Inhoud Woord vooraf ........................................................... 7 1 De bijbelse fundering van de zending .................... 13 2 Van Jeruzalem naar de hele wereld ........................ 33 3 Het Evangelie in Europa van 500-1050 ................... 55 4 De zending in de Middeleeuwen ............................ 70 5 Zending in de tijd van de Reformatie .................... 86 6 Zending in de zeventiende en achttiende eeuw ... 101 7 De negentiende eeuw: bloeitijd van de protestantse zending .............................................. 117 8 De twintigste eeuw: van Edinburgh tot digitale zending ................................................................... 135 9 Zending in de eenentwintigste eeuw ................... 156 10 Vrouwen in de zending .......................................... 165 11 Het christendom te midden van de wereld- godsdiensten .......................................................... 182 12 Lichtdragers ............................................................ 190 13 Overwegingen bij het thema zending ................. 207 Literatuur ............................................................... 219 Binnenwerk En zij volgen het lichtend spoor_Binnenwerk Hulde aan de... 17-04-19 12:06 Pagina 5
Woord vooraf H et christendom is wereldwijd de godsdienst met de meeste aanhangers. De schatting is dat ongeveer 30 procent van de wereldbevolking christen is. Aanhangers van het christelijk geloof zijn in gehoorzaamheid aan het bevel van Jezus Christus, vanaf de uitstorting van de Heilige Geest op de Pinksterdag in Jeruzalem, eigen landsgrenzen overgestoken om de christelijke boodschap – het Evangelie – overal bekend te maken. Het chris- tendom is zodoende een missionaire godsdienst. Het christe- lijk geloof belijden en het geloof verder doorvertellen zijn onlos- makelijk met elkaar verbonden. Dit boekje geeft een bescheiden overzicht van de geschiedenis van de christelijke zending. Het is geschreven voor iedereen die het werk van God in deze wereld een warm hart toedraagt. Betrokken leden van de christelijke gemeente die meer willen weten over het werk van God eeuwen geleden en wat er nu in de wereld van de zending plaatsvindt, vinden hier veel van de spo- ren die God door het werk van zendelingen getrokken heeft. J.H. Bavinck merkt op dat de kerk in de loop van de eeuwen het bevel, haar van Christus gegeven, meermalen schromelijk ver- waarloosd heeft. Maar ook zegt hij dat de geschiedenis van de zending behoort tot de ‘aller schoonste van de geschiedenis van de laatste eeuwen’. De levens van mannen en vrouwen die door Christus geleid zijn en die hun leven in de liefdevolle dienst van 7 Binnenwerk En zij volgen het lichtend spoor_Binnenwerk Hulde aan de... 17-04-19 12:06 Pagina 7
Hem besteed hebben, geven hiervan een sprekend voorbeeld. Tot vandaag roepen de namen van zendingsmensen als David Livingstone, Ludwig Nommensen, Amy Carmichael, Lilias Trotter, Charles Studd, Isobel Kuhn en vele anderen ons op om, in overgave aan Christus, zelf ook na te denken over onze plaats en ons werk binnen de gemeente van Christus. Lange tijd was zendingswerk vooral een roeping van enkele personen. Mensen werden uitgezonden door een gemeente, veelal in samenwer- king met een zendingsorganisatie. Vanuit de gemeenten werden zij gesteund om op die manier aan verre volken het Evangelie te verkondigen. Deze uitzendingen vinden nog steeds plaats. Maar inmiddels zijn die ‘verre volken’ dichterbij gekomen, onder meer als gevolg van de grote stromen vluchtelingen uit Afrika en verscheidene andere landen. In vele steden in ons land zijn internationale kerken. Daarnaast is de maatschappelijke discus- sie ook binnen de kerken ontstaan of je anderen wel mag/moet overhalen om een ander geloof te gaan belijden. Dit boek zal hopelijk stimuleren om verder na te denken over wat er in de geschiedenis van de zending gebeurd is. Dat is ver- rijkend voor ons geestelijke leven. Kennis van deze geschiedenis geeft ons de context en het inzicht om kritisch naar onze kerken en onze christelijke gemeenschappen en ook naar onszelf te kij- ken. Een geschiedenis van de zending kan nooit helemaal volledig zijn. In een van de toespraken die Graaf Ludwig von Zinzendorf in 1746 gehouden heeft op Slot Zeist, heeft hij het volgende hier- over gezegd: Om een doorlopende keten te laten zien van de zicht- bare stand van de kerk zal niet gelukken. Er zullen altijd enige schakels ontbreken. Steeds zal er zijn ons ‘waar- om’ en ons ‘hoe’. Maar de onzichtbare keten is volledig. Wij zijn ononderbroken, maar wanneer wij de door- 8 Binnenwerk En zij volgen het lichtend spoor_Binnenwerk Hulde aan de... 17-04-19 12:06 Pagina 8
gaande lijn te pakken willen krijgen, dan tasten we ernaast; maar zodra wij op de Heiland zien, dan is er geen nood. Hij heeft in Zijn doorboorde handen de gehele kerk, vanaf de schepping tot aan het kruis en vanaf het kruis tot aan Zijn openbaring heeft Hij alles in Zijn hand. En wie zal weten, wat Hij in de andere hand heeft? Voor onze generatie wil deze uitgave verduidelijken hoe het Evangelie de afgelopen twee millennia de wereld is overgegaan, wie erbij betrokken zijn geweest, welke offers mannen en vrou- wen gebracht hebben en hoe in de eenentwintigste eeuw het Woord van God aan het woord komt en bij de mensen gebracht wordt. Het kennen van Gods grote daden in het verleden en het geloof dat Hij vandaag Dezelfde is, geeft inspiratie en moed om in onze eenentwintigste eeuw gehoor te geven aan de laatste opdracht van Christus aan Zijn discipelen voor Zijn hemelvaart. Gedurende vele jaren is op de cursus Theologische Vorming Gemeenteleden voor het vak Missiologie het boekje over de geschiedenis van de zending van drs. J.J. Tigchelaar gebruikt. Op zijn verzoek en dat van anderen om het geheel te herschrij- ven heb ik dit boekje geschreven. Ik heb mijzelf beperkingen moeten opleggen. Direct komt dan de vraag: wat schrijf je op en wat laat je achterwege? Het kan niet anders of de keuzes die zijn gemaakt, zijn persoonlijk gekleurd. Boeiend voor mij zijn de levensgeschiedenissen van de mannen en vrouwen die zijn uit- gegaan in de opdracht van Christus. Om de boodschappers van het Evangelie dicht bij de lezer te brengen is aan het eind van een aantal hoofdstukken een korte biografie van een (on)bekende zendeling(e) opgenomen. Bewust is ervoor gekozen om wetenschappelijke termen zo veel mogelijk te vermijden en om de leesbaarheid te vergroten is afgezien van voetnoten. Achter in het boek is een beknopte lite- ratuurlijst opgenomen. 9 Binnenwerk En zij volgen het lichtend spoor_Binnenwerk Hulde aan de... 17-04-19 12:06 Pagina 9
‘Maar de goedertierenheid van de heereis van eeuwigheid en tot eeuwigheid over wie Hem vrezen.’ Deze woorden uit Psalm 103:17 hebben mij aangezet tot het schrijven van dit boek. Het vertelt hoe al vele honderden jaren lang het Woord van Gods goedertierenheid en genade tot de volken in deze wereld is gekomen. Vanaf het begin van de Bijbel tot nu komt de stem van God hoorbaar tot de mensen, die leven als bloemen. Ze bloeien voor een ogenblik en dan sterven ze af. Nu komt door de stem van God in het leven van de mensen een licht. Dit gebeurt waar het kruis van onze Heere Jezus door de mond van Zijn getuigen hoog oplicht. Leven uit de dood, licht in het duister van het zondeleven van de volken. Christus is de Hoop en het Leven. Hij heeft het enige reddende woord en geeft troost en houvast voor volken op deze wereld met hun vragen over leven, dood, lijden en verlossing. Gods stem wordt op een bijzondere wijze door hen gehoord die Hem liefhebben, de stem die zegt: ‘Gaat heen …’ En zij volgen het spoor dat het Lam van God, Christus, door deze wereld trekt. De titel van dit boek is genomen uit de nieuwe berijming van Psalm 103:7, waar staat: Zijn heil omsluit de komende geslachten; zo volgen zij die Zijn verbond betrachten, van zijn barmhartigheid het lichtend spoor. Het is voor mijn vrouw en mij een groot voorrecht in ons leven geweest dat wij deel hebben mogen uitmaken – hoe klein ook – van deze grote, in de wereld uitgaande beweging, om te wonen en te werken onder hen die het Evangelie van onze Heere Jezus zo nodig hebben. Het jaar in het zendingshuis in Oegstgeest, waar wij met ons gezin verbleven om ons voor te bereiden op ons toekomstige werk in Afrika, was een tijd van leren en afle- ren, contacten leggen en luisteren, maar vooral een tijd om met elkaar te zingen ‘van grote dingen’, die God in deze wereld doet. 10 Binnenwerk En zij volgen het lichtend spoor_Binnenwerk Hulde aan de... 17-04-19 12:06 Pagina 10
Heel goed kan ik inkomen in de opmerking van een zendeling: ‘ Wanneer er vreugde op deze aarde is, dan is het wel het ont- vangen van de vertroostingen die God geeft in het werk om anderen tot Christus te brengen.’ De deelnemers van de cursus Theologische Vorming Gemeente- leden te Harderwijk dank ik voor de ‘feedback’ die zij gegeven hebben tijdens de lesuren. Enkele collega’s, ds. J.J. Tigchelaar (Putten), ds. J.E. de Groot (Ede) en ds. J.J. ten Brinke (Oud- Beijerland), dank ik voor de aanwijzingen die zij gegeven hebben. Een bijzonder woord van dank aan mijn zwager ds. A. Visser – werkzaam voor de gzbin Zimbabwe – die het hele manuscript nauwgezet heeft doorgenomen en van belangwekkende opmer- kingen heeft voorzien. Mijn verlangen is dat dit boek een gids is om in deze complexe en bij tijden voor ons zo verwarrende wereld het lichtend spoor van God te zien. Harderwijk, Anno Domini 21 augustus 2018 11 Binnenwerk En zij volgen het lichtend spoor_Binnenwerk Hulde aan de... 17-04-19 12:06 Pagina 11
De bijbelse fundering van de zending De verkondiging van het Evangelie aan de heidenen be- tekent altijd weer een vernieuwd appèl op het hart van Israël. Met het heil voor de volken bedoelt God ook het heil voor Israël. J.P. Versteeg Inleiding Lukas 2:1-20 laat ons in kort bestek zien hoe God in deze wereld Zijn werk uitvoert. Drie keer lezen wij: ‘En het geschiedde …’ (vs. 1,6,15) en dan zien wij drie keer de hand van God bij wat er gebeurt. Vers 1-5: ‘En het geschiedde …’ Keizer Augustus, die zich godde- lijke macht aanmatigt, beheerst het wereldtoneel. Op zijn bevel lopen mensenmassa’s over de wegen om zich in te schrijven in de plaats waar hun voorouders vandaan kwamen. Allemaal van- wege de grootheid van de keizer en om zijn machts- en geld- honger te stillen. Er is overal verwarring en chaos en mensen- massa’s lopen kriskras door elkaar. Het machtige Rome wordt niet genoemd, maar wel het onaanzienlijke Nazareth. In een tijd waarin velen door alle verwarring de weg kwijt zijn, lopen Jozef 13 1 Binnenwerk En zij volgen het lichtend spoor_Binnenwerk Hulde aan de... 17-04-19 12:06 Pagina 13
en Maria op de rechte weg van Nazareth naar Bethlehem, waar de beloofde Verlosser geboren zal worden. Vers 6-14: ‘En het geschiedde …’ De Zoon van God als een baby in de kribbe. Gods glorie in het kleine uitgestald. Dit Kind is de Verlosser van de wereld. Voor de wereld die in het boze ligt is dit Kind, Jezus Christus, gekomen. Het zijn herders die van God uit de hemel de bijzondere boodschap horen: ‘Ik verkondig u grote blijdschap, die voor heel het volk wezen zal’ (vs. 10). Keizer Augustus brengt de angst, maar Jezus Christus brengt de vreugde. Vers 15-21: ‘En het geschiedde …’ De herders komen en aanbid- den Hem. God verheerlijkende en vol van alles wat ze gezien en gehoord hebben, gaan ze terug om het aan iedereen te vertellen. Herders en even later ook vissers gaan eropuit om mensen van Jezus te vertellen. In het bijbelboek Handelingen zullen deze getuigen tot ver over de grenzen heen dit mooie nieuws vertel- len. Tot in het hart van het toenmalige grote keizerrijk, Rome. En dit gaat door, de eeuwen door, tot op vandaag. Gewone mensen, vissers, verpleegkundigen, evangelisten, bijbelvertalers, docen- ten, predikanten, huisvrouwen en vele anderen reizen tot het einde van de aarde in dienst van Gods zending om het blijde nieuws van Jezus te verkondigen. Het werk van zending gaat door totdat het klinkt: ‘Het is geschied’, en Christus Jezus op de wolken van de hemel komt om de volle zendingsoogst binnen te halen. De zending in het Oude Testament ‘Het was maar een klein groepje van elf mannen dat van Jezus de opdracht kreeg om Zijn werk voort te zetten en het Evangelie te brengen aan de hele wereld.’ Zo begint Michael Green zijn boek Evangelie-verkondiging in de eerste eeuwen. Toch waren het niet de elf discipelen en met hen vele anderen die het zendingswerk 14 Binnenwerk En zij volgen het lichtend spoor_Binnenwerk Hulde aan de... 17-04-19 12:06 Pagina 14
begonnen. Het initiatief om zendingswerk te doen ligt niet bij ons mensen, maar ligt bij God. Zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament wordt getuigd van Gods genadige ingrijpen en Zijn oproep tot zending. Eerste aanzetten Het Oude Testament omvat ongeveer driekwart van de Bijbel, maar in alle 39 bijbelboeken zijn aanwijzingen dat het volk van Israël door God geroepen is om het heil van Israëls God aan andere volken te vertellen. Vanaf het begin van de Bijbel gaat het over zending. Heel de wereld met daarin alle volken is de schep- ping van God. God doet Zijn aanspraak op heel de wereld gel- den. Hij eist voortdurend de volken op, ook buiten Israël, en kan het niet aanzien dat ze andere goden vereren. Dit met het doel dat zij die God dienen, zelf er ook op uitgaan om Zijn Naam in deze wereld bekend te maken. In het Oude Testament vinden wij dan ook eerste aanzetten tot het zendingswerk. God, de Schepper, wil dat Zijn Naam over heel de wereld bekend zal zijn. In het Nieuwe Testament wordt dit door het expliciete zendingsbevel verder uitgewerkt en geconcentreerd op de verkondiging van het heil in Jezus Chris- tus en met Hem de komst van het Koninkrijk van God. Het Oude Testament is de openbaring van God en voor ons christenen ook de voorbereiding voor de volle openbaring van Jezus Christus in het Nieuwe Testament. Schepping en verlossing God heeft deze wereld goed geschapen. De mens is geschapen naar het beeld en de gelijkenis van God, om Hem helemaal in alles te gehoorzamen. Echter, het tegenovergestelde is gebeurd. 15 Binnenwerk En zij volgen het lichtend spoor_Binnenwerk Hulde aan de... 17-04-19 12:06 Pagina 15
Dat is de tragiek van de zondeval. De ongehoorzame mens volgt God niet, maar is voortdurend in opstand tegen God. De onge- hoorzaamheid van Adam en Eva had tot gevolg dat de erfschuld werd overgedragen aan hun kinderen en zodoende aan heel het menselijke geslacht. Zo kwam door de zonde ook de dood en kwam de dood over alle mensen (Rom. 5:12-14). Gods doel is dat uiteindelijk de totale schepping hersteld zal worden. Zo is voor de christen op deze aarde niet alleen de opdracht deze te bewo- nen en te bewaren. Ook de zorg voor de aarde is deel van de zen- dingsopdracht van de kinderen van God. Vandaag de dag wordt dan ook gesproken over ecomissiologie. God kwam tot Adam en Eva en beloofde dat uit hun nageslacht de Verlosser geboren zou worden. De eerste belofte van God tot heil en tot verlossing klinkt al in Genesis 3. De beloofde Nako- meling van de vrouw zal het werk van de duivel verbreken. Hij- zelf zal de dood ingaan om voor verloren mensen de weg terug tot God te openen. Die liefde, die gezindheid was in Christus om zondaren te verlossen. Het geldt voor Israël en voor ons dat die gezindheid ons allen aanspoort dit goede nieuws aan alle mensen te vertellen (zie Filipp. 2:5). Als instrumenten in de hand van God worden wij er met dit bericht op uit gestuurd. Dit is de opdracht van de zending, al vinden wij in het Oude Testa- ment geen direct zendingsbevel. De roeping van Israël De belofte in Ezechiël 36:23,36 luidt dat de volken zullen weten dat Israëls God de Heere is. Het appèl aan Israël is om bood- schappers te zijn aan de volken van de heilige Naam van Israëls God met het doel dat Zijn grote Naam ook onder de volken geheiligd wordt. 16 Binnenwerk En zij volgen het lichtend spoor_Binnenwerk Hulde aan de... 17-04-19 12:06 Pagina 16
Dit apart gezette volk heeft de hoge roeping om tot een zegen te zijn voor de volken (Gen. 12:3). Israël was een bevoorrechte natie, geroepen door God, en door de verkiezende genade van God wordt via Israël de deur opengezet naar alle volken. De volken zullen door het geloof in God ook delen in de zegeningen van Israël. In het missen van God blijven de volken in hun zonde leven. Het overheersende motief in dit alles is dat deze God, Die alles geschapen heeft, erkend zal worden als de enige en waar- achtige God. Het Oude Testament maakt ons duidelijk dat God, Die het volk van Israël verkoren heeft tot Zijn eigendom, de God van de hele aarde is. Hij is de Rechter en de Eigenaar van de wereld (Gen. 18:25; Ex. 19:5). Zijn heerlijkheid vervult heel de aarde (Num. 14:21). De roeping van Abraham en de bijzondere plek van Israël zijn er met het oog op de zegen, het heil voor alle volken (Gen. 12:3). Zegen is het sleutelwoord in Gods beloften aan Abraham. De belofte dat alle naties gezegend zullen worden, wordt in Genesis vier keer herhaald (Gen. 18:18; 22:18; 26:4 en 28:14). Dit echoot nog na in het Oude Testament in Psalm 72:17, Jesaja 19:24-25, Jeremia 4:2 en Zacharia 8:13. Door de gehoorzaamheid van Abra- ham werd Israël een groot zendingscentrum, de wieg van de profetie, het geboorteland van de Zaligmaker en het centrum van de zending van de apostelen. Deze God is Eén en is voor Israël en de volken de God voor Wie zij zich buigen zullen. Alle andere goden zijn afgoden. Ze zijn niets. Dit is ook de letterlijke betekenis van het Hebreeuwse woord dat wij vertalen met af- god. Wie een andere god vereert, die ontkent en ontkracht de ene ware God. N.T. Wright zegt dat ‘de kerk niet met Pinksteren begint, maar bij Abraham’. 17 Binnenwerk En zij volgen het lichtend spoor_Binnenwerk Hulde aan de... 17-04-19 12:06 Pagina 17
De Psalmen Er zijn heel veel psalmen die aan de ene kant sterk benadrukken dat God de God van Israël is, maar dat Zijn zegen zich uitstrekt tot ver buiten de grenzen van Israël. Zie dit onder andere in Psalm 22, 47, 67, 87, 96, 117. Israël is het door God uitverkoren volk. ‘ Welgelukzalig het volk dat de heeretot zijn God heeft; het volk dat Hij Zich als eigen- dom verkozen heeft.’ (Ps. 33:12) Maar ook wordt er in de psalmen op gewezen dat het volk van Israël de roeping heeft om tot zegen te zijn voor de volken. God kiest hen om voor de volken tot een zegen te zijn. Israël is een volk dat bestaat voor anderen. De God van Israël is de Schepper van heel de wereld (Ps. 96:5; 102:26; 104:3). De wereld behoort Hem toe. ‘ Want van Mij is de wereld en al wat zij bevat.’ (Ps. 50:12) En niet alleen voor Israël, maar voor allen in de wereld is God goed en Zijn barmhartig- heid is over al Zijn werken (zie Ps. 145). In Zijn wereldwijde (uni- versele) macht en kracht staat Hij ook boven alle volken (de hei- denen) rondom Israël. Over heel de aarde is Hij Koning (zie Ps. 47:3,8). ‘Niet ondanks Israël, maar met en door Israël bleef de heerede volken voor ogen houden.’ De grote werken van God worden in Israël bezongen, maar óók wordt de lof op Zijn grote Naam onder de volken bezongen. ‘Zing psalmen voor de heere, Die te Sion woont, verkondig onder de volken Zijn daden’, zo klinkt het in Psalm 9:12. En zo ook in Psalm 66:1,2: ‘Juich voor God, heel de aarde! Zing psalmen voor Zijn heerlijke Naam, geef Hem lof en eer.’ Telkens is er in de psalmen de oproep aan de volken om de Heere te aanbidden en te prijzen. God heeft eens Abraham geroepen om tot zegen te zijn voor de volken. Wright schrijft: ‘ Wellicht reikte Abrahams en Sara’s blik niet veel verder dan hun tentopening en het verlangen naar een zoon. Maar toen God op het middageten kwam, had Hij een langetermijnvisie voor ogen.’ 18 Binnenwerk En zij volgen het lichtend spoor_Binnenwerk Hulde aan de... 17-04-19 12:06 Pagina 18
Gods trouw Het volk van Israël is door God geroepen om Zijn heerlijkheid aan de volken bekend te maken. Israël heeft helaas niet aan deze hoge roeping voldaan en heel wat keren lezen we in het Oude Testament dat ze daarvoor gestraft werden. Maar bij de straffen voor dit volk laat God zien dat Hij getrouw blijft aan Zijn belof- te gegeven aan Abraham, Izak en Jakob. Hij laat hun telkens Zijn genade weer zien en ook dat Hij Zijn zegen, die Hij beloofd heeft aan de volken, zal geven en de volken net als Israël achter- nagaat om hen te bewegen tot het heil dat Hij geeft. God is lank- moedig en barmhartig, voor Israël en voor de volken. Het boek Jona laat ons dit heel mooi zien. Ook al is er niemand van de mensen die God zoekt (Ps. 14:2,3), God zoekt de mens wel. Zo zijn verspreid in het Oude Testament beloften van God te vinden die betrekking hebben op de volken buiten Israël. Vooral in de psalmen en bij de profeten, waar de zegeningen die de Messias van Israël zal brengen ook voor de volken zullen zijn. ‘Joodse zendingsijver’ Het woord ‘roepen’ in Jesaja 55:5 kan aangeduid worden als een woord waarin de zendingstaak tot uitdrukking wordt gebracht. Opmerkelijk is dat, hoewel er niet direct sprake is van actieve zendingsactiviteit, in het Oude Testament zichtbaar is dat de volken spontaan komen om de levende God te dienen. Ook was er het besef dat Israël geroepen was om licht te brengen aan andere volken. De zendingsijver van de Joden, waarnaar Chris- tus (Matth. 23:15) en Paulus verwijzen (Rom. 10:2), was een van de redenen waarom de verwerping van Israël de zaligheid van de heidenen werd. Zij brachten het Oude Testament in de Septuagintvertaling naar de meest afgelegen plaatsen in de Grieks-Romeinse wereld. 19 Binnenwerk En zij volgen het lichtend spoor_Binnenwerk Hulde aan de... 17-04-19 12:06 Pagina 19
Na de ballingschap, toen heel veel Israëlieten niet meer in hun eigen land woonden, maar hun plek hadden gevonden in ande- re landen, is mede door deze diaspora (verstrooiing) de Naam van Israëls God ook buiten Israël beleden. Door de verspreiding van de Joden in de wereld ook buiten Israël verbreidde zich het Joodse monotheïsme en zijn ethiek en dit was een belangrijke factor in de apostolische zending. In de derde eeuw voor Christus werd het Oude Testament ver- taald in het Grieks. Deze vertaling, de Septuagint, heeft ertoe bijgedragen dat in de Griekssprekende wereld over Israëls God gelezen en gehoord werd. De zending in het Nieuwe Testament Het Nieuwe Testament is op het ‘zendingsveld’ ontstaan en mis- sionair van opzet. In nauw verband met de zendingsactiviteit van de vroegchristelijke kerk is dit deel van Gods openbaring door de kerk ontvangen. De eerste volgelingen van Jezus geloof- den dat zij een goddelijk mandaat hadden om te getuigen van wat ze gezien en gehoord hadden van Jezus. Jezus was de ver- vulling van de oudtestamentische profetieën. Diverse evangeli- en en brieven van het Nieuwe Testament zijn geschreven om de voortgang van het Evangelie te verduidelijken en om de jonge gemeenten richting en aanwijzingen te geven over hoe te leven midden in een heidense cultuur. De nieuwtestamentische geschriften dienden ertoe om in het zendingswerk mensen tot Jezus te leiden en de jonge christenen te instrueren en te bevestigen in het geloof. Sterk komt ook uit dat het heil in Christus niet alleen voor de Joden is, maar uni- verseel, voor Jood en heiden. 20 Binnenwerk En zij volgen het lichtend spoor_Binnenwerk Hulde aan de... 17-04-19 12:06 Pagina 20
Uitbreiding Het is heel bijzonder dat wat met enkele volgelingen van Jezus begon nu een wereldwijde multiculturele missionaire bewe- ging is, de grootste godsdienst van de wereld. Er zijn in het Nieuwe Testament ruim tweehonderd verwijzin- gen naar het woord zending. Het Griekse woord voor ‘zenden’ is apostellein. Letterlijk zijn apostelen mensen die gezonden zijn om het goede nieuws van Jezus te verspreiden. In Lukas 10:1-12 zendt Jezus zeventig volgelingen uit om onder de Joden te pre- ken. De creatie en de expansie van het christendom begon met Jezus Christus. Na Zijn geboorte zingt Simeon over het ‘licht om de heidenen te verlichten’ (Luk. 2:32). Wie met het Evangelie uit- gaat, zal denken aan het komen van de Heere Jezus in deze wereld en dat in dit komen de drijfveer ligt van ons heengaan tot de anderen. ‘Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zend Ik u.’ (Joh. 20:21) Het Evangelie komt pas tot de volken wanneer Jezus Zijn leven gegeven heeft aan het kruis op Golgotha tot verzoe- ning voor de zonden van de gehele wereld. In Zijn onderwijs wijst Jezus erop dat de deuren naar de volken steeds verder opengaan en Hij niet voor Israël alleen gekomen is. In een aantal gelijkenissen die Jezus heeft verteld, zien wij dat Hij de volken in het vizier had. Zie de gelijkenis in Lukas 14:16-24 over al die mensen die zich verontschuldigen bij de uit- nodiging voor de maaltijd, en dat dan anderen genodigd wor- den. Deze gedachte vinden wij in Lukas 19:11-27 in de gelijkenis van de tien slaven en de tien ponden en in Mattheüs 21:33-46 waar het gaat over de slechte landbouwers. Hier laat Jezus zien dat Zijn werk van universele betekenis is. ‘Daarom zeg Ik u dat het Koninkrijk van God van u weggenomen zal worden en aan een ander volk gegeven dat de vruchten ervan voortbrengt.’ (Matth. 21:43) 21 Binnenwerk En zij volgen het lichtend spoor_Binnenwerk Hulde aan de... 17-04-19 12:06 Pagina 21