Dit boekje behandelt een onderwerp dat nogal onbekend lijkt te zijn: berouw, inkeer, zelfoordeel, belijdenis, omkeer – wat is het belang ervan?
In de loop van de jaren zijn er vaak niet-gelovigen geweest die tot inkeer leken te komen. Ze leken in Christus te gaan geloven, maar na een tijdje bleek dat het maar van korte duur was geweest. Soms keerden die mensen zich daarna nog verder van God af dan vóór hun veronderstelde bekering. En ze hadden toch hun zonden beleden?! Wat ging er dan mis?
En meer dan eens begonnen gelovigen die goed verankerd waren in Gods Woord, plotseling de ernst van zonden te verzachten. Dan ging het bijvoorbeeld om hoererij, diefstal of leugens, die door henzelf, hun vrienden of hun kinderen waren begaan. Er werd niet meer gesproken over zonde, maar over ‘een foutje’ of ‘een misstap’.
De dader heeft ‘het spijt me!’ gezegd. En dat zou volgens medegelovigen genoeg moeten zijn voor de gemeente om ‘genade te bewijzen’ aan die persoon. En dat gebeurt dan – maar meer dan eens duurde het niet lang of de val in de zonde herhaalde zich. Ook dan komt de vraag op: wat is er mis?
Je ontdekt dan dat dit nauw verband houdt met onbegrip over berouw en bekering. Deze onwetendheid of onverschilligheid leidt tot een oppervlakkige en onbevredigende praktijk. Het brengt een verloren zondaar niet bij de eeuwige redding, en het help ook niet mee aan een echt herstel van een afgedwaald kind van God.
Wat is de oplossing? Laten we Gods Woord hiervoor openen!
Heeft u een vraag over dit boek: Een onberouwelijke omkeer van Ehw Luimes? Dan kunt u ons uw vraag sturen via het contactformulier of stuur een mail naar [email protected].
Wij zijn ook bereikbaar via Whatsapp! U kunt ons dus ook een appje sturen met uw vraag.