Bekijk de tekstversie van dit leesfragment.Wij hebben de hof van Eden verloren. Echter ... in de hof Gethsémané was de Mens Christus Jezus in onze plaats, om, hoewel Hij de Zoon was, nochtans gehoorzaamheid te leren uit hetgeen Hij in onze plaats leed. Om ons door Zijn gehoorzaamheid het nieuwe paradijs te ontsluiten, dat is de hof van genade en van het eeuwige leven, opdat we daarin eeuwig met Hem zouden wonen voor de troon van Zijn heerlijkheid. Bij de hof aangekomen sprak de Heere tot Zijn discipelen: Zit hier neder, totdat Ik heenga, en aldaar zal gebeden hebben. De beken van de dood naderden Hem. De angst der hel overviel Hem. Daarom wilde Hij alleen zijn en Zijn toevlucht zoeken bij de Vader. Hij wilde Zijn hart voor Hem uitstorten in Zijn gebed om hulp en uitredding. Zijn discipelen mochten wel in Zijn nabijheid blijven. Het kan een mens vertroosten als hij onder moeilijke omstandigheden liefhebbende vrienden om zich heen heeft. Maar als het gaat om aanvechting, dan is God de Enige Die helpen en redden kan. Jakob had aanvankelijk zijn vrouwen en kinderen in zijn nabijheid, aan de andere kant van het veer. Maar in zijn aanvechting, toen een Man met hem worstelde, bleef hij alleen over. Zo was het hier ook met Christus, toen Hij worstelde in Gethsémané. Hij was ... alleen. Toen ging Jezus met hen in een plaats, genaamd Gethsémané, en zeide tot de discipelen: Zit hier neder, totdat Ik heenga en aldaar zal gebeden hebben. Wanneer wij een begin willen maken met de overdenking van het bitter lijden en sterven van onze Heere Jezus Christus, dan gaan onze gedachten naar het ogenblik werd genaamd. Om daar te komen ging Jezus met Zijn discipelen over de beek Kedron, de beek van de donkerheid. Net als David, die vluchtte voor zijn zoon Absalom toen de grote stad Jeruzalem haar koning had verworpen. David trok toen om eigen schuld over de beek Kedron. Maar Jezus deed het om Davids zonden De Heere ging in een hof, die Gethsémané genaamd werd. Dat betekent oliepers. Waarschijnlijk omdat daar oliepersen waren, om olie uit de olijven van de Olijfberg te persen. Het was volle maan en een bijzonder koude nacht toen onze Heere in de hof kwam om te bidden. En het duurde niet lang of Hij stond angsten uit waar wij ons niet eens een juist beeld van kunnen vormen. Wat we wel weten is dat wij ooit in de hof van Eden waren, die God voor ons had geplant. Daar leefden wij in volmaakte harmonie met God. Maar door moedwillige ongehoorzaamheid, en door het ingeven van de duivel, gaven wij al die lieijkheid prijs om te weten wat goed en kwaad is.