Dodelijk complot
DODELIJK COMPLOT Originally published in the U.S.A. under the title Dying Declaration. Copyright © 2009 by Randy Singer Dutch edition © 20 11 by Uitgeverij Gideon with permission of Tyndale House Publishers, Inc. All rights reserved. Auteur: Randy Singer Vertaling: Richard Kettmann Redactie: Monica van Bezooijen, Zoveel Zinnen Typografie: Vanderperk Groep Omslagontwerp: Studio Vrolijk Jaar van uitgave: juni 20 1 6 Uitgave: Gideon, Hoornaar, Nederland www.gideonboeken.nl ISBN 978-90-6067-662-2 NUR 332 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een databank, of doorgegeven in welke vorm of op welke wijze dan ook – elektronisch, mechanisch, gekopieerd, gescand of op enige andere wijze – behalve voor korte citaten in recensies of artikelen, zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No portion of this book may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted in any form or by any means – electronic, mechanical, photocopy, recording, scanning, or other – except for brief quotations in critical reviews or articles, without the prior written permission of the publisher.
Voor Keith en Jody Dit boek is geïnspireerd door de speciale relatie tussen broer en zus. Het schrijven er van heeft me nog dankbaarder gemaakt voor die van ons.
7 1 Ze zag er meelijwekkend uit.Ze was een gewone vrouw met een wat grote neus en een alle - daags gezicht, dat door haar weigering om make-up te gebruiken al helemaal geen indruk maakte. Ze had zwart piekhaar, bolle ogen en rode plekken in haar hals van het vele, nerveuze krabben. Ze deed geen moeite om de tranen te bedwingen die over haar wangen rolden en op Joshie’s hoofd drupten. Ze drukte hem steviger tegen zich aan en deinde zacht neuriënd heen en weer in de leunstoel. Al - leen om het voorhoofd van het kind te deppen met een koel, voch - tig washandje stopte ze met bewegen. Ze legde het washandje terug op de armleuning van de versleten stoel en kuste Joshie op zijn wang. Ze voelde zijn lichaampje in het - zelfde tempo heen en weer schokken als de schommelende stoel. Ze ging verder met schommelen. Het schokken hield op. Het mannetje was heet. Hij bewoog niet, toonde nauwelijks teke - nen van leven, op een zacht kreunen na. Zijn pijn was ook haar pijn en dubbel zo erg door haar machteloosheid, haar onvermogen iets te doen aan de meedogenloos stijgende koorts en het vernietigende effect ervan. Ze kon het niet meer opbrengen de temperatuur op te nemen van haar jongste, die over vier maanden twee zou worden. Bij de laatste meting van twee uur daarvoor had hij 39,4. En waarschijnlijk was dit alleen maar opgelopen. Het maakte geen verschil, want ze kon er toch niets aan doen. En dus huilde ze. En schommelde ze. En bad ze. ✦
8 Thomas Hammond lag al een half uur op zijn knieën. Het was een merkwaardig tafereel, deze potige man met zijn ronde, vuile ge- zicht, gespierde onderarmen en eeltige handen zo nederig op zijn knieën te zien, in een houding van verootmoediging. Dit was een geestelijke strijd en het was een gevecht dat Thomas beslist wilde winnen. Hij bad in de ouderslaapkamer, helemaal aan de andere kant van de woonwagen, naast zijn bed, met zijn hoofd begraven tussen zijn enorme handen. ‘Neem deze koorts van ons weg. Spaar mijn zoon, Jezus.’ Hij sprak de woorden nauwelijks hoorbaar, maar vol overgave. Telkens weer dezelfde, eenvoudige verzoeken. Zijn gedachten gingen naar het verhaal over de volhardende weduwe. Als ik maar lang genoeg bid, vurig genoeg bid … ‘Geef me meer geloof. Red mijn zoon. Straf hem niet voor mijn fouten.’ Hij probeerde met God te onderhan - delen – alles wilde hij beloven. ‘Ik ga overal heen, Jezus. Ik doe alles wat U wilt. Ik zal U dienen met mijn hele hart. Geef me alleen dit … Straf Josh niet.’ ‘Pap!’ Het was de vijfjarige John Paul, zijn oudste zoon, die van hem de bijnaam ‘Tijger’ had gekregen. De jongen riep vanuit zijn slaapkamer, aan het eind van de gang. ‘Volgens uw Woord bent U niet snel boos, overvloedig in liefde en vol van genade.’ Thomas ging niet verder. De gefluisterde woorden bleven in zijn keel steken. Op dit moment voelde het helemaal niet of hij een God van genade diende. Hij voelde boosheid opkomen, frustratie over onbeantwoord gebed. En toen voelde hij zich schul - dig. Kon het door zijn boosheid komen dat God zijn genezende hand niet kon uitstrekken? ‘Toon Josh uw genade …’ ‘Hé, pap!’ De jongen riep nu harder. Dwingender. ‘Wacht even, Tijger.’ Thomas streek zijn hand door zijn dunner wordende haar en stond met tegenzin op. Hij sjokte door de gang naar de kamer van de jongen en wreef met de rug van zijn hand over zijn ogen. Hij moest dapper zijn. Hij deed de deur open en het licht van de gang viel naar binnen in de Dodelijk complot
9 krappe ruimte die Tijger trots zijn eigen kamer noemde, ook al deel- de hij hem met Josh. Tijger zat rechtop in bed, zijn haveloze dekentje in zijn vuistjes geklemd, met zijn helderblauwe ogen wijd open. ‘Zachtjes, jochie. Straks maak je Stinky wakker.’ ‘Stinky’ was Tijgers zevenjarige zus. Ze had haar bijnaam gekre - gen toen ze nog luiers droeg. Wanneer Thomas haar verschoonde, praatte hij tegen haar. Op een keer trok hij zijn neus op en noemde hij haar ‘Stinky’. De naam was gebleven en werd een troetelnaam. Maar alleen het gezin gebruikte hem en alleen thuis. Anderen noemden haar Hannah. ‘Ik kan niet slapen, papa. Ik had weer een enge droom.’ Thomas liet zich op het bed zakken en streek door Tijgers wilde, blonde haar. ‘Die is nu weg, want ik ben er nu.’ Hij wist wat hij tegen Tijger moest zeggen en het ritueel dat hem op andere avonden kon ergeren, voelde nu enigszins vertroostend. ‘Ik zal die oude lastpak eens een flink pak rammel geven,’ gromde Thomas. Hij kon zien hoe er een klein lachje op het gezicht van het jongetje tevoorschijn kwam. Hij kietelde hem op zijn buik en zag de lach groter worden. ‘Ga nu maar liggen en denk aan leuke dingen.’ ‘Dat deed ik ook,’ zei Tijger, ‘maar toen viel ik in saap. Pa-ap?’ Tij - ger maakte het woord extra lang voor het effect en keek toen om - hoog met zijn allerliefste hondenoogjes. ‘Ja, kereltje.’ ‘Kom je even bij me liggen?’ Tijger schoof opzij in zijn smalle bed om zijn vader ruimte te geven. Dit hadden ze al heel vaak gedaan. Het grote lijf van Thomas paste nooit helemaal op het kleine stukje bed dat Tijger voor hem vrijmaakte. Maar meestal probeerde Tho - mas het toch. Met één hand steunend op de vloer balanceerde hij dan half op het bed en half ernaast en vertelde hij bijbelverhalen, tot hij het zware ademen van een slapend jongetje hoorde. ‘Vanavond niet, zoon.’ ‘Toe, pap, één v’haaltje maar!’ zeurde Tijger. ‘Vertel over Abe- ham en zijn zoon en hoe God hun een schaapje gaf.’ R odel Sidjkc
10 Thomas grinnikte. Op een gewone avond kon hij al bijna geen nee zeggen tegen het ventje. En vanavond zou hij zich graag laten troos- ten door dit bedtijdritueel van verhaaltjes vertellen tot hij Tijgers oogleden zwaar zag worden. Maar hij wist ook hoe hard Theresa hem vanavond nodig had. En hij was nog niet klaar met zijn gebed voor Joshie. God had het nog niet beantwoord. ‘Het kan nu echt niet, lieve jongen. Ik moet weer bij mama en Josh gaan kijken. Als je nog wakker bent als ik terugkom, zal ik je over Abraham vertellen.’ ‘Oké,’ zei Tijger opgewekt. Het kind was blijkbaar niet van plan om te gaan slapen. Thomas kuste zijn voorhoofd, trok de deken omhoog tot zijn hals en draaide zich om naar de deur. ‘Papa?’ ‘Wa t ?’ Het woord kwam er feller uit dan Thomas had verwacht. Hij stond stil, een beetje beschaamd dat hij zich op Tijger afreageerde. ‘K’eb dorst.’ ✦ Een paar minuten later voegde Thomas zich bij zijn vrouw in de kleine woonkamer. Zijn maag draaide zich om terwijl hij heen en weer liep over het vlekkerige tapijt en hulpeloos toezag hoe zijn vrouw zich over Josh ontfermde: hem wiegde, zijn voorhoofd dep - te, neuriede en bad. Aan hem besteedde ze geen aandacht. ‘Wordt de koorts al minder?’ vroeg hij eindelijk. Theresa schudde haar hoofd. ‘Heb je pas nog gemeten?’ ‘Waarom zou ik?’ Haar stem was koud, haar gezicht stond zorge - lijk. De druk van het geloven in onzichtbare dingen begon zijn tol te eisen. Thomas ging achter de leunstoel staan en begon haar schouders te masseren. Hij voelde de verkrampte en vastzittende spieren van haar slanke rug en drukte zijn sterke vingers erin, in een poging de spanning weg te wrijven. Het lukte niet. Dodelijk complot
11 ‘Wanneer heb je voor het laatst gemeten?’ hield hij vol. ‘Twee uur geleden.’ ‘Denk je niet dat we zijn temperatuur weer eens moeten op- nemen?’ ‘Alleen als we van plan zijn om hem naar het ziekenhuis te bren - gen als hij nog hoog is.’ Ze draaide zich om en keek Thomas sme - kend aan met haar grote, bruine ogen. Ze hield op met schomme - len. Joshie bewoog niet. Thomas vermeed de ogen van zijn vrouw, boog zijn hoofd en schudde langzaam van nee. Hij liep achter de stoel vandaan en knielde voor haar neer. Hij legde zijn grote handen op Theresa’s be - nen. ‘Heb nou maar geloof,’ zei hij zacht. ‘God zal ’m genezen.’ Theresa snoof smalend. ‘Ik heb geloof, Thomas. Ik heb geloof ge - had. Maar het gaat slechter met hem … Probeer me geen lesje over geloof te leren.’ Haar stem had een ondertoon die Thomas nooit eerder had gehoord. Joshie kreunde. Hij trok even met zijn kleine lijfje en rolde zich toen weer op tot een bal, dicht tegen zijn moeder aan. ‘Wil je dat ik dominee Beckham en de oudsten bel? Ze kunnen hierheen komen en hem nog eens met olie zalven en voor hem bid - den.’ ‘Ik wil dat je een ambulance laat komen,’ eiste ze met overslaande stem. ‘Soms werkt God door dokters heen. Hoe kun je daar gewoon op je knieën zitten en je zoon laten lijden, zonder iets te doen?’ ‘ T he r e e s …’ ‘Hier.’ Snuivend stak ze Joshie uit naar haar man. Met uitgestrekte armen, als een offer, hield ze het kind vast. ‘Hou jij hem maar vast. Kijk jij je zoon maar aan en vertel hem waarom hij moet sterven, alleen maar om de wereld te laten zien hoeveel geloof je hebt.’ Even hield ze hem daar – haar jongste, haar baby – en toen wendde ze haar hoofd af. Thomas wist niets te zeggen. Hij strekte zijn armen, nam zijn R odel Sidjkc
12 zoon over en drukte hem tegen zijn eigen borst. Hij voelde de warmte door het pyjamaatje heen komen.Terwijl hij de jongen voorzichtig vasthield, richtte Thomas zich op. Toen pas zag hij uit zijn ooghoeken Stinky en Tijger in de deur - opening van de woonkamer staan. Ze hadden hun pyjama aan en hielden elkaars hand vast. Tijger hield nog steeds zijn dekentje vast en Stinky haar lievelingspop. Hij keerde zich naar de kinderen en vroeg zich af wat ze had - den gehoord. Tijgers onderlip trilde en zijn ogen waren vochtig en groot. Stinky had een verwarde blik en kon nauwelijks haar ogen open houden. Haar blonde krullen sprongen alle kanten op. ‘Gaat Joshie dood?’ vroeg ze. Dodelijk complot