thema: Jezus leeft! Zondag voor Hemelvaartsdag Hij is waarlijk opgestaan! Lezen: 1 Korinthe 15:3-8 – Zingen: Psalm 145:2 ‘De Heere is echt opgestaan!’ Het is een paar weken geleden Pasen geweest, de dag waarop we eraan denken dat de Heere Jezus is opgestaan uit de dood. Toen heeft Hij de zonde, de dood, het graf en de duivel overwonnen. Vanaf de paasmorgen blijft de Heere Jezus nog veertig dagen op de aarde. Hij is in die dagen niet de hele tijd bij de discipelen, zoals voor Zijn lijden en sterven. Maar Hij komt wel regelmatig bij hen en bij andere gelovigen om zo te laten weten dat Hij echt is opgestaan uit de dood. Paulus noemt in 1 Korinthe 15 de namen van een heel aantal van deze mensen die de Heere Jezus hebben gezien na Zijn opstanding. Zij zijn ooggetuigen van het opstandingswonder. Waarom noemt Paulus deze mensen? Om zo te bewijzen dat de Heere Jezus echt uit het graf is opgestaan. Petrus, de elf discipelen, Jakobus, zij hebben de Heere Jezus allemaal na Zijn opstanding gezien. Maar ook vijfhonderd mensen die tegelijk Hem hebben gezien. Zij hebben vol blijdschap uitgeroepen: ‘De Heere is echt opgestaan!’ Ook jij mag het zeker weten: Jezus leeft! Vragen l Kun jij nog meer voorbeelden noemen van mensen aan wie de Heere Jezus verschenen is? l Wat heeft de Heere Jezus overwonnen toen Hij opstond uit de dood? l Begrijp jij waarom de christelijke kerk vanaf het begin de zondag als eerste dag van de week is gaan vieren?
thema: Jezus leeft! Maandag Ik ben het Zelf Lezen: Lukas 24:36-49 – Zingen: Psalm 21:4 Gisteren heb je gelezen dat Jezus na Zijn opstanding meerdere keren is verschenen aan Zijn dis - cipelen. In Lukas 24 wordt over een van deze verschijningen verteld. In Jeruzalem zijn de discipelen bij elkaar. De deur van het huis is op slot, zodat niemand binnen kan komen. Met elkaar praten ze over alles wat er die dag is gebeurd. Dan, plotseling, staat Jezus Zelf in het midden. Geen gesloten deur kan Hem tegenhouden. ‘Vrede zij met jullie’, klinkt Zijn stem. De discipelen schrikken, ze denken dat er een geest voor hen staat. Maar Jezus neemt hun angst weg: ‘Waarom zijn jullie bang?’ vraagt Hij. ‘Kijk naar Mijn handen en naar Mijn voeten. Raak Mij aan, Ik ben geen geest. Ik ben het Zelf.’ Langzaam verandert de angst van de discipelen in blijdschap. Ze kunnen het bijna niet geloven, maar ze krijgen nog een bewijs: Jezus eet vis en honing. Dan weten ze het zeker: Hij is het écht! Jezus legt uit aan de discipelen hoe al in het Oude Testament geschreven staat dat de Messias moest lijden en sterven en opstaan uit de dood. Alleen zo zijn er vergeving en nieuw leven voor wie in Hem gelooft. Dat is niet door mensen verzonnen, maar komt bij God vandaan. Daarom is het echt waar! Vragen l Waarom was de deur op slot? l Waarom zei de Heere Jezus dat Zijn discipelen naar Zijn handen en voeten moesten kijken? l Wat is het goede nieuws dat de discipelen mogen gaan vertellen?
thema: Jezus leeft! Dinsdag Jezus laat Zich nog een keer zien Lezen: Johannes 21:1-14 – Zingen: Psalm 136:4 ‘Ik ga vissen.’ Petrus staat op en loopt naar het vissersbootje bij de zee van Tiberias. De andere discipelen die erbij zijn, gaan met hem mee. De hele nacht zijn ze druk bezig met vissen, maar … ze vangen niets. Heel vroeg in de morgen zien ze een Man op de oever staan. ‘Kinderen, hebben jullie wat te eten?’ vraagt Hij. ‘Nee’, is het korte antwoord. De Man zegt: ‘Werp het net aan de andere kant van het schip en je zult wat vangen.’ De discipelen doen wat de Man zegt. Niet lang daarna kunnen ze het bijna niet meer trekken, zo veel vis zit erin. Wat een wonder hè? Johannes is de eerste die het begrijpt. Hij kijkt naar de Man op de oever. ‘Het is de Heere!’ zegt hij tegen Petrus. Als Petrus dat hoort, wil hij zo snel mogelijk bij Jezus zijn. Hij stapt overboord en gaat naar de kant. Als ook de andere discipelen aan land komen, nodigt de Heere Jezus hen uit om op het strand te eten. Niemand van hen vraagt Wie Hij is. Ze weten het allemaal: dit is Jezus, de opgestane Levensvorst! Ook na Zijn opstanding blijft Jezus Zichzelf bekendmaken aan Zijn discipelen. Hij wil dat ook jij Hem kent! Vragen l De discipelen visten een net vol, maar had Jezus dat nodig? l Jezus vroeg: ‘Kinderen, hebben jullie wat te eten?’ Waarom hadden de discipelen toen al kunnen weten dat het de Heere was? l Hoe kun jij de Heere Jezus (meer en meer) leren kennen?
thema: Jezus leeft! Woensdag Jezus’ opdracht Lezen: Mattheüs 28:16-20 – Zingen: Psalm 67:2 Als de Heere Jezus bij Zijn discipelen is, legt Hij steeds uit waarom Hij moest lijden en sterven. Hij heeft de schuld en straf op Zich genomen, om zo mensen te verlossen van hun zonden. Dat is een blijde boodschap voor de discipelen! Maar deze blijde boodschap mogen de discipelen niet voor zichzelf houden. Nee, de Heere Jezus geeft hun een opdracht. ‘Ga dan heen, onderwijs al de volken, en doop hen in de Naam van de Vader, en de Zoon en de Heilige Geest.’ De blijde boodschap van het Evangelie moet overal op de wereld worden verteld. Niet alleen aan Joden, maar ook aan heidenen. De Heere Jezus geeft bij de opdracht ook een belofte: ‘En zie, Ik ben met jullie al de dagen, tot de voleinding van de wereld.’ Mensen over Jezus vertellen is mooi werk, maar ook moeilijk werk. Dominees, zendelingen en evangelisten zijn hier elke dag mee bezig. Zij mogen weten dat ze niet alleen zijn, maar dat Jezus bij hen is, ook al is Hij nu in de hemel. Bid jij of God hen helpt bij hun werk? En vertel jij aan anderen Wie Jezus is? Dat kan moeilijk zijn, maar Hij wil jou erbij helpen. Ook jij mag weten dat je niet alleen bent! Vragen l Wat belooft Jezus aan Zijn discipelen? l Wat kun je doen voor dominees, zendelingen en evangelisten? l Heb jij weleens iemand over Jezus verteld? Ken je mensen in je omgeving die niet weten Wie Jezus is? Wat kun je doen?
thema: Jezus leeft! Donderdag Hemelvaart Lezen: Handelingen 1:4-12 – Zingen: Psalm 47:3 De Heere Jezus is samen met Zijn discipelen op de Olijfberg. Nog één keer staan ze bij elkaar. Na de paasmorgen is de Heere Jezus nog veertig dagen op de aarde geweest. Steeds heeft Hij Zich laten zien aan Zijn volgelingen. En elke keer dat Hij bij hen was, heeft Hij hun onderwijs gegeven. De Heere Jezus vertelde hun waarom Hij moest lijden en sterven. ‘Heere, wordt U dan nú onze Koning?’ vraagt een van de discipelen. Jezus schudt Zijn hoofd: Hij wordt geen aardse koning. ‘Ooit zal Ik Koning zijn over heel de wereld, maar wanneer dat is, weet alleen Mijn Vader. Wat Ik wel weet, is dat jullie de Heilige Geest zullen ontvangen. En daarna moeten jullie Mijn getuigen zijn. De goede boodschap van het Evangelie moet overal verteld worden: in Jeruzalem, in Judea en Samaria en tot aan het uiterste einde van de aarde.’ Als Jezus dat zegt, raken Zijn voeten los van de grond. Zegenend spreidt Hij Zijn ar - men uit. Hoger en hoger gaat Hij. De discipelen kijken Hem na totdat er een wolk voor schuift. Dan zien ze Hem niet meer. De Heere Jezus is opgevaren naar de hemel. Daar mag Hij zitten aan de rechterhand van Zijn Vader. Vragen l Op welke berg ontmoeten de discipelen de Heere Jezus? l Wat denken de discipelen? l Hoe zegent de Heere Jezus vandaag?
thema: Jezus zit aan Gods rechterhand Vrijdag Volhardend gebed Lezen: Handelingen 1:10-14 – Zingen: Psalm 24:4 Verwonderd staan de elf discipelen naar de lucht te staren. Ze hebben Jezus naar de hemel zien gaan. Plotseling klinkt er een stem: ‘Mannen van Galilea, waarom kijken jullie naar de hemel?’ Twee engelen staan bij hen. Zij leggen uit aan de discipelen wat er is gebeurd én wat er later zal gebeuren. ‘Deze Jezus, Die jullie net naar de hemel hebben zien gaan, zal op dezelfde manier terugkomen op de wolken van de hemel.’ Vol verwondering gaan de discipelen terug naar Jeruzalem. Hun Meester is in de hemel, en op een dag komt Hij terug! Jezus laat hen niet in de steek! Ze denken terug aan wat Hij heeft gezegd: ‘Ik ben bij jullie zolang de wereld bestaat.’ ‘Weet je nog dat Hij zei dat we in Jeruzalem moesten wachten op de Heilige Geest?’ zeggen ze. Daarom blijven ze bij elkaar, deze elf mannen. Samen met een paar vrouwen. Ze bidden volhardend om de uitstorting van de Heilige Geest. Dat betekent dat ze steeds blijven bidden om de komst van de Heilige Geest. Want Die zal komen, dat weten ze zeker! Ook jij mag bidden om de komst van de Heilige Geest. Jezus heeft beloofd dat God dat gebed altijd verhoort! Vragen l Wat zeggen de engelen tegen de discipelen? l Wat betekent het dat de discipelen volharden in het bidden en smeken? l Waar mag jij om bidden?
thema: Jezus zit aan Gods rechterhand Zaterdag De ereplek Lezen: Heidelbergse Catechismus, zondag 19 vraag & antwoord 50 – Zingen: Psalm 110:1 Als de Heere Jezus na Zijn Hemelvaart in de hemel is, mag Hij zitten aan Gods rechterhand. In de Bijbel betekent het zitten aan de rechterhand dat je zit op de plaats van eer en macht. Het is een ereplek. Waarom zou Hij die ereplaats hebben? Omdat Hij de Overwinnaar is over zonde en dood; over de duivel. Omdat Hij het werk dat Zijn Vader Hem gegeven had, helemaal heeft gedaan. Hem komt alle eer toe! De Heere Jezus zit aan de rechterhand van God. Daarmee laat God zien dat Jezus álle macht heeft. Hij is de Koning van hemel en aarde. Hij regeert vanuit de hemel alle dingen op deze aarde. Hij zorgt voor de mensen die bij Hem horen en beschermt hen. Hij houdt alles in Zijn hand. Als Koning zorgt Hij voor Zijn kerk. Ook al worden mensen die in Jezus geloven nu vaak vervolgd. En eens komt Hij terug en dan zal iedereen zien dat Hij dé Koning is. Dan maakt Hij een einde aan alle vervolging, aan al het lijden, aan al het onrecht. Voor Zijn vijanden is dat een bange dag. Voor iedereen die voor Hem als Koning buigt, is dat een blijde dag. Kijk jij uit naar die dag? Vragen l Waar zit de Heere Jezus in de hemel en wat is dat voor een plek? l Waarom heeft de Heere Jezus een ereplaats? l Wat gebeurt er als de Heere Jezus terugkomt? Verlang je daarnaar?