13 H ET O UDE T ESTAMENT
DAG 1 De wereld is Gods schepping Genesis 1–2 L ang geleden heeft God de wereld gemaakt. De wereld was donker en leeg. E r was nog geen leven. Toen heeft God in zes dagen alles gemaakt. Op de eerste dag zei God: “Er moet licht komen, ” en er kwam licht. God noemde h et licht dag. Aan het einde van de dag werd het weer donker. Het donker noemde God nacht. Op de tweede dag maakte God de lucht boven de aarde; die noemde Hij heme l. De aarde was nog helemaal bedekt met water. Maar op de derde dag maakte God rivieren, meren en oceanen. Al het water stroomde erheen. Zo maakte God het land droog en konden er planten groeien. Op de vierde dag maakte God de grote, stra lende zon om overdag te schijnen, en de maan en de sterren voor in de nacht. Op de vijfde dag maakte God de vissen en andere zeedieren, en watervogel s, zoals eenden en ganzen. Hij maakte nog andere vogels, zoals roodborstjes en ar enden, die hoog in de bomen leven. Op de zesde dag maakte God de landdieren. Gr ote dieren zoals de olifanten, en kleine zoals de muizen. Mooie dieren, zoal s de tijger, en grappige dieren, zoals de miereneter. Sommige dieren, zoals het luipaard, konden hard rennen. Andere dieren, zoals de schildpad, liepen heel langzaam. Ook maakte God allerlei insecten – vliegende, kruipende en springende insecten. 14
15
DAG 2 God maakt de eerste mensen Genesis 1–2 D e zesde dag was nog niet voorbij en God wilde nog iets maken. Hij nam wa t stof van de aarde en boetseerde daarmee het lichaam van een mens. Toen blies God in zijn neus en begon de mens te leven. God noemde hem Adam. Adam was anders dan de dieren. Adam leek op God. Adam mocht van God in een schitterende tuin wonen. Die tuin heette Eden. Hij stond vol met prachtige fruitbomen. God zei: “Adam, je mag van al het fruit eten, maar niet van die ene boom. Dat is de boom die je leert wat goed en slec ht is. Als je daarvan eet, ga je dood. ” God zei ook dat Adam goed voor de tuin moest zorgen. En hij moest alle dieren, vogels en insecten een naam geven. God wist dat het niet goed was voor Adam dat hij helemaal alleen was. Hij had een kameraad nodig. Daarom nam God één van Adams ribben en maakte er een vrouw van. Zo zijn de aarde en de lucht, de planten en de dieren én de mensen, i n zes dagen gemaakt. En God was er heel blij mee. Op de zevende dag maakte God niets. Op die dag rustte Hij uit. 16
DAG 3 De verdrietigste dag op aarde Genesis 3 B ehalve God, en Adam en de vrouw, was er nog iemand in de tuin van Eden: Satan. Satan is een boze geest. Hij probeert de mensen verkeerde dingen te laten doen. Satan vermomde zich als een slang. Hij vroeg aan de vrouw: ‘Heeft God gezegd dat je niet van de vruchten uit de tuin mag eten? ’ ‘Nee!’ antwoordde ze. ‘We mogen van alle bomen eten, behalve van de boom die ons leert wat goed en slecht is. Als we daarvan eten gaan we dood. ’ ‘Nee, hoor!’ zei Satan. ‘Dat gebeurt echt niet. Je wordt er juist net zo slim van als God!’ 17
Toen maakte de vrouw een grote fout. Ze keek naar de boom. De vrucht zag er heerlijk uit! Ze dacht aan wat Satan had gezegd: dat ze slim zou worden. De vrouw was ongehoorzaam. Ze nam een hap van de vrucht. Daarna nam Adam ook een hap. ‘s Avonds hoorden ze God roepen. Ze gaven geen antwoord. Ze verstopten zich tussen de bomen, want ze waren bang. God riep nog een keer: “Adam, wa ar ben je? ” “Ik heb me verstopt, ” antwoordde Adam eindelijk. “Ik ben bang voor U. ” “Waarom? Heb je soms van de vrucht gegeten die ik verboden had? ” vroeg God. Adam gaf zijn vrouw de schuld: “De vrouw heeft mij de vrucht gegeven, en ik heb er een hap van genomen. ” God vroeg aan de vrouw: “Heb je dat echt gedaan? ” “De slang heeft mij bedrogen en daarom heb ik het gedaan, ” zei ze. Wat een flauw excuus. Ze wilden geen schuld bekennen! DAG 4 Ongehoorzaamheid en straf Genesis 3 A dam en zijn vrouw kregen straf van God, omdat ze niet naar God maar naar de slang hadden geluisterd. God zei tegen de slang: “Vanaf nu zul je op je buik kruipen en stof eten. Jij en de vrouw en haar kinderen zullen vijanden zijn. Jij zult in hun hielen bijten, maar zij zullen jouw kop vertrappen. ” Daarna zei God tegen de vrouw: “Omdat je ongehoorzaam bent geweest, zul je veel pijn hebben als je kinderen geboren worden. ” Tegen Adam zei God: “Omdat je van de 18
verboden vrucht hebt gegeten, zul je heel je leven hard moeten werken op het land. Daarna zul je sterven. En dan zal je lichaam weer veranderen in stof, wa aruit Ik het gemaakt heb. ”Toen gaf Adam zijn vrouw een naam: Eva. Haar naam betekent: moeder van alle mensen die op de aarde zullen leven. Adam en Eva moesten de prachtige tuin verlaten. God was bang dat ze ook van de boom van het leven zouden eten en altijd zouden blijven leven en zondige n. God stuurde engelen met zwaarden om de ingang van de tuin en de boom te bewaken. DAG 5 De eerste moordenaar Genesis 4 E va kreeg twee zonen, Kaïn en Abel. Kaïn werd boer en Abel werd herder. Op een dag brachten ze God een offer. Kaïn gaf graan en fruit aan God. Abel offerde zijn mooiste dier. God was blij met het offer van Abel, maar het offer van Kaïn wilde Hij niet. Kaïn werd heel boos. “Waarom ben je zo boos? ” vroeg God aan Kaïn. “Als je goed doet, ben Ik ook blij met jou. Maar als je ongehoorzaam bent en zondigt, loopt het slecht met je af. ” Kaïn werd nog bozer op God en hij haatte Abel, omdat God Abels offer had aangenomen en dat van hem niet. Op een dag gingen de twee broers samen naar het veld. Daar sloeg Kaïn Abel dood. Toen riep God: “Kaïn, waar is je broer? ” 19
20 “Hoe moet ik dat weten? ” antwoordde Kaïn boos. “Moet ik de h ele tijd op hem letten? ” God ziet alles wat we doen. Hij wist dat Kaïn Abel had gedood. God zei: “Ik hoor het bloed van je broer naar Mij roepen. Je mag hier niet blijven wonen. Vanaf nu zul je over de aarde zwerven en je land zal nooit een goede oogst hebben. ” DAG 6 De man die met God wandelde Genesis 5 A dam leefde 930 jaar. Eva en hij kregen veel kinderen en kleinkinderen en achterkleinkinderen. Al snel woonden er heel veel mensen op de aarde. Eén van hen was Henoch. Henoch hield heel veel van God. In de Bijbel staat dat Henoch en God vrienden waren. Henoch was trouw en gehoorzaam en maak te God blij. Toen Henoch 365 jaar was, verdween hij ineens. God had hem weggenomen. We weten niet hoe dat gebeurd is. We weten alleen dat Henoch niet hoefde te sterven zoals andere mensen. Henoch had een zoon die Methuselem heette. Die werd wel 969 jaar oud. Hi j is de oudste mens die ooit heeft geleefd.
21
DAG 7 Een goede man in een slechte wereld Genesis 6 E r gingen vele jaren voorbij. De mensen werden slechter en slechter. Ze trokken zich niets van God aan en waren ongehoorzaam. God bleef hen waarschuwen, maar ze luisterden niet. Daarom werd God heel boos. Hij zei: “Ik ga i edereen uitroeien. Ik stuur een grote watervloed, die de hele aarde bedekt. Iede reen zal verdrinken. Alle mensen, dieren, slangen, vogels en insecten – iedereen. ” Maar er was één man die wel van God hield: Noach. God wilde Noach en zijn gezin redden. Daarom moest Noach een grote boot bouwen, zo hoog als een huis m et drie verdiepingen. Onder het dak moesten openingen komen voor het licht. De boot moest groot genoeg zijn voor Noach, zijn vrouw, zijn drie zonen, Sem, Cham en Jafet, en hun vrouwen. Ook moesten er heel veel dieren, vogels, reptielen en insecten in kunnen. In ieder geval twee van elke soort. DAG 8 Noach is gehoorzaam Genesis 7 N oach deed precies wat God van hem vroeg. Hij bouwde een boot, een grote ark, en maakte hem precies zo lang en breed en hoog als God had gezegd. Hij bouwde ongeveer honderd jaar aan de ark. Toen de ark klaar was, zei God dat Noach de dieren moest verzamelen en voor vele weken voedsel moest inladen. Noach 22
23
24 moest van sommige dieren één paar meenemen: een mannetje en een vr ouwtje. Van andere dieren moest hij zeven paar meenemen – sommige om op te eten e n andere om God een offer te brengen als ze de ark weer zouden verlaten. Noach gehoorzaamde God. Samen met zijn gezin en de dieren ging hij in de ark. En toen, een week later, kwam de grote vloed. Het regende zo hard en zo lang dat de hele aarde onder water kwam en de grote ark begon te drijven. Wie niet in de ark was verdronk – mannen, vrouwen, kinderen, dieren, vogels, reptielen en in secten. Maar Noach en zijn gezin hadden geluisterd naar de waarschuwingen van Go d. Zij zaten veilig in de ark en dreven op het water.
DAG 9 Een lange boottocht Genesis 8 M eer dan een maand bleef het regenen, maar Noach en zijn gezin zaten droo g in de boot. Ze waren vast blij dat ze naar God hadden geluisterd! Eindelijk stopte het met regenen en heel langzaam begon het water te zakken. Noach en zij n gezin hadden 150 dagen rondgedreven in de ark. Toen was het water zo ver gezakt dat de boot vastliep, ergens hoog op de berg Ararat. Noach ging nog niet uit de boot, maar bleef wachten totdat God zou zeggen dat het veilig genoeg was. Na 40 dagen liet Noach een raaf vrij. Die vloog heen en weer en bleef we g. Daarna liet hij een duif vrij. Maar de duif kon nergens rusten en kwam terug. Alles stond nog onder water. Na een week liet Noach de duif weer vrij. Deze keer kwam ze terug met een olijfblad in haar snavel. De toppen van de bomen kwamen dus al boven het water uit. Nog een week later liet Noach de duif weer wegvliegen. Deze keer kwam ze niet terug. Een paar weken later was de grond droog genoeg om over te lopen. Toen zei God: “Noach, het is tijd om de boot te verlaten. ” 25
26