Voorwoord In ons schuilt een diep verlangen naar geluk. Maar het leven kan teleurstellend en verdrietig zijn. Het geluk dat we in handen dachten te hebben, kan zomaar wegvallen. Toen de Here Jezus op aarde was, zochten veel mensen Hem op omdat ze ongelukkig waren. Jezus wees hun de weg naar het echte, blijvende geluk. Hij sprak woorden van liefde en genade, van troost en genezing. Hij gaf de menigte onderwijs over het leven in Gods koninkrijk. Hij had vertrouwelijke gesprekken in de intieme kring van zijn leerlingen. En als Hij een persoonlijke ontmoeting had, sprak Hij van hart tot hart met de kwetsbare mens. Jezus’ woorden klinken ook vandaag, tot jou en mij. In dit boek luisteren we naar wat Hij ons zeggen wil. Hij leert ons dat het echte geluk nú al dichtbij is, in dit gebroken leven. Als je je hart opent voor zijn woorden, ben je gelukkig te prijzen. De vrede van God daalt neer in je hart. En de glans van het nieuwe leven straalt in je dagelijks leven. Je vindt rust aan Jezus’ voeten. Luisterend naar zijn stem. Liefs van Grace.
Inhoud Gelukkig worden 7 Je tranen gedroogd 10 Erfenis 13 Honger 16 Koesteren 19 Binnenin mijn hart 22 Kinderen van God 25 Zij hebben de toekomst 28 Aan Jezus’ voeten 31 Je Vader weet het wel 34 Vervolgverhaal 37 De hemelse Arts 40 Het spoor van de liefde 43 Ken je Herder 46 De winst 49 Niets is onmogelijk 52 Ik ben met jullie 55 Met alles wat ik heb 58 Hij gaat niet bij je weg 61 Hoe Jezus naar jou kijkt 64 Hoe lees jij? 67 De zere plek 70 Dienen 73 Thuiskomen 76 Levend aanwezig 79 Verbonden 82 Snoei mij, Heer 85 Een weg omhoog 88 Een gebed voor jou 91 Uw geloof heeft u gered 94
7 Gelukkig worden Gelukkig wie nederig van hart zijn, want voor hen is het koninkrijk van de hemel. Matteüs 5:3 Lezen: Matteüs 5:1-12 Wie wil er niet gelukkig zijn? Geluk is iets waar we ons leven lang op hopen, waar we voor werken en naartoe leven. We doen er alles aan om ons ideaal te bereiken. En als het geluk onbereikbaar lijkt te zijn, geeft dat verdriet en teleurstelling. Het kan ons bitter, jaloers en boos maken. Maar zelfs áls we gelukkig zijn, is er in ons hart altijd dat diepe verlangen naar een nog groter, rijker geluk. Naar harmonie, naar vrede en rust. Dit verlangen, dat in ieder van ons schuilt, is niet vreemd. We zijn immers gemaakt voor een prachtig leven met God. Wij zijn mensen die oorspronkelijk uit het paradijs komen. De mens heeft dat gevoel gekend: het volkomen, intense geluk, het leven in vrede met God. Maar in het paradijs zijn we dat geluk ook verloren. De Here Jezus wijst ons de weg terug naar het echte geluk. Bij het begin van zijn werk op aarde spreekt Hij de mensen meteen aan op hun diepste verlangen: hun wens om gelukkig te zijn. ‘Gelukkig wie nederig van hart zijn’, lezen we in de Nieuwe Bijbelvertaling.
8 ‘Zalig zijn de armen van geest’, staat er treffend in de Herziene Statenvertaling. Wat onbereikbaar is, maakt de Here Jezus mogelijk. Voor wie? Voor de armen van geest. Wat kun je wanhopig zijn als je arm bent. Voelen we ons inderdaad vanbinnen zo arm, zo hongerig naar Gods genade, dat we maar één ding willen: naar God gaan om te ontvangen? Dat doen we alleen als we echt beseffen hoe arm, hoe hopeloos, hoe ongelukkig we zijn zonder God. Pas als je ervan overtuigd bent dat je het geluk niet bij jezelf of in deze wereld kunt vinden, kun je het helemaal van God verwachten. Als ‘hongerige naar Gods genade’ ben je gelukkig, omdat je altijd naar Hem toe kunt gaan. Weet je wat zo mooi is? Om dit geluk te ontvangen, hoeven we niet aan allerlei eisen te voldoen. We hoeven alleen maar te hopen op God. Dan zitten we op het goede spoor. Lees maar wat de Here Jezus belooft aan de armen van geest: ‘… voor hen is het koninkrijk van de hemel. ’ Een nieuw paradijs! Jezus doelt hier niet alleen op de toekomst. Het koninkrijk van de hemel is niet alleen de plaats waar God woont. Het is een leven waarin God aanwezig is, waarin alles om Hem draait. Het is de rust dat het weer goed is tussen God en jou, door de Here Jezus. Een stukje hemels geluk, nu al, in dit aardse leven.
9 In Gods liefdevolle nabijheid is er rust voor jouw zoekende hart.
10 Je tranen gedroogd Gelukkig de treurenden, want zij zullen getroost worden. Matteüs 5:4 Lezen: Matteüs 5:1-12 Aan het begin van zijn werk op aarde spreekt de Here Jezus de mensen aan op hun diepste wens: gelukkig zijn. De Here Jezus belooft geluk aan mensen die nederig van hart zijn. En aan mensen die treuren. Wat bedoelt de Here Jezus? Verdriet is toch niet mooi? Het staat toch haaks op geluk? Het gaat erom hoe en waarom je verdriet hebt. Je treurt … als een kind van God. Je verdriet heeft te maken met jouw diepe verlangen naar de volmaaktheid. Wij zijn mensen die oorspronkelijk uit het paradijs komen. Toen was er geen sprake van verdriet en tranen. De mens heeft dat gevoel gekend: het volkomen intense geluk, het leven in vrede met God. Een kind van God ervaart diep verdriet over de gebrokenheid van dit bestaan. Het is zo anders dan God het had bedoeld. Als je beseft wat de zonde in dit leven aanricht – ook je eigen zonde – voel je rouw. Rouw om het verlies van wat zo goed had kunnen zijn. Daarom vloeien onze tranen. Het verlies van een dierbare, waardoor je wreed geconfronteerd wordt met de vijand: de dood. Verstoorde relaties, terwijl je zo verlangt naar harmonie en vrede.
11 Pijn om je ziekte, om het ouder worden, om verlies. Verdriet om het leed dat je overal om je heen ziet. Oorlogen, vluchtelingen, het leed dat mensen elkaar aandoen. En niet in de laatste plaats: verdriet om je eigen zonden en tekortkomingen. Verdriet, als een arme van geest, als een nederige van hart. Omdat je zo teleurgesteld bent in jezelf, omdat je God elke dag weer pijn doet. De Here Jezus heeft een belofte voor mensen die op deze manier treuren. Zij zullen getroost worden. God zelf zal de tranen uit hun ogen wissen. (Openbaring 21:4) Maar deze troost is er niet alleen op de nieuwe aarde. Nee, ook nu al. Zoek God op met je verdriet. Bij Hem is troost, vergeving en herstel. Je mag nu al deel uitmaken van het koninkrijk van de hemel. God laat je niet alleen met je tranen. Hij deelt dit verdriet immers met jou. Hij stuurde zijn eigen Zoon naar de aarde om jou de rijkste troost te kunnen bieden die je maar kunt bedenken. Alles zal weer goed worden, zoals God het heeft bedoeld. Je tranen over dit gebroken leven zullen door God zelf voor altijd gedroogd worden.
Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen. Er zal geen dood meer zijn, geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn, want wat er eerst was is voorbij. Openbaring 21:4