De kolonel krijgt eindelijk post Verhalen over geweld en verzoening in Colombia
Inhoud - Het gewapende confict De mensen: de gijzelaar De stad en de bergen De mensen: de Nederlandse guerrillera Toeschouwers De mensen: de gitarist / zanger De gouden droom De mensen: een slachtofer 5 Een cultuur van geweld De mensen: een vrouw
- : De doden van het water De mensen: de guerrillera Een rivier oversteken De mensen: de sergeant Rivier van levend water De mensen: de rapper Herinneren als arbeid De mensen: een moeder 10 Stemmen van hoop De mensen: een overlevende De kolonel krijgt eindelijk post
Voorwoord In dit boek vertel ik over mijn ervaringen van de afgelopen jaren in Colombia. Sinds begin werk ik voor het project ‘Geloven in Verzoening’, een initiatief van de Colombiaanse Mennonietenkerk en enkele universiteiten, te weten de Uni- versidad Javeriana te Bogotá, de Universidad Bautista te Cali en de Universidad Reformada te Barranquilla. Kerk in Actie, onderdeel van de Protestantse Kerk in Nederland, heef het project mede mogelijk gemaakt en mij in de gelegenheid gesteld eraan deel te nemen. Samen met collega’s van deze instellingen heb ik onderzoek gedaan naar het geweld in Colombia en de gevolgen daarvan in het leven van de slachtofers of hun nabestaanden. De wijze waarop slachtofers (of hun nabestaanden) en daders zich soms met elkaar weten te verzoenen, was daarbij een belang- rijk thema. Het onderzoek verschafe veel materiaal voor cur- sussen aan de genoemde universiteiten en voor studiekringen in de kerken. Tijdens het werk voor dit project heb ik gezien hoeveel schade geweld berokkent aan mensen en aan een samenleving. Maar ik heb ook gezien dat mensen over bijzondere krachten beschikken die hen in staat stellen zich weer op te richten na het kwaad dat hen is aangedaan, en dat er in een samenleving altijd mensen zijn die zich met vertrouwen en creativiteit blij- ven inzetten voor recht en vrede.
Veel mensen hebben belangstelling getoond voor dit bijzon- dere project en dat heef mij erg geholpen bij het schrijven van het boek. Ik wil hen daarvoor hartelijk danken: docenten en studenten aan de genoemde universiteiten en leden van de Colombiaanse Mennonietenkerk, de kerken in Friesland die nauw betrokken zijn bij het project, vrienden in Nederland die met hun reacties op mijn blogs mij hielpen alles wat ik meemaakte te verwerken en te interpreteren. Ik noem in het bijzonder dr. Martien E. Brinkman, hoogleraar interculturele theologie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Zijn com- mentaar op een eerdere versie van het manuscript was voor mij zeer stimulerend. Mijn bijzondere dank gaat uit naar de dorpen Trujil lo, Pie de Pepé, Silvia, San Juan Nepomuceno en de wijk San Nicolás van de stad Soacha. Het zijn stuk voor stuk p laatsen waar de mensen veel hebben geleden onder het geweld . Ik ben in al die gemeenschappen steeds gastvrij ontvan gen en toen er eenmaal een vertrouwensband was gegroeid, h ebben de inwoners mij veel verteld over hun traumatische ervarin- gen en hun strijd om de draad van het leven weer op te pak- ken. Ik spreek mijn dank uit aan de Stichting Dr. Abraham Kuyperfonds, de Stichting Zonneweelde en Kerk in Actie. Zij hebben met hun fnanciële bijdrage de publicatie van dit boek mogelijk gemaakt. Tot slot noem ik mijn echtgenote Dicky. Ik ben haar dank- baar voor de ruimte die zij mij gaf om dit werk in Colom- bia te doen. De lange perioden die wij daardoor van elkaar gescheiden waren, zijn voor ons samen een bijzondere erva- ring geweest. Met haar commentaren bij alles wat ik schreef, even kritisch als liefdevol, heef zij nog het meest bijgedragen aan het tot stand komen van dit boek. Daarom draag ik het boek aan haar op, met een vers van de dichter Aurelio Arturo. Het ingewikkelde, maar ook betoverende Colombia heef mij
veel gegeven, vooral in zijn romans en poëzie. Dat is het lied dat ik mee terugbreng om te delen met haar en met allen die hopen op vrede in Colombia. Henk Vijver Oss, november
Inleiding Todas las historias se entrelazan y el dolor humano es uno solo Alle geschiedenissen zijn met elkaar verweven en het menselijk lijden is één A B Colombia, tierra de paz Colombia, land van vrede De vraag naar verzoening Colombia. Een prachtige, welluidende naam. De naam ver- wijst naar de Italiaan Cristóforo Colombo, de man die het con- tinent voor de Europeanen ontdekte. Als je bedenkt dat het Italiaanse woord colombo duif betekent, dan is Colombia dus het land van de duif. Ofewel het land van de vrede. Belisario Betancur, president van Colombia in de jaren tachtig, moet daaraan hebben gedacht, toen hij zijn landgenoten aanspoorde duiven te schilderen op de muren van huizen, fabrieken, scho- len en kantoren, in de straten en op de pleinen. Hoe meer dui- ven, hoe beter, als uiting van het Colombiaanse verlangen naar vrede. Soms zie je op een muur in Bogotá nog een overblijfsel van zo’n schildering. Een afgebladderde vredesduif. Vrede is echter lange tijd niet meer dan een droom geweest in Colombia. Sinds decennia wordt dit land geteisterd door
de ene golf van geweld na de andere. In zijn roman Het verge- ten dat ons wacht laat de schrijver Héctor Abad Faciolince zijn vader aan het woord over het geweld in de jaren tachtig waar Abad senior zelf ook slachtofer van zou worden. Abad senior was medicus en werkte als vrijwilliger in de krottenwijken van Medellín. De arts constateerde: Het schadelijkst voor de gezondheid van de mensen in dit land was niet honger of diarree of malaria of virussen of bac- teriën of kanker of aandoeningen van de luchtwegen of hart- en vaatziekten. De ergste boosdoener, die de meeste doden onder de burgers van dit land maakte, was onze medemens. Momenteel lijken er serieuze kansen op vrede te bestaan. In Havanna is sinds november overleg gaande tussen de Colombiaanse regering en de Fuerzas Armadas Revoluciona- rias de Colombia , de FARC. Dat heef veel losgemaakt in het land. Er wordt nagedacht en gepraat over thema’s als vrede en verzoening. Veel Colombianen hopen dat ze binnen afzienbare tijd in een andere samenleving mogen leven. Maar ze besef- fen ook dat er veel moet gebeuren wil Colombia een land van vrede worden. Dat het land moet afrekenen met een geweld- dadig verleden; dat de strijdende partijen hun geschillen zon- der geweld moeten leren oplossen; en dat er recht moet wor- den gesproken over de vele ernstige misdaden die door alle partijen zijn gepleegd. Het geweld van de gewapende groepen heef diepe wonden geslagen in de samenleving. Want er is in Colombia niet slechts gemoord, er is op grote schaal gemar- teld en gemoord. Maar zijn de gewapende groepen bereid de rechtspraak te accepteren van de samenleving die zij zo lang hebben bestreden? Kritische schrijvers maken de mensen erop attent dat het geweld niet alleen een probleem is van de gewa- pende groepen maar van heel de Colombiaanse samenleving. In hun visie moet de hele samenleving een proces van veran-
dering doormaken. Dat betekent dat er lastige vragen zullen moeten worden gesteld. Hoe komt het dat dit land vanaf zijn ontstaan zoveel geweld en wreedheid heef gekend? Wat doet zo’n geschiedenis van geweld met een samenleving en met de mensen? Kan het land dat verleden van zich afschudden? Is het mogelijk dat de strijdende partijen zich met elkaar verzoe- nen en zijn daar voorbeelden van? Dat zijn de vragen die mij bij het schrijven van dit boek hebben geleid. Een proces van verzoening is noodzakelijk. Dat wordt voortdurend benadrukt door schrijvers, journalisten en poli- tici. Verzoening op politiek vlak, tussen de partijen die elkaar zo lang hebben bestreden, maar ook verzoening op persoon- lijk vlak, tussen slachtofers en daders van geweld. Laten de onderhandelingen op Cuba zien dat politieke verzoening een uiterst lastige zaak is, verzoening op het vlak van intermen- selijke relaties is zo mogelijk nog moeilijker. De daders van het geweld voelen zich dikwijls niet schuldig en hebben geen interesse in een confronterende ontmoeting met slachtofers of hun nabestaanden. Ook veel slachtofers zijn niet in staat tot dergelijke ontmoetingen. Af en toe zijn er positieve tekenen waar te nemen. Er zijn slachtofers die zeggen de misdadigers te willen vergeven. Zoals Ingrid Betancourt, de voormalige presidentskandidate, die bijna zeven jaar als gijzelaar van de FARC in de jungle doorbracht. Zij heef bekendgemaakt haar ontvoerders te kunnen vergeven, ook al hebben die nooit om vergeving gevraagd. Een christelijk land Colombia is een christelijk land. De rooms-katholieke kerk is hier aanwezig vanaf de verovering van het continent door de Spanjaarden in de zestiende eeuw. Rond de tachtig procent van de bevolking wordt tot de katholieke kerk gerekend. Daar- naast zijn er meerdere, kleine protestantse kerken. Religie in Colombia (en in Latijns-Amerika) is iets anders dan religie
in Nederland (of West-Europa). Het geloof is geen privézaak die zich voornamelijk afspeelt achter de voordeur. Religie is in Colombia een onmiskenbaar onderdeel van het maatschappe- lijk leven. Je herkent geestelijken op straat; er zijn processies; er zijn veel kerkgebouwen en regelmatig zie je de kerkgangers tot buiten op straat staan om de mis bij te kunnen wonen; in de buurt van katholieke kerken vind je talloze winkels met religi- euze artikelen. Als de christelijke kerken zo duidelijk aanwezig zijn in de samenleving, rijst als vanzelf de vraag: wat is de bij- drage van de kerken als het gaat om de maatschappelijke ver- anderingen die zo hard nodig zijn in dit land? De christelijke kerken hebben immers een boodschap van vrede en verzoe- ning. Met het oog op die vraag is het goed een paar dingen te bedenken met betrekking tot het christendom in Colombia en in feite in heel Zuid-Amerika. De rol van het christelijk geloof in de samenleving is vanaf de tijd van de kolonisatie in de zestiende eeuw heel dubbel geweest. Het christendom is in Latijns-Amerika gekomen tegelijk met de verovering van het continent door de Spanjaar- den en later andere Europese volken. Het geloof kwam hand in hand met geweld en onderdrukking. En het lijkt er vaak op dat het christendom zich nooit los heef kunnen maken van dat verleden. Colombiaanse schrijvers laten in hun romans zien hoe de kerk in hun land steeds weer de kant van de machtheb- bers kiest en zich volstrekt niet bekommert om de armen en rechtelozen. Een klassieker over deze thematiek is de roman El Cristo de espaldas van Eduardo Caballero Calderón. Als een jonge priester in een afgelegen dorpje voor recht en rechtvaar- digheid opkomt, krijgt hij een bestrafende brief van zijn bis- schop. ‘Christus heef jou de rug toegekeerd’, schrijf de bis- schop. De priester denkt er diep over na, maar weet in zijn hart heel zeker dat Christus hem niet de rug heef toegekeerd. Christus had zijn volgelingen immers voorgehouden: ‘Geluk- kig wie vanwege de gerechtigheid vervolgd worden, want voor