Jesaja is een van de weinige profetenboeken uit het Oude Testament, waar heel veel over gezegd en geschreven is. Het vormt strijdtoneel tussen vrijzinnigen en orthodoxen; tussen seculieren en gelovigen, charismatici en gereformeerden. Daarbij schroomt men niet om ferme standpunten in te nemen die met even grote stelligheid door anderen bestreden worden. In deze verklaring wordt daar radicaal afstand van genomen.
Dit boek levert namelijk geen platform voor een polemiek van botsende meningen. In dit boek worden standpunten geformuleerd die voor een deel nieuw zijn. Daarbij is de rode draad dat Jesaja de vervulling van de Raad Gods profeteert die uitmondt in het Messiaanse Rijk. Van de Weerd slaagt erin om Jesaja zo af te stoffen (zoals hij dat noemt) dat er een logische samenhang tussen de delen ontstaat. Hij weet dat zo breed in de Heilige Schrift te onderbouwen dat theologen, die geen Messiaans Rijk willen (of kunnen) aanvaarden, er een zware dobber aan zullen hebben zijn stellingen te ondergraven.
De doelstelling van de auteur is om de Hebreeuwse grondtekst zelf te laten spreken, zonder dat de exegese door dogmatische overwegingen, van welke aard ook, wordt beperkt. Tevens gaat hij te raad bij Joodse rabbi’s wiens werken hij met groot respect benadert en waarvan diverse stand- punten in zijn exegeses worden verwerkt. Zo probeert hij een brug te slaan naar het Jodendom en - volgens sommige - niet zonder succes.
Ook dogmatisch gezien is De Verklaring van Jesaja een spraakmakend boek. Zo toont de auteur aan, dat er een scherpe scheiding ligt tussen de theologie voor en na de ballingschap van Juda. Die ‘nieuwe theologie’ vormt tevens de basis voor de woorden van Jezus Christus waaruit het Nieuwe Testament is ontstaan.
Wat opvalt is de gedetailleerdheid van de profetie die Van de Weerd aan het licht brengt. Als hij gelijk heeft (en zijn studie is beslist wel overtuigend) dan geeft Jesaja gedetailleerde beschrijvingen van toekomstige gebeurtenissen in de Eindtijd.
Sola Scriptura
Van de Weerd zoekt de antwoorden op vragen, die in het boek Jesaja rijzen, in de grondtekst zelf. Daarin voelt hij zich verwant aan C.S. Lewis (bekend Engels wetenschapper) die ook van mening was dat de Bijbel zichzelf bewijst. Die rotsvaste overtuiging blijkt tevens uit de Bijbelstudies die hij geeft. Deze vangt hij gewoonlijk aan met de uitspraak: Wie niet gelooft is een sukkel. Daarmee heeft hij de aandacht van zijn toehoorders in enkele woorden gevangen. Vervolgens legt hij uit waarom hij tot die uitspraak komt. Daarin is het thema: Geloof is niet alleen een aanname van iets dat je maar vaag kunt onderbouwen. Het kan tevens gegrond worden op hard bewijs. Je moet er alleen wat moeite voor doen.
Heeft u een vraag over dit boek: De profeet Jesaja - deel 1 van G.A. van de Weerd en Gert A van de Weerd? Dan kunt u ons uw vraag sturen via het contactformulier of stuur een mail naar [email protected].
Wij zijn ook bereikbaar via Whatsapp! U kunt ons dus ook een appje sturen met uw vraag.