Aanbevelingen en verdieping
Een contemplatief kookboek, zo zou je dit boek waarin kruiden uit de kloostertuin centraal staan, kunnen noemen. Over eten in kloosters kom je weinig te weten, maar des te meer over kruiden. Veel genoemde kruiden komen voor in teksten uit de negende eeuw, maar latere toevoegingen aan de kruidentuin ontbreken niet. Ieder tuinkruid gaat vergezeld van een gedicht van abt Walafrid Strabo of van Tini Brugge, beknopte, soms eclectische informatie over de geschiedenis ervan met vooral aandacht voor geneeskundige aspecten, en een modern recept van Vanessa van Koppen waarin het kruid (maar niet de kloosterkeuken) de hoofdrol speelt. In de inleiding van de vier hoofdstukken naar seizoen staan meer kruiden genoemd onder de kop heiligen of wildpluk. Achterin staan beschrijvingen van klooster- en botanische tuinen in Nederland en Vlaanderen, registers op recept, kloosterkruiden en andere kruiden, en een bibliografie naar onderwerp. Door de bijzondere combinatie van een vleugje (klooster)geschiedenis en plantengeneeskunde met moderne receptuur is dit kookboek misschien niet voor iedereen, maar het is te aardig om te laten liggen. Geïllustreerd met kleurenfoto's.
- Christianne Muusers