Charl otte De V EROV ER ING VA N L A DY ISBN 978 90 297 2824 9 9 7 8 9 0 2 9 728249 N U R 3 42 C A RO LY N M I L L E R Lady Charlot te Feather ing ton heef t g rote ver wacht ingen van het huwel ijk . A ls dochter van een mark ie s heef t ze de ge schik te huwel ijk sk andidaten voor het uitk iezen, ma ar voor Char - lot te is l iefde het a l lerbelang r ijk ste. Ha ar vader k ie st echter iemand voor ha ar die ze zel f nooit zou hebben gekozen. Wil l iam Har t wel l is dan wel een her tog, ma ar hij weet dat Lady Charlot te uit zichzel f nooit met hem zou t rouwen. Zij heef t zijn har t gewonnen, ma ar hij weet niet hoe hij het hare k an verove - ren. Z eker niet vanwege het schanda a l en geva ar dat a an hem k leef t door het bedrog van zijn overleden v rouw. K an Wil l iam leren om opnieuw te ver t rouwen en zijn har t a an iemand te geven, na a l le s wat hij heef t meegema ak t? En k an Charlot te verder k ijken dan ha ar eerste indr uk , en l iefde v inden wa ar ze het niet ver wacht? Lady Charlot te Feather ing ton heef t g rote ver wacht ingen van het huwel ijk . ha ar die ze zel f nooit zou hebben gekozen. ZIJ W IL W EL TROU W EN... M A A R NIE T ME T HEM 2 bruiden Re gency 4 C A RO LY N M I L L E R Deze ont roerende roman is onderdeel van de Regenc y br uiden- ser ie van Caroly n Mil ler. L ezers van De eigenzinnige ju f f rouw El l ison zu l len nieuwe persona ge s ont moeten – en een a anta l oude v r ienden. charlotte.indd 1 24-06-2019 13:58:46
De verovering van Lady Charlotte
Van Carolyn Miller verscheen ook: De eigenzinnige juff rouw Ellison
Carolyn Miller De verovering van Lady Charlotte Roman Vertaald door Lia van Aken KokBoekencentrum Uitgevers • Utrecht
Vertaling: Lia van Aken Ontwerp omslag: Mark Hesseling Lay-out binnenwerk: Crius Group isbn 978 90 297 2824 9 isbn (ebook) 978 90 297 2825 6 nur 342 www.kokboekencentrum.nl © 2019 KokBoekencentrum Uitgevers © 2017 Carolyn Miller Originally published in the USA under the title The Captivating Lady Charlotte by Kregel Publications, Grand Rapids, Michigan. Translated and printed by permission. All rights reserved. Alle rechten voorbehouden. Uitgeverij KokBoekencentrum vindt het belangrijk om op milieuvrien- delijke en verantwoorde wijze met natuurlijke bronnen om te gaan. Bij de productie van het papieren boek van deze titel is daarom gebruikgemaakt van papier waarvan het zeker is dat de productie niet tot bosvernietiging heeft geleid.
Voor mijn ouders: David & Kay Weaver Dank jullie wel.
7 1 St. James’s Palace, Londen April 1814 I n de zaal fonkelden wel duizend glinsterende lichtjes. De heldere gloed van de enorme kroonluchter met zijn kris- tallen hangers weerkaatste in rijk met kralen bestikte japonnen, sierlijke spiegels en in de wanhoop in tientallen paren ogen. Lady Charlotte Featherington keek naar haar moeder en glimlachte. ‘Heus, mama, u hoeft niet zo bezorgd te kijken. We zullen u niet te schande maken.’ Haar moeder richtte zich op, alsof het idee alleen al een belediging was. ‘Ik ben niet bezorgd om jou, lief kind, maar…’ Ze maakte een hulpeloos gebaar met haar handen en keek naar de jongedame die hen vergezelde. ‘Ik verzeker u, tante Constance, dat ik evenmin de bedoeling heb u te schande te maken,’ zei Lavinia Stamford, Charlottes nicht die onlangs getrouwd was met de zevende graaf van Haw- kesbury. ‘Weet je nog wat ik je allemaal heb verteld?’ zei mama zor- gelijk. ‘Ik kan niet beloven dat ik alles onthouden heb, tante Con- stance, maar ik zou u niet in verlegenheid willen brengen…. Ook mijn echtgenoot wil dit niet.’ Dit met een zijdelingse blik op de graaf, Nicholas Stamford, waardoor er iets stak in Charlottes borst. Wat een geluk had Lavinia om zo’n perfecte partij te vinden. Charlotte glimlachte terwijl haar moeder zich op de lip beet – ze voelde zich ongetwijfeld heen en weer geslingerd tussen 1
8 haar vaak te berde gebrachte mening over de Stamfords en de wens Lavinia niet te willen beledigen op zo’n belangrijke dag. Ze richtte haar aandacht naar de voorkant van de zaal, waar het hoofd van de hofhuishouding de naam afriep van de volgen- de jongedame om zich te presenteren. Vlinders vlogen op in haar buik. Nog maar twee, dan was zij aan de beurt. Ze ging op haar tenen staan en gluurde om de nogal gezette, in het roze gehulde dame heen die voor haar stond en een bespottelijk hoofddeksel droeg dat niet minder dan acht – of waren het er negen? – struis- vogelveren bevatte. Ze voelde aan haar eigen veel bescheidener kapsel, met de verplichte vijf witte struisvogelveren. ‘Charlotte!’ ‘Ja, mama.’ Charlotte deed haar best om niet te zuchten en nam de correcte houding in van een jongedame van stand. ‘Ik kom zo weer bij je, schat.’ De graaf drukte zijn lippen op Lavinia’s wang en maakte zich met een buiging en de beste wensen voor Charlotte uit de voeten, ongetwijfeld om zich bij de andere nieuwe echtgenoten en vaders te voegen die wachtten in de ruimte ernaast. Charlotte volgde Lavinia’s blik toen ze hem nakeek. Wat een knappe man en wat stonden de geborduurde fl uwelen jas en zijden kniebroek, die aan het hof vereist waren, hem keurig. Ze knikte bij zichzelf, haar hart bonsde. Ze ging trouwen met een man die er zo goed uitzag – misschien dit jaar nog! Want zoals mama zo vaak had gezegd, na Charlottes introductie zouden de deuren van alle adellijke families voor haar opengaan en haar vader zou overstelpt worden door verzoeken om haar hand. Ze haalde diep adem en trok haar schouders naar achteren. Als ze de liefde maar kon vinden tussen al de begerenswaardige – ‘Lady Anne Pennicooke,’ riep het hoofd van de hofhuishou- ding uit, voordat hij de volgende jongedame wenkte. ‘Amelia heeft haar best gedaan voor het meisje,’ zei mama snuivend. ‘Maar ik vind wel dat het formaat van die diamanten zweemt naar het vulgaire. Men dient te zinspelen op zijn rijk- dom, en die niet rond te bazuinen als de herauten van de koning.’
9 ‘Heel poëtisch, tante Constance,’ zei Lavinia. Met een glimlach in haar ogen keek ze Charlotte aan. Mama snoof nog eens. ‘Het doet me genoegen dat je mijn raad hebt opgevolgd en die diadeem draagt, Lavinia. Het zou je grootmoeder plezier doen als ze wist dat hij weer eens gebruikt werd. Het is zo’n elegant stuk.’ ‘O, zeker. Heel elegant,’ zei Lavinia en ze voelde aan de met parels en diamanten bezette band over haar koperblonde haren. ‘Maar dit is de diadeem van Hawkesbury.’ ‘Weet je dat zeker?’ zei mama met argwanend gefronste wenk- brauwen. ‘Hij lijkt er precies op, maar ja, ik weet het zeker. Nicholas heeft me verzekerd dat dit de diadeem is die alle nieuwe gra- vinnen hebben gedragen.’ ‘Het laatst door je schoonmoeder?’ murmelde Charlotte. Er fl itste iets in Lavinia’s ogen, maar haar kalme gezichtsuit- drukking veranderde niet. ‘Ja.’ Charlotte applaudisseerde inwendig voor de zelfbeheersing van haar nicht. Haar huwelijk had een groot minpunt meege- bracht: een bemoeizieke oudere vrouw wier liefde voor haar zoon verzuurd was omdat hij beslist had willen trouwen met een vrouw die zij verachtte. Het moest zo akelig zijn, dacht Charlotte, om almaar het doelwit te zijn van kritiek en bitter- heid, maar Lavinia kon er goed tegen. Ze bezat een mate van gratie die haar in staat stelde glimlachend de andere wang toe te keren, al moest ze vanbinnen ineenkrimpen. Charlotte streek haar ellebooglange handschoenen glad en hield stiekem haar nicht in de gaten terwijl ze geduldig ston- den te wachten. Waarom de douairière zich gerechtigd voelde om zo grof te zijn was een mysterie, vooral omdat haar oudste zoon verantwoordelijk was gebleken voor de dood van Lavinia’s moeder, de tante Grace die Charlotte nooit had gekend. Maar schuld leek van weinig belang. Waarschijnlijk was haar bitterheid gevoed door de gravin van Salisbury, Charlottes grootmoeder, en haar veelvuldig gehak – ook in het openbaar – op de beslist
10 inferieure connecties van de familie Stamford. Lavinia had over dit alles natuurlijk nooit iets gezegd, maar het werd bewezen door de weinig discrete opmerkingen van de douairière en haar rood aangelopen wangen en boze ogen als Lavinia de kamer binnenkwam. Het feit dat Lavinia afhan- kelijk was van haar tante om haar presentatie voor de koningin te faciliteren, en niet haar schoonmoeder zoals andere nieuwe bruiden mochten verwachten, zei genoeg. Nee, Charlotte be- nijdde haar nicht om haar huwelijk met zo’n knappe man, maar bepaald niet om het prijskaartje dat eraan hing. Een familie die geen achting kon hebben voor de uitverkoren bruid van de zoon zou haar een gruwel zijn – en iets om goed op te letten als haar vader jongemannen als potentiële huwelijkskandidaten naar voren schoof. ‘Juff rouw Emma Hammerson.’ De dikke dame in het roze duwde haar pupil naar voren, zodat Charlotte vooraan in de rij stond. Nu kon ze de koninklijke familie zien, de prins-regent en zijn zusters die aan weerskan- ten van de bejaarde koningin stonden. De vlinders vlogen wild door elkaar. Ze wendde zich tot Lavinia. ‘Weet je zeker dat je niet eerst wilt?’ ‘En je moeder nog langer laten wachten op haar moment van triomf over haar mooie dochter?’ Haar nicht glimlachte. ‘Ik wacht wel.’ ‘Ze ziet er prachtig uit, vind je niet?’ Mama’s zeldzame compliment deed Charlottes ogen prikken, die liefdevolle gezichtsuitdrukking had ze de laatste tijd niet vaak gezien. Misschien kwam het door de druk van alles wat ze had moeten organiseren voor haar introductie aan het hof en het komende bal. Ze keek naar Lavinia’s japon, die op de hare leek, maar een mooie perzikkleur had, terwijl die van Charlotte wit was. De hoepel echter, de grote klokmouwen en de vereiste struisvogelveren werden eveneens door de andere aanwezige dames gedragen. Tijdens het winkelen om al die noodzakelijk-
11 heden te bemachtigen, had ze Lavinia vaak afkeurend horen spreken over de dwaasheid om honderden ponden uit te geven voor een japon die je maar één keer droeg. Maar ja, Lavinia was opgegroeid in het landelijke Gloucestershire en had er tot voor kort weinig idee van hoe het er in de society aan toeging. ‘Ik geloof dat jij hier vandaag de mooiste dame bent,’ ver- volgde haar nicht. ‘Je overdrijft,’ zei Charlotte, die nooit erg zeker over haar uiterlijk was. ‘Helemaal niet. Je bent op je knapst.’ Na Lavinia’s opmerking verscheen een zelfgenoegzame blik op mama’s gezicht en ze knikte het hoofd van de hofhuishou- ding toe alsof ze verwachtte dat hij het zou beamen. Charlotte vond dat haar spiegelbeeld in de deur er goed uitzag, ondanks de bespottelijke gehoepelde petticoats, die niemands fi guur goed deden. Haar donkerblonde haar was kundig op- gemaakt door Ellen, mama’s kamenierster, die veel beter kon kappen dan Sarah, Charlottes eigen kamenierster. De diamanten hangers in haar oren, een vroeg verjaardagscadeau van vader, waren van een prachtige snit en schittering; het parelsnoer duur, maar bescheiden. De jurk zelf was weliswaar in een stijl die een halve eeuw geleden in de mode was, maar fl atteerde haar rondingen en smalle middel. Een petticoat van crêpe was verfraaid met elegant zilveren borduursel en afgezet met kransjes van witte rozen, met een dubbele ruche onderaan, omzoomd met zilver. De sleep en het lijfje waren van witte crêpe en zilveren gaas, de korte mouwen afgezet met lichte kant en parels, in twee delen die verbonden werden door een zilveren lint. Haar grande toilette werd bekroond door een stola, een zilveren ceintuur en witte geitenleren schoentjes met kleine rozetjes erop. Door het lange staan was het hele ensemble echter veel meer gaan wegen dan je zou verwachten. Maar alles was in orde en – hoopte ze – genoeg om haar aanvaardbaar te maken voor de koningin. ‘Lady Charlotte Featherington,’ riep het hoofd van de hof-
12 huishouding onnodig luid, in aanmerking genomen dat ze zo dicht bij hem stonden. Charlotte smoorde een grijns toen mama mompelde dat ze niet doof was en gaf Lavinia’s hand een kneepje terug voordat ze naar voren liep, voorzichtig om niet op de kantachtige stroken van haar volumineuze petticoats te trappen. ‘Kom.’ Mama’s greep was verre van vriendelijk, eerder vastberaden. Charlotte bleef glimlachen terwijl ze naar de bejaarde koningin Charlotte toe liep, omringd door de prins en prinsessen en meer- dere dienaars vlak achter haar. Haar handen waren nat van het zweet. Kon ze ze maar afvegen; gelukkig droeg ze handschoenen. ‘Glijd als een zwaan,’ had Lady Rosemond, de specialiste op het gebied van hofetiquette, gewaarschuwd. Sinds haar lessen in glijden en netjes kniebuiginkjes maken, had Charlotte ijverig geoefend. Vandaag diende ze elegant te zijn. Toen ze dichterbij kwam, zag ze de lijnen in het gezicht van de koningin en dat wekte haar medelijden. Ze zag er heel vermoeid uit, en dat was niet verrassend als je bedacht hoeveel jongedames vandaag al aan haar gepresenteerd waren. En de last van de streken van haar zoon, die het onderwerp waren van veel gedempte gesprekken, moest een beproeving zijn. Vol medelijden liep ze naar de aangegeven plaats en neeg haar hoofd. ‘Mijn dochter, Lady Charlotte Featherington,’ zei mama op zangerige toon. Dit was haar moment. Ze keek op, recht in de lichtblauwe ogen die haar strak aankeken. Haar glimlach werd breder en ze boog haar rechterbeen achter het linker voordat ze langzaam en voorzichtig haar linkerbeen zo ver mogelijk boog, tot haar rechterknie bijna de vloer raakte. Ze hield haar bovenlichaam zo recht mogelijk en dwong zich om langzaam overeind te komen, voordat ze eindelijk, eindelijk weer helemaal rechtop stond. ‘De dochter van Exeter?’ ‘Ja, uwe majesteit.’
13 De koningin knikte voordat ze licht verschoof op haar zit- plaats. ‘Kom hier, kind.’ Charlotte liep naar voren en boog. Lady Rosemond had haar ook geïnstrueerd voor wat nu volgde. Ze boog zich naar voren, knikte haar hoofd en voelde de koele lippen van de koningin op haar voorhoofd. Een kus op het voorhoofd voor de dochters van de adel; een uitgestrekte hand die gekust mocht worden voor de anderen. Nadat ze dacht dat er voldoende tijd voorbij was gegaan, trok Charlotte zich terug en nam de houding weer aan die Lady Rosemond haar had ingeprent. Rechte rug, borst naar voren, kin omhoog, maar niet als een soldaat die op wacht staat. ‘Charlotte.’ De blik van de koningin vond de hare, haar pom- peuze stem verried haar Duitse afkomst. ‘Een mooie naam, vind je niet?’ ‘Ja, mevrouw.’ Haar stijve wangen ontspanden een beetje toen ze de blauwe ogen zag twinkelen. ‘Uw naamgenote, uwe majesteit,’ verklaarde mama. ‘Ik geloof eerder dat ik haar naamgenote ben.’ Charlotte slikte een giechel in om de ontstelde blik op ma- ma’s gezicht. ‘De enige dochter van de markies?’ ‘Ja, mevrouw.’ ‘Heel knap.’ Charlotte voelde bijna hoe opgelucht mama was door de goedkeuring van de koningin. Haar spanning ebde een beetje weg. Ze had niet gefaald. Ze had niet teleurgesteld… O, maar wacht. Nu afgaan volgens de traditie. Charlotte vatte het kleine knikje op als het bevel om te gaan. Met bonzend hart voerde ze nog een diepe kniebuiging uit en liep achteruit weg van de troon. Eén voorzichtig stapje tegelijk, vertwijfeld hopend dat ze niet op de bespottelijk lange sleep van de jurk zou trappen. Ze kon niet omkijken; de koningin je rug toedraaien was zo ongemanierd dat je het nooit meer goed kon maken.
14 Nog een stap, nog een en ten slotte wees een page naar de deur aan de rechterkant. Met een zucht van verlichting verliet Charlotte de salon en stond voor een nieuwe deur. Deze kwam uit op een zaal vol mannen. Met bonzend hart stelde ze zich glimlachend de toekomstige kandidaten voor. Nu ze geïntroduceerd was, zou het nog maar een kwestie van tijd zijn voordat ze haar echtgenoot vond. Misschien vond ze hem zelfs wel op het bal morgenavond! En met een schietgebed – laat hem jong en opwindend zijn, knap en dapper – stapte ze over de drempel. Bishoplea Common, Londen De avondlucht was vol piepkleine waterdruppeltjes. De vochtig- heid vulde zijn longen en parelde op zijn huid. De kaalheid van het dorre veld strekte zich voor hem uit, als een weerspiegeling van de koude leegte vanbinnen. Hij hoorde hier niet te zijn. Hij wist beter. Het was verkeerd om op deze manier wraak te nemen. De enige troost was dat de afgelegen plek betekende dat ontdekking niet voor de hand lag. God, bewaar ons voor ontdekking… ‘Heren? Zijn we klaar?’ ‘Ja,’ mompelde William Hartwell, negende hertog van Har- tington, al voelde hij zich verre van voorbereid. Zijn trots noopte hem rechtop te staan, uitdrukkingsloos te kijken, geen angst te tonen, maar hij had nu al spijt van de dwaasheid die hem hier had gebracht. De waanzin van zijn geloften vier jaar geleden rees in al zijn lelijke luister weer voor hem op. Waarom had hij zijn hoofd niet gevolgd in plaats van zijn hart, in plaats van goedkeuring te zoeken bij de doden? Wat een diepe domheid, een domheid die zoals hij nu begreep, veroorzaakt was door een hart dat kwets-
15 baar was gemaakt door pijn, toen hij de waardigheid van zijn ouders had ingewisseld voor de lieve woordjes van een deerne. Hoe kon hij de leugens van zijn vrouw ooit hebben geloofd? Zijn vingers kromden om de trekker. ‘Eén. Twee…’ Opgeschrikt uit zijn mijmering zette William zijn benen in beweging. ‘Vier. Vijf…’ Angst kolkte in zijn maag. Uit zijn ooghoek zag hij Lord Ware, zijn zwager en onwillige secondant, zorgelijk toekijken. ‘Zeven. Acht…’ Hij knarsetandde. Eer eiste gerechtigheid. Zijn trots eiste de waarheid. Maar – ‘Tien.’ Hij stond stil. Maar stel dat hij achteraf toch een vergissing had begaan? Hij zette de verontrustende gedachte van zich af, draaide zich om en keek zijn tegenstander in de ogen. Hij werd misselijk. Lord Wrotham was lang en met zijn blonde haar en blauwe ogen bezat hij het knappe voorkomen waaraan zij de voorkeur had gegeven. Afkeer vermengd met verontwaar- diging welde heet in hem op tot zijn borst beklemd werd en hij amper meer kon zien. Langzaam hief hij het glimmende pistool, een overblijfsel uit de tijd van zijn vader. Hij had nooit gedacht het nodig te zullen hebben. Maar ja, hij had het nu eenmaal wel vaker mis. Over anderen. Over zichzelf. Verteerd door wroeging bekeek hij het gezicht van de andere man. Te knap, maar nu met een spoor van angst in het gefronste, glinsterende voorhoofd. Te knap, maar voor altijd vol leugens. Hij ontkende het nog steeds. Maar William had hem gezien, hij had deze fi guur uit de slaapkamer van zijn vrouw zien komen op een tijdstip dat maar één ding kon betekenen. Zijn laatste aarzeling verdween. En hij vuurde, toen het woord opklonk.
Charl otte De V EROV ER ING VA N L A DY ISBN 978 90 297 2824 9 9 7 8 9 0 2 9 728249 N U R 3 42 C A RO LY N M I L L E R Lady Charlot te Feather ing ton heef t g rote ver wacht ingen van het huwel ijk . A ls dochter van een mark ie s heef t ze de ge schik te huwel ijk sk andidaten voor het uitk iezen, ma ar voor Char - lot te is l iefde het a l lerbelang r ijk ste. Ha ar vader k ie st echter iemand voor ha ar die ze zel f nooit zou hebben gekozen. Wil l iam Har t wel l is dan wel een her tog, ma ar hij weet dat Lady Charlot te uit zichzel f nooit met hem zou t rouwen. Zij heef t zijn har t gewonnen, ma ar hij weet niet hoe hij het hare k an verove - ren. Z eker niet vanwege het schanda a l en geva ar dat a an hem k leef t door het bedrog van zijn overleden v rouw. K an Wil l iam leren om opnieuw te ver t rouwen en zijn har t a an iemand te geven, na a l le s wat hij heef t meegema ak t? En k an Charlot te verder k ijken dan ha ar eerste indr uk , en l iefde v inden wa ar ze het niet ver wacht? Lady Charlot te Feather ing ton heef t g rote ver wacht ingen van het huwel ijk . ha ar die ze zel f nooit zou hebben gekozen. ZIJ W IL W EL TROU W EN... M A A R NIE T ME T HEM 2 bruiden Re gency 4 C A RO LY N M I L L E R Deze ont roerende roman is onderdeel van de Regenc y br uiden- ser ie van Caroly n Mil ler. L ezers van De eigenzinnige ju f f rouw El l ison zu l len nieuwe persona ge s ont moeten – en een a anta l oude v r ienden. charlotte.indd 1 24-06-2019 13:58:46