Ezra, leid mijn volk 1-464_Opmaak 1 29-09-14 12:31 Pagina 27 Zijn genade werkelijk begrijp. En op dit moment moeten we Hemjuist daarom smeken. ? De deur naar de binnenkamer ging open en Judas stapte naar bui-ten. Hij leek verbaasd om Ezra te zien. ? Ben je al thuis? ? ? Ik heb mijn boekrollen opgeborgen. Ik stap in wat jij de echtewereld noemt. Zeg maar wat ik moet doen. Hoe kan ik helpen? ? ? We hebben een nieuwe leider nodig. Nathan is? nou ja, je hebtgezien hoe overstuur hij was. Hij is ingestort nadat je vertrok. ? ? Jij beschikt over meer wijsheid dan de rest van ons bij elkaar. Endat is wat we nu nodig hebben ? wijsheid en? en leiding. ? ? Ik ben een Schriftgeleerde, geen leider. ? ? Ja, ja, ik weet het! Een kenner van de God van Abraham en Zijn Tora!? Judas werd altijd kortaangebonden onder druk en nu dreigdehij te ontploffen. ? Zeg ons waarom dit gebeurt. Waarom doet God onsdit aan en wat kunnen we eraan doen? Geef ons antwoorden!? Judas deed een stap in zijn richting. ? Je vroeg me hoe je zou kunnenhelpen, en ik zeg het je. We hebben een sterke leider nodig, een manvan geloof. Ons geloof is verpletterd door dit decreet. ? ? Er waarom denk je dat dat niet voor mij geldt? ? Het was voor heteerst dat Ezra zijn stem verhief. Judas? twee kleine dochters blevenstokstijf zitten en klemden hun kommen vast, geschrokken van deharde stemmen. Debora bukte en tilde de baby op om daarna hetoudere kind zachtjes met haar voet naar binnen te leiden. ? Breng het in gebed, ? zei Judas. ? Bestudeer je boekrollen. Zoek uitwat wij hebben gedaan om dit te verdienen. Als je dan nog steedsweigert ons te leiden, bid dan dat de Almachtige iemand zendt om datwel te doen. ? ? Dat kan ik, ? zei Ezra zacht. ? Ik kan bidden. En ik kan kijken wat dewet en de profeten erover te zeggen hebben. ? Hij zou er dezelfde dagnog aan beginnen en hij zou niet ophouden de heilige boeken te be-studeren voordat hij de reden voor het decreet had gevonden ? en deoplossing. Maar om de leider van zijn volk te worden in plaats vanrabbi Nathan? Dat kon hij niet beloven. Ezra, leid mijn volk 1-464_Opmaak 1 29-09-14 12:31 Pagina 26 Denkt u dat de Almachtige Zijn macht aan de Perzen wil tonen, zoals Hij dat bij de Egyptenaren deed? ? Ezra kon geen antwoord geven. Misschien dat hij ooit tot enig be-grip kon komen, maar niet vandaag. Vandaag was hij te geschokt, zijngemoed was te verdoofd om nog iets anders te kunnen dan schreeu-wen van verdriet. Hij wilde niet sterven, niet op deze manier, niet inde handen van de Amalekieten, niet nadat hij zijn hele leven zo hardhad gewerkt en gestudeerd om Gods wet te gehoorzamen. Eindelijk vond hij zijn stem terug. ? Ga naar huis, naar je familie, Simon. Ze hebben alle troost nodig die je hun kunt geven. Ik ga het-zelfde doen. ? Hij hees zich overeind en begon de boekrol op te ber-gen. Simon stond op en wilde helpen, maar Ezra hield hem tegen. ? Iksluit wel af. Ga naar huis. Er zijn vandaag geen lessen meer. ? Toen hij alles had opgeborgen, ging Ezra naar zijn kamer in hethuis van Judas. Hij wilde met niemand praten, maar zijn schoonzuster Debora hield hem op hun binnenplaats tegen voordat hij naar binnenkon glippen. Hij zag de angst in haar donkere ogen en begreep dat Judas haar over het doodvonnis had verteld. ? Wat gaat er met ons gebeuren? ? vroeg ze. ? Als we vasten en tot de Allerhoogste bidden, zal Hij ons toch redden? ? Ezra keek naar zijn twee kleine nichtjes die bij een kommetjedadels zaten te babbelen, en hij voelde de woorden die zijn broer dieochtend had gezegd als een steek in zijn hart: eens een keer opzij en stap in de echte wereld!? Het decreet van dekoning was geen passage uit de Tora om mee te worstelen en om teinterpreteren, maar een vonnis dat mensen van vlees en bloed trof. ? Zeg het me, Ezra, alsjeblieft! Jij kent de Almachtige beter dan derest van ons? ? ? Nee, Debora, dat is niet zo. Jij kent Hem even goed als ik. Mis-schien zelfs beter omdat je kinderen hebt. Jij begrijpt de noodzaak omstraf uit te delen wanneer je kinderen iets verkeerds doen, maar jeweet ook wat genade is. Ik heb gezien hoe je je dochters in je armennam en ze liefkoosde nadat je ze had bestraft. Ik ken misschien de wetvan God en de geschiedenis van ons volk, maar ik geloof niet dat ik Ezra, leid mijn volk 1-464_Opmaak 1 29-09-14 12:31 Pagina 25 hoofd naar de tafel zakken, met zijn voorhoofd op zijn over elkaargeslagen armen. ? ? Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten? U blijft ver weg en redt mij niet, ook al schreeuw ik het uit. ? ? De deur ging open. Hij keek op en verwachtte zijn broer te zien, maar het was een van zijn Tora-studenten, de jongeman die Simonheette. ? Rabbi Ezra, ik begrijp niet? ? ? Ik ook niet!? Zijn woorden kwamen er harder uit dan hij bedoelde, maar hij wilde alleen gelaten worden. Niettemin deed Simon een stapnaar voren. ? Rabbi, u zei dat Gods straf en de ballingschap eindigden toen onsvolk toestemming kreeg terug te keren en de tempel te herbouwen, maar dit decreet? ? ? Dit decreet kwam van heidenen, Simon, niet van God. ? ? Maar de Almachtige stond het toe, toch? ? Ezra gaf geen antwoord. Hij zette zijn ellebogen op tafel en sloegzijn handen voor zijn gezicht, in de hoop dat Simon zou vertrekken. ? Waarom haten de heidenen ons, rabbi? ? ? Omdat wij God volgen, ? zei hij gesmoord tussen zijn vingers door. ? Mensen die valse goden aanbidden, willen alle herinnering aan deene ware God en Zijn morele wetten uitwissen. Daarom vallen ze onsaan, de bewakers van Zijn Tora. ? De kruk schraapte over de stenen vloer toen Simon tegenover hemkwam zitten. Ezra liet zijn handen zakken en onderdrukte de neigingom te schreeuwen dat hij moest weggaan. ? Rabbi, dit decreet doet me denken aan het bevel van de farao omonze pasgeboren jongetjes in de Nijl te gooien. Maar de Allerhoog-ste spaarde een van die baby? s. Dat was Mozes, maar veel anderenmoeten zijn omgekomen. Ik vroeg u ooit waarom de Allerhoogstedat toestond, waarom Hij niet alle baby? s redde, en u zei dat Hij hetenige tijd toeliet omdat het Zijn hogere doel diende. U zei dat Godde Egyptenaren Zijn macht wilde tonen en ons wilde red-den. ? Ezra keek Simon door zijn tranen heen aan en kon zich niet her-inneren dat hij die woorden ooit had gezegd. ? Zou dit decreet onderdeel kunnen zijn van een groter plan, rabbi? Ezra, leid mijn volk 1-464_Opmaak 1 29-09-14 12:31 Pagina 24 zich zo verzwolgen door een maalstroom van hopeloosheid dat hijniet wist hoe God hen zou kunnen redden. Ze waren allemaal terdood veroordeeld. ? Denk je dat dit de straf van God is? ? vroeg iemand. ? Is het omdatonze vaders hier bleven in plaats van terug te keren naar Jeruzalemmet prins Zerubbabel? ? ? Dat kan niet, ? zei Judas voordat Ezra kon antwoorden. ? Jeruzalemvalt immers onder hetzelfde doodvonnis als wij? Elke Jood in het helekoninkrijk zal worden uitgeroeid!? ? We moeten bidden, ? herhaalde Ezra. ? En wat hebben we daaraan? ? vroeg Judas. Ezra kon de vraag van zijn broer niet beantwoorden, en hij wildeniet met hem ruzi? n voor de ogen van de hele gemeenschap. ? Ik moetterug naar mijn studeervertrek en? ? ? Ezra! Zet je boekrollen nu eens een keer opzij en stap in de echtewereld!? zei Judas. ? Denk je soms dat jij door mag gaan met je studieterwijl de rest van ons wordt afgeslacht? ? ? Mijn boekrollen helpen misschien niet, maar geschreeuw helpt even min, ? antwoordde hij. ? Op dit ogenblik kan niemand van ons iets doen, behalve bidden. Misschien dat God ons zegt waarom dit gebeurt ofmisschien wijst Hij ons een uitweg. En ondertussen moet iemand Nathan naar huis brengen? we moeten allemaal naar huis gaan. ? Hijstapte van de bima en probeerde zo snel mogelijk de dichtstbijzijndedeur te bereiken. Hij kon hier geen ogenblik langer blijven om teluisteren naar vragen die hij niet kon beantwoorden, of om een Godte verdedigen die hij niet begreep. De angst in de hal was verlammenden hij moest eraan ontsnappen nu hij nog kon lopen. Maar toen hij terugkwam in zijn studeervertrek en zich op zijnkruk liet zakken, kon hij alleen vol ongeloof naar de Tora-rol kijkendie nog open op de tafel lag, waar hij hem had achtergelaten. ? Hoe ishet mogelijk? ? vroeg hij hardop. ? God van Abraham, hoe kunt U onzevijand op die manier laten triomferen? Op welke wijze hebben we Uboos gemaakt? ? Ondanks al zijn kennis en geleerdheid en zijn ver mogen om de fijnste details van de wet te interpreteren, leek de Almachtige op dat moment voor hem ondoorgrondelijk. Ezra liet zijn Ezra, leid mijn volk 1-464_Opmaak 1 29-09-14 12:31 Pagina 23 niet gehoorzaamde, werd hem het koningschap afgenomen en werdhet aan David gegeven. Wij zijn onze hele geschiedenis lang met de Amalekieten in oorlog geweest. Deze afstammelingen van Esau ge loven dat de zegeningen van het verbond met God, die ons rechtenstoekomen, op hen zullen overgaan wanneer ze alle nakomelingen van Jakob ombrengen. ? ? En moeten wij gewoon gaan zitten toekijken? ? vroeg Judas. ? Waar-om bewapenen we onszelf niet en vechten we niet terug? ? Nathan boog zijn hoofd even voordat hij weer opkeek. ? De koninggebruikt het Perzische leger om het decreet uit te voeren. Ook alzouden we proberen te vechten, we zouden het nooit kunnen win-nen. Als de dertiende dag van adar komt? ? Hij kon zijn zin nietafmaken. Huilend leunde hij tegen de Schriftgeleerde, alsof hij op hetpunt stond in elkaar te zakken. ? Haal een zitbank!? riep Ezra. ? Hij moet gaan zitten. ? De mannengaven een bank door naar het podium en Ezra hielp de oudere rabbite gaan zitten. ? Gaat het weer? ? vroeg hij. Nathan gaf geen antwoord. Hij bleef huilen, zijn lichaam kromde zich en hij verborg zijn hoofd? Is er niemand van de overheid die ons kan helpen? ? vroeg een vande oudsten. Ezra begreep dat de man hem aansprak. Iedereen keek nunaar hem, in plaats van naar Nathan. ? Niet dat ik weet, ? antwoordde hij. ? Dani? l de Rechtvaardige was bijleven een adviseur van de koning, maar we hebben nu geen pleit bezorger meer in Babylon, Susa of waar dan ook. En al was het welzo, de koning heeft het decreet bezegeld, en aan de wetten van de Meden en Perzen kan niets worden veranderd. ? Er klonken weer jammerklachten in de hal. ? Ik weiger dit dood vonnis te aanvaarden!? schreeuwde Judas boven alles uit. ? Er moet ietszijn wat we kunnen doen in plaats van op onze dood te wachten!? ? We kunnen vasten en bidden, ? zei Ezra. ? We kunnen met God wor-stelen, zoals Jakob dat deed aan de Jabbok toen hij zich voorbereiddeop de ontmoeting met Esau. ? Hij zei de juiste woorden en gaf hetantwoord dat een man van geloof moest geven, maar op dat momenthad zijn eigen overtuiging zo? n zware klap gekregen en voelde hij Ezra, leid mijn volk 1-464_Opmaak 1 29-09-14 12:31 Pagina 22 leven, dat Zijn verbond stand zou houden. Hadden de profeten het Hij keek op en zag hoe Nathan het decreet van de koning door-nam en de woorden hardop mompelde terwijl hij ze las. De aan wezigen zwegen om te luisteren. ? Het kan op geen enkele anderemanier worden ge? nterpreteerd, ? concludeerde de leider. ? Dit decreetis definitief, getekend en verzegeld met het gezag van koning Ahas-veros? met Haman, de zoon van Hammedata, nakomeling van Agag, als getuige. ? Ezra kreunde. ? O nee, vandaar dus. . . ? ? Zegt die naam jou iets? ? vroeg Judas. Ezra kon alleen maar knikken, overweldigd door de ontdekkingwie hun machtige vijand was. ? Vertel het ons allemaal, Ezra, ? zei Judas. Hij duwde hem naar voren. ? Luister, iedereen! Mijn broer heeft infor-matie. Laat hem aan het woord!? ? Ken je die Haman? ? vroeg Nathan. ? Nee, ik ben maar een Schriftgeleerde. Ik ben nooit de stad uit ge-weest. ? Ezra beklom de bima met zware stappen. ? Maar ik ken de Toraen de geschiedenis van ons volk, en geloof me, de man achter ditmoorddadige decreet, deze Haman de Agagiet, is onze vijand. ? ? Vertel ons wat je weet. ? Ezra had even nodig om op adem te komen. ? Agag was de koningvan de Amalekieten, het volk dat afstamt van de kleinzoon van Esau, Amalek. Als Haman zichzelf de Agagiet noemt, dan is hij van hunkoninklijke familie. Hij is hun koning, en in zijn huidige positie heefthij macht over het hele Perzische rijk. Natuurlijk wil hij dat gezaggebruiken om ons te vernietigen. ? Ezra moest opnieuw pauzeren, vervuld van afschuw over wat hij zei. ? De Amalekieten zijn al heel lang de vijanden van ons volk. Zevielen onze voorouders aan zodra we onder leiding van Mozes uit Egypte ontsnapten. Het maakte hun niet uit dat we ongewapendwaren en met vrouwen en kinderen reisden. ? ? Lafaards!? schreeuwde iemand uit de menigte. ? Dat is volkomen terecht, ? zei Ezra. ? De Almachtige gaf onze eerstekoning, Saul, opdracht om alle Amalekieten uit te roeien. Omdat hij Ezra, leid mijn volk 1-464_Opmaak 1 29-09-14 12:31 Pagina 21 Judas boven het geweeklaag uit. ? Hoort het bij de marteling om onself maanden te laten wachten zodat we de engel des doods langzaamkunnen zien naderen? ? Nathan stak zijn handen weer op om het tumult tot zwijgen tebrengen. Hij wendde zich tot de Babylonische magi? r. ? Alstublieft, kunt u ons helpen om een audi? ntie te krijgen bij de vertegenwoor-digers van de koning in Babylon? Misschien kunnen we bij hen omgenade smeken? ? ? Ze zullen u niet willen ontvangen, ? antwoordde hij hoofdschud-dend. ? Ze zijn te bang voor koning Ahasveros en zijn hoogste rege-ringsambtenaar, Haman. Ik riskeer zelf al moeilijkheden door hier tekomen en me met jullie te bemoeien. Ik moet gaan. ? Hij probeerdevan de bima te stappen, maar Nathan hield hem tegen. ? Wacht. Wie is die Haman? ? ? Hij zit aan de rechterhand van koning Ahasveros. Na de koning ishij de machtigste man van het rijk. ? ? Weet u zijn volledige naam of weet u iets over hem? Zou hij onsgenade kunnen schenken? ? ? Ik weet het niet? misschien staat zijn volledige naam ergens inhet decreet. ? Hij gebaarde naar de rol. ? Kijken jullie zelf maar. Ik moetgaan. ? ? Kunnen we niets doen om dit tegen te houden? Kent u iemanddie ons zou kunnen opvangen of die een veilig toevluchtsoord kanbieden? We willen overal naartoe, ongeacht hoe ver. ? ? Als ik het wist zou ik het zeggen. Ik wil ook niet dat dit gebeurt. Ik kwam hier omwille van rabbi Dani? l, maar ik moet nu echt gaan. Ik was helemaal niet van plan om zo lang te blijven. ? Nathan hielp demagi? r van het verhoogde podium en de menigte maakte plaats voorhem. De man verdween snel. ? Hoe is dit mogelijk? ? Ezra plukte aan zijn haren en baard. Depijn vertelde hem dat het echt was, geen nachtmerrie. Hoe was hetmogelijk dat elke Jood in het rijk een doodvonnis kreeg, zonderhoop, zonder ontsnapping? De God van Abraham zou hun dit nooitaandoen. Ze hadden eerder verwoesting in ballingschap ondergaan, maar God beloofde door Zijn profeten dat een restant zou over Ezra, leid mijn volk 1-464_Opmaak 1 29-09-14 12:31 Pagina 20 ? Maar? waarom? ? vroeg Ezra hardop. ? Waarom moeten we allemaalgedood worden? ? Wat was de zin geweest van al zijn jaren van studie, al zijn kennis van de Tora, al het werk van de mannen van de Grote Vergadering, als hun levens op deze manier zouden eindigen? Waaromzou de Almachtige dat toelaten? ? Wat is de reden voor dit decreet? ? riep iemand. ? Wat hebben we ver-keerd gedaan? ? Rabbi Nathan veegde zijn tranen weg. ? Er wordt geen uitleg gegeven. ? ? Wij hebben geen vijanden hier in Babylon, ? zei een andere man. ? Zezullen ons hier, in deze stad, toch niet doden? ? ? Het decreet staat onze moordenaars toe onze bezittingen te plun-deren, ? zei Nathan. ? Zelfs degenen die ons niet haten zullen meedoenaan het moorden om alles te kunnen roven wat we bezitten, huizen, winkels? ? ? En omdat het decreet afkomstig is van koning Ahasveros zelf, ? gingde Babylonische magi? r verder, ? zullen veel onderdanen overal in hetkoninkrijk het snel willen uitvoeren, om zijn gunst te verwerven. Jullie zijn tot vijanden van de koning verklaard. ? ? We moeten vluchten!? zei een van de oudsten. ? We moeten onzefamilies nu uit Babylon weg zien te krijgen!? Ezra dacht precies hetzelfde. Hij moest onmiddellijk terug naar zijnstudeervertrek om alle onbetaalbare Tora-rollen, historische boeken, wijsheidsliteratuur en rollen van de profeten in te pakken en ergensveilig op te bergen. ? We kunnen nergens naartoe, ? zei Nathan met een stem die heeswas van emotie. ? De terechtstellingen zullen tegelijkertijd in het helerijk plaatsvinden, in alle provincies. ? ? O, God van Abraham? ? Ezra sloeg een hand voor zijn mond. Hijleunde tegen zijn stevige broer, misselijk van afschuw. Paniek en angstrolden als zware onweerswolken door de hal. ? Wat moeten we doen? ? kreunde iemand. ? Onze vrouwen? onze kinderen? we kunnen ze niet laten sterven!? ? God van Abraham, waarom gebeurt dit? ? Kreten van angst en ver-driet vulden de hal. ? Waarom doden ze ons nu niet, als dat is wat ze willen? ? schreeuwde Ezra, leid mijn volk 1-464_Opmaak 1 29-09-14 12:31 Pagina 19 ? Wat doet die heidense sjamaan in ons gebedshuis? ? vroeg hij Judas. ? Sst!? Zijn broer gaf hem een stoot met zijn elleboog. ? Wil je al jeheilige regels nu even vergeten en gewoon luisteren? ? ? Stilte! Alstublieft!? zei rabbi Nathan. ? Iedereen moet luisteren!? Toenhet even stil werd, wendde hij zich tot de oudere Babyloni? r. ? Vertelhun waarom u bent gekomen. Vertel hun alles wat u mij hebt verteld. ? De magi? r keek naar de vloer in plaats van naar de menigte terwijlhij hakkelend het woord nam. ? Jaren geleden, toen ik mijn opleidingdeed als jonge magi? r van de koning, viel mij de eer te beurt om deman te leren kennen die jullie Dani? l de Rechtvaardige noemen ? moge hij in vrede rusten. Vanwege mijn grote bewondering voor hemwilde ik dat jullie onmiddellijk zouden horen over dit koninklijkedecreet. ? Hij hield een officieel uitziend document omhoog. ? Koeriershebben dit bezorgd uit de burcht van Susa. Koning Ahasveros heefthet decreet met zijn eigen zegelring verzegeld. Het zal in alle talenworden vertaald en naar alle satrapen, gouverneurs en edelen in hethele rijk worden gestuurd om het aan mensen van elke nationaliteitte verkondigen. Het decreet van de koning is een wet die in elke pro-vincie geldt en die niet gewijzigd kan worden? ? De oude man zweegomdat zijn stem brak. Hij gaf het document aan Nathan. ? Hier, leestu het? en moge de God die u dient u genadig zijn. ? Rabbi Nathan schraapte zijn keel. ? Dit is een bevel om alle Joden, jong en oud, vrouwen en kinderen, in elke provincie in het konink-rijk te vernietigen, te doden en uit te roeien? ? Een verbijsterd gemompel ging door de menigte. Ezra schudde zijnhoofd alsof hij de woorden die hij zojuist had gehoord wilde uit wissen. ? Het bloedbad zal plaatsvinden op ? ? n enkele dag, later in het jaar, ? ging Nathan verder. ? Op de dertiende dag van de twaalfde maand. ? Ezra keek zijn broer aan in de hoop dat het een vergissing was ofeen afschuwelijke grap. Hij hoopte dat hij het niet goed had begrepen. Dit kon niet waar zijn. Zouden ze allemaal over een paar maandenworden afgeslacht? Tranen welden op in de ogen van Judas, die eenvrouw en twee jonge dochters had. Ezra, leid mijn volk 1-464_Opmaak 1 29-09-14 12:31 Pagina 18 ? Naar het huis van samenkomst. De oudsten hebben een spoed vergadering belegd. ? ? Kun je me niet zeggen wat het probleem is, Judas? We hebbenbelangrijk werk te doen. ? Zijn broer begreep de ernst van zijn ge-leerde werkzaamheden niet, de studie en interpretatie van Gods hei-lige wet en de vertaling daarvan in praktische termen die arbeidersals Judas konden toepassen in hun dagelijkse leven. De God van Abraham had Zijn volk geroepen tot levensheiliging, en Ezra? s werkzou ervoor zorgen dat ze de fouten uit het verleden niet zoudenherhalen ? de fouten waardoor ze nu in ballingschap in Babylonverkeerden. ? Ik weet hoe belangrijk je werk is, ? zei Judas terwijl ze door denauwe straten liepen. ? Waarom denk je dat Aser en ik je steunen en jewoonruimte bieden? ? ? Maar dat geeft je nog niet het recht om me te storen en me tecommanderen? ? Judas bleef staan. Hij had Ezra? s arm nog steeds vast en draaide hemmet zijn gezicht naar zich toe. ? Heb je niet gehoord wat ik zei, Ezra? Of was je met je hoofd in de wolken, bij de engelen? Dit nieuws gaathet leven van onze mensen aan. ? ? Je kunt mijn arm rustig loslaten, ? zei hij, zich lostrekkend. ? Ik ga Ezra nam maar zelden deel aan de vergaderingen van de Joodsegemeenschap. Hij gaf de voorkeur aan een leven van afzondering enstudie. Maar zodra hij en Judas de volgepakte vergaderzaal binnen-kwamen, voelde hij de urgentie van de bijeenkomst. Mannen uit allelagen van de bevolking hadden hun werk neergelegd om de vergade-ring bij te wonen. Rabbi Nathan, de leider van de Joodse ballingen in Babylon, stond op de en vroeg om stilte. De oudere Babyloni-sche man die naast hem stond, gekleed in de gewaden van een ko-ninklijke magi? r, leek volstrekt misplaatst in dit Joodse gebedshuis. Devreemdeling keek om zich heen alsof hij wilde ontsnappen, alsof demenigte hem elk moment kon verscheuren. Alleen al het beeld vandeze heiden die zo dicht bij de plaats stond waar de heilige boekrollenwerden bewaard, maakte Ezra woedend. Ezra, leid mijn volk 1-464_Opmaak 1 29-09-14 12:31 Pagina 17 Babylon De deur van het studeervertrek knalde zonder waarschuwing open. Geschrokken keek Ezra op van zijn boekrol en zag zijn broer Judasademloos op de drempel staan. Hij droeg zijn leren pottenbakkers-schort nog en op zijn armen en voorhoofd zaten vegen opgedroogdeklei. ? Je moet onmiddellijk meekomen. ? Ezra hield de aanwijsstok op zijn plaats op de boekrol, om te mar-keren waar hij was gestopt met lezen. ? Kan het niet nog een paarminuten wachten? We zijn bijna klaar met deze passage, uit de Tora, en het is een bijzonder moeilijk gedeelte. ? Judas beende naar hem toe, griste de aanwijsstok uit zijn hand engooide die op de tafel. ? Nee! Het kan niet wachten. Als de geruchtenwaar zijn, staan de levens van onze mensen op het spel en doet jouwstudie van de Tora er helemaal niets toe!? ? Het spijt me, ? zei Ezra tegen de andere drie Schriftgeleerden. ? Ikkom terug zodra ik weet wat het probleem is. ? ? Jullie moeten allemaal meekomen. ? Judas gebaarde naar de mannenaan de studietafel. ? Dit gaat ons allemaal aan. ? ? Maar ons werk? ? ? Dit is belangrijker. ? Judas pakte hem bij zijn arm en trok hem over-eind. ? Kom mee. ? Ezra zou zijn broer later wel berispen voor zijn overval op hem en zijncollega? s, waarbij hij hem niet eens de tijd gunde om de boekrol op tebergen. Judas was eenendertig, vier jaar jonger dan Ezra, en zijn tempe-rament kon even vurig zijn als de oven waarin hij en hun jongere broer Aser hun potten bakten. ? Waar gaan we naartoe? ? vroeg Ezra terwijl Judashem en de anderen aanspoorde om het studeervertrek te verlaten. Ezra, leid mijn volk 1-464_Opmaak 1 29-09-14 12:31 Pagina 13 verspreid zijn als een dodelijke plaag die zich kan vermenigvuldigenen verwoesting teweeg kan brengen. ? De koning keek naar de vloer en speelde met de zegelring aan zijnvinger. Haman hield zijn adem in en bereidde zich voor op wat hijzou zeggen wanneer Ahasveros hem om bewijzen van de beschuldi-gingen zou vragen, of om de naam van dat gevaarlijke volk. Maar desterren stonden hem bij, hield hij zichzelf voor. Het zou hem lukken. Eindelijk sprak de koning. ? Ik heb besloten je oordeel te vertrou-wen, Haman. Als jij zegt dat zij een bedreiging vormen voor mij, danwil ik dat je maatregelen neemt. ? Hij haalde zijn zegelring van zijnvinger en gaf hem aan zijn tweede man. ? Houd je zilver? en doe watje het beste dunkt met die mensen om de bedreiging weg te nemen. ? Haman sloot zijn ogen van opluchting en triomf. Hij hield dezegelring van de koning stevig in zijn vuist. Zodra zijn decreet zouzijn uitgevaardigd, kon het nooit meer worden herroepen. Elke Joodin het rijk zou sterven. ? Juist, majesteit. Ik zal onmiddellijk naar uwwens handelen. ? Ezra, leid mijn volk 1-464_Opmaak 1 29-09-14 12:31 Pagina 12 u spreken over een kwestie die mij zeer veel zorgen baart? Het heeftte maken met de stabiliteit en vrede van uw hele koninkrijk. ? ? Dat klinkt bijzonder ernstig. Natuurlijk mag je spreken. ? Haman wachtte totdat de pages en kamerheren vertrokken warenen was zich bewust van het harde bonken van zijn hart. ? Er is eenbepaald volk dat over alle provincies van uw rijk verspreid leeft en temidden van de andere volken zijn eigen leven leidt. Hun wetten ver-schillen van die van alle andere volken en aan de wetten van dekoning houden ze zich niet. De koning is er niet bij gebaat hen maarrustig hun gang te laten gaan. ? ? Zijn ze openlijk in opstand gekomen? ? ? Nog niet, maar de kans is heel groot, omdat ze zich nooit zo in hetkoninkrijk hebben aangepast als andere onderworpen volkeren in uwrijk. Zij zien zichzelf helemaal niet als deel van uw koninkrijk, maarblijven halsstarrig vasthouden aan hun eigen identiteit en gebruiken. Wat mij nog het meest zorgen baart, is dat ze weigeren de goden vanons grote rijk te aanbidden. ? De koning gromde. ? Dat weigeren ze, zeg je? ? ? Ja. Zelfs onder bedreiging met straf en dood. Mogen we het risiconemen de Perzische goden te ergeren en hun toorn te wekken? ? ? Zeker niet. ? ? We hebben er niets aan om deze mensen als onderdanen te hou-den. Ze leveren geen voordelen op die opwegen tegen de schade dieze berokkenen. ? Haman zweeg even en wachtte de reactie van dekoning af. Hij probeerde al diens gebaren en uitdrukkingen te peilen. ? Wat is je advies? ? vroeg Ahasveros. Haman veegde met zijn handpalmen over zijn dijen. ? Als het dekoning behaagt, laat er dan een decreet uitgaan om deze mogelijkedreiging te vernietigen. En ik maak me zoveel zorgen over het gevaardat zij vormen dat ik bereid ben tienduizend talenten van mijn eigenzilver aan de schatkist af te staan om de mannen te betalen die hetdecreet zullen uitvoeren. ? ? Dat is heel veel zilver, Haman. Zijn die mensen werkelijk zogevaarlijk? ? ? Ik denk van wel, heer. Vooral omdat ze door uw hele koninkrijk Ezra, leid mijn volk 1-464_Opmaak 1 29-09-14 12:31 Pagina 11 De magi? r hield een tweede kleitablet omhoog. ? De dertiende dag, heer. ? Haman kon een glimlach niet onderdrukken. Zijn geluksgetal. Hijwas geboren op een dertiende dag en was op een dertiende dag aande macht gekomen. Ja, de dertiende dag van adar was een goede keus. ? Dank je, ? zei hij met een knik voordat hij de werkkamer verliet. Hij ging niet naar zijn huis om de slaapkamer en zijn vrouw Zeresop te zoeken. Van slapen zou het toch niet komen. In plaats daarvanliep hij naar de raadkamer van de koning en ging zitten om zijn edictop te stellen. Ook al stonden alle sterren gunstig voor hem, hij moesthet nauwkeurig voorbereiden en zijn woorden met wijsheid kiezen. Elke Jood moest sterven, jong en oud, man en vrouw, kinderen enbaby? s. Maar zo? n ingrijpend plan als dit kon hij niet plompverlorenvoorstellen. Hij moest vage suggesties en toespelingen gebruiken omde koning zelf die conclusie te laten trekken, zoals een jager zorg vuldig geplaatst lokaas gebruikt om zijn prooi naar de val te lokken. Zodra de kamerheren na zonsopgang arriveerden, gaf Haman hunopdracht om de troonzaal voor te bereiden: ze moesten ramen open-zetten om de frisse lentelucht binnen te laten, stoven aansteken omde kilte van de stenen vloer te verjagen, toortsen ophangen voor lichten hoofd- en zitkussens neerleggen. Alles moest tot in de puntjes ge-regeld zijn. Terwijl hij wachtte, keek hij in de gepolijste, bronzenspiegel om zijn gezicht een uitdrukking van diepe bezorgdheid tegeven, zonder een spoor van de verwachting en verrukking die hijvoelde. Begeleid door dienaren en pages kwam koning Ahasveros na enigetijd binnen om plaats te nemen op zijn ivoren troon. ? Majesteit, mogeu voor eeuwig leven!? zei Haman, met een diepe buiging. Nadat hijweer overeind was gekomen ging hij op de zetel aan de rechterhandvan de koning zitten. ? Ik hoop dat uwe majesteit een goede nachtrusthebt genoten. ? Ahasveros maakte een ongeduldig gebaar alsof hij wilde zeggen datzijn slaapgewoonten er niet toe deden. ? Wat moeten we vanochtendallemaal afhandelen, Haman? Hoeveel smekelingen? ? ? Een hele kamer vol, majesteit. Maar mag ik, voordat we beginnen, Ezra, leid mijn volk 1-464_Opmaak 1 29-09-14 12:31 Pagina 10 Haman deed zijn best om zijn opluchting en triomf te verbergen. Hij had weken op dit nieuws gewacht. Eindelijk zou hij zijn plankunnen doorzetten. ? Goed. Ik heb nog ? ? n taak voor jullie, vannacht. Werp het lot voor mij en kies een gunstige maand in de toekomst endan een dag van die maand. ? ? Een dag waarvoor, heer? ? ? Dat is jullie zaak niet. Doe het gewoon. Nu. ? Haman liep achter de astrologen aan naar hun schemerige werk kamer. Een leerling zette een leren zak klaar met twaalf gemarkeerdekleitabletjes, een voor elke maand, en een tweede zak met dertigtabletten voor de dagen. Uiteraard moesten de toepasselijke spreukengemompeld worden voordat ze het lot trokken, en Haman luisterdeongeduldig naar het gebrabbel van de hoofdastroloog. De kleitablet-ten rammelden als botten toen de magi? r de zak schudde. Hij stak zijnhand erin en trok een tablet. ? Twaalf, heer, ? zei hij. Hij hield het stukjegebakken klei omhoog zodat Haman het kon zien. ? De maand adar. ? Haman knikte met een strak gezicht. Het duurde nog elf maanden tothet adar was! Hij wilde zijn plan het liefst vandaag nog uitvoeren. Maarterwijl hij wachtte totdat de magi? r zijn tweede spreuk had uitgesprokenen zich voorbereidde om een tablet uit de zak met de dagen te trekken, besloot hij dat het uitstel misschien toch niet zo gek zou zijn. Zijndecreet zou daardoor ruim de tijd hebben om tot in de verste uithoekenvan het koninkrijk door te dringen, in alle 127 provincies. Ruim tijdvoor Haman om de vernietiging van zijn vijanden voor te bereiden. Dag aan dag, elke keer wanneer die halsstarrige Jood weigerde tebuigen, was de woede van Haman groter geworden en hij had be sloten om niet alleen die ene man, maar alle Joden in het rijk om tebrengen. Hij kende het volk van Mordechai, het was de vijand vanzijn eigen volk, de Amalekieten. De haat die zij voor elkaar koester-den, was terug te voeren tot de baarmoeder van een vrouw, waarintweelingbroers om de voorrang hadden gestreden. De jongste van detwee, Jakob, had alles van Hamans voorouder Esau gestolen, die alsoudste de rechtmatige erfgenaam was geweest. Het werd tijd dat hetvolk van Haman de wereld zou zuiveren van de nakomelingen van Jakob, de Joden, en terug zou nemen waar het recht op had. Ezra, leid mijn volk 1-464_Opmaak 1 29-09-14 12:31 Pagina 9 Proloog De burcht van Susa, Perzi? Lente 473 v. Chr. Haman liep op en neer op het platte dak van de burcht en wachttetot de hofastrologen hun werk hadden gedaan. Hij ergerde zich aanzijn onmacht. Hij zou degene moeten zijn die zijn lot bepaalde, nieteen aantal lichtjes die aan de middernachtelijke hemel stonden te fon-kelen. Die mompelende bende sterrenstaarders in hun zwarte ge waden zou niet over zijn toekomst mogen beslissen ? dat mocht hijalleen. Maar het verzoek dat hij wilde indienen bij koning Ahasveros, opperste heerser over het Perzische rijk, was veel te belangrijk om aangeluk of het lot over te laten. Haman bleef bij de borstwering staan en keek naar de soldatenonder hem die de wacht hielden bij de Koningspoort. Zijn obsessiewas bij die poort begonnen, toen een brutale Jood weigerde voor te buigen. De hele wereld boog voor Haman nu hij een ereplaats be-kleedde, verheven boven alle edelen van de koning, nu hij de tweedeman van het hele rijk was geworden. Zijn leven lang had hij dekoning gediend, maar ondanks alles wat hij had bereikt, weigerde Mordechai de Jood voor hem te buigen. ? Heer Haman? ? ? Hij draaide zich om toen hij de stem van dehoofdastroloog hoorde. ? We hebben een antwoord voor u, heer. ? Haman nam de tijd om naar de wachtende astrologen te lopen. Zehoefden niet te weten hoe dringend het was of hoeveel macht ze overhem hadden. ? Wat zeggen de sterren vannacht? ? vroeg hij, zijn armenover elkaar slaand. ? Morgen is het een uitermate gunstige dag voor u, heer. Wij ziengeen verweer aan de hemel voor wat u van plan zou zijn. Alle hemel-lichamen staan gunstig voor u. ?