De laatste getuigen
De laatste getuigen

De laatste getuigen

Vijftien ouderen over de oorlog die hun leven stempelde

, , , , , (Redacteur)
 
0,0 (0 stem(men))

€ 29,99


Leverbaar
Dit product is leverbaar, maar op dit moment niet op voorraad in onze winkel. De levertijd is 2-4 werkdagen.

  Bestellen

Unieke verhalen, 75 jaar na dato. Vijftien personen die de Tweede Wereldoorlog zelf hebben meegemaakt: een boek met authentieke, unieke en krachtige verhalen. Hoe was het om als kind of tiener op te groeien in de lange jaren van Holland onder het hakenkruis?

In dit luxe uitgevoerde boek vertellen vijftien van de laatste getuigen over hun leven tussen 1940 en 1945. Vaak verbluffend gedetailleerd halen zij herinneringen op aan hongertochten, kou, bombardementen, evacuaties, Jodenvervolging en verzet.

Maar ze vertellen ook hoe het gewone leven min of meer doorging, ondanks de woelingen van de oorlog. En hoe zij de langverwachte bevrijding hebben beleefd. Verhalen van gewone mensen in ongewone omstandigheden, verrijkt met boeiende achtergrondinformatie over allerlei facetten van de oorlog in Nederland.

Dit boek vol persoonlijke oorlogsherinneringen opent een fascinerend venster op ons verleden. Deze uitgave verschijnt in samenwerking met de Evangelische Omroep. Redacteuren van de EO werken samen met externe schrijvers aan de interviews en verbindende verhalen. Elke laatste getuige wordt prachtig geportretteerd door meesterfotograaf Ruben Timman.

Heeft u een vraag over dit boek: De laatste getuigen van Gert-Jan Schaap, Marco van der Straten, Mirjam Hollebrandse, Reinald Molenaar, Ruben Timman en Sjoerd Wielenga? Dan kunt u ons uw vraag sturen via het contactformulier of stuur een mail naar [email protected].

Wij zijn ook bereikbaar via Whatsapp! U kunt ons dus ook een appje sturen met uw vraag.

ISBN: 9789033802201
Uitgever: Royal Jongbloed
Product code: 9789033802201
Omvang: 210 x 248 x 22 mm
Gewicht: 780,000g
Omslag/Materiaal: Hardcover
Aantal pagina's: 176
Verschijningsdatum: 28-04-2020
Taal: Nederlands
Productsoort: Boek

Inhoudsopgave

De namen en de woonplaatsen, toen en nu:
1. Dhr. Wim van Lunteren: woonde toen in Barneveld (station Barneveld-Voorthuizen, wat nu Barneveld-Noord is), nu in Papendrecht.
2. Dhr. Ko Dominicus: toen in Westkapelle, nu in Zoutelande (Zeeland)
3. Mevr. Bassie-de Visser: toen in Westkapelle (Zeeland), nu in Kampen
4. Dhr. Teun Jordaan: toen en nu in Rhenen
5. Dhr. Dirk Slootweg: woonde toen in Oud-Velsen/IJmuiden, nu in IJmuiden.
6. Anonieme vrouw (NSB’er): wil niet dat haar adres bekend wordt.
7. Dhr. Bram Kaashoek: toen in Benthuizen, nu in Alphen a/d Rijn
8. Mw. Pieters-Spijkstra: toen in Dordrecht, nu in Huis ter Heide
9. Mw. Hanny van Lindenberg: toen in Aalten, nu in Apeldoorn (in Aalten bevindt zich het Nationaal Onderduikmuseum).
10. Mw. Roeles: toen in Munnikeburen (Friesland), nu in Steenwijk
11. Dhr. Gijs van Leer: toen in Renkum, nu in Oosterbeek (= gemeente Renkum; woont dicht bij het Airborne Museum)
12. Dhr. Adrie Dekker: geboren in Oostkapelle, voor de oorlog verhuisd naar Barneveld en Ede, woont nu in Oosterbeek.
13. Dhr. Loek de Liever: geboren in Nijkerk, ondergedoken in Amsterdam, woont nu in Amersfoort.
14. Mevr. An Termaat: geboren in Putten, woont nu in Ermelo.
15. Mevr. Wierenga: geboren in Enschede, werkte tijdens de oorlog in het tehuis Dennenoord in Zuidlaren, woont nu in Nieuwleusen.

Aanbevelingen en verdieping

Recensies & Verdieping

‘Visie’ geeft boek uit met indrukwekkende oorlogsverhalen ‘De laatste getuigen; vijftien Nederlanders over de oorlog die hun leven stempelde’ 8 april 2020 in Christelijk Nieuws Hoe was het om als kind of tiener op te groeien in de lange jaren van Holland onder het hakenkruis? In het boek ‘De laatste getuigen, vijftien Nederlanders over de oorlog die hun leven stempelde’ vertellen vijftien van de laatste getuigen over hun leven tussen 1940 en 1945. Visie geeft dit luxe uitgevoerde boek uit in samenwerking met Royal Jongbloed. Hieronder lees je alvast acht ingekorte verhalen. Vaak verbluffend gedetailleerd halen de geinterviewden herinneringen op aan hongertochten, kou, bombardementen, evacuaties, Jodenvervolging en verzet. Maar ze vertellen ook hoe het gewone leven min of meer doorging, ondanks de woelingen van de oorlog. En hoe – en waar – zij de langverwachte bevrijding hebben beleefd. Vijftien authentieke verhalen van gewone mensen in ongewone omstandigheden, verrijkt met boeiende achtergrondinformatie over allerlei facetten van de oorlog in Nederland. Elke ‘laatste getuige’ is prachtig geportretteerd door meesterfotograaf Ruben Timman.75 jaar bevrijding én 50 jaar Visie Dit boek vol persoonlijke, krachtige oorlogsherinneringen opent een fascinerend venster op ons verleden. Deze fullcolour-uitgave is een samenwerking van Royal Jongbloed en Visie, en verschijnt in april, ter gelegenheid van 75 jaar bevrijding én 50 jaar Visie. Jan Terlouw, onder meer bekend van zijn bestseller Oorlogswinter, schreef het voorwoord.Bestellen? Ga naar Visie.eo.nl/laatstegetuigen of ontvang het boek als welkomstcadeau bij een jaarabonnement op Visie. “In 1942 trok ik in bij mijn aanstaande schoonfamilie in Ede. Het was een vrijstaand huis, ik kan het nog zo aanwijzen: Beukenlaan 10. Op een dag vroeg ik aan mijn schoonvader: ‘Pa, hoe moet het als ze mij hier komen zoeken?’ Daar had hij niet zo gauw een antwoord op, maar ik had gezien dat er in de bijkeuken een zoldertje was. Ik stelde voor om een paar klampen aan de bijkeukendeur te monteren, zodat ik makkelijk op die zolder kon komen. Dat mocht van mijn schoonvader. Dus ik bevestigde drie, vier klampen aan de deur. Na een paar keer oefenen, kon ik het luik naar het zoldertje openen en erop klimmen. Dat werd verder nooit gebruikt; er lag een kinderstrandkarretje en er hingen ragfijne spinnenwebben. Het was niet al te ruim; zo’n zestig centimeter hoog, dus zitten kon je nauwelijks. Je moest liggen en dan was de ruimte vol. Op een nacht rond twaalf uur ging de bel. We schrokken wakker. De bel op dit tijdstip kon maar één ding betekenen: Duitsers aan de deur. Het voelde of mijn laatste uur had geslagen. Op dat moment wist ik: ik ben in doodsgevaar...”Adrie Dekker (1920) maakte de oorlog mee in Ede.   “De dag voor Dolle Dinsdag heerste er op school een uitgelaten stemming. De geallieerden zouden al in Breda zijn. Er kwam een groep kinderen om me heen staan en een jongetje riep: ‘Jullie worden opgehangen! Je vader, je moeder, en jij ook!’ Na de bevrijding, die ik in Drenthe meemaakte, dacht ik dat alles goed zou komen. Ik dacht dat we naar huis mochten. Maar we werden op boerenwagens naar een school in een dorpje verderop gebracht, waar de NSB-vrouwen werden ondervraagd. De verhoren verliepen niet zoals het hoorde, want de eerste vrouw gilde het uit. Ik vermoed dat ze werd aangerand. Al snel moest mijn moeder komen, en ze zei: ‘Als ik je naam roep, moet je meteen komen. Op kinderen schieten ze niet.’ Kort daarna hoorde ik ook haar gillen en mijn naam roepen. Ik twijfelde even en liep toen toch naar de deur van de verhoorkamer. ‘Niet doen, wij doen het wel,’ zeiden de andere vrouwen in de ruimte. En dat deden ze. Zo maakten ze duidelijk dat die mannen niet zomaar hun gang konden gaan. Na de verhoren werden de moeders van de zindelijke kinderen gescheiden. De verlorenheid van al die kinderen blijft me bij. Het verdriet. Niemand had compassie. Het voelde alsof je een ding was. Geen troostwoord, geen arm, geen liefde.”De ouders van Hilda de Jong (1936) waren lid van de NSB.   Die dag stopte er een overvalwagen bij ons in de straat “Twee huizen naast ons stond een kleine synagoge. Toen de oorlog uitbrak, woonden we naast de rabbi met zijn gezin. Andriessen, meen ik. Daarvoor woonde de familie Hamburg er; dat waren ook Joodse mensen. Wij speelden vaak met de kinderen van de rabbi; ikzelf vooral met een buurmeisje. Magda Andriessen. In de oorlog hebben we trouwens ook één nacht onderdak gegeven aan een Joods gezin dat op doorreis was.” Eén noodlottige dag staat voorgoed in haar geheugen gegrift, al kan ze zich het jaar en de maand niet meer herinneren. “Die dag – wij waren thuis – stopte er een overvalwagen bij ons in de straat. Het gezin van de rabbi... heb ik weggevoerd zien worden.” Met natte ogen: “De overvalwagen, daar gingen ze allemaal in. Daar gingen ze, de straat uit. Wij stonden er buiten bij te kijken. Wat kon je doen? Zij gingen weg. We hebben nog naar hen gezwaaid... Waar ze naartoe zijn gevoerd, weet ik niet. Westerbork misschien. En daarna...? We hebben hen nooit meer teruggezien.”Hanny van Lindenberg-van Lochem (1926), die op 2 januari 2020 is overleden, maakte de oorlog mee in Aalten, dicht bij de Duitse grens.   Wat achteraf gezien het meest spannend was in de oorlog, is dat Henny’s ouders onderduikers hadden. Maar als kind wist ze dat niet: zij spraken er nooit over. “En dat snap ik. Stel je voor dat wij als kinderen onze mond voorbij zouden praten? Ze bonden ons altijd op het hart: ‘Als iemand je iets vraagt, zeg dan: ik weet niks.’” Er was één uitzondering. Van Gerrit-Jan van Dalen, die op de koeienzolder sliep (“en soms in het veld, als het te gevaar- lijk was”), wisten ze dat hij onderduiker was. Maar dat er méér waren, ontdekte Henny pas na de bevrijding. “Hoeveel, dat weet ik niet. Hebben ze nooit iets over verteld. Ook niet na de oorlog. Ik zag dat mijn vader soms borden of schaaltjes met aardappels, groenten en vlees wegbracht. ‘Waar is dat voor?’ vroeg ik. Dan zei mijn vader, of mijn moeder: ‘Voor de hond en twee katten.’ Je geloofde je ouders. Zo dekten ze de risico’s in. Achteraf natuurlijk een raar idee: zonder dat wij er erg in hadden, riskeerden ze hun leven om anderen te helpen. Als er drie borden weggingen, waren er op dat moment kennelijk drie onderduikers.”Henny Roeles (1935) maakte de oorlog mee in Munnekeburen, een dorpje in de Friese gemeente Weststellingwerf.   Dit was het ergste van de oorlog; een hel “Op een gegeven moment ontplofte er een granaat in het dak van de kerk tegenover ons. Een gloeiendhete en vlijmscherpe scherf ketste af, schoot door de ruiten, vloog rakelings over me heen en toen dwars door het lichaam van een klein meisje dat naast me lag... Op slag dood. Een meisje van 4. Haar moeder lag aan haar andere kant, en verloor door diezelfde scherf haar onderarm... Dat gebeurde allemaal in een flits. Het was één grote chaos. Inderhaast zijn we verder gevlucht, naar een ander huis, misschien honderd meter verderop. Maar tegen de ochtend was het zo bar, met al die beschietingen, dat vader zei: ‘We moeten terug naar die bunker, misschien laten de Duitsers ons erin. Als we hier blijven, gaan we er allemaal aan!’ Al die ontploffingen om ons heen... Toen zijn we teruggegaan naar de bunker. En ze lieten ons gelukkig binnen.” Hij zwijgt even. “In korte tijd zo veel dramatische indrukken achter elkaar. Het is bijna ondenkbaar wat ik allemaal meemaakte toen ik 15 was. Dit was het ergste van de oorlog. De beschietingen, de inslagen, de paniek. Een hel.”Als Zeeuwse jongen maakte Ko Dominicus (1929) de hele bezettingstijd bewust mee.   “1944, dat was voor ons het rampjaar. Het begon met een enorm gedreun – de hele lucht was vol vliegtuigen, en bezaaid met parachutes. Snel deed ik mijn slaapkamerraam open. Het was een máchtig gezicht, geweldig. De Renkumse heide, waar – net als op de Ginkelse heide – veel parachutes zijn geland, lag maar twee of drie kilometer bij ons vandaan. En het was helder weer. Dus ik kon alles goed zien. Onder al die parachutes hingen menselijke figuren. En kleine autootjes. Tenminste, als jongen van 9 dácht ik dat het kleine autootjes waren. Het bleken jeeps te zijn.” Op de grond was het al snel “een consternatie tot en met”, vervolgt hij. “Overrompeld door de geallieerde verrassingsaanval vluchtten de Duitsers weg uit Renkum en andere plaatsen in de omgeving. Sommigen werden onderweg doodgeschoten door de Engelsen, die vanaf de Ginkelse en de Renkumse heide oprukten. Ik weet nog goed dat een buurjongen me vertelde dat hij had gezien hoe een Duitse soldaat – op de vlucht richting Bennekom – door een Engelse militair van zijn motor werd geschoten en dood neerviel. De Duitsers stoven alle kanten op, meestal richting Rhenen. Plotseling zaten we hier tussen de strijdende partijen.”Gijs van der Lee (1935) was als kind oogge- tuige van de geallieerde luchtlandingen op de Renkumse heide.   Ik kan de onbeschrijflijke geur van verbrande lichamen zo weer oproepen Op Dolle Dinsdag (5 september 1944) passeerde een passagierstrein, met op het dak van elk van de wagons een groot rood kruis geschilderd. “Dat zal ik nooit vergeten. Het betekende dat die trein niet mocht worden aangevallen, omdat er zieken en gewonden mee werden vervoerd. Zo’n twee kilometer voorbij ons huis, in de richting van Stroe, werd-ie tóch onder vuur genomen door Engelse jachtvliegtuigen. Later werd bekend – hoe, weet ik niet – dat de ondergrondse een bericht naar Engeland had doorgegeven dat dit geen trein van het Rode Kruis was, maar eentje met munitie, Duitse militairen en NSB’ers die naar Duitsland wilden vluchten.” De trein werd vol geraakt. “Een gigantisch vuurwerk,” vertelt hij met grote ogen. “De munitie in de wagons ontplofte en de meeste passagiers kwamen om in de vuurzee. Een paar dagen later werden die uitgebrande wagons bij ons op het rangeerterrein gebracht.” Van Lunteren zegt dat er, gek genoeg, geen bewaking was en dat hij uit kinder- lijke nieuwsgierigheid een kijkje in het zwartgeblakerde interieur nam. Hij vond er grote koperen hulzen en heeft zelfs verkoolde lijken zien liggen. “Als ik eraan terugdenk, kan ik de onbeschrijflijke geur van verbrande lichamen weer oproepen. Soms ruik ik die nog steeds.”Wim van Lunteren (1937) woonde in de oorlog met zijn gezin boven het toenmalige treinstation Barneveld-Voorthuizen, dat meer dan eens onder vuur lag en waar ook treinen met gedeporteerde Joden passeerden.   “Ik zie ze nóg voor me: donkere hoeden, lange leren jassen en ze spraken gewoon Nederlands. Ze boezemden mij angst in; ik wist dat ze mij kwamen halen.” Louk de Liever was 4 toen hij op zijn onderduikadres in Amsterdam werd opgepakt. Er volgden maanden van ontberingen. Via Westerbork ging hij met het laatste transport naar Bergen-Belsen. “In de wagon lag alleen wat stro op de grond, er stond een bankje, een bak met water en een bak waar je je behoefte op kon doen.” Niet veel later reisde Louk door naar Theresienstadt, waar hij op 9 mei 1945 de bevrijding meemaakte. Via een lange omweg kwam hij een maand later eindelijk weer thuis in Nijkerk. Maar toen zijn moeder hem voor het eerst na al die jaren weer zag, was het eerste wat ze zei: “Dat is mijn zoon niet.”Voor ƒ 7,50 werd de Joodse Louk de Liever (1939) verraden. Wonder boven wonder overleefde hij de oorlog. En toch: “Ik zeg weleens: na de oorlog begon voor mij de oorlog pas.” Dit boek bestellen? Ga naar Visie.eo.nl/laatstegetuigen of ontvang het boek als welkomstcadeau bij een jaarabonnement op Visie. Beeld: Ruben Timman Of heb je een foutje gezien? Mail ons Tips van de redactie Zingen in de kerk: onder welke voorwaarden mag het weer? Michael ontmoette God in een Kroatische kerk Deze christelijke muziek maakt je vakantie onvergetelijk Deel via social media Facebook Twitter WhatsApp E-mail Volg ons op social media:

Leesfragment

Bekijk de tekstversie van dit leesfragment.
Is dit leesfragment niet goed zichtbaar of krijgt u een foutmelding te zien? Geen probleem, je kunt ook hier klikken om het pdf bestand te bekijken.

Reacties en beoordelingen

Schrijf een beoordeling over dit product

Je moet ingelogd zijn om een product te beoordelen.

Gert-Jan Schaap

Er is nog geen beschrijving voor de auteur Gert-Jan Schaap. Heeft u een vraag over de auteur Gert-Jan Schaap? Dan kunt u ons uw vraag sturen via het contactformulier of stuur een mail naar [email protected]

Wij zijn ook bereikbaar via Whatsapp! U kunt ons dus ook een appje sturen met uw vraag.


Mirjam Hollebrandse

Er is nog geen beschrijving voor de auteur Mirjam Hollebrandse. Heeft u een vraag over de auteur Mirjam Hollebrandse? Dan kunt u ons uw vraag sturen via het contactformulier of stuur een mail naar [email protected]

Wij zijn ook bereikbaar via Whatsapp! U kunt ons dus ook een appje sturen met uw vraag.


Reinald Molenaar

Er is nog geen beschrijving voor de auteur Reinald Molenaar. Heeft u een vraag over de auteur Reinald Molenaar? Dan kunt u ons uw vraag sturen via het contactformulier of stuur een mail naar [email protected]

Wij zijn ook bereikbaar via Whatsapp! U kunt ons dus ook een appje sturen met uw vraag.


Ruben Timman

Er is nog geen beschrijving voor de auteur Ruben Timman. Heeft u een vraag over de auteur Ruben Timman? Dan kunt u ons uw vraag sturen via het contactformulier of stuur een mail naar [email protected]

Wij zijn ook bereikbaar via Whatsapp! U kunt ons dus ook een appje sturen met uw vraag.


Sjoerd Wielenga

Er is nog geen beschrijving voor de auteur Sjoerd Wielenga. Heeft u een vraag over de auteur Sjoerd Wielenga? Dan kunt u ons uw vraag sturen via het contactformulier of stuur een mail naar [email protected]

Wij zijn ook bereikbaar via Whatsapp! U kunt ons dus ook een appje sturen met uw vraag.


Marco van der Straten(Redacteur)

Marco van Straten (1971) is schrijver en uitvaartbegeleider.

Bij CLC Nederland vindt u de mooiste boeken van de auteur Marco van der Straten. Waaronder de nieuwste boeken van Marco van der Straten. Heeft u een vraag over de auteur Marco van der Straten? Dan kunt u ons uw vraag sturen via het contactformulier of stuur een mail naar [email protected]

Wij zijn ook bereikbaar via Whatsapp! U kunt ons dus ook een appje sturen met uw vraag.


Klanten die dit product gekocht hebben, kochten ook: