Inhoud Inleiding 11 Uitstraling 11 Reputatie 14 W isse tot 1920 16 Hagiografie 20 R eserves en respect 24 G een complete biografie 27 Episodes 29 1. E xodus uit de Gereformeerde Kerken (1920-1921) 33 1.1 P redikant te Driebergen 34 1.2 H et afscheid aangekondigd 35 1.3 A fscheidsspektakel 38 1.4 K erkelijk onweer 39 1.5 D e taal van Wisses verleden 43 1.5.1 E erste peilmoment: ijveren voor eenheid in Leiden (1903-1904) 44 1.5.2 T weede peilmoment: schriftelijke uitlatingen over de veronderstelde wedergeboorte 47 1.5.3 D erde peilmoment: beoordeling van het vertrek van ds. W. den Hengst (1914) 52 1.6 V erantwoording en verdediging 55 1.7 I ntocht in de Chr. Geref. Kerk 61 1.8 C hristelijk-gereformeerd en gereformeerd 65 1.9 D e rechterflank van de Gereformeerde Kerken 69 2. Dien aar van het Woord onder voorwaarden (1921-1928) 79 2.1 I ntrede in Arnhem: voordelen en voorwaarden 81 2.2 G roei en bloei 84 2.3 K erkelijke kronkelwegen 86
6 2.4 P lanning van vrije zondagen 89 2.5 H uisbezoek: praktijk en theorie 91 2.6 A fscheid van Arnhem 94 2.7 O vergang naar Utrecht 97 2.8 M et het hoofd in Apeldoorn 99 3. I magobuilding (1921-1928) 107 3.1 I n de breedte van het kerkelijke leven 108 3.2 S preker en schrijver 112 3.3 R eformatorische kracht 116 3.4 I nterkerkelijke contacten en progressieve neigingen 120 4. V oetangels en klemmen op weg naar Apeldoorn (1921-1928) 127 4.1 V erstoorde verhoudingen met ambtgenoten 127 4.2 S panning tussen progressiviteit en ‘heilig conservatisme’ 129 4.2.1 W isse en Geelkerken: verwantschap en waardering 130 4.2.2 D e toneelkwestie aan de Vrije Universiteit 133 4.2.3 D e paradijsslang 136 4.2.4 T eleurstelling over Wisses opstelling 137 4.3 M anoeuvres in een politiek mijnenveld 142 4.3.1 Antipapisme 145 4.3.2 Anticoalitiepolitiek 149 4.3.3 A fstand tot de SGP 151 4.3.4 K rachtmeting op de classis Apeldoorn 154 4.3.5 C onflictbemiddeling in Utrecht 158 4.3.6 K ritiek zonder keuze 161 4.4 V erhouding tot de Gereformeerde Gemeenten 165 4.4.1 P leidooien voor fusie 166 4.4.2 G ereserveerde tonen 169 4.4.3 A ansluiting bij de hoofdstroom 172 4.5 B eschuldigd van overspel 174
7 4.5.1 Huwelijkscrisis 175 4.5.2 K erkelijke doofpot 181 5. V an katheder naar kansel (1928-1936) 193 5.1 C onnecties met de Theologische School 195 5.2 V an een ‘overgegeven’ naar een gedeeld hart 198 5.3 H et hooglerarencorps: een verdeeld viermanschap 203 5.4 H et incasseringsvermogen van de curatoren 208 5.5 Onr ust in de kerken 212 5.6 D e affaire-Vroegindeweij 216 5.7 On tknoping 226 6. W eer dominee Predikant ván Amsterdam en té Middelburg (1936-1946) 235 6.1 U it de put gepreekt? 236 6.2 G roei van de gemeente? 238 6.3 O pnieuw eigengereid 241 6.4 E euwige verhuizer 245 6.5 P redikant te Middelburg 250 6.6 P romotor van de rechtse richting in de Chr. Geref. Kerk 255 6.7 A fscheid als dienstdoend predikant 261 7. ‘ Wisse was een misse’ V oorganger in bezettingstijd (1940-1946) 265 7.1 W ereldbeschouwingen in apocalyptisch licht 267 7.2 H et mindere kwaad 269 7.3 H et oordeel aangezegd 271 7.4 H et oordeel gekomen 276 7.5 N ieuwe machthebbers 277 7.5.1 On trouw aan Oranje 278 7.5.2 S ympathie voor de nieuwe orde 280 7.5.3 O proepen tot gehoorzaamheid 285
8 7.6 D e NSB naar de mond gepreekt 289 7.7 A dvocaat van de duivel? 291 7.8 B roeders en vrienden 295 7.9 V ertroebelde blik 298 7.10 D e overgave van Middelburg 302 7.11 I n de vuurlinie 308 8. O ecumenicus (1945-1957) 321 8.1 Sa menleving en kerk 323 8.2 Z elfbewustzijn en roepingsbesef 326 8.3 I nterkerkelijke contacten 329 8.3.1 U itgangspunten 330 8.3.2 D e Geref. Kerken (vrijgemaakt) 331 8.3.3 D e Geref. Gemeenten (in Nederland) 336 8.4 D ogmatisch relativeren 343 9. I nspirator van Bewaar het Pand (1945-1957) 349 9.1 M iddelpuntvliedende krachten 349 9.2 V eeleisende vrije voorgangers 354 9.3 B emiddelaar en samenbinder 356 9.4 J ubileumjaar - crisisjaar 362 9.5 W egen naar de toekomst 367 9.6 O p de generale synode van 1953 373 9.7 D e kanselboodschap 378 9.8 S ynode van stilstand 382 9.9 P yrrusoverwinning 386 9.10 M an met drie gezichten 390 9.11 Emig ratie als twistappel 395 9.12 ‘ Onze mannen’ en ‘de tegenstanders’ 401 9.13 A an de vooravond van de synode van 1956 403 9.14 O uderling honoris causa 405 9.15 O p de synode van 1956 408 9.16 C ontinue combinatie 413
9 10. Opa en kleinzoon D e mens achter de publieke persoonlijkheid 421 10.1 D e verloren zoon 421 10.2 H itler Jugend 425 10.3 V eluws onderduikadres 427 10.4 O pgepakt 429 10.5 B ond der bonden 432 10.6 D e weggekuste bloem 434 W ie wás Wisse? 437 Persoonlijkheid 440 Eig entijdse kritiek 452 P ositie en betekenis 455 B ijlage. ‘Liever te streng dan te slap!’ Een brief van prof. G. Wisse over de zondag – en over zichzelf 461 G ebruikte afkortingen 473 G eraadpleegde archieven 474 M ondelinge bronnen 477 G eciteerde literatuur 477 R egister van persoonsnamen 494
11 Inleiding De kleurrijke en veelzijdige figuur van professor Gerard Wisse (1873-1957). Over hem gaat dit boek. Nu geniet deze man vooral in bevindelijk-gereformeerde kringen bekendheid, maar nog geruime tijd nadat hij de laatste adem uitblies, was dat heel anders. Wisse had talloze aanhangers en bewonderaars. Van hem is wel gezegd dat aan hem ‘niets alledaags’ was. Tot ver buiten eigen kring genoot hij (van zijn) uitstraling. Uitstraling Die reputatie dankte hij aan de 100 boeken die hij schreef, maar meer nog aan de 10.000 redevoeringen die hij hield. Wisse was een echte volksredenaar, die zijn publiek in sensatie wist te brengen. Toen theologiestudent Simon van der Molen na een tijdrede van Wisse in Den Haag samen met zijn toekomstige zwager het kerkge- bouw verliet, greep deze hem bij de mouw en riep verbaasd uit: ‘De trams rijden nog!’ Voor hem had de tijd stilgestaan. Zó kon Wisse zijn ‘geachte toehoorders’ biologeren. 1 Dat deed hij door van zijn optreden een echte happening te maken. 2 Deels voerde hij een show op, maar het pakkende hiervan zat ook in de inhoud. Sprekers van kaliber erkenden dat de genialiteit er in zijn gesproken woord van af vonkte. 3 ‘Zeldzaam origineel’, vond de hervormd-gereformeerde ds. Jac. van Dijk. 4 Volgens communicatiedeskundige Anne van der Meiden bezat hij een onwaarschijnlijk retorisch talent. 5 Terecht is gewezen op Wisses oorspronkelijke en frisse taalgebruik en soms 1. Mededeling van zoon Henk van der Molen. 2. Zo typeerde ds. E.F. Vergunst (1927-2017) in een telefoongesprek met mij de tijdredes die hij meemaakte. 3. W. Kremer, ‘Prof. G. Wisse als homileet’, Homiletica 17 (1958) nr. 1, 3-7, aldaar 3. 4. Het nooit verloren vergezicht, Nijkerk 1983, 41. 5. Mededeling A. van der Meiden.
12 meeslepende stijl. 6 Wisse zocht naar opvallend spraakgebruik. Ooit vertelde hij dat hij nooit moeite had gepaste woorden te vinden, ‘wel om van de gepaste woorden de beste te vinden’. 7 Daar slaagde hij overigens niet altijd in. Het resulteerde soms in quasinederige formuleringen, zoals de ondertekening van een open brief met ‘uw toegenegen student in de homiletiek’. 8 Wisse pakte zijn hoorders met creatieve associaties. Zo ging hij ooit in op een bezoek van koningin Wilhelmina aan de Amsterdam- se Jordaan, toen een volksbuurt, waarbij de bewoners de paarden van de koets hadden uitgespannen en deze zelf voorttrokken. Onder de indruk hiervan riep Wisse uit: ‘O, die Jordaan... wat zijn er vele afvalligen in die oude volksbuurt van Amsterdam... maar er zullen ook nog getrouwen zijn, die behoren tot de schare, die niemand tel- len kan. Van één mensch, die uit de Jordaan kwam, weet ik het héél zeker: van... Naäman de Syriër!’ 9 In rake bewoordingen werkte Wisse op het gemoed van zijn hoor - ders. Dat deed hij bijvoorbeeld in een preek over Judas, die vond dat de armen beter af zouden zijn geweest met wat de fles zalf die een vrouw over Jezus’ voeten liet leeglopen, had gekost. Wisse wees op de gewenste milddadigheid voor de armen en de zending. Soms ontbrak het daaraan: ‘Dan is het rechtzinnig, maar óók recht zui- nig!’ 10 In 1921 riep hij een apocalyptisch beeld op. Abraham Hellen- broek had eeuwen geleden aangekondigd dat tegen het naderende wereldeinde Rome nog eenmaal grote macht zou uitoefenen, en wel als bondgenoot van een wereldwijde stroming die niet uit God is. 11 6. A. Baars, ‘Ter inleiding’ in een heruitgave van De heilsfeiten. Van advent tot pinkstertriumf, Kampen 2007, 5-24, aldaar 23-24. 7. Herinnering W.J. Caspers in P. van Midden, De jeugd van vroeger. Herinneringen aan honderd jaar gereformeerd Driebergen, Driebergen 1987, 6. 8. DW 26 november 1943. 9. Geciteerd door L. Floor in RD 24 februari 1998; vgl. Ben van Kaam en Anne van der Meiden, De dominee gaat voorbij. Familiealbum van driekwarteeuw protestants leven in Nederland , Bilthoven 1974, 156. 10. Preek over Joh. 12:1-8, 28 februari 1943, aantekeningen mw. Dentz, schrift II. 11. De Roomsche processies , Utrecht 1921, 13.
13 Wisse maakte deze opvatting niet ronduit tot de zijne, maar hij had het toch maar gezegd. De hoorder voelt de dreiging. Wisse kon dat knap oproepen. Overigens was dat meer dan effectbejag: hij maakte zich echt heel druk over de krachtsontplooiing van ‘Rome’.Vermaard is de manier waarop Wisse collectes voor goede doelen aanprees. Eens promootte hij in Amsterdam-Oost een collecte door een briefje van 100 gulden omhoog te houden en zo de mensen aan te sporen om veel geld in het zakje te doen. 12 Toen een soldaat ten onrechte gevangen was gezet, riep hij zijn hoorders op door middel van de collectezak een bombardement van guldens en rijksdaalders uit te voeren op diens gevangenis. 13 Wisse sorteerde hiermee effect. Mensen keerden hun portemonnees binnenstebuiten. Er werden zelfs sieraden op de offerschalen gelegd. 14 De macht van zijn woord maakte dat velen hem op handen droe- 12. Mededeling D. Meijer, overgeleverd via A.J. Molenaar. 13. Het ging om een protestantse Spaanse soldaat, DW 3 augustus 1951. 14. W.C.F. Scheps in Kerknieuws 29 november 1957, 294. Wisse op de kansel van de chr.geref. kerk in Utrecht
14 gen. ‘Van Wisse kan men mij geen kwaad vertellen’, noteerde Van Dijk daarom. 15 Toen het schip waarmee Wisse in 1933 op weg ging naar Indië nog even een korte stop maakte in IJmuiden, liep de ge- meente daar uit om hem vanaf de kade heel Psalm 121 toe te zingen. ‘Onder eindeloos gewuif voeren we weg’, verhaalde hij er zelf van. 16 Reputatie Talloos vaak zijn Wisses geschriften herdrukt, 17 soms voorzien van inleidende woorden die de waardering voor zijn bijdragen bedoelen te vergroten. In een inleidend woord op de uitgave van Wisses ho- miletiekcolleges kwalificeerde ds. G.A. Zijderveld (1919-1992) hem als een godsgeschenk aan de kerk in Nederland. Het deerde daarbij niet dat hij zelf inmiddels een kerkelijke grens was overgestoken, want Wisse, ‘de grootste kanselredenaar van de 20 e eeuw’, was ‘de oecumenische prediker voor de hele Nederlandse kerk’. 18 In een in- leiding op in 2011 nieuw uitgegeven preken van Wisse drukte prof. A. Baars waardering voor hem uit. 19 De Goede Vrijdag editie 2018 van het Reformatorisch Dagblad opende met een citaat uit Wisses werk, gevólgd door uitspraken van gereformeerd-puriteinse grootheden als Johannes Calvijn, Thomas Boston en Robert M. M’Cheyne. De introducties van biograaf ds. H. van der Ham op zijn heruitgaven van Wisses werk verheerlij- 15. Het nooit verloren vergezicht, 41-42. 16. DW 9 juni 1933. 17. De heruitgaven beperken zich niet tot geschriften. Van der Ham en M. van der Sluys hebben ook een selectie uit de pastorale brieven in De Wekker, inhoudelijk herschikt naar pastorale thema’s gepubliceerd: Pastorale brieven rond de heilsfeiten van een oude Doornse oefenaar en Pastorale brieven rond geloofsvragen, Zwijndrecht 2011 en 2013. De oorspronke- lijke brieven zijn ontdaan van hun karakter van gelegenheidsgeschrift en van de historische informatie erin. Als ‘geschenkboekje’ werd in 2019 uitgegeven Genodigd tot de bruiloft. Drie preken rond het heilig avondmaal , Apeldoorn 2019. 18. ‘Woord vooraf ’ in: Homiletiek , Kampen 1980, 5-6. 19. ‘Wisse als prediker en homileet’ in: G. Wisse, Vrije genade. Een selectie uit zijn preken (bezorgd door H. van der Ham en M. van der Sluys), Apeldoorn 2010, 36. Vgl. Baars’ ‘De eenvoudige Heidelberger...!’ Een korte geschiedenis van de catechismuspreek in Nederland, Apeldoorn 2012, 48, eerder in ‘Ter inleiding’, 5.
15 ken hem. Dit vond ook weerklank. Zo noemde ds. B. de Romph de hoogleraar niet alleen ‘een kanselredenaar van ongeëvenaarde grootte’, maar ook een ‘grote in Gods Koninkrijk’. 20 Een herden- kingsuitgave van de Spaanse Evangelische Zending eerde hem als ‘een grote man Gods’. 21 In bevindelijk-gereformeerde kring hebben Wisses woorden nog altijd profetische kracht en staat zijn boodschap als een rots in de branding van het wisselend getij aan opvattingen. Vaak citeren be- vindelijk-gereformeerde predikanten hem. In de Gereformeerde Gemeenten is het – los van het lezen van de ‘oudvaders’ – not done om in erediensten preken te lezen van buiten het kerkverband; voor Wisse maakt men een uitzondering. 22 De Staatkundig Gereformeer - de Partij claimt hem als geestelijk leidsman, waarbij de geschiedenis omgebogen wordt. Ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van de partij zagen in 2018 enkele bundels redevoeringen het licht, waarin ook een hertaling van de Tijdrede over de hedendaagsche wereldge- beurtenissen is opgenomen. Dit referaat heeft Wisse, toen nog pre- dikant in de Gereformeerde Kerken, verschillende keren gehouden in de winter van 1917-1918 en ging een maand na de oprichting van de SGP naar de drukker. Ten onrechte is boven deze hertaling ge- noteerd ‘Tijdrede SGP’. Bovendien was Wisse, zoals ik verderop laat zien, toen in woord en daad nog helemaal geen SGP’er. 23 Mijn doel met deze publicatie is de feiten rond Wisse terug te halen, met soms als resultaat dat mythevorming doorbroken wordt. 20. Recensie van de tweede druk van Van der Hams boek in RD 20 juni 1996. 21. En het Woord Gods wies. Uitgave ter herdenking van 25 jaar evangelisatie arbeid in Spanje door de Spaanse Evangelische Zending, z.p. z.j. [1974], 23, 38. 22. J. Mastenbroek, ‘De Doornse oefenaar’, Oude Paden 1 maart 2008, 29-39, aldaar 30. 23. Ten onrechte dateert de samensteller de rede ook in 1919. Zie Wisses woord vooraf in zijn Tijdrede . De heruitgave, in deel I voorzien van een woord vooraf van de tweede voor- zitter van de partij, is als ‘Het gezicht van de vier paarden. Tijdrede SGP over Openbaring 6:1-8’ opgenomen in Verheft de banier II, Goes 2018, 7-26. Zie hoofdstuk 4.3 over Wisses verhouding tot de SGP.
16 Wisse tot 1920 Decennialang was de vraag wie Wisse was in Nederland een overbo- dige. De tijd dat hij voor talloze kerkmensen een begrip was, is voor- bij. Nu de focus in dit boek bovendien ligt op zijn leven vanaf 1920, zij het met allerlei flashbacks , is een korte schets tot die tijd wenselijk. 24 Gerard Wisse wordt op 24 maart 1873 geboren als oudste zoon van Gerhardus Wisse en Adriana Maria Bonardt. Hij heeft twee jon- gere broers, die hij beiden overleeft: Johannes Jacobus (1878-1946) en Jacobus (1888-1952). 25 Zijn vader heeft een kruidenierswinkel in Middelburg, waarin Gerard meewerkt. Zijn hart ligt hier echter niet. Kerk en maatschappij oefenen veel grotere aantrekkingskracht uit. Wanneer een rijke weduwe hem financieel wil steunen, grijpt 24. Eerdere schetsen: J. van Genderen in Christelijke Encyclopedie VI, 639; W.M. Stougie in BLGNP IV, 453-455. 25. T.N. Schelhaas e.a., De afgescheidenen van 1834 en hun nageslacht, Kampen 1984, 599- 600. Wisse op het omslag van uitgegeven SGP-tijdredes
17 hij met beide handen de kans aan om vanaf 1892 in Kampen aan de Theologische School van de Gereformeerde Kerken de (voor) opleiding tot predikant te volgen. Wisse wordt hier gegrepen door het neocalvinisme van Abraham Kuyper en Herman Bavinck, die in deze jaren hun Encyclopaedie der Heilige Godgeleerdheid en Gere- formeerde Dogmatiek publiceren. Kuyper maakt als vormer van een volksdeel naam in de Nederlandse geschiedenis. Hij richt het dag- blad De Standaard (1872), de Antirevolutionaire Partij (1879) en de Vrije Universiteit (1880) op. Het zwaartepunt van zijn leven verlegt zich steeds meer naar de politiek. Van 1901 tot 1905 is hij minis- ter-president. Bavinck ontwikkelt zich, zonder zijn zelfstandigheid te verliezen, tot zijn rechterhand. Ook de jonge Wisse laat zich graag meenemen in dit nationale neocalvinistische reveil. Tegelijk blijft bij hem merkbaar dat hij is opgegroeid in een gemeente die oorspron- kelijk deel uitmaakte van de afgescheiden traditie van de kruisgezin- den, waar een sterk bevindelijk klimaat heerste. 26 Dertig jaar lang is Wisses kerkelijke context die van de Gere- formeerde Kerken in Nederland, die na een decennialang Samen- op-Weg-proces in 2004 opgingen in de Protestantse Kerk. Als hij in 1892 naar Kampen gaat, is die zomer net de Vereniging van de Christelijke Gereformeerde Kerk met de Nederduits Gereformeerde Kerken beklonken. 27 Dit was de tweede grote kerkvereniging van de negentiende eeuw. De eerste, in 1869, leidde tot de vorming van de Chr. Geref. Kerk. Dit kerkverband ging in gesprek met de Neder - duits Gereformeerde Kerken, die vanaf 1886 ontstonden als gevolg van een nieuwe uitstroom uit de Hervormde Kerk, de Doleantie on- der leiding van Kuyper. 28 26. Zie voor de context waarin Wisse groot wordt: Jaap van Gelderen, ‘Middelburg in voor- bije dagen. De visie van Pier de Kruijter (1845-1928)’ in: Idem e.a. (red.), Cruut-hof. Opstel- len voor Kees de Kruijter, Kampen 2001, 203-222. 27. Zie L.J. Wolthuis e.a. (red.), De Vereniging van 1892 en haar geschiedenis, Kampen 1992. 28. Vgl. naast diverse overzichtswerken vooral W. Bakker e.a. (red.), De Doleantie van 1886 en haar geschiedenis, Kampen 1986.