konden rijden; het verbazende succes van David om Saul te ontwijken toen die hem nazat; de sociale psychologie van de bediening van Johannes de Doper ; de reden(en) achter Jezus bewuste verhuizing van Nazareth naar Kapernaﱭ ; en de enorme afstanden die de apostel Paulus a egde. Verder zijn de voorzeggingen van de profeten logischer dat er een verbazing-wekkende tijd zou aanbreken waarin dalen opgeheven zouden worden, bergen geslecht zouden worden, ruwe grond weer glad gemaakt zou worden en waarin zelfs het water van de Dode Zee kristalhelder zou worden vol vissen en planten. Als we de Bijbel grondig willen bestuderen, is het van cruci-aal belang dat we ons bewust zijn van de plaats waar dingen zich afspeelden. Het geloof wordt, net als de Bijbel zelf, geformuleerd vanuit de ruimtelijke en temporele context waarvan het deel uit-maakt. Door de bestudering van het geog牡- sche milieu zullen we met veel voldoening meer kennis van de Bijbel krijgen. Het is een onderwerp dat beslist een gedetailleerd onderzoek waard is. Het oudtestamentische Jericho ligt naast de belangrijkste bron in oostelijk Kanaän (zie bovenin de foto). De sporen van de archeologische opgravingen zijn zichtbaar op de heuvel. 01 Chapter_Dutch_CS5. indd 501 Chapter_Dutch_CS5. indd 530-05-12 13:3230-05-12 13:32 18 EEN GEO G R A FIS CHE K E NNISM A K IN G M E T DE W E RELD W A A RIN P A LE S T IN A L A G P A LE STIN A A L S DE E L V A N DE V R U C H TBA RE H A L V E M A A N Rond de Middellandse, Zwarte en Kaspische Zee ligt als een soort mantel een uitgestrekt hoog, ruig gebergte dat de Alpen- Himalaya-keten wordt genoemd. [Zie kaart 1. ] Dit rotsachtige en grillige landschap strekt zich vanaf de Pyreneeën in Noord- Spanje oostwaarts uit in een ruim 10. 000kilometer lange lijn naar de torenhoge Himalaya-keten van India en Nepal en de Tsjiensjan-keten van het binnenland van China. Ongeveer in het midden van deze grillige bergrug liggen de indrukwekkende Taurus-, Pontus-, Ararat- en Koerdistan-gebergten van Turkije (hier en daar ruim 5000meter hoog met bergtoppen met eeu-wige sneeuw) en het Zagros- en Elburzgebergte van Iran (een paar toppen zijn zelfs bijna 5500meter hoog, de hoogste van het hele Nabije Oosten). Of oude beschavingen nu Akkadisch, Egyptisch, Assyrisch, Babylonisch, Fenicisch, Perzisch of Grieks waren, dergelijke enorme bergketens vormden een onneembare barr槨爀e die gebiedsuitbreiding onmogelijk maakte. Tot aan de tijd van Julius Caesar werden alle rijken van het Nabije Oosten grotendeels ingeperkt door deze noordelijke grens. Bovendien zaten er in die duistere, bergachtige ketens altijd strijdlustige bevolkingsgroepen verscholen die een bedreiging vormden voor de Semitische heerschappij over de noordelijke grens. Verder naar het zuiden, helemaal oostwaarts vanaf de Atlan-tische kust van Noord-Afrika, is een enorm uitgestrekte vlakte waar vrijwel geen water te vinden is. Deze dorre en verlaten woestijn die in Afrika de Sahara wordt genoemd, zet zich voort aan de andere kant van de Rode Zee en strekt zich helemaal over het Arabisch Schiereiland uit als de Arabische Woestijn . De droge gordel steekt de bergen van Iran over naar het noorden en gaat verder als de Grote Zoutwoestijn (Dasht-e Kavir), het Tarimbekken en de Gobiwoestijn in Zuid-Mongolië. Deze strook van woest, grimmig zand, van hier en daar meer dan 1500kilometer breed en in totaal 8000kilometer lang die over twee werelddelen loopt, vormde in de oudheid ook een ondoor-dringbare barr槨爀e die de uitbreiding van het grondgebied en de beschaving onmogelijk maakte. Ingeklemd tussen deze twee natuurlijke barr槨爀es van bergen en woestijn ligt een smalle, maanvormige strook van relatief bebouwbaar land, die zich naar het noorden buigt vanaf de zuid-oostelijke hoek van de Middellandse Zee bij Gaza (Hand. 8:26) and. 8:26) kaart 2], via Israël , Libanon en westelijk Syr槫 . Vlak bij de noordoostelijke hoek van de Middellandse Zee buigt deze strook af naar het oosten en vervolgens naar het zuidoosten, vrijwel langs de overstromingsgebieden van het Eufraat- en het Tigris-dal tot aan de Perzische Golf. Deze strook staat al vanaf de dagen van de Egyptoloog James Breasted bekend als de Vruchtbare Halvemaan. In deze halvemaan vond de mens de ploeg uit, als-mede het wiel, de schroef om water mee omhoog te hevelen, en de boog. Hier leerde de mens dieren te domesticeren, graan te verbouwen en voedsel te produceren, gebouwen bij elkaar te zetten en steden te bouwen, metaal te bewerken en te schrijven ⠀eerst in een beeldschrift en vervolgens met een alfabet). Het was in deze strook van beschaving dat de mens de kunst, muziek, literatuur, wetten, wiskunde, loso- e, geneeskunde, astronomie, cartog牡- e, scheikunde en kalender ontwikkelde. Met het risico alles te simpel voor te stellen, kan de Vrucht-bare Halvemaan in twee topog牡- sche gebieden ingedeeld wor-den, namelijk Mesopotamië en de Levant 退. De naam Meso-pot慭槫造⠀een Griekse term die [het land] tussen de rivieren造betekent) werd al voor de oostelijke helft gebruikt in de geschrif-ten van Polybius, Strabo en Flavius Josephus (200 v. Chr. tot 100 n. Chr. ). En zelfs vóór die tijd werd de benaming door de verta-lers van de Septuaginta gebruikt om de streek aan te geven waar de aartsvader Abraham vandaan kwam (Gen. 24:10), een streek die de Hebreeuwse schrijvers Aram-Naharaïm
輀 Aram van de twee rivieren) noemden. Het is heel waarschijnlijk dat deze Hebreeuwse uitdrukking alleen op het gebied tussen de Eufraat en de Balikh sloeg, dat ook bekendstaat als Paddan-Aram (het veld van Aram [zie bijv. Gen. 28:2vv; 33:18; 35:9]), en niet op het hele gebied tussen de Eufraat en de Tigris. [Zie kaart 2 Niettemin duiden hedendaagse verwijzingen naar Mesopota-mië normaal gesproken op he琠輀eiland dat in het westen en zuiden begrensd wordt door de Eufraat, in het oosten door de Tigris, en in het noorden door de uitlopers van het Taurus- en het Koerdistangebergte. De laagvlakte Mesopotamië ligt in wat noordelijke gedeelten op ongeveer 495meter hoogte en loopt geleidelijk af naar de Perzische Golf. [Zie kaart 2 Door hoogteverschillen is er in Mesopotamië zowel een natte als een droge steppe. De natte steppe krijgt jaarlijks meer dan 30centimeter regen. Hij wordt gekenmerkt door rood-bruine grond, vorstbestendige grassen, kruiden en struiken, vooral verder naar het oosten. Dit gebied tussen de Eufraat en de Balikh wordt het meest met de bijbelse aartsvaders in verband gebracht en bestaat uit lage, rotsachtige onbegroeide heuvels, behalve tijdens de voorjaarsregens. Tussen de Balikh en de Khabur is de steppe minder droog en zelfs relatief vruchtbaar in de lente en de vroege zomer. Dit gebied is redelijk geschikt voor begrazing, maar daarbij is men wel afhankelijk van de vele bron-nen die door het hele gebied verspreid liggen (Gen. 24:11; 29:2). Het gebied lijkt in de oudheid niet dichtbevolkt of bewerkt geweest te zijn. De bovenloop van de Khabur lijkt op de kaart op een op zijn punt staande driehoek daar waar het land aanzienlijk vlakker wordt. Door voldoende regenval en een goede bodem vindt er al vanaf de verre oudheid akkerbouw plaats, wat in ruime mate het beste graan van Mesopotamië opleverde. Aan beide zijden van de zuidpunt van deze driehoek houden de bergen de grond en 01 Chapter_Dutch_CS5. indd 601 Chapter_Dutch_CS5. indd 630-05-12 13:3230-05-12 13:32 19 minerale afzettingen tegen die vanuit het noorden met het water naar beneden komen stromen. In deze streek groeit dan ook meestal zelfs in de zomer en herfst gras, zodat er overvloedige weidegronden zijn voor de herders van Mesopotamië die tijdens de lente en zomer vanuit hun woonplaats ten zuiden van de Eufraat hierheen trekken. De bergen bevatten in feite ook al de inheemse houtsoorten die in Mesopotamië te vinden zijn: den-nen, eiken, terpentijnbomen (terebinten) en pistachebomen. Tegenwoordig worden er om landschappelijke redenen in een groot deel van Mesopotamië ook populieren aangeplant als beschutting tegen de wind. Het grootste deel van de droge steppe daarentegen wordt gekenmerkt door grijze, gipsachtige woestijngronden, seizoens-gebonden eenjarige grassen, wat verspreide struiken en
als de grondlaag diep genoeg is
een marginale droogtelandbouw van wintergewassen. Daar waar minder dan 20centimeter regen per jaar valt wordt slechts heel beperkt irrigatielandbouw beoefend. De overstromingsgebieden van het middendeel van de Eufraat, met name in de streek Deir ez- Zor en zuidelijk daarvan, liggen wel 100meter diep en zijn daar 12kilometer breed. De humus die in de overstromingsgebieden van de Eufraat en de Khabur achterblijft is ideaal voor de landbouw, en we weten dat er tij-dens de hele periode van de Bijbel in dit gebied een heel netwerk van dorpen lag. Dezelfde omstandigheden, maar op een veel kleinere schaal, zijn te vinden langs een kort gedeelte van het middenstuk van de Tigris, in het gebied rond Samarra, waar de afzettingen van de Tigris en de Kleine Zab voor een laag van rijke alluviale grond hebben gezorgd. De bodem ten zuiden van Mesopotamië is overal hard en vrijwel niet te bewerken. Het landschap bestaat uit door de wind opgeworpen heuvels en duinen, met zand dat afkomstig is van de Arabische Woestijn . Toch heeft Zuid-Mesopotamië altijd een probleem gehad met een te hoge waterstand door overirrigatie, waardoor er een steeds grotere verzilting van de bodem plaatsvindt. Sommige gezaghebbende bronnen stellen daarom dat de ondergang van de Sumerische beschaving daar, en de daaropvolgende noord-waartse verschuiving van de culturele centra, te wijten was aan de toenemende verzilting van de bodem. Dat is verre van zeker, hoewel we weten dat de Sumerische economie heel erg afhanke-lijk was van de plaatselijk verbouwde graanoogsten, veel meer dan van wat later vanaf de oudheid tot nu aan toe geproduceerd kon worden. Het gebied tussen het punt waar de Eufraat en de Tigris samenvloeien in de Perzische Golf wordt de Shatt el-Arab genoemd. Hier is tweemaal per dag een eb en vloed van onge-veer 180centimeter, een reden van regelmatig terugkerende grensc潮l icten tussen Irak en Iran. Geog牡- sch gezien stroomt er door de getijden zout water vanuit de Golf het land binnen waardoor er een moerasland is ontstaan dat vrijwel niet voor bewoning geschikt is. Als we naar dit algemene overzicht kijken, bes攃 en we dat de ter洠輀 Vruchtbare Halvemaan 造最emakkelijk verkeerd uitgelegd kan worden. Het grootste deel van Mesopotamië kan zelfs alleen 轶ruchtbaar造最enoemd worden in vergelijking met de naastgelegen Zowel de stad Diyarbakir (aan de horizon) als de plaatselijke schapen danken hun bestaan hier aan het water van de Boven- Tigris. 01 Chapter_Dutch_CS5. indd 701 Chapter_Dutch_CS5. indd 730-05-12 13:3230-05-12 13:32 20 M I D D E L L A N D S E Z E E Z W A R T E Z E E A T L A N T I S C H E O C E A A N S C H E L F Z E E K A S P I S C H E Z E E O O S T Z E E Sb Victoria- Tsjaadmeer R A BISCHE Y RISCHE W OESTIJNvan het oude AHAR A D AFRIK A AB C AB C 1500 kilometer Alpen-Himalaya-keten Syrisch-Afrikaanse Slenk Geogra- sche grenzen en de oude wereld 01 Chapter_Dutch_CS5. indd 801 Chapter_Dutch_CS5. indd 830-05-12 13:3230-05-12 13:32 21 I N D I S C H E O C E A A N Z E E R ABISCHE Somali-bekken VA N ENG ALEN O L Balkasjmeer T RA L DE F kaart 1 01 Chapter_Dutch_CS5. indd 901 Chapter_Dutch_CS5. indd 930-05-12 13:3230-05-12 13:32