Genade als erfgoed Het bijbelse recht van de kinderdoop Ds. A. J. Mensink Binnenwerk Genade als erfgoed - HERDRUK 2018_Binnenwerk Genade als erfgoed 20-07-18 10:04 Pagina 3
Maar de vraag waar het om gaat, is, of die doop mij een vaste grond geeft, waarop ik voor Gods aangezicht vertrouwen kan; of de doop mij Gods beloften verzegelt, zodat ik met die beloften voor Gods aangezicht kan komen en zeggen: Heere, hier hebt Gij uw eigen getuigenis; Gij hebt het zelf gezegd, dat Gij mij een God wildet zijn; op Uw Woord heb ik gehoopt; op Uw beloften wens ik mij te verlaten. J.G. Woelderink, Het doopsformulier, 171/172 Binnenwerk Genade als erfgoed - HERDRUK 2018_Binnenwerk Genade als erfgoed 20-07-18 10:04 Pagina 5
Inhoud Woord vooraf11 1 De (on)vanzelfsprekendheid van de kinderdoop13 1.1 Kerk en doop 13 1.2 De doop ter discussie 14 1.3 Bezwaren tegen de kinderdoop 15 1.4 De tijdgeest 18 1.5 Devaluatie van de doop 19 1.6 Evaluatie 22 Gespreksvragen22 2 Door het geloof23 2.1 Spreken met twee woorden 23 2.2 Adam en Christus 24 2.3 Sola fide 26 2.4 Gewerkt door de Heilige Geest 27 2.5 Evaluatie 29 Gespreksvragen32 3 Het genadeverbond33 3.1 De weg van het heil 33 3.2 Een testament 34 3.3 De erfenis 35 3.4 Het zegel 38 3.5 Met ons en onze kinderen 39 Gespreksvragen40 4 De kinderdoop41 4.1 Jood én heiden 41 4.2 De kinderdoop 43 4.3 Individualisme 45 Binnenwerk Genade als erfgoed - HERDRUK 2018_Binnenwerk Genade als erfgoed 20-07-18 10:04 Pagina 7
4.4 Doop in plaats van besnijdenis? 46 Gespreksvragen48 5 Het getuigenis van de Vroege Kerk49 5.1 Inleiding 49 5.2 De tweede eeuw 49 5.3 De derde en vierde eeuw 51 5.4 Evaluatie 54 Gespreksvragen55 6 Gedompeld in Jezus’ Naam56 6.1 De doopformule 56 6.2 Onderdompeling 57 6.3 De doop van Johannes 58 6.4 Bevestiging van het Woord 60 6.5 Doop en kerk 65 Gespreksvragen66 7 Namen vol inhoud67 7.1 De drie-enige Naam 67 7.2 Gedompeld in de Naam van de Vader 68 7.3 Gedompeld in de Naam van de Zoon 70 7.4 Gedompeld in de Naam van de Heilige Geest 72 7.5 Nameloos rijk 74 Gespreksvragen75 8 Troost in vroege kinderjaren76 8.1 Als er schaduwen vallen 76 8.2 De Dordtse Leerregels 77 8.3 De Eerste en de Laatste 79 8.4 Troost 81 Gespreksvragen81 9 Als een antwoord uitblijft82 9.1 Doop en geloof 82 9.2 Verstandelijk gehandicapten 83 9.3 De verloren zoon 85 Gespreksvragen87 Binnenwerk Genade als erfgoed - HERDRUK 2018_Binnenwerk Genade als erfgoed 20-07-18 10:04 Pagina 8
10 Zegenen, opdragen en bevestigen88 10.1 Inleiding 88 10.2 Opdragen 88 10.3 Zegenen 90 10.4 Bevestigingsdoop 94 Gespreksvragen96 11 Overdoop in de praktijk97 11.1 Waardering van de overdoop 97 11.2 Kerkelijk handelen 98 11.3 Overdoop en ambt 102 11.4 Beleid 103 Gespreksvragen103 Eindnoten104 Literatuur111 Binnenwerk Genade als erfgoed - HERDRUK 2018_Binnenwerk Genade als erfgoed 20-07-18 10:04 Pagina 9
Woord vooraf Het gaat geen gemeente voorbij: discussie over en verwarring rond de doop. Steeds vaker komt het voor dat gemeenteleden die als kind gedoopt zijn en jarenlang met de gemeente verbon- den zijn geweest, zich elders laten overdopen. De eeuwenlange vanzelfsprekendheid van de kinderdoop lijkt voorbij te zijn. In ieder geval wordt daardoor een gesprek op gang gebracht dat blijkbaar veel te weinig gevoerd is, namelijk over de vraag: wat betékent de kinderdoop? Wat wil de Heeremet dit sacrament in ons persoonlijk leven en in het leven van de gemeente? In veel gemeenten zijn deze gesprekken de afgelopen jaren gevoerd. Het was ook mijn eigen ervaring bij de bezinning op de kinder- doop: ik wist niet dat ik zo rijk was! Het boekje dat u in handen hebt, wil daar een dikke streep onder zetten. Tegelijkertijd ervaren we een grote moeizaamheid in de gesprek- ken tussen voor- en tegenstanders van de kinderdoop. Ook met een vloed aan bijbelteksten weten we elkaar niet te bereiken. In de meeste gevallen is wederzijdse teleurstelling en verwijdering het gevolg. Dat komt omdat het al dan niet aanvaarden van de kinderdoop niet op zichzelf staat. Uiteindelijk spelen (vaak on- bewust) theologische grondstructuren mee, waarbij standpun- ten en overtuigingen met elkaar samenhangen. Dat is de reden waarom ik in dit boekje de kinderdoop plaats in het bredere, bijbelse verband van verbond, geloof en genade. De kinderdoop is een heerlijke onderstreping van het Evangelie dat God goddelozen ‘om niet’ rechtvaardigt, door het geloof in Jezus Christus. Zijn genade is het erfgoed dat Hij bij testament toe- zegt aan de gelovigen en hun kinderen (Hebr. 9:15). Wie door het geloof zijn doop leert verstaan, mag verwonderd uitroepen: ‘Ik sta in het testament!’ 11 Binnenwerk Genade als erfgoed - HERDRUK 2018_Binnenwerk Genade als erfgoed 20-07-18 10:04 Pagina 11
Deze vierde, herziene druk van Genade als erfgoedverschilt op diverse punten van de voorgaande edities. Er zijn de afgelopen jaren veel boeken en artikelen verschenen die vanuit theologische of historische invalshoek nadere onderbouwing aandroegen. Ook hebben de ontwikkelingen in de kerken, sinds de eerste druk verscheen, niet stilgestaan. In elk hoofdstuk is nieuw materiaal verwerkt. De hoofdstukken 6, 10 en 11 zijn grotendeels of helemaal nieuw. Het notenappa- raat is fors uitgebreid. Van harte hoop ik dat dit boekje onder Gods zegen tot persoonlijke opbouw mag dienen, en niet min- der tot zegen van kerk en gemeente zal zijn. Ik spreek mijn hartelijke dank uit aan allen die op welke wijze dan ook hebben bijgedragen aan dit boek en de bezinning op de kinderdoop: collegae uit diverse kerken, kerkenraadsleden en betrokken gemeenteleden. Ook ben ik de hervormde gemeente te Driesum dankbaar voor de ruimte en de rust die ik ontving om deze herziene editie voor te bereiden. Ten slotte denk ik met erkentelijkheid aan de zorgvuldigheid en de betrokkenheid waarmee de uitgever en de redactie de uitgave hebben begeleid. A.J. Mensink 12 Binnenwerk Genade als erfgoed - HERDRUK 2018_Binnenwerk Genade als erfgoed 20-07-18 10:04 Pagina 12
1 De (on)vanzelf- sprekendheid van de kinderdoop 1•1 Kerk en doop Vanaf de eerste pinksterdag in Jeruzalem kent de christelijke kerk de praktijk van de heilige doop. Dat de doop wezenlijk bij de christelijke gemeente hoort, wordt dan ook door niemand betwijfeld. De doop is nooit en nergens in onbruik geraakt als een vergeten sacrament. Integendeel: iedere kerk heeft in haar grondslag of belijdenis expliciete uitspraken over de doop opgenomen. We kunnen dus gerust stellen: waar de kerk is, daar is ook doopwater. Het kan ook moeilijk anders. De Heere Jezus heeft immers Zelf het bevel tot de doop gegeven, toen Hij Zijn discipelen de wereld in zond: ‘Gaat dan henen, onderwijst al de volken, hen dopende in de Naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes; lerende hen onderhouden alles, wat Ik u geboden heb’ (Matth. 28:19). De prediking van het Evangelie gaat, naar Christus’ bevel, gepaard met de bediening van de doop. Na het ontstaan van de eerste christelijke gemeenten is in de gehele christelijke kerk de kinderdoop een bestaande praktijk geweest. Terwijl de volwassendoop bediend werd aan bekeer- lingen uit het heidendom en jodendom, werd de kinderdoop bediend aan alle kinderen van hen die reeds tot geloof gekomen waren. We spreken dan over de zuigelingendoop, de doop van een kind dat naar God nog niet kan vragen en het geloof nog niet kan belijden. Bijna twintig eeuwen lang is de kinderdoop vanzelfsprekend geweest. 13 Binnenwerk Genade als erfgoed - HERDRUK 2018_Binnenwerk Genade als erfgoed 20-07-18 10:04 Pagina 13
1•2 De doop ter discussie Globaal gesproken zijn daar drie uitzonderingen op te maken. Er zijn drie perioden geweest waarin de kinderdoop ter discus- sie werd gesteld. De eerste periode vinden we in de vroege kerkgeschiedenis. Er bestaat dan verschil van mening over de vraag wat de doop wezenlijk is, en de vraag wanneermen gedoopt moet worden. Die twee vragen hangen met elkaar samen. Omdat men steeds sterker ging benadrukken dat de doop zélf de afwassing van de zonden bewerkt, stelde men de doop zo lang mogelijk uit. De zonden die men vóór de doop bedreven had, waren dan vergeven, en de tijd om te zondigen ná de doop was dan een stuk korter. De tweede periode van heftige strijd rond de doop vinden we in de tijd van de Reformatie. Tegenover de Rooms-Katholieke Kerk leerden de reformatoren dat de sacramenten niet als vanzelf de genade meedelen. Tegelijkertijd hadden zij met de wederdopers een conflict over het bijbelse recht van de kinderdoop. Het kwam tot een breuk tussen de reformatoren en de wederdopers – een breuk die nooit geheeld is. De kerken van gereformeerde belijdenis hebben vastgehouden aan de kinderdoop. In de Gere- formeerde Kerk in ons land (die later de Nederlandse Hervormde Kerk zou heten) is de kinderdoop een bijna vanzelfsprekende praktijk geweest. Nagenoeg ieder kind dat voor de doop werd aangemeld, werd gedoopt. Ook als zijn ouders niet kerkelijk meeleefden met de gemeente, zelf ongedoopt waren of zelfs weigerden de doopvragen te beantwoorden! Men vond dat ieder Nederlands kind gedoopt moest zijn. De verbondsgedachte speelde hierin een grote rol. ‘ Wel tot het bondsvolk behoren alle geboren Nederlanders, ongeacht hun kerkelijke kleur of denominatie.’ 1 Maar wie de kinderdoop in twijfel trok of zichzelf liet over- dopen, werd in de kerkelijke ban gedaan. Deze vanzelfsprekendheid van de kinderdoop werkte tot diep in de twintigste eeuw door. Alspredikanten of kerkenraden al wei- gerden om kinderen van niet-meelevende ouders te dopen, kre- gen ze het aan de stok met classicale besturen (later met com- 14 Binnenwerk Genade als erfgoed - HERDRUK 2018_Binnenwerk Genade als erfgoed 20-07-18 10:04 Pagina 14
missies voor behandeling van bezwaren en geschillen) die hen dwongenhet kind te dopen, op straffe van schorsing. Met name in hervormde gemeenten bevatten de doopboeken veel namen die men later in het kerkelijk leven nooit meer aantreft. Het derde tijdperk van strijd om de kinderdoop is onze eigen tijd. Vooral sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw groeit het aantal ( jonge) gemeenteleden die als kind gedoopt zijn, maar zich elders laten overdopen. Het gaat hier niet alleen om op zichzelf staande keuzes, maar blijkbaar ook om de invloed van ander gedachtegoed en een andere geloofsbeleving. In de moti- vatie van hen die als volwassenen opnieuw gedoopt willen wor- den (zelf spreken zij niet van overdoop, omdat zij als kind niet echt gedooptzijn), keert een aantal argumenten regelmatig terug. We kunnen deze argumenten in drie groepen verdelen. 1•3 Bezwaren tegen de kinderdoop De eerste soort argumenten ontleent men aan de Bijbel. Men stelt dat de bijbelse doop een doop door onderdompelingis: de besprenkeling is geen bijbelse handeling. Ook stelt men dat de bijbelse doop de geloofsdoopis, dus een doop nabelijdenis, een doop die je alleen als ware gelovige kunt ondergaan, en dat daarom de kinderdoop in de Bijbel ook niet voorkomt. H.G. Koekkoek spreekt in zijn felle geschrift ondubbelzinnig uit: ‘In de Bijbel komen wij alleen de doop door onderdompeling tegen, nadat iemand bewust tot geloof is gekomen.’ 2Men zegt daarom dat de doop in het Nieuwe Testament altijd gepaard gaat met een doop in de Heilige Geest, dus met een bewuste innerlijke verandering. Velen bestrijden daarbij het zinnetje uit het klas- sieke doopformulier dat de doop in plaats van de besnijdenis is gekomenen daarmee valt een argument vóór de kinderdoop weg. Ook zegt men dat het verbondsmatige denken hoort bij het Oude Testament, niet bij het Nieuwe. Het lastige van deze argumentatie is dat ze opkomt uit een ander Schriftgebruik. Zij die de kinderdoop als bijbelse praktijk 15 Binnenwerk Genade als erfgoed - HERDRUK 2018_Binnenwerk Genade als erfgoed 20-07-18 10:04 Pagina 15
belijden, denken veelal vanuit de grote lijnen en verbanden van de gehele Schrift. Hierbij belijdt men een wezenlijke eenheid tussen Oude en Nieuwe Testament. De argumenten waarmee de kinderdoop verworpen wordt, komen vaak op uit een bijbel- gebruik dat door anderen wel eens ‘biblicistisch’ is genoemd. Op grond van losse bijbelteksten, waarbij men het verband van een tekst minder laat meespreken, komt men tot heel andere conclusies. Dit verschil in bijbelgebruik bemoeilijkt daarom ook het gesprek over de kinderdoop, dat veelal onbevredigend eindigt. Toch is het besluit tot overdoop niet alleen een besluit op grond van aan de Bijbel gerelateerde argumenten. Er is een tweede soort argumenten die van meer persoonlijke aard zijn. Bij velen proeven we een verlangen naar een geestelijke doorbraak (ver- vulling met de Heilige Geest en met Zijn gaven) of een geestelijke vernieuwing. Zij menen door de volwassendoop de Heilige Geest en Zijn vernieuwende kracht te ontvangen. Ook wil men door een bewust ondergane doop uiting geven aan een bewuste (radicale) keuze voor God. De doop wordt dan gezien als ‘getui- genis van een vernieuwd denken’. 3J. Eschbach verklaart de toe- nemende vraag naar de volwassendoop uit de behoefte aan een ritueel bij geestelijke vernieuwing. 4Soms komt het voor dat iemand zijn eigen kinderdoop verwerpt, omdat hij een conflict heeft met zijn ouders die hem hebben laten dopen. En ten slotte lijken soms psychologische, emotionele motieven mee te spelen die te maken hebben met de levensgang van iemand bij wie een diep emotioneel verlangen niet vervuld werd. Ook ligt hier een sterk verband met de gevoelscultuur waarin wij leven en waar- op ik straks wat dieper wil ingaan. De derde categorie argumenten betreft de doopleer en -praktijk in de gevestigde kerken. Onder de verdedigers van de volwassen- doop leeft de (vaak als karikatuur vertolkte) indruk dat men in de gevestigde kerken de doop als zaligmakende handeling ziet. In de kerken die de kinderdoop voorstaan, zou men zeggen: ‘Je bent behouden, omdat je gedoopt bent.’ 5Hier is sprake van een 16 Binnenwerk Genade als erfgoed - HERDRUK 2018_Binnenwerk Genade als erfgoed 20-07-18 10:04 Pagina 16
ernstige verminking van de werkelijkheid waarmee een schrij- ver als Koekkoek zichzelf onbetrouwbaar en onwaarachtig maakt. We zijn niet geroepen om op dergelijke argumenten in te gaan. Anders ligt het bij gemeenteleden die zich laten overdopen omdat zij grote moeite hebben met een (te) ruime dooppraktijk. In de kerkgeschiedenis is dit verband vele keren aan te wijzen. Zo stelt O.H. de Vries dat het baptisme zijn wortels heeft bij separatistisch gezinde puriteinen die het halfslachtige karakter van de Kerk van Engeland kritiseerden. 6Ook van C.H. Spurgeon wordt gezegd dat ‘zijn felle kritiek op de kinderdoop niet is te begrijpen zonder in rekening te brengen dat hij zich met name richt tegen de Anglicaanse opvatting van baptismal regenera- tion’. 7De grote Zwitserse theoloog K. Barth heeft in 1943 mede vanwege de slappe houding van de Duitse kerken tegenover het nationaal-socialisme de kinderdoop ter discussie gesteld. Er wordt een grote discrepantie gesignaleerd tussen een ruime doopbediening en een schraal, ingezonken geestelijk leven in de gemeente. Men mist geloofsgetuigenissen in de gemeente, daadwerkelijk christelijk leven, bijbelse radicaliteit. En juist jongeren zijn op zoek naar hartstochtelijk en doorleefd geloof. Wanneer zij dit in de gedoopte gemeente niet of nauwelijks vin- den, wat betekent de doop dan nog? Vooral deze laatste vragen hebben ons iets te zeggen. In toe- nemende mate ervaar ik de vraag naar de overdoop als vraag aan mijzelf, en aan de gemeente. Hebben wij het er zelf ook niet naar gemaakt dat vooral jonge gemeenteleden die op zoek zijn naar voorbeelden van levend geloof, teleurgesteld raken in hun eigen gemeente en aangetrokken worden tot groepen van evan- gelische snit? We horen hen zeggen: ‘Dáár wordt getuigd! Dáár is geloofsblijdschap en zekerheid! Dáár wordt ook antwoord ge- geven op een diep verlangen, een verlangen naar ervaring, naar gevoel!’ En als men van anderen hoort dat ze de vervulling met de Heilige Geest ontvangen hebben nadat zij zich als volwassene hebben laten dopen, is de beslissing gauw genomen: ik wil ook gedoopt worden! 17 Binnenwerk Genade als erfgoed - HERDRUK 2018_Binnenwerk Genade als erfgoed 20-07-18 10:04 Pagina 17