5 Inhoudsopgave TER INLEIDING 6 WIE IS DE DUIVEL? 8 1. Dichterbij dan je denkt 8 2. De satan 13 DE LOOPBAAN VAN DE DUIVEL 20 3. Van engel naar duivel 20 4. Eerste optreden 27 5. Een demonische job 34 6. Een wanhopige aanval 39 7. Gebonden 46 8. De ondergang 54 INTERMEZZO 1 61 9. De heilige oorlog 61 GERICHT OP DE GROEP 68 10. Gezworenen van de duivel 68 11. De grote massa 76 12. De duivel belette het 87 13. Het ontkrachten van de boodschap 96 INTERMEZZO 2 110 14. Brieven uit de hel 110 GERICHT OP JOU 116 15. De satan en onze begeerten 116 16. Satan stimuleert zonde 126 17. Infiltrant in je denken 139 18. Kennis maakt opgeblazen 156 19. Schuiven met de schuld 168 20. De duivel en de wedergeboorte 174 21. List: de schijnbekering 181 22. Loeren op de kerk 186 23. Vuistslagen van de satan 197 24. Strijd tegen satan 204 LITERATUUR 218
6 TER INLEIDING DICHTBIJ Hoe dichtbij is de duivel in jouw leven? Misschien heb je daar nog niet vaak over nagedacht. Je weet vaag iets over occultisme. Horoscopen? Daar doe je niet aan. Satanisme is ver van je bed. De duivel is evenwel dichtbij. Hij richt je ogen, filtert wat je hoort, kleurt je gevoelens en redeneert volop mee in je hoofd. En met dat alles heeft hij één doel: zijn grote Tegenstander tergen en kwetsen. Hij is de gezworen vijand van God. Tot op de laatste seconde, tot vlak voor de wederkomst, zal hij pro- beren de kroon op Gods schepping verder weg te trekken in de verschrikkelij- ke chaos waarin de mens door eigen schuld terechtgekomen is. Hij haat het licht en doet wanhopig pogingen om Gods kind met banden van duisternis aan het ongeloof vast te ketenen. Als je nog in dienst bent van de satan heb je er recht op te weten wat het doel van de duivel is met je leven. Dan is het hoog tijd dat je verder kennis maakt met de duivel, zodat je weet dat je in handen bent van een onbe- trouwbaar en uiterst geraffineerd heerschap. Als je door Gods genade vol overtuiging ontslag hebt genomen uit zijn dienst, moet je weten dat hij je niet zomaar laat gaan. Hij lastert. Hij manipuleert. Hij vleit. Paulus kon over de duivel zeggen: ‘Want zijn gedachten zijn ons niet onbekend. ’ (2 Kor. 2:11) Wie onbekend is met de listen en strategieën van de duivel vormt een al te gemakkelijke prooi. De duivel is een leugenaar. Hij houdt van schemer. Hij is de vorst der duis- ternis. Hij hoeft niet zo nodig op de voorgrond te treden. Hij voelt zich thuis in de schaduw van je leven. Als je niet alert bent, merk je hem niet op. En dat is een gevaarlijke positie. Want al zie je hem niet, hij is er. Hij is dichtbij. Dichterbij dan je denkt. OPBOUW Dit boek gaat over het leven en het werk van de duivel. Het begint met een inleiding, waarin een eerste kennismaking met de satan en zijn werk plaats- vindt. Daarna volgen drie delen. In het eerste deel staat de carrière van de duivel centraal, in deel 2 zijn werk gericht op groepen en in deel 3 zijn listen voor individuen. In deel 1 dus de carrière. Hoe begon de duivel zijn loopbaan, welke invloed heeft hij in de loop van de geschiedenis opgebouwd en op welke manier zal zijn carrière eindigen? We zullen zien hoe de machtsuitoefening van de duivel een onherstelbare knak kreeg bij de komst van de Heere Jezus op de aarde. Daarna zullen we ons richten op het werk van de duivel. Als het mogelijk is, pakt de duivel graag hele groepen tegelijk aan. Daarvoor ontwerpt hij op een
7 geraffineerde manier trajecten. Met die collectieve listen betreedt hij ook het kerkelijk erf. Een paar van die satanische groepsprojecten staat centraal in het tweede deel. Het derde deel is het meest uitgebreid. Het behandelt de invloed van de dui- vel op individuen. Hoe probeert de duivel mensen persoonlijk te beïnvloeden om ze gevangen te houden in zijn web van redeneringen en verdachtmakin- gen? Hoe reageert de duivel als hij de regie in iemands leven moet opgeven? En welke wapenrusting is er voor de christen beschikbaar in zijn strijd tegen satan? Deze opbouw wordt twee keer onderbroken door een kort intermezzo. In die hoofdstukken, 9 en 14, introduceer ik twee boeken die je eigenlijk niet mag missen, als je meer wilt weten over de invloed van de duivel op je denken en doen. Eerst De heilige oorlog van John Bunyan en in het tweede intermezzo Brieven uit de hel van C. S. Lewis. VERANTWOORDING Voor de intieme relatie tussen de duivel en ons dagelijks handelen, denken en voelen is de laatste paar honderd jaar weinig belangstelling geweest. De zeventiende-eeuwse predikant Thomas Brooks heeft er wel uitgebreid aandacht aan besteed in zijn boek Precious remedies against Satan’s devices (1652). Een recente Engelse uitgave van dit indrukwekkende boek verscheen in 2000 in de reeks Puritan Paperbacks. De Schatkamer verzorgde een herdruk van een Nederlandse uitgave onder de titel: Kostbare middelen tegen satans listen. Van Spurgeon werden in de serie uitgaven van Boekhout preken over de tactieken van de satan uitgegeven, onder de titel Strijd tegen Satan. Van beide boeken heb ik dankbaar gebruikgemaakt. In 2017 verscheen van G. C. Vreugdenhil Geestelijke strijd in de kracht van Jezus. Gelovig weer - stand bieden aan de boze. De oorspronkelijke uitgave van Duivels dichtbij verscheen in 2005. Nadat ook de vierde druk al een aantal jaren uitverkocht was, werd in overleg met de uitgever besloten tot een herziene herdruk. Ik hoop dat de publicatie van dit boek een steentje mag bijdragen aan de afbreuk van de invloed van de satan onder jongeren en ouderen. Steef Post Gorinchem, juni 2019
8 1 Dichterbij dan je denkt GELOOF JE IN DE DUIVEL? Wie is de duivel? Wel eens over nagedacht? Hoe ziet hij eruit? Misschien heb je er een beeld bij: een afgrijselijk horrorgezicht, hoorntjes, bokken- poten. Zo zie je hem in films, op flyers. Zo kun je wel over hem dromen, maar zo zul je hem niet gauw tegenkomen, behalve bij Halloween. Maarten Luther vertelt in een van zijn tafelgesprekken, dat hij in de Wart - burg ’s nachts werd lastiggevallen door klopgeesten. Met grote kracht werden hazelnoten die Luther in een kast had gelegd tegen de balken gegooid. Ook was er een lawaai alsof er vazen van de trap werden ge- smeten. Luther: ‘Toen sprak ik: “Duivel, ben jij het? Zo zij het!” En ik beval mij de Heere Christus aan, van Wie geschreven staat: U hebt alles onder zijn voeten gelegd. Daarna legde ik mij weer te bed. ’ Dat klinkt allemaal vrij concreet. Denk jij net zo concreet over de duivel? Of denk je nooit aan de duivel? Geloof je er in feite nauwelijks in? DE BOZE EN HET ZAAD Je staat buiten op het kerkplein. De dienst is net afgelopen. Best een mooie preek. Aan het einde werd de dominee heel ernstig. Je bent nog wat onder de indruk als je bij je vriendengroepje staat. ‘Hé joh, wat ben je stil? ’ Je lacht een beetje en al snel praat je mee: je gedachten over de preek vervliegen in de wind. Vervliegen in de wind of heeft de duivel hier de hand in? Een andere keer kom je thuis. Er wordt over de preek nagepraat. Maar ineens stoot je broertje een kopje koffie om. De paniek wordt bedwongen met meters keukenrol. Maar het gesprek over de preek is weg. De duivel? Of is het niet aan de orde om hier de duivel bij te halen? Je gelooft wel in de duivel, maar hij hoeft nu ook weer niet overal bijgehaald te worden. Laten we de Bijbel openslaan. Er staat in de Bijbel een gelijkenis die gaat over het moment dat de kerk uitgaat. In Mattheüs 13, de gelijkenis van het zaad. Het is blijkbaar een belangrijke gelijkenis. Zij komt tenminste in drie evangeliën voor. En drie keer compleet met een uitleg. Het zaad van het evangelie wordt gestrooid. Met de preek gebeurt iets, of niets. Er zijn vier opties. Het verdwijnt, verstikt, schittert even of het draagt vrucht.
9 WIE IS DE Duivel? In de gevallen hierboven werd het zaad al snel ‘weggepikt door de vo- gels’, zoals in de gelijkenis staat. Weggepikt, dus. Maar lees eens door! Hoe legt de Heere Jezus dit uit? Hoe benoemt Hij het? In Mattheüs spreekt de Heere Jezus over de boze, die komt en het zaad wegneemt. De boze, daarmee zal toch de duivel bedoeld worden. En als je dan doorbladert naar Markus staat het er onomwonden: ‘En als zij het gehoord hebben, zo komt de satan terstond, en neemt het Woord weg, hetwelk in hun harten gezaaid was. ’ (4:15) De satan! In Lukas: ‘Daarna komt de duivel, en neemt het Woord uit hun hart weg, opdat zij niet zou- den geloven, en zalig worden. ’ (8:12) De Bijbel laat er geen twijfel over bestaan. Die toevallige omstandighe- den, waardoor de indrukken vervliegen die het Woord nalaat, zijn in scè- ne gezet door de duivel. Zo staat het in alle drie evangeliën. Misschien was je dit nog nooit opgevallen. Je leest snel over dit soort details heen. De duivel houdt zichzelf graag schuil. Maar op zo’n zondagmorgen, vlak na de preek, kan hij er zomaar zijn. Zonder dat je het merkt. STERK EN WIJS De duivel laat zich gemakkelijk onderschatten. Hij is niet alleen dichtbij, maar ook ongelofelijk sterk en machtig. Simson versloeg duizenden Filis- tijnen. Het was verreweg de sterkste man van Israël en vermoedelijk van de hele wereld! Wie kan er met de deuren van een stadspoort tegen een heuvel oplopen? Wie kan een leeuw verslaan? Wie kan twee pilaren uit - een duwen, zodat een compleet gebouw instort? Simson was ongelofelijk sterk! Maar er was er één die sterker was. Simson werd verslagen door satan. De leeuwendoder moest het verliezen van de mensenmoordenaar van de beginne. De duivel is slim en intelligent. Wie was er zo wijs als Sálomo? Hij heeft meer dan drieduizend spreuken bedacht. Een paar honderd daarvan staan in het bijbelboek Spreuken. Wat een levenswijsheid had die man! Zijn wijsheid stelde alle centra van wetenschap en filosofie uit die dagen in de schaduw (1 Kon. 4:30). De koningin van Scheba raakte er bijna van in extase. Het gerucht dat zij in haar verre land over Sálomo had gehoord,
10 werd ver overtroffen door de werkelijkheid. Maar al de levenswijsheid van Sálomo woog niet op tegen de listen van de satan. Hij wist hem te verleiden tot het dienen van afgoden. ‘Want Sálomo wandelde Astoreth, de god der Sidoniërs, na, en Milkom, het verfoeisel der Ammonieten. Alzo deed Sálomo wat kwaad was in de ogen des Heeren (…) En alzo deed hij voor al zijn vreemde vrouwen, die hun goden rookten en offerden. Daarom vertoornde de Heere Zich tegen Sálomo, omdat hij zijn hart geneigd had van de Heere, de God Israëls, Die hem tweemaal verschenen was. ’ (vgl. 1 Kon. 11:5-9) Die wijze, verstandige Sálomo gaat onderuit voor vreemde vrouwen. Hij vergezelt hen bij het brengen van offers voor de afgoden, wat Paulus on- omwonden duidt als: gemeenschap hebben met de duivelen (1 Kor. 10:20; vgl. Lev. 17:7). DE STERKERE Onderschat de duivel niet. Hij is niet gemakkelijk te verslaan. Niet door gigantische kracht, niet vanuit een onwankelbare machtspositie, niet door verbluffende wijsheid. De duivel verslaan, dat kan er maar Eén. Iemand Die sterker is dan de sterke. De Heere Jezus. Luther was daarvan doordrongen. Luister nog een keer naar hem: ‘Heden - nacht, toen ik wakker werd, kwam de duivel en wilde met me redetwisten. Hij ging tegen mij tekeer en wierp me voor de voeten dat ik een zondaar zou zijn. Toen zei ik: Je moet me iets nieuws vertellen, Duivel. Dat weet ik maar al te goed. Ik heb genoeg zonde gedaan! Ga weg. Ga maar naar Jezus Christus!’ Voor Luther was de duivel dagelijks – en ook ’s nachts – realiteit. Hij kende zijn aanvallen. Hij oefende zich om hem te weerstaan. Maar hij wist ook dat de macht van de satan beperkt was. Daarom kon hij hem uitda- gen in zijn lied ‘Een vaste burcht’: Al trekken op van allen kant De helse legerscharen, Wij vrezen niet! De Heer houdt stand, Hij zal Zijn volk bewaren!
11 Hoe ook de satan woedt, Wij staan hem voet voor voet. Wij tarten zijn geweld, Zijn vonnis is geveld. Eén woord en hij moet wijken. MISTIG Nog een keer: wie is de duivel? Of misschien moet je vragen: wie zijn de duivelen? Er is één hoofdduivel: satan of Lucifer. Er zijn vele engelen die hem zijn gevolgd: ze worden in de Bijbel ook duivelen genoemd of demonen of gewoon: gevallen engelen. Soms, zoals in dit boek, worden de woorden duivel en satan als synoniem gezien. De duivelen zijn engelen. Ze horen dus bij de wereld van de geesten. Een duivel is een geschapen geestelijk wezen. Voor de mens dus onzichtbaar. Als je bij engelen en duivelen al kunt spreken over een lichaam, is het een geestelijk lichaam, dat wij mensen niet zien. Dit idee van geesten en een geestelijke wereld moet ons niet op het ver - keerde been zetten. We zijn sinds de opkomst van de natuurwetenschap- pen en techniek meer en meer gefocust op de wereld die je ziet. Vroeger waren allerlei verschijnselen onverklaarbaar. Ze werden toegeschreven aan bovennatuurlijke krachten. Vandaag de dag worden ze stap voor stap uitgelegd in je natuurkunde- of biologieboek. Daardoor is de geestenwe- reld te gemakkelijk verdwenen in een mistig gebied. We geloven natuurlijk in engelen. Uiteraard zijn we ervan overtuigd, dat de wereld van engelen en duivelen realiteit is en niet alleen bestaat in games, horrorfilms en griezelige kinderboeken. Maar verder is het alle- maal toch redelijk vaag. Sommigen denken over de duivel op z’n best als een soort kracht die overal kan zijn en die je wil verleiden. Een verkeerde invloed, die overal aanwezig is. Maar wie zo denkt, stelt het beeld niet scherp genoeg! De Heere Jezus leerde Zijn discipelen niet bidden: Verlos ons van hét boze, maar: Verlos ons van dé boze. De duivelen zijn zelfstandige geesten. Ze hebben zintuigen. Ze hebben verstand van zaken. WIE IS DE Duivel?
12 Ze zijn gevaarlijk. Ze kunnen iets in je hart geven (Joh. 13:2), je zinnen ver- blinden (2 Kor. 4:4), je geloof ziften (Luk. 22:31), in je hart varen (Joh. 13:27) en je hart vervullen (Hand. 5:3), om maar eens iets te noemen. Redenen genoeg dus om je te verdiepen in zijn persoon en werk. GESPREKSVRAGEN 1. De duivel is een beetje buiten beeld geraakt. a. Wanneer, in welke situatie, dacht je voor het laatst aan de duivel? b. En wanneer dacht je voor het laatst concreet aan engelen? c. Wat zegt dat over jou? Of over de tijd waarin we leven? d. Wat missen we als we te weinig concreet in engelen of duivelen geloven? 2. De vraag is ook wat je persoonlijk met de duivel hebt. a. Welke actie heeft de duivel deze dag mogelijk in je leven uitge- voerd? b. Als je rekening houdt met de invloed van de duivel, dreigt dan het gevaar dat je je achter hem gaat verschuilen en dat je je zonden op rekening van de duivel schrijft? Hoe moet je dit zien? c. Zijn de engelen ook een dagelijkse realiteit? Welke aanwijzingen zijn daarvoor in de Bijbel? 3. Lees 1 Korinthe 10:14-22. Paulus vergelijkt het Heilig Avondmaal met de afgodendienst. a. Waarom noemt Paulus afgodendienst gemeenschap hebben met de duivelen? b. Wat betekent vers 21: ‘Gij kunt de drinkbeker des Heeren niet drin- ken, en de drinkbeker der duivelen; gij kunt niet deelachtig zijn aan de tafel des Heeren, en aan de tafel der duivelen’? c. Wat betekent die waarschuwing voor vandaag? Probeer eens con- crete voorbeelden te geven.