Bekijk de tekstversie van dit leesfragment.Door van de boom van kennis van goed en kwaad te eten matigde de mens zich de macht aan om te oordelen over God. Adam kwam tot inzicht maar in de volgende generaties ging het helemaal mis. Dat kunnen we opmaken uit Henochs boodschap over de harde woorden die de mensen in zijn tijd tegen God spraken. Het woord wandelen vinden we zowel in de hof van Eden als bij Henoch. Er is nog een overeenkomstig woord in de Hebreeuwse tekst: laqach. Dit woord betekent nemen. We vinden het in Genesis 2:9 waar JHWH God de mens in de hof van Eden plaatst. Hetzelfde woord wordt gebruikt voor het wegnemen ofwel opnemen van Henoch. Het wekt de suggestie dat Henoch in de hof van Eden werd geplaatst bij de Levensboom. Henoch werd opgenomen in het paradijs. GO D S P REEKT ME T N O A CH De HEERE God bleef de mensen op aarde aandachtig volgen. Hij had Zijn plan van bevrijding en verlossing gemaakt. God zag dat de mensen totaal verdorven waren. De aarde was vol van geweld. Henoch waarschuwde de mensen maar het werd alleen maar erger. God wachtte tot het uiterste maar een dramatische oplossing was onontkoombaar. De aarde moest schoon worden gewassen van alle verdorvenheid. God sprak met Noach en gaf hem de opdracht om een enorm schip, een ark, te maken om Noach met zijn gezin en met twee dieren van elke soort de zondvloed te laten overleven. De zondvloed kwam in het jaar dat Methusalem (Methuselach), de zoon van Henoch, stierf. Henoch had zijn zoon een profetische naam gegeven met de betekenis: zijn sterven zal brengen. Na het sterven van Methusalem kwam de zondvloed, het oordeel over de verdorven mensen die harde woorden spraken tegen hun Schepper. Let erop hoe lang het geduld van God is. Het is een bekend gezegde: zo oud als Methusalem. Hij werd met 969 jaar nog ouder dan Adam! God wachtte bijna duizend jaar met de uitvoering van de zondvloed. Als Methusalem ster is de ark van Noach klaar. God stuurt zelf de dieren naar Noach zoals Hij ze eerder naar Adam had gestuurd voor de naamgeving. Daarna zien we een omkering van de schepping van Genesis 1. God laat de onderaardse watermassas, de zeeën en het water in de hemel HEN O CH EN D E H O F V AN ED EN God sloot de hof van Eden voor de mens. Hij kon niet meer bij de mensen wonen op de aarde. We lezen in Genesis 4 nog dat God Kaïn waarschuwde en hem later riep toen Kaïn zijn broer Abel had gedood. Maar verder is het stil totdat Henoch, de overgrootvader van Noach, komt: Henoch wandelde met God, en hij was niet meer, want God nam hem weg (Genesis 5:24 HSV). Op aarde was geen woonplaats meer voor God maar toch had Hij nog een persoon gevonden waar Hij mee wandelde zoals Hij eerder wandelde in de hof van Eden! Vanaf Adam vinden we steeds weer bij alle genoemde nakomelingen de leeijd en de vermelding en hij stierf. Maar bij Henoch staat dat er niet! Toen Henoch 365 jaar oud was nam God Zijn vriend bij zich. Wat was er zo bijzonder aan Henoch dat hij niet stierf terwijl alle andere mensen vanaf Adam wel moesten sterven en terugkeren tot stof? Wandelen met God is leven! In de brief van Judas lezen we verder nog dat Henoch een profeet was: Ook over hen hee Henoch, de zevende vanaf Adam, geprofeteerd, toen hij zei: Zie, de Heere is gekomen met Zijn tienduizenden heiligen, om over allen het oordeel te vellen en alle goddelozen onder hen terecht te wijzen voor al hun goddeloze daden, die zij op goddeloze wijze bedreven hebben, en voor al de harde woorden die zij, goddeloze zondaars, tegen Hem gesproken hebben( Judas 1:14-15 HSV) massieve deur. De volgelingen van Jezus merkten na Zijn opstanding dat Jezus plotseling bij hen binnen was terwijl alle deuren gesloten waren ( Johannes 20:26). Deuren en muren waren voor Zijn verheerlijkt lichaam geen hindernis. Dat is voor ons niet te bevatten. LI CHT ZO ND ER ZO N Net zo onbegrijpelijk voor ons is het licht op de eerste dag. God hee immers nog geen zon en sterren geschapen. Hoe kan er dan licht zijn? We leren weer iets over het wezen van God: licht. Paulus schrij aan Timotheüs dat God in een ontoegankelijk licht woont zodat geen mens Hem kan zien. Het is duidelijk dat het hier niet om zonlicht gaat. Paulus zag op zijn reis naar Damascus een licht uit de hemel dat feller was dan de zon. Het licht kwam van Jezus die riep: Saul, Saul, waarom vervolg je Mij? Jezus noemde zich het licht van de wereld. Dan gaat het om geestelijk licht. Paulus verbindt dat in een brief heel mooi met het begin van Genesis: De God die hee gezegd: Uit de duisternis zal licht schijnen, hee in ons hart het licht doen schijnen om ons te verlichten met de kennis van zijn luister, die afstraalt van het gezicht van Jezus Christus.(2 Korinthe 4:6 NB V) Wist u wel dat wij ook een licht in het duister kunnen zijn? Let eens op wat de profeet Jesaja al schreef: Als u uw hart opent voor de hongerigen,en de verdrukte ziel verzadigt,dan zal uw licht in de duisternis opgaan( Jesaja 58:10 HSV) D E D A G B E G I N T M ET D E A V O N D Het getal één van de eerste dag staat voor eenheid. God is licht en God is één ook al staat het woord god (eleo) in de oorspronkelijke Hebreeuwse tekst in het meervoud (elohiem vrouw: God is Geest en wie Hem aanbidden, moeten Hem aanbidden in geest en waarheid ( Johannes 4:24 HSV). We leren ook al de kracht van Gods Woord kennen. God spreekt en het is er. In het begin van het Evangelie naar Johannes wordt dat nog eens herhaald: In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Het was in het begin bij God. Alles is erdoor ontstaan ( Johannes 1:1-3a NB V). H O E MA SS IEF IS JE S T O EL? Hoe kun je uit het niets hemel en aarde scheppen? Had God ons dat niet moeten uitleggen? God gee geen uitleg. Maar hoe zouden we er ook maar iets van kunnen begrijpen? Nog maar heel kort zijn de knapste koppen op aarde bezig met de vraag hoe materie in elkaar zit en wat het allerkleinste deeltje is. De kwantummechanica is niet te bevatten. Bedenk eens: die stevige stoel waar je op zit bestaat uit onmetelijk kleine deeltjes met daartussen heel veel niets, een vacuüm. Dat kunnen we niet zien net zo min als we de deeltjes van de lucht om ons heen zien. Willem Schoonen, wetenschapsjournalist van dagblad Trouw, schrij dat waarneming van de kleinste deeltjes feitelijk onmogelijk is: Niet meer sinds Heisenberg aantoonde dat plaats en snelheid [van de kleinste deeltjes] nooit beide met zekerheid kunnen worden vastgesteld. Je kunt de plaats misschien met enige nauwkeurigheid bepalen, maar dan heb je geen weet van de snelheid. En kun je de snelheid bepalen, dan weet je niet precies wáár het deeltje is. In zijn in oktober 2018 verschenen boek Een klok weet niet hoe laat het is betoogt Schoonen dat het een achterhaalde gedachte is dat alle raadsels door de wetenschap zijn op te lossen. Dan ga je er dus van uit dat wat de mens is en gewaarwordt, de hele werkelijkheid waarin hij lee, wetenschappelijk te vatten is. Schoonen meldt dat deze gedachte toch nog sterk lee bij biologen, hersenwetenschappers en in de evolutionaire psychologie. Hij had wellicht de moderne theologie toe kunnen voegen aan dit rijtje. In de evangeliën vinden we opmerkelijke voorbeelden van het betrekkelijke van wat wij zien als massieve materie zoals een stoel of een deur. Het opstandingslichaam van Jezus werd niet beperkt door een In het begin schiep God de hemel en de aarde. De aarde was leeg en vormeloos. Er heerste duisternis boven de diepten. Maar Gods Geest zweefde boven het wateroppervlak. En God sprak: Laat er licht zijn. En toen was er licht. God zag het licht, het was goed. God maakte een scheiding tussen het licht en het duister. Het licht noemde God dag en het duister nacht. Een avond, een ochtend, dag één gaat voorbij.(Genesis 1:1-5 eva) Als moderne westerse mens moet je wennen aan de stijl van de Bijbel. Die gee onderwijs in de vorm van verhalen waarin alleen details worden vermeld als die ons wat kunnen leren. Het zijn wegwijzers. Ze vertellen niets over hoe en wanneer de weg is aangelegd maar juist wel welke richting je moet gaan om je doel te bereiken. De Bijbel begint dan ook zomaar met de melding dat God de hemel en de aarde vormde. Waarom horen we niets over wie die God dan wel is? Dat komt doordat we niet zorgvuldig lezen en niet letten op de details. In deze eerst vijf verzen leren we juist al heel belangrijke dingen over Hem. God hee blijkbaar een plan en Hij begint met de uitvoering daarvan. Hij maakt niet alleen de hemel en de aarde; Hij ontwerpt ze eerst ook. De hemel en de aarde zijn de eerste stap in Zijn grote plan dat in de volgende verzen duidelijker vorm krijgt. We lezen ook over God Geest die boven het water zwee. Daaruit leren we iets over het wezen van God. Jezus zei tegen de Samaritaanse De boom van kennis van goed en kwaad Namen voor de dieren De vrouw uit Adam De vrouw en de slang Hun ogen gingen open De kop van de slang De gevolgen voor man en vrouw God kleedt de mens De hof van Eden wordt verboden gebied God woont in een tempel God woont bij de mensen Noten Inleiding Toch iets over tijd en licht Tunnelvisie tegenover geopende ogen Dag één De scheiding van de wateren Planten en bomen Zon, maan en sterren Vissen en vogels De mens en de landdieren Het voedsel voor mens en dier De gezegende zevende dag Samenvatting van de schepping De Hof van Eden en de vier rivieren De Weg naar de Levensboom IS B N 9789492818041 Eerste druk 2018 © 2018 Uitgeverij Toetssteen, Klaas de Jong Oosterslag 4, 8385 GW Vledderveen Dr, Nederlandwww.toetssteen-boeken.nl Auteur: Klaas de Jong Eindredactie: Anique de Kruijf Correcties: Bertie de Jong-Hovinga Vormgeving: Gewoon Geertje Omslagontwerp: Willeke Brandsma DE WEG NAAR DE LEVENSBOOM God toont Zijn hart in Genesis 1-3 Klaas de Jong UIT GE VERIJ T O E T SS TEEN WWW.T O E T SS TEENB O EKEN.NL