De orthodoxe ketter en andere onmogelijke verhalen Moderne gelijkenissen van Peter Rollins Vertaling: Rudolf Kooiman
7 Inhoudsopgave inleiding: UITEEN -zETTIN g: 9 de heilige kunst van de (mis)communicatie deel een: MEER DAN gELOOF 15 1. g een overtuiging 17 2. Jezus en de vijfduizend 22 3. Vertalen en vertalen is twee 24 4. De andere wang 28 5. Redding voor een bezetene 32 6. De parel 37 7. Een grote ramp 41 8. De derde mijl 46 9. De onzichtbare profeet 50 10. Bijzondere voorwaarden 53 11. g eloof en ongeloof 57 deel twee: g OD IS NERgENS 63 12. De opstanding 65 13. De kwistige vader 71
8 14. Wachten op de Messias 75 15. Het laatste oordeel 80 16. De beschuldiging 82 17. De orthodoxe ketter 85 18. De opdracht van Judas 90 19. De agnost die atheïst werd 93 20. g od sluit zich aan bij het leger 98 21. Verraad 103 22. De gelovige 105 deel drie: gEDAANTEVERWISSELIN gEN 109 23. Blindheid 111 24. De goedkeuring van de vader 114 25. De keizer omverwerpen 118 26. De onboetvaardige zoon 123 27. Herenhuizen 128 28. Ruil met gesloten beurzen 131 29. Het laatste avondmaal 134 30. Het boek van de liefde 137 31. Een wonder zonder wonder 140 32. De beloning van een goed leven 144 33. De ketter 147 COLUMNS 153 Louterend vuur – Frits de Lange 155 g od wordt atheïst – Jean-Jacques Suurmond 157
17 1 | geen overtuiging Stel je voor: in een wereld waar het volgen van Christus wordt beschouwd als een ondermijnende en illegale acti- viteit, word jij ervan beschuldigd te geloven! Je bent gear - resteerd en voor het gerecht gedaagd. Je bent lange tijd onrechtmatig gevangengehouden, en zodoende heeft de aanklager de gelegenheid gehad om een zaak tegen jou op te bouwen. De rechtszaak begint met het voorleggen van tientallen foto’s aan de rechter. Foto’s die laten zien dat je kerkdiensten hebt bezocht, tijdens religieuze manifestaties het woord hebt gevoerd en hebt deelgenomen aan diverse gebedsbijeenkomsten. Hierna presenteren ze een aantal voorwerpen die ze uit je huis hebben gehaald: religieuze boeken die je in je bezit hebt, geestelijke muziek en andere christelijke spullen. Vervol- gens gaan ze een stap verder door gedichten, verhalen en krantenartikelen te laten zien die je hebt geschreven over je geloof. Ten slotte overhandigt de aanklager jouw Bijbel aan de rechter. Een bijna versleten boek met overal krab- bels, tekeningen en aantekeningen. Het bewijs, alsof dat nog nodig zou zijn, dat je die tekst keer op keer hebt gele- zen en herlezen. Tijdens de zaak zit je stil, bang en trillend van spanning. Je weet donders goed dat de aanklager een grote hoeveel-
18 heid bewijsstukken heeft verzameld. Je houdt rekening met de mogelijkheid lang gevangen te worden gehouden of zelfs te worden geëxecuteerd. Op verschillende momen- ten tijdens het proces verloor je al de moed en stond je op het punt om Christus te verloochenen. Maar terwijl deze gedachte je tijdens het proces bezighoudt, weersta je deze verleiding en blijf je geconcentreerd. Wanneer de aanklager aan het eind van zijn betoog ge- komen is, vraagt de rechter of jij hier nog iets aan toe te voegen hebt. Je blijft stil, bang dat als je je mond opendoet, al is het maar voor even, je de aanklachten zult ontkennen. Vervolgens word je naar buiten geleid om te wachten tot de rechter je zaak heeft overwogen. Terwijl je onder bewaking in de wachtruimte zit en wacht tot je weer opgeroepen wordt, gaan de uren lang- zaam voorbij. Eindelijk verschijnt een jonge man in uni- form die je naar de rechtszaal brengt om de uitspraak aan te horen en te vernemen wat je straf is. Wanneer je in de beklaagdenbank zit, komt een strenge, onbuigzame man de kamer binnen, die voor je komt staan, je diep in de ogen kijkt en begint te spreken: “Op grond van de be- schuldigingen die zijn ingebracht verklaar ik de beschul- digde onschuldig.” “Onschuldig?” Je hart staat stil. En dan, in een ondeelbaar ogenblik, veranderen je angst en schrik, die even tevoren een oplossing in de weg stonden, in ver - warring en boosheid. Niet onder de indruk van de omge- ving sta je zelfbewust voor de rechter en je vraagt hem te verantwoorden waarom hij je onschuldig bevindt aan de aanklachten, ondanks alle bewijzen dat jij schuldig bent. “Wat voor bewijzen?” antwoordt hij onthutst. “De ge- dichten en de artikelen die ik schreef,” antwoord je. “Die laten alleen zien dat je jezelf beschouwt als een dichter, en
19 verder niets,” zegt hij. “Maar de bijeenkomsten waarop ik gesproken heb, al die keren dat ik in de kerk heb gehuild, en de lange, slapeloze nachten van gebed?” “Dat is het be- wijs dat je een goede spreker en een goede acteur bent, verder niets,” antwoordt de rechter. “Het is duidelijk dat je de mensen om je heen hebt misleid en misschien soms jezelf, maar deze dwaasheid is niet genoeg om jou voor het gerecht te beschuldigen.” “Maar dat is idioot,” schreeuw je. “Het lijkt erop dat geen enkel bewijs u overtuigt.” “Dat is niet het geval,” antwoordt de rechter, alsof hij je een groot en langvergeten geheim vertelt. “Maar het Hof is niet ge- interesseerd in het feit dat je in de Bijbel leest of een kerk bezoekt; het houdt zich niet bezig met je lofprijzingen in woord en geschrift. ga door met het ontwikkelen van je theologie en gebruik die om beelden van de liefde te schet - sen. Wij zijn niet geïnteresseerd in zulke leunstoelkunste- naars die hun tijd besteden aan het scheppen van beelden van een betere wereld. Wij bestaan alleen voor degenen die er alles voor over hebben, zelfs hun leven, om op een christelijke manier een betere wereld te scheppen. Dus tot de tijd dat je leeft zoals Christus en zijn volgelingen dat deden, tot je dit systeem uitdaagt en een gevaar bent voor ons, tot je sterft en je lichaam geeft aan de vlammen, tot dan, mijn vriend, ben je geen vijand van ons…” Commentaar Dit verhaal schreef ik nadat ik een auto voorbij zag flit - sen met een bumpersticker waarop stond: “Wanneer het christelijk geloof illegaal zou zijn, zou er dan genoeg bewijs zijn om jou te veroordelen?” Op het moment dat ik dat las
20 schonk ik er niet veel aandacht aan, maar later op die dag begon het me te intrigeren en door mijn hoofd te spoken. Dus nam ik diezelfde avond de tijd om me zo’n wereld voor te stellen. Ik vroeg mezelf af wat er met me zou gebeuren wanneer ik daarin zou leven. Niet dat ik geïnteresseerd was in het gedachtenexperiment van een wereld waar het chris- tendom puur als traditie of als religieus systeem illegaal zou zijn. Mij interesseerde vooral een plaats waar een leven gebaseerd op de woorden en daden van Jezus verboden was. En toen begon ik me af te vragen of we niet al in zo’n wereld leven. Ik vroeg me af of het niet beter zou zijn wan- neer op die bumpersticker had gestaan: “Christelijk geloof is illegaal: is er genoeg bewijs om jou te veroordelen?” Want zou ik, als ik de woorden van Jezus serieus zou nemen, niet vroeg of laat voor de autoriteiten worden gesleept? Wan- neer ik werkelijk een leven zou leven dat de ondermijnende en radicale boodschap van de liefde weerspiegelde, dat stem gaf aan de stemlozen en een plaats aan de daklozen, wan- neer ik werkelijk zou opstaan tegen de systematische onder - drukking die door mensen met macht wordt uitgeoefend, zou ik me dan niet tegenover de wetgevers bevinden? Het bovenstaande verhaal laat op een eenvoudige ma- nier de werkelijkheid van de ondermijnende woorden van Christus zien. Het presenteert degenen die tegenwoordig macht bekleden als mensen die zich ervan bewust zijn dat ze zich verzetten tegen de weg van Christus, en die dat openlijk toegeven. Het verhaal heeft dus twee belangrijke speerpunten. Allereerst schreef ik het om uit te drukken dat authentiek geloof niet alleen wordt uitgedrukt in het ac- cepteren van een religieus systeem, maar vooral in heilige, liefdevolle daden. Ik wijs hiermee het onderscheid af tussen binnen en buiten, waarmee men zichzelf voor de gek kan
21 houden, door te denken dat private geloofsopvattingen op de een of andere manier belangrijker zijn (of meer het in- nerlijk weerspiegelen) dan openlijke daden. Ten tweede wil- de ik de lezer prikkelen om te overdenken dat dit scenario van “meer dan het leven”, in zijn denkbeeldige beschrijving van een alternatief universum, eigenlijk een reflectie is op het universum dat wij al bewonen. Door een fictieve wereld te scheppen komen we oog in oog te staan met onze eigen wereld.
157 god wordt atheïst “Mijn g od, waarom heb je mij verlaten?” In deze schreeuw van Jezus aan het kruis wordt hij voor een moment atheïst: hij ervaart dat er geen g od is. Dit zegt de spraakmakende jonge Ierse theoloog Peter Rollins. Hij is verbonden aan de emergent church, losse christelijke gemeenschappen die niet zozeer opkomen uit de gevestigde kerken maar uit de hedendaagse seculiere cultuur. Verworpen door zijn vrienden, verraden door de religi- euze gezagdragers en gekruisigd door de politieke leiders, verliest Jezus niet alleen alles wat een bodem onder je be- staan legt en het gevoel geeft dat het leven zinvol is. Hij verliest veel meer dan dat: g od die de oorsprong is van alle vriendschap en religieuze en politieke structuren. Die g od sterft in de afgrond van g oede Vrijdag. Op vreemde wijze opent dit de weg naar nieuw leven. Stel je een gemeenschap voor, zegt Rollins, die nooit ge- hoord heeft van de opstanding. Toch volgen ze Chris - tus, eenvoudig omdat ze geboeid zijn door zijn persoon en leer. “z ij wisten wat die schreeuw van verlatenheid aan het kruis inhield, want zolang zij zich konden her - inneren hadden ze ermee geleefd.” Als ze dan eindelijk
158 over de opstanding horen is dat bijna een teleurstelling. Die oude verhalen over een leeg graf, een verrezen Heer die in de tuin loopt of door dichte deuren stapt, zijn voor hen een bleek aftreksel van de rauwe ervaring op de rand van de afgrond van het goddelijke Mysterie te staan. Vaak gaat aan geloofsverdieping een atheïstisch moment vooraf. De leus op de website van Peter Rollins luidt: “ge- loven is menselijk, twijfelen is goddelijk”. Verlaten worden door g od is “de fundamentele manier om in de tegenwoor - digheid van g od te komen.” Dan stroomt er nieuw leven, een nieuwe geest wordt uitgestort. Rollins vertaalt dat naar ‘een radicaal nieuwe vorm van kerk zijn’ die de bestaande behoudende en vrijzinnige, protestantse en katholieke ker - ken overstijgt. De emergent church kent geen scheiding tussen gelovigen en ongelovigen, verwelkomt mensen met andere denkbeelden en manieren van leven en legt meer nadruk op relaties dan op programma’s. z o streeft zij naar heling van de verscheurdheid die kenmerkend is voor de menselijke conditie. Want zelfs als we ons omringd weten door vrienden en ge- dragen door religieuze en politieke structuren, blijven we ten diepste vervreemd van g od, van anderen en onszelf. Alsof we niet helemaal in de wereld passen. Iedereen kent wel de ervaring dat een bepaald aspect van je geloof of le- vensbeschouwing je ineens niets meer zegt. Of een vriend of vriendin kan zomaar een opmerking maken waarin je je totaal niet gezien voelt. En wie je zelf bent en wat je wil is soms helemaal een raadsel. “Ieder mens is voor zichzelf het verst weg”, merkte Nietzsche op. Wat mensen daarom wezenlijk gemeen hebben is niet de liefde of het feit dat we
159 naar dezelfde kerk gaan of dezelfde politieke overtuiging hebben. Nee, we zijn broeders en zusters in de eenzaam- heid. Elk mens draagt een donker golgotha in zich mee die stem krijgt in Jezus’ schreeuw “Mijn g od, waarom heb je mij verlaten? Als Jezus niet alleen mens is maar ook g od, zoals de klas- sieke theologie zegt, gebeurt op g oede Vrijdag het ondenk- bare: god wordt door g od verlaten. De ‘Vader en Vriend’ wordt zijn eigen verrader. De Alwetende kent zichzelf niet meer. De Eeuwige wordt atheïst. Aan het kruis wordt de menselijke verscheurdheid in het goddelijke wezen opgenomen, een wond waaruit nieuw le- ven vloeit. In de godverlatenheid is g od nabij. Jean-Jacques Suurmond eerder gepubliceerd in Trouw, april 2014