ISBN 978-9043532778 9 789043532778 NUR 707 Dr. W. Verboom verzorgt al vele jaren veelgelezen meditaties. Voor dit boek maakte de auteur een selectie van vijftien sprekende meditaties die de lezer helpen om na te denken over Gods komst in deze wereld. De auteur let bij het uitleggen van de Bijbel vooral op het verband waarin het tekstgedeelte staat. Deze uitleg combineert hij steeds met een pastorale toepassing, die de lezer bemoedigt en verder helpt. Elke meditatie begint met een bijbeltekst om te lezen en eindigt met een lied om te zingen. Dr. W. Verboom is emeritus hoogleraar Geschiedenis van het gereformeerde protestantisme en was jarenlang gemeentepredikant. Dr. W. Verboom Die dag zal zeker komen Dr. W. Verboom Die dag zal zeker komen Bijbelse meditaties over ver wachting
Die dag zal zeker komen Diedagzalzekerkomen. indd 1 15-08-19 16:20
Diedagzalzekerkomen. indd 2 15-08-19 16:20
Die dag zal zeker komen Bijbelse meditaties over verwachting Dr. W. Verboom KokBoekencentrum Uitgevers • Utrecht Diedagzalzekerkomen. indd 3 15-08-19 16:20
Ontwerp omslag: Marion Rosendahl Lay-out binnenwerk: Gerard de Groot ISBN 978 90 435 3277 8 ISBN 978 90 435 3278 5 (ebook) NUR 707 www. kokboekencentrum. nl. © 2019 KokBoekencentrum Uitgevers, Utrecht Alle rechten voorbehouden KokBoekencentrum Uitgevers vindt het belangrijk om op milieuvriendelijke en verant- woorde wijze met natuurlijke bronnen om te gaan. Bij de productie van he t papieren boek van deze titel is daarom gebruikgemaakt van papier waarvan het zeker is dat de productie niet tot bosvernietiging heeft geleid. Diedagzalzekerkomen. indd 4 15-08-19 16:20
5 Inhoud Woord vooraf 7 1. God komt in het paradijs – Genesis 3:9 9 2. Jakob op zijn sterfbed – Genesis 49:18 17 3. Rachab en het scharlaken koord – Hebreeën 11:31 24 4. Ruth en Gods liefde – Ruth 1:16b 32 5. De vrouw van Uria en het nulpunt – Mattheüs 1:6 40 6. Koning Manasse in de gevangenis – 2 Kronieken 33:13 48 7. God in de kribbe – 1 Timotheüs 1:15 55 8. Jozef en zijn droom – Mattheüs 1:24 63 9. Maria en haar lied – Lukas 1:46 72 10. Elizabet en haar kind – Lukas 1:44 80 11. Zacharias en zijn lofzang – Lukas 1:67-68 88 12. Simeon – zingend heengaan – Lukas 2:29-30 97 13. De wijzen en hun ster – Mattheüs 2:10 105 14. Die dag zal zeker komen – Openbaring 22:20 112 15. Gods tranenliefde – Openbaring 7:17b 120 Diedagzalzekerkomen. indd 5 15-08-19 16:20
Diedagzalzekerkomen. indd 6 15-08-19 16:20
7 Woord vooraf In dit boek vind je vijftien bijbelse meditaties. Ze zijn een bewer- king van een serie overdenkingen die ik hield bij concerten tijdens ‘Amicitia-Rijnreizen’ in kerken in Duitsland. Het gaat om eenvoudige meditaties, die een gemeenschappelijk thema kennen. Steeds gaat het namelijk om Gods komst in deze wereld. Te denken valt aan zijn komst in het paradijs, in Bethlehem en aan zijn wederkomst. Aan de hand van bijbelse personen wordt nagedacht over de wijze waarop zij bij de komst van God in onze wereld betrokken werden. Ook worden twee bijbelgedeelten uit het boek Openbaring behandeld. De meditaties kunnen op elk moment van het Kerkelijk Jaar gelezen worden. Ze kunnen alle vijftien af- zonderlijk gebruikt worden. De titel van dit boek luidt Die dag zal zeker komen. Het is een versregel uit Gezang 231:4 uit het Liedboek voor de Kerken. Hier- mee wordt uitgedrukt dat God in zijn laatste komst zijn heilsplan en geschiedenis met de wereld en met ons persoonlijk tot hun vol- tooiing zal laten komen. O, wat een dag zal dat zijn! Elke meditatie begint met een bijbelgedeelte dat men kan lezen en eindigt met een lied dat men kan zingen. Van harte hoop ik dat de meditaties tot zegen mogen zijn voor Diedagzalzekerkomen. indd 7 15-08-19 16:20
8 het persoonlijk geloofsleven van de lezers. Daarbij is de relatie met Christus cruciaal. Harderwijk W. Verboom Diedagzalzekerkomen. indd 8 15-08-19 16:20
9 1. God komt in het paradijs Lezen: Genesis 3 En de HEERE God riep Adam en zei tegen hem: Waar bent u? (Genesis 3:9) We willen in dit boek stilstaan bij de komst van God in deze we- reld. Heel de geschiedenis is daar vol van. In deze eerste meditatie brengt de Bijbel ons naar het begin ervan. We lezen erover in Gene- sis 3. God komt in het paradijs naar onze eerste ouders, Adam en Eva, toe en daarmee naar jou en mij. Hij roept tot hen en tot ons: Waar ben je, Adam, waar ben je, o mens? (zie vers 9). Dat is wel een heel persoonlijke vraag. Zo persoonlijk is Gods komst. Hij roept ons uit de duisternis tot het wonderbaar licht van zijn koninkrijk. Ga je mee? We kennen de geschiedenis van onze eerste voorouders in het pa- radijs. Adam en Eva, Gods kinderen, leefden met hun hemelse Va- der. Ze wandelden aan zijn hand in de hof van Eden. Er was vrede in hun hart en ze kenden geen zonde, pijn of verdriet. Totdat Eva zich van Vader afkeerde en naar de slang, de duivel begon te luisteren. Ze geloofde hem, nam en at van de verboden vrucht en liet ook Diedagzalzekerkomen. indd 9 15-08-19 16:20
10 Adam eten. Op dat moment maakten zij aan al het mooie een eind en vielen ze in de zonde, de afgrond van een leven zonder God. Ze dachten als God te worden, maar ze vielen in de handen van de dui- vel, door eigen schuld. De duivel had hen bedrogen en zij hadden God bedrogen. En zo ook elkaar en zichzelf. Ze waren geen slacht- offers, maar daders. Vanaf dat moment is de relatie met Vader verbroken. In plaats van kinderlijk vertrouwen is er angst in hun hart gekomen. Als ze de stem van God horen in de wind van de dag, worden ze niet blij maar bang, en kruipen ze weg voor God. Alles is veranderd. Er is geen vrede meer, maar schaamte voor God en elkaar. Ze durven niet voor God te verschijnen, ook al hebben ze zich bedekt met vij- genboombladeren. Ze zijn als een kind dat zijn ouders ongehoor- zaam geweest is en hen ontwijkt. Het durft hen niet onder ogen te komen, omdat het bang is voor de confrontatie en de gevolgen van zijn ongehoorzaamheid. Het is uit tussen God en Adam en Eva, tus- sen God en ons mensen. Zo lezen we het in vers 8 van Genesis 3: ‘Toen verborgen Adam en zijn vrouw zich voor het aangezicht van de Heere God te midden van de bomen in de hof. ’ Waarom? God is toch niet veranderd? Nee, maar zij zelf zijn veranderd en daardoor is hun relatie met God ver- anderd. Hoe moeten we dit zien? Zijn ze zielige mensen geworden? Nee, ze zijn schuldige mensen geworden en precies daarom willen ze wegvluchten, bij God vandaan. Daar zitten ze. Ze hebben zich zo klein mogelijk gemaakt, diep Diedagzalzekerkomen. indd 10 15-08-19 16:20
11 weggekropen voor God. Is dat niet herkenbaar? Misschien is het in ons leven ook wel gebeurd, dat we ons hebben verborgen voor God. Omdat je bang bent voor God. Dat zit dan niet in God, maar dat zit in jou. In wat je hebt gedaan. Misschien is het nu zelfs wel zo, ter- wijl je dit boek leest. Je kunt je op allerlei manieren verbergen voor God, omdat het niet goed zit en je bang bent om voor de dag te ko- men. Een mens kan zich voor God verbergen achter grootspraak, achter luxe, achter prestaties, achter onmacht ook. Ja, zelfs door te kiezen voor de rol van het slachtoffer in plaats van de rol van de dader. Maar dan plotseling verbreekt een stem de stilte. Adam, waar ben je? Het is de stem van God. Dat moet voor Adam en Eva een vlijmscherpe vraag geweest zijn, die hun door merg en been ging. Nu moeten ze tevoorschijn komen. Er is geen vluchten en verber- gen aan. ‘Adam, waar ben je? ’, vraagt God. Dat wist God natuurlijk wel, maar zijn vraag heeft een bijzondere bedoeling. Met deze vraag ontdekt Hij hen aan hun schuldige daad. Ook houdt Hij hen zo te- gen op hun vlucht en trekt Hij hen tegelijk uit de afgrond waarin zij zichzelf hadden gestort. Waar ben je? In die vraag klinkt ook mee: waaróm ben je daar, waaróm verberg je je voor Mij? Daarin klinkt ook door: wat heb je gedaan? Waar ben je mee bezig? Ja, die vraag zal inderdaad door Adam en Eva heen gesneden zijn en pijn gedaan hebben. En zo is het nog. Waar ben je, dat is een vraag die God ook aan ons stelt. Ook nu we hierover nadenken in dit boek. En daarachter de vraag: Diedagzalzekerkomen. indd 11 15-08-19 16:20
12 als jij je verbergt, waaróm verberg je je voor Mij? En daarachter: waar ben je mee bezig? Zo is die vraag een heel ontdekkende vraag. God komt naar zijn kinderen toe. Daar zitten veel verschillende kanten aan. We bezien er enkele. Allereerst is er dit: Gód komt naar zijn kinderen toe en niet andersom. Adam en Eva komen zelf niet naar God toe. Als zij hadden moeten beginnen met komen, met hun terugkomen naar God, dan was het nooit gebeurd en was het nooit en te nimmer tot een ontmoeting met God gekomen. Zo is het ook met ons, zegt dit bijbelgedeelte. Als God een levende wer- kelijkheid in je leven is, dan is dat nooit doordat wij tot God geko- men zijn, maar dan is dat altijd doordat God het initiatief nam en naar ons toekwam. Hij was en is echt helemaal de Eerste in ons le- ven. En dat is ook nu het geval, nu we de Bijbel geopend hebben. Het is doordat God zijn Woord voor ons opent. Kunnen we – zo bezien – zeggen: het is alleen maar fijn dat God naar Adam en Eva toekwam? Hier moeten we niet te snel en te vlak gaan denken. Want het eerste wat God doet, is zijn kinderen als een verloren zoon en dochter ter verantwoording roepen. Wat hebben jullie gedaan? Wat heb je met mijn liefde gedaan? Je hebt ermee ge- sold en mijn liefde verspeeld. Jullie wisten toch welke straf daarop stond? Ik heb het duidelijk tegen jullie gezegd: ‘Op de dag dat u daarvan eet, zult u zeker sterven’ (Gen. 2:17). Dat oordeel hebben jullie verdiend. Zo bezien is het een onbegrijpelijk wonder dat Adam en Eva nog leven, ook al zou dat een leven onder het oordeel zijn. Dat oordeel gaat God dan ook over hen uitspreken. Adam, Diedagzalzekerkomen. indd 12 15-08-19 16:20
13 schuif de schuld maar niet van je af op Eva. Eva, schuif de schuld maar niet af op de slang. Jullie hebben gezondigd en gedaan wat kwaad was in mijn ogen. Tegen beter weten in. Is dit ook niet herkenbaar in ons eigen leven? Moeten we dit ook niet leren belijden voor God: Als het aan mij lag, Heere, dan kwam het nooit meer goed tussen U en mij. Ik ben Adam, ik ben Eva uit Genesis 3. Ik kan me wel verontschuldigen of een ander de schuld geven, maar dat helpt niet. Uw oordeel is rechtvaardig. Maar let op, er gebeurt meer in het paradijs, daar aan het begin van Gods komst in de wereld. In de vraag ‘Adam, waar ben je? ’ openbaart God zich als een Vader, die ondanks alles wat er gebeurd is, zijn kinderen opzoekt en niet loslaat. Hij maakt er geen einde aan. Hij komt naar zijn kinderen toe om ze dwars door het welver- diende oordeel heen te redden van de ondergang waarin zij zichzelf hebben gestort. God zoekt Adam om hem en Eva te behouden. Ik moet denken aan een gebeurtenis uit mijn kinderjaren, vroe- ger thuis. Mijn jongere broertje Dik was zoek. Mijn vader zei toen tegen ons: Jongens, ga hem zoeken, gauw. En roep hard: ‘Dikkie, waar ben je? ’ Nog zie ik mezelf lopen langs sloten en achter heggen en bomen, en roepen: ‘Dikkie, waar ben je? ’ We riepen om het le- ven, om hem te vinden. Gelukkig werd hij gevonden. Zo is het hier aan het begin van Gods komst. God roept: Adam en Eva, waar zijn jullie? , en met die roep trekt Hij hen tevoorschijn uit hun vlucht, hun schuilplaats, uit de nacht van de eeuwige dood. Als een stuk brandhout uit het vuur (Zach. 3:2). God trekt ze naar zichzelf toe Diedagzalzekerkomen. indd 13 15-08-19 16:20
14 en als Hij ze eenmaal vast heeft, laat Hij ze nooit meer los. Hier zien we de diepe betekenis van Gods komst. Adam en Eva lieten God los, maar God liet hen niet los. Zo is onze God, in zijn oneindige liefde voor ongehoorzame, vluchtende, verloren mensen. Zo is God nog altijd bezig. En als Hij dan inbreekt in ons leven met de vraag: waar ben je? , dan is het uiteindelijk om ons te redden van de ondergang. Daar staan Adam en Eva voor God: bange, schuldige mensen. Verantwoordelijk voor hun daden. God gaat het gesprek met hen beginnen. Het wordt meer dan een functioneringsgesprek, het is een gerechtelijk onderzoek. De zaak ‘boom van de kennis van goed en kwaad’ wordt tot op de bodem uitgezocht, de onderste steen moet bovenkomen. En de veroordelingen klinken, diep en zwaar. Maar dan ineens begint er te midden van de oordelen een won- derlijke toon te klinken. Onverwacht en ongedacht wordt er een belofte gehoord. De belofte van God uit vers 15: ‘En Ik zal vijand- schap teweegbrengen tussen u en de vrouw en tussen uw nageslacht en haar Nageslacht; Dat zal u de kop vermorzelen en u zult Het de hiel vermorzelen. ’ Het is de belofte van een nakomeling van Eva, van dé Nakomeling, die zal komen om de duivel te overwinnen. We horen bij het begin van Gods komst in het paradijs over een tweede komst. God blijft komen. Hij komt in de komst van zijn Zoon Jezus Christus in de wereld als de tweede Adam, om de eerste Adam uit de macht van de satan te bevrijden. Hoe dat zal gaan, zullen we la- ter zien. Wat hier gebeurt, is zo onvoorstelbaar, zo vol van genade Diedagzalzekerkomen. indd 14 15-08-19 16:20
15 en liefde, dat er geen woorden voor zijn. Hoe groot dat wonder is, merken we pas als we zien hoe God zijn verloren en schuldige kin- deren door zijn Zoon gaat redden. Hij gaat in hun plaats staan. Hij gaat de schuld van hun misdaad op zich nemen en het oordeel dat zij verdienen, voor hen dragen. Zo zien we aan het begin van Gods komst in het paradijs het kruis van Gods Zoon op Golgotha al op- lichten. Van daaruit licht zijn opstanding op en uiteindelijk zal door zijn Geest het paradijs hersteld worden als Hij voor de laatste keer zal komen op de wolken van de hemel. En wij, die zo veel eeuwen later leven en met onze levensreis be- zig zijn, wij mogen midden in ons leven dit wonder horen en bezin- gen. In de Nederlandse Geloofsbelijdenis (1561) wordt in artikel 17 Gods komst in Genesis 3 ook bezongen. Daar lezen we dat God, onze goede God, zijn gevallen kinderen is gaan zoeken, en dan komt het: niet om hen te veroordelen, maar om hen te troosten en hun zijn Zoon te beloven. God zoekt hen, God daalt af in de diepe verlo- renheid waarin zijn kinderen wegzinken. God komt steeds dichter- bij. Hij haalt hen in en grijpt hen vast. Dit zoeken van God is het hart van het evangelie. Het is geen zoeken om te veroordelen, maar om het oordeel zelf op zich te nemen. Toen God zijn schuldige kin- deren vond, heeft Hij hen niet gedood, maar als een Vader zijn arm om hen heen geslagen. Dat is werkelijk boven alle verwachting. Troosten is iemand grond onder de voeten geven. Dat deed God. Troosteloos was het leven van Adam en Eva geworden. Het was geen leven meer. Er was één donker doemscenario. Maar God ver- Diedagzalzekerkomen. indd 15 15-08-19 16:20
16 andert hun leven in hoop. Ik beloof jullie mijn Zoon te zenden. Voor jou, Adam; voor jou, Eva. ‘Waar ben je? ’ roept God. Zalig zijn we als we in ootmoed en stil vertrouwen mogen antwoorden: Hier ben ik, Heere. Ik schuil ach- ter het werk van uw Zoon, onze Heere Jezus Christus. Zingen: Zo Gij in ’t recht wilt treden, o Heer, en gadeslaan onz’ ongerechtigheden, ach, wie zal dan bestaan? Maar nee, daar is vergeving altijd bij U geweest; dies wordt Gij, Heer, met beving recht kinderlijk gevreesd. (Psalm 130:2, ber. ) Diedagzalzekerkomen. indd 16 15-08-19 16:20
ISBN 978-9043532778 9 789043532778 NUR 707 Dr. W. Verboom verzorgt al vele jaren veelgelezen meditaties. Voor dit boek maakte de auteur een selectie van vijftien sprekende meditaties die de lezer helpen om na te denken over Gods komst in deze wereld. De auteur let bij het uitleggen van de Bijbel vooral op het verband waarin het tekstgedeelte staat. Deze uitleg combineert hij steeds met een pastorale toepassing, die de lezer bemoedigt en verder helpt. Elke meditatie begint met een bijbeltekst om te lezen en eindigt met een lied om te zingen. Dr. W. Verboom is emeritus hoogleraar Geschiedenis van het gereformeerde protestantisme en was jarenlang gemeentepredikant. Dr. W. Verboom Die dag zal zeker komen Dr. W. Verboom Die dag zal zeker komen Bijbelse meditaties over ver wachting