Eten met Jezus
In deze serie verschenen eerder: Stefan Paas & Siebrand Wierda: Zinvol leven, Prediker Stefan Paas, Siebrand Wierda en Gert-Jan Roest: Geloven in de marge. De eerste brief aan Korinte Bernhard Reitsma:Onvoorstelbaar, Bijbelstudies over gelijkenissen van Jezus
Stefan Paas, Gert-Jan Roest & Siebrand Wierda Eten met Jezus Bijbelstudies over maaltijden in Lucas Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer
www.uitgeverijboekencentrum.nl ISBN NUR Ontwerp omslag: Mulder van Meurs Layout en dtp binnenwerk: zetR, Hoogeveen Foto wegkruis: Anton Sinke © Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden ver- veelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopien, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Inhoud .Maaltijdsamenkomsten Stefan Paas .Een kijkje in de keuken Lucas :- Gert-Jan Roest .Met de benen op tafel Lucas :- Siebrand Wierda .Zittend buffet Lucas :- Gert-Jan Roest .Hygineregels Lucas :-en - Siebrand Wierda .Tafelmanieren Lucas :- Stefan Paas .Charity Dinner Lucas :- Siebrand Wierda
.De laatste gang Lucas :- Gert-Jan Roest .De prijs van de maaltijd Gert-Jan Roest .Eten met Jezus Lucas Siebrand Wierda
.Maaltijdsamenkomsten Stefan Paas Eten en praten over eten In het voorjaar van organiseerde Via Nova, een christelijke gemeenschap in Amsterdam (www.vianova-amsterdam.nl), een serie zondagse samenkomsten onder de titel ÔEten met JezusÕ. In die samenkomsten ging het over een aantal gedeelten uit het Evangelie naar Lucas, n van de vier levensbeschrijvingen van Jezus in de Bijbel. Het was ons opgevallen dat het in die levens- beschrijvingen zo vaak gaat over eten. Maaltijden waren voor Je- zus blijkbaar belangrijk. Zijn omgeving merkte dit ook op. Zeer serieuze mensen noemden hem een Ôveelvraat en een dronkaardÕ. Niet alleen het feit dat Jezus zo goed van eten en drinken kon ge- nieten, wekte weerstand. Ook zijn gezelschap stond velen niet aan: hij at met Ôhoeren en tollenaarsÕ. Tollenaars waren mensen die voor de Romeinse bezettingsmacht belastingen inden. Met ande- re woorden: zij stonden bekend als verraders en uitbuiters. Hoe bespreek je nu zoÕn thema? Enerzijds natuurlijk gewoon door goed de teksten te lezen en daarbij uitleg te geven. Maar het is toch wat karig om alleen te pratenover etenÉ ÔMevrouw, meneer, goedenavond, hebt u al een keuze kunnen ma- ken?Õ ÔZeker. Zij wil graag de zalmÞlet, en ikÉ laat me Ões kijken, ik neem de varkenshaas.Õ ÔUitstekend. Een prima keuze, als ik het zeggen mag. Volgt u mij dan maar, dan wijs ik u uw plaatsen. Mevrouw, misschien wilt u dr
gaan zitten, bij de lezing over visgerechten? En meneer, de ge- spreksgroep over vlees is in die hoek daarginds.Õ ÔDank u.Õ ÔGeen probleem. Ik kom zo bij u met de wijnkaart. Als ik een sug- gestie mag doen: we hebben een heel interessant gedachte-experi- ment met rode wijn, straks na de lezing. We vragen de ene helft van de zaal om te mediteren over Cabernet Sauvignon, en de andere helft om zich te concentreren op Merlot. De resultaten zijn vaak heel sma- kelijk.Õ ÔWe kunnen bijna niet wachten.Õ ÔIk wens u een heel prettige avond.Õ Kerkelijke samenkomsten lijken vaak op zoÕn restaurant. Op de kaart staat dat je hier God zult ontmoeten: het Leven zelf, de Bron van hoop en vreugde. ÔKom en proef dat de Heer goed is.Õ Jezus zei: ÔIk ben gekomen om leven te geven in overvloed.Õ Maar de praktijk is vaak anders. Kerkdiensten worden gedomineerd door woorden, argumenten, betogen. Nu is dat op zichzelf niet verkeerd. Het spreken van God is wel degelijk een bevrijdende ervaring, en als dat spreken wordt doorgegeven, dan is er ook echt wat te beleven. In een restaurant wordt ook gepraat: je krijgt uitleg over het menu, misschien be- reid je je voor, je kent het verschil tussen Italiaans en Chinees eten, en je weet misschien iets over de achtergronden. Iemand die beeldend kan vertellen over lekker eten of over goede wijn voegt zeker wat toe aan de maaltijd. Woorden, argumenten, betogen, ze kunnen je verbeelding voeden; ze kunnen je verlangen wek- ken. Maar al met al is een goed gesprek over soep toch niet het- zelfde als het eten van soep. Een lijst van ingredinten smaakt niet als spaghetti bolognese. Als er te veel taal op het menu staat, eten veel mensen liever thuis.
Basics van een samenkomst Als je samenkomsten wilt houden over Ôeten met JezusÕ, moet er dus gegeten worden. In Via Nova hebben we twee typen zondagse samenkomsten: Podiumsamenkomsten en Forumsamenkom- sten. De eerste vorm is nogal klassiek, met relatief weinig inter- actie. De tweede daagt de aanwezigen meer uit om mee te doen, en zelf een bijdrage te leveren. We hebben gemerkt dat op die ma- nier meer mensen aangesproken worden. Niet iedereen houdt er- van om al snel ergens bij betrokken te worden, terwijl anderen het liefst meteen aan de slag gaan. De teksten in dit boekje gaan terug op de toespraken die zijn gehouden tijdens de Podiumsamenkomsten, van januari tot het einde van de veertigdagentijd. De Podiumsamenkomsten hielden in deze periode ongeveer dezelfde formule als altijd. Maar de Forumsamenkomsten in die periode hebben we opgezet rond- om een maaltijd. Daarbij stond hetzelfde bijbelgedeelte centraal als in de voorafgaande Podiumsamenkomst. Elk bijbelgedeelte kwam dus twee keer aan de orde: een keer in de vorm van een langere toespraak Ð zoals in dit boekje te vinden is Ð en een keer tijdens de maaltijd, in de vorm van een korte overdenking. Hoe pak je zoÕn maaltijdsamenkomst aan? Het is natuurlijk niet zo moeilijk om een paar tips te geven, maar het is misschien goed eerst eens te kijken naar het doel van zoÕn samenkomst. We hebben het dan, met een technisch woord, over de ÔliturgieÕ. Dat woord heeft verschillende betekenissen, maar meestal gebruiken we het in de betekenis van ÔprogrammaÕ of (deftiger) Ôorde van dienstÕ in een kerkdienst. Dit programma komt niet zomaar uit de lucht vallen; er zit een bedoelingachter. Het is bedoeld om een effect te bereiken. In Via Nova hebben we er veel over nagedacht wat nu dit be- doelde effect is van christelijke samenkomsten, en hoe je dat ef- fect kunt bereiken. Voor alle duidelijkheid: we vinden zelf dat we daar nog lang niet in zijn geslaagd. Maar we hebben wel een voor- deel: wij zijn een nieuwe gemeente. Voor veel kerken zijn sa-
menkomsten op zondag zo vanzelfsprekend dat ze er zelden nog over nadenken waarom die samenkomsten er eigenlijk zijn. Wij konden dat wel doen; we moestenzelfs. Waarom zouden we ei- genlijk samenkomsten beleggen? En waarom zouden we het elke week doen? En als we het dan toch doen, wat moeten we er dan in stoppen? Als je op zoek bent naar een middel om een vracht soepel te laten voortbewegen, zonder schokken of stoten, is de kans groot dat je uiteindelijk een wiel uitvindt. De mogelijkheden om be- paalde problemen op te lossen zijn immers niet oneindig. Zo heb- ben wij ook veel ÔuitgevondenÕ wat natuurlijk helemaal niet nieuw is. De kerk bestaat tenslotte al tweeduizend jaar; het is vrij arro- gant om te denken dat je die wel even opnieuw kunt uitvinden. Bovendien: we modderen allemaal voort, en Via Nova is daarop geen uitzondering. Maar de ontdekkingsvreugde is er niet min- der om. Het is ook wat waard om tenminste te wetenwaarom je iets doet, en te gelovenin wat je doet. Het is wat waard om be- kende dingen niet uit sleur te doen, maar met overtuiging en be- zieling. Daarnaast geloven we dat we, met vallen en opstaan, toch ook een zekere vernieuwing bereikt hebben. Dat komt er niet elke sa- menkomst even goed uit, maar toch wel af en toe. Het geheim van een vernieuwing van de christelijke samenkomst ligt, naar ons vermoeden, in een creatief gebruik van een aantal spannin- gen. We noemen er een paar die voor ons belangrijk zijn. . Binnen en buiten. Wij willen graag samenkomsten beleggen voor mensen. Dat klinkt als een open deur, maar dat is het niet. Veel kerken beleggen samenkomsten voor kerkmensen: mensen die gepokt en gemazeld zijn in kerkdiensten. Vrijwel alles wordt bekend verondersteld. Er wordt niet of nauwelijks rekening ge- houden met de behoeften of gevoeligheden van mensen die niet met de kerk zijn opgevoed. Van de weeromstuit probeert een aan- tal kerken speciale diensten voor ÔbelangstellendenÕ te organise- ren. Het probleem daarvan is dan weer dat zulke samenkomsten weinig te bieden hebben voor doorgewinterde kerkmensen. In
Via Nova proberen we altijd elke samenkomst zo te houden dat die toegankelijk is voor mensen. Daarmee bedoelen we: zowel mensen die opgevoed zijn met de kerk als mensen die er niet aan gewend zijn. Dat lukt vast niet altijd even goed, maar het is een enorm belangrijk doel om voortdurend naar te streven. We vin- den het belangrijk dat de samenkomsten voor beide groepen in- teressant, inspirerend en uitdagend zijn. Daarom zoeken we naar een hoge kwaliteit van alles wat we doen, we leggen veel uit, we maken veel gebruik van symbolen, en proberen steeds de ver- binding te leggen met hier en nu. Geregeld vragen we om feed- back, en die nemen we ook serieus. . Lichaam en verstand. Het dominante idee in veel kerken (en niet alleen daar) is dat mensen gaan geloven door veel tegen hen aan te praten en hun uit te leggen hoe het geloof werkt. Via het hoofd naar het hart. Maar zitten wij echt zo in elkaar? Werkt het zo dat we eerstrationeel de voors en tegens afwegen, daneen keu- ze maken om ergens in te geloven, en vervolgensdit ook in prak- tijk brengen? Restauranteigenaars weten wel beter. Reclamema- kers en politici ook. Zij weten dat wij helemaal niet zo gevoelig zijn voor betogen en argumenten. Wij maken onze keuzes pri- mair op basis van wat ons aanspreekt. Dat gaat meestal helemaal niet zo rationeel. De Þlosoof James Smith verwijst hier naar de kerkvader Augustinus als hij zegt dat wij geen rationele wezens zijn, maar dat wij vooral gedreven worden door liefde. Onze Ôlief- deÕ is ons diepste verlangen, datgene waarop wij gericht zijn, en wat ons leven drijft. 1Als het inderdaad een kwestie is van liefde, snappen we waarom de meeste mensen niet erg geraakt worden door informatie, argumenten en logica. Dat is allemaal niet on- belangrijk, maar het is niet de sleutel naar ons hart. Hoe word je verliefd? Door beelden (ook in taal!), 2gesprekken, aanrakingen, geuren, ervaringen, herinneringen, voorbeelden en dromen. Als we niet geraakt worden op dit niveau, helpen argumenten niet .James K.A. Smith, Desiring the Kingdom: Worship, Worldview, and Cultural Formation, Baker Academic: Grand Rapids . .Zie bijv. Galaten :.
veel. Neem bijvoorbeeld geloof. Hoe komt het dat de een over- tuigd raakt door een argument voor het bestaan van God, terwijl een ander niet kan begrijpen hoe iemand hierdoor overtuigd raakt (en andersom)? Dat heeft alles te maken met wat wij willengelo- ven, met het soort mens dat we willen zijn. Het heeft alles te ma- ken met de richting van onze liefde. Ons verstand wordt gestuurd door onze liefde, niet andersom. Zo zit het leven in elkaar. Tegelijk moeten we het niet omdraaien, alsof verstandige ar- gumenten helemaal niet belangrijk zijn. Natuurlijk hebben we ook informatie nodig, natuurlijk willen we (de een meer dan de ander) ook argumenten horen die onze keuzes ondersteunen. Maar die argumenten zijn eerder de steunberen die oude muren overeind houden dan fundamenten. Onze levens rusten niet op argumenten, ook al voelen we ons er soms wel door ondersteund. Betogen, teksten en verhandelingen ÔlandenÕ het best bij mensen die hongerig zijn, mensen die verlangen. Juist omdat zij hun ver- langen willen vormgeven en uitdiepen met goede woorden. Als we met een liturgie wat willen bereiken, is het daarom be- langrijk de spanning uit te houden tussen taal en concepten ener- zijds en niet-rationele middelen anderzijds. We moeten rationa- liteit en emotionaliteit niet tegen elkaar uitspelen, alsof het een ÔgeloofÕ zou zijn en het ander slechts ÔmanipulatieÕ. Mensen heb- ben het allebei nodig. De sacramenten (doop, avondmaal) zijn daarvan misschien wel het beste voorbeeld: zij zijn niet puur emo- tie, alsof er niets zinnigs over te zeggen is. Maar tegelijk drukken zij iets uit wat nooit helemaal in woorden uit te drukken is. Die gezonde spanning tussen ervaring en begrip proberen we te bie- den in Via Nova: door samen te komen in een prachtig gebouw met glas-in-loodramen en hoge gewelven, door mooie en span- nende muziek, door gezelligheid en informele ontmoeting met allerlei lekkers, door goede preken, door stilte, maar ook door ge- sprek. We willen serieus nemen dat het geloof vaak meer een kwestie is van ÔbesmettingÕ dan van ÔovertuigingÕ (more caught than taught), dat mensen meer zijn dan hun brein. . Sacraal en seculier. Diep in onze westerse cultuur is ingebak-
ken dat de wereld van de ÔreligieÕ en de ÔgewoneÕ wereld, de zon- dag en de maandag, strikt van elkaar gescheiden moeten blijven. Er is een ÔsacraalÕ domein: daar ga je naar de kerk, je zingt psal- men en gezangen, je houdt je aan bepaalde regels, en je vindt som- mige dingen hier niet gepast (zoals praten over seks). Dan is er het ÔseculiereÕ domein: hier ga je naar je werk of je gaat sporten, je luis- tert naar andere muziek, je maakt andere grappen, en ook hier zijn sommige dingen niet gepast (zoals praten over geloof). In Via Nova gaan we ervan uit dat het kunstmatig is, en ge- vaarlijk bovendien, om die twee domeinen uit elkaar te trekken. Het nodigt mensen uit om een waterscheiding aan te brengen tus- sen geloof en het ÔgewoneÕ leven. Het risico is groot dat geloof niets met dat gewone leven te maken heeft, en dat andersom dit gewone leven mijlenver verwijderd is van alles wat met God te maken heeft. Maar Ôde aarde is van God en alles wat daar leeftÕ (Psalm :). Naar ons idee is het belangrijk dat we elkaar daaraan blijven herinneren, door dingen en plaatsen die algemeen als ÔseculierÕ worden gezien te ÔheiligenÕ. Voor onze samenkomsten betekent dit bijvoorbeeld dat alle soorten muziek in principe welkom zijn. Niet elke vorm van muziek is geschikt voor een samenkomst, maar dat heeft niet te maken met de plek waar de muziek is geproduceerd, of de stijl van de muziek. We gebruiken alles: ariaÕs van Bach, jazz van experimentele Nederlandse bandjes, pop, Taiz, Psalmen van David, spirituals, noem maar op. Hetzelfde geldt voor andere vor- men van kunst, vooral Þlm. Maar we hebben ook wel eens recla- meboodschappen van tv gebruikt in een samenkomst. De vraag bij alles is niet: ÔpastÕ dit wel in een samenkomst (wie bepaalt dat?), maar: kan het gebruikt worden om mensen tot aan- bidding te brengen van God en tot liefde voor hun naaste? En heeft het voldoende kwaliteit om inclusief te zijn, dat wil zeggen: om zowel mensen met weinig muzikaliteit als heel muzikale men- sen te betrekken bij wat er gebeurt? Juist door te zoeken naar Ôwij- dingÕ van het Ôgewone en seculiereÕ herinneren we elkaar eraan dat de wereld van God is.
Er zijn natuurlijk nog genoeg andere spanningen denkbaar. Zoals die tussen alleenen samen: hoe houd je de balans tussen in- dividuele ervaring (waarnaar mensen vaak op zoek zijn) en ge- zamenlijke momenten? Denk hier bijvoorbeeld aan momenten van stilte en momenten van samenzang en gebed. Een andere spanning is die tussen actiefen passief: is het mogelijk om samen- komsten zo op te zetten dat mensen niet alleen passief luisteren, maar ook actief meedoen? Dat kan door mensen te betrekken bij de voorbereiding en de uitvoering van de samenkomst. Maar het kan ook door meer momenten van interactie en respons in te voe- ren. Hoe dan ook, het zijn dit soort spanningen die een samen- komst ÔspannendÕ maken. Tenminste, als we ze niet te snel pro- beren op te lossen. Hoe zet je een maaltijdsamenkomst op? Hopelijk maakt het bovenstaande duidelijk dat het opzetten van welke samenkomst dan ook nooit zomaar een trucje is. In onze tijd zijn mensen snel verveeld. Voor je het weet, ben je samen- komsten alleen nog maar aan het organiseren om mensen weer op nieuwe manieren te entertainen. Dat kan niet de bedoeling zijn: het is als het toedienen van drugs aan mensen die al verslaafd zijn. Ze schreeuwen erom, en ze zijn blij als je doet wat gevraagd wordt, maar je maakt het probleem nog erger. Ook de maaltijdsamenkomsten die we in Via Nova hebben ge- houden, hebben we opgezet vanuit deze basis. Fundamenteel is hier de spanning tussen verstanden lichaam: het evangelie komt niet alleen in woorden tot ons. De maaltijden die Jezus hield wa- ren zelf ook een boodschap, een boodschap die niet alleen in woorden was uit te drukken. Wat komt er dan kijken bij zoÕn sa- menkomst? In de eerste plaats moet je natuurlijk zorgen voor eten. Dat kun je door een cateraar laten bezorgen, maar dat betekent au-
tomatisch dat de aanwezigen gereduceerd worden tot passieve consumenten. Het is veel leuker om het door de deelnemers zelf te laten meenemen, en zo iedereen verantwoordelijk te maken. Wij hebben alle vaste bezoekers van onze samenkomsten ge- vraagd om thuis zelf wat lekkers klaar te maken, en genoeg mee te nemen voor zichzelf en voor minstens n ander persoon. Zo maak je iedereen tot gast en gastheer tegelijk. Met andere woor- den: hier zoek je de spanning op tussen Ôalleen en samenÕ. Op een subtiele manier raak je ook andere spanningen: die tus- sen sacraal en seculier, en tussen binnen en buiten. Hoe voelen mensen zich, wanneer ze ineens Ôin de kerkÕ samen gaan eten? Dat doe je normaal toch thuis, met je gezin of met vrienden? Wat doet het met ons om tijdens de maaltijd samen te bidden, een ÔtafelredeÕ te horen, samen te zingen, muziek te beluisteren Ð en dat alles in een Ôgewijde ruimteÕ? Wat betekent het dat hier zomaar iedereen binnen kan lopen, ook mensen die niets meenemen, en vooral gen- teresseerd zijn in de ßessen wijn op tafel (zwervers bijvoorbeeld)? Over ruimte gesproken: het is belangrijk om na te denken over de inrichting van de ruimte. Het is ongelooßijk hoeveel de schik- king van tafels en stoelen doet met de cultuur van een gemeen- schap. Bijna alle kerken zijn als volgt ingericht: rijen stoelen of banken die de mensen ÔdwingenÕ om allemaal n kant op te kij- ken. Zoals een theater of een klaslokaal. Dat is handig en nuttig voor informatieoverdracht. Maar voor gemeenschap en gezel- schap is het minder prettig. Je kunt bijvoorbeeld maar aan n kant de rij uit schuiven, zodat het onmogelijk is om spontaan rond te lopen en hier en daar een praatje te maken. De hele ruim- te is bijna vanzelf ingericht op een publiek dat kijkt naar een uit- voering op een podium of preekstoel. Het maakt mensen passief. Het zorgt ervoor dat mensen gehecht raken aan ÔhunÕ plekje, zo- dat nieuwkomers zich minder welkom voelen. Het is, kortom, statisch en consumptief. Bij reorganisatieprocessen in het bedrijfsleven wordt vaak gexperimenteerd met het anders inrichten van een werkruimte. Tussenschotten verwijderen, ßexibele werkplekken, Ôhangplek-