11 De klop op de deur van Laodicea Voorbereidingspreek voor het Heilig Avondmaal Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop; indien iemand Mijn stem zal horen en de deur opendoen, Ik zal tot hem inkomen, en Ik zal met hem avondmaal houden, en hij met Mij. Openbaring 3:20 Zingen: Psalm 25:5 Schriftlezing: Openbaring 3:14-22 Zingen: Psalm 95:4 Zingen: Psalm 16:3 en 6 Zingen: Psalm 40:8 Geliefden! Wij gaan nu op kerkvisitatie in Laodicea. Daar was in Johannes’ dagen al vroegtijdig een gemeente ge - sticht. Deze gemeente was, uitwendig gezien, niet Genodigd tot de bruiloft_bw .indd 11 05-06-19 08:27
12 een slechte gemeente; maar inwendig was zij niet geestelijk. Terwijl in andere gemeenten in Klein- Azië ketterijen en/of bijzondere zonden leefden, óf ze leden onder vervolging; niets van dit alles vinden we aangaande Laodicea vermeld. Maar, er was geen bedienende Heere Christus in haar midden te onderkennen, en daarom was haar toestand verre van geestelijk. De Heere zegt van Laodicea: noch koud, noch heet. Als dit zo blijft, moet Ik u als een dronk onaangenaam smakend lauw water uit Mijn mond spuwen. En onder deze omstandigheden komt de verhoogde Christus de gemeente een bezoek brengen, gelijk als bij de andere gemeenten. Het is als een kerk - visitatie; dat is om een onderzoek naar haar toe - stand te doen en orde op zaken te stellen. Hij meldt Zich aan als de Amen, de getrouwe en waarachtige Getuige Gods. Die dus alleen tevreden over haar kan zijn als er volle, waarachtige beantwoording zal zijn aan het werk en doel des Heiligen Geestes. In Laodicea hadden zij het Evangelie aangeno - men, maar zonder dat het hart recht was geraakt. Dit had geleid tot zelfgenoegzaamheid. Zij waren zo tevreden over zichzelf, dat ze geen bedienende Heere Jezus nodig hadden. En wat doet Christus nu? Komt Hij nu om haar het oordeel aan te zeggen? Ja, dat ook wel, maar het is nog een toekómend oordeel: Ik zál (ja zál) u Genodigd tot de bruiloft_bw .indd 12 05-06-19 08:27
13 uit Mijn mond spuwen, maar (en ziedaar de liefde - volle Zaligmaker) eer Ik dit doe, ben Ik gekomen om u aan uw armoede te ontdekken, opdat ge eens waarlijk rijk mocht kunnen worden. ‘Zie’, geef daar nu eens waarlijk acht op. ‘Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop’ – ook deze morgen in deze voorbereidingsure. Hoor dan Zijn kloppen, hoor dan Zijn nu nog lokkende stem. Laat die klop en die stem u heel deze week eens recht onrustig en heilbegerig maken, om u als een arme, blinde, naakte, aan alles gebrek hebbende aan Zijn dis te laten verrijken met de geestelijke verbondsgoede - ren. Al ware het dan als een hondeke onder de tafel. Dan zult gij zeggen: Nu is het mij beter dan toen. Zo gaan we in op Openbaring 3:20: Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop; indien iemand Mijn stem zal horen en de deur opendoen, Ik zal tot hem inkomen, en Ik zal met hem avondmaal houden, en hij met Mij. We beluisteren: De klop op de deur van Laodicea waarbij we bepaald worden bij: 1. Een buitenstaande Christus ; 2. Een binnengelaten Christus ; 3. Een bedienende Christus . Genodigd tot de bruiloft_bw .indd 13 05-06-19 08:27
14 1. Een buitenstaande Christus ‘Zie, Ik sta aan de d e u r …’ O, ontroerende ge - waarwording; Jezus staat dus buiten. En als Jezus buiten staat aan de deur, dan is het zeker en gewis áchter die deur, daarbinnen, verre van in orde. In Laodicea was het niet slechts een naamchristen - dom, maar een waan christendom. Het verschrikkelijke van de toestand was niet al - leen dat Laodicea arm was, maar vooral dat het dacht rijk en verrijkt te wezen, hebbende geens dings gebrek. Laodicea was een plaats van rijkdom, waar veel geld verdiend werd; en zulke toestanden zijn in de regel schadelijk, althans een gevaar voor het geestelijk leven. Zo licht vervalt men onder zulke omstandigheden tot gemakkelijkheid, een zekere gerustheid en werkeloosheid op geestelijk gebied. Hoe dit ook zij, in Laodicea was een toestand ont - staan, die te vergelijken is met dit voorbeeld: Stel u voor, in een sneltrein, nog wel eersteklascoupé, zit - ten de reizigers verwarmd en wel in de zachte kus - sens en blikken door het glasvenster over schone landerijen. Het treingevaarte davert in snelle vaart voort, de brug over, een rivier tegemoet. Maar terwijl de reizigers zich van geen dreigend gevaar bewust zijn, staat de brug open. Nog één, twee minuten, en het hele ijzeren gevaarte stort onder doodsgegil van de reizigers in de diepte. Genodigd tot de bruiloft_bw .indd 14 05-06-19 08:27
15 Ja, zó is de toestand van eenieder van u, die thans nog in de dommelende slaap van Laodicea verkeert. O, dat zal wat zijn, zo in uw ingebeelde welstand der ziel in de eeuwige afgrond neer te storten. Nooit missers te zijn geweest, en daar - om met valse rijkdom u tevredenstellend; nooit u voor God onbekeerd te hebben bevonden, en alzo in een waanbekering het oordeel tegemoet te gaan. En wat is nu onder deze omstandigheden het alover weldigende, het albeheersende, het alverte - derende van de liefde van Christus? Dat, waar u niet beseft hoe uw toestand is, Hij wel het drei - gend gevaar weet; en waar u voortreist, onbe - kend met uzelf en met het schrikkelijke van het naderende oordeel, Hij met innerlijke ontfer - ming blijkt bewogen te zijn. Verdriet deze uw toestand ú niet, het gaat Hem wél diep ontfer - mend ter harte. Zodat Hij u nog opwekken wil uit uw valse gerustheid, door Zijn klop op de deur van uw hart. En dat maar niet in het voor- bijgaan, maar Hij vat opzettelijk post aan uw deur. ‘Zie, Ik sta. ’ Hij is blijven staan en getroost Zich de moeite. Een klop op de deur. Hebt u die nooit gehoord? Als Hij door wet- en Evangelieprediking, door vloekspraken zowel als door evangelische lokstemmen, u wil doen ont - waken en prikkelen. Als Hij door bijzondere ze - Genodigd tot de bruiloft_bw .indd 15 05-06-19 08:27
16 geningen of door harde slagen in uw huis, fami- lie, zaken enzovoort, u tot stilstaan, tot ontdek - king, tot wenen en roepen uit uw ellende, wil doen opwaken. Hedenmorgen valt hier nu opnieuw de klopper op de deur. Vals gerust, óf in de strik van satan verward geraakt, óf voortlevend in onbeleden zonden, óf in uitdoving van een zoveel beter eer- tijds, óf … ja, hoe het ook zij, hier is voor u een boodschap, die mogelijk u te groot kan schijnen, en toch dierbaar waarachtig is, namelijk de klop zegt: Ik sta buiten, maar zo gaarne zou Ik bij u, ja, bij u willen binnenkomen. Hij wil achter de deur bij u in uw binnenkamer komen. Wilt u, durft u dit weigeren? Bedenk, het loopt uit op één van beide: óf u laat Hem binnen door ’s Heeren genade, en het wordt een eeuwige bruiloft; óf u doet niet open, en dan zal dit uw gericht en verdoemenis des te meer verzwaren. Verloren gaan, terwijl de Heere de klopper heeft gehanteerd … dit zal erger zijn dan met Sodom en Gomorra. O, we bidden u in Zijn Naam: Laat Hem niet onbeantwoord staan. ‘Zie, Ik sta.’ Het is om te sidderen, óf het is een reden tot een zalig feest. Als dit kloppen door genade nu eens wordt beantwoord, ja, dán is er een heerlijke boodschap. Ja waarlijk, dit kloppen kan worden beantwoord. Genodigd tot de bruiloft_bw .indd 16 05-06-19 08:27
17 Dat kan nooit anders – dit hebben we nimmer te verbergen – dan wanneer Gods Heilige Geest u leert om open te doen. Daarover gaat ons tweede deel. 2. Een binnengelaten Christus Onze verantwoordelijkheid blijft. Houd dit goed vast. Houd tevens vast, dat de Heere middellijk werkt, en door kloppen u zó prikkelt, dat u ten slotte oprijst en naar de deur gaat. Dan dient de klopper twéémaal gehoord te worden. De dichter zegt immers, dat God eenmaal een woord tot hem heeft gespro - ken, en hij dit tweemaal gehoord heeft. Dat rechte horen van Zijn stem wordt geken - merkt door inzonderheid de volgende zaken: tranen van berouw en boete, gepaard gaand met een breken met de zonde, en een smart over en strijd tegen de zondige aard. O, wat zou die hoorder daar achter de deur dan gaarne de za - ken weer in orde hebben. O, kon hij ze, tot wat prijs ook, maar (weer) in orde brengen; maar zijn knieën knikken, alle kracht is in hem vergaan, en hij gevoelt zich ten enenmale onmachtig om iets tot zijn behoudenis of om herstel tot stand te brengen. Daar roept hij het uit, gans onbekwaam tot zelf - behoud: ‘O, Heere, ach, zoudt Gij het niet kun - Genodigd tot de bruiloft_bw .indd 17 05-06-19 08:27
18 nen en willen doen? Zoudt U mij niet in de gunst Gods kunnen weerbrengen?’ Dat is de plaats, waar de Heere de hand van de Laodiceeër beweegt naar de grendel. Van de Laodiceeër die de deur zo gesloten houdt. De Heere Zelf moet het doen, en Hij doet het zó, dat de hand bewo - gen wordt door de Heilige Geest, om de grendel weg te schuiven. ‘Werk uws zelfs zaligheid, want het is God, Die in u werkt.’ Dat wordt daar en in die weg onderwezen en gedaan. Dit drijft de Laodiceeër naar de verlaten binnenkamer; daar wil en zal hij het ondernemen om door de deur, die opengaat, Hem te zien van aangezicht tot aangezicht. Al zou het ook zijn leven kosten. Want ja, dat is wat … om als zo één, die de Hee - re naar buiten heeft gedrongen, Hem nu vlak in het aangezicht te zien. Maar het kan, en mag, en zal niet anders gaan. Al zou die buitenstaande Jezus mij ook doden, het zij zo, het zou eeuwig rechtvaardig zijn; maar buiten mag Hij niet lan - ger staan. Daar valt hij de Heere onvoorwaardelijk in han - den. ‘O Heere, doe Gij nu maar alles aan mij wat aan mij gedaan moet worden.’ En alzo stelt hij zich onder Zijn dierbare ambtelijke bediening. Is er nog een weg ter ontkoming? O, hoe beleeft men dan dat onafwijsbare en toch hartelijk toe - gestemde: ‘God wil, dat aan Zijn gerechtigheid Genodigd tot de bruiloft_bw .indd 18 05-06-19 08:27
19 genoeg geschiede.’ Ja, dat wordt dan, als ’t moet, met ons bloed ondertekend. God moet worden voldaan, zal ik, met God verzoend, weer in Zijn gunst mogen delen. Hoe wordt daar God Zelf eeuwig soeverein aanbiddelijk, ja, dierbaar. Omdat God Zelf, die Christus tot dat einde heeft geschonken, als het ware opdracht en bevoegdheid heeft ver - leend om deze ambtelijke bediening uit te oe - fenen, om alzo ook voor de uitkomst in te staan. Maar dan is er ook geen beperking. Het luidt zo algemeen en onbeperkt mogelijk, ook voor aanstaande zondag, bij de Avondmaalsbedie - ning: ‘Indien iemand de deur zal opendoen, Ik zal tot hem inkomen.’ Als de Heere dan daar vóór Zich ziet een boetende David, een we - nende Petrus, een schreiende Magdalena, een tot zelfmoord gerede stokbewaarder, en wie dan ook; dan is er mogelijk ernstige bestraf - fing, zelfs tucht en loutering, maar nimmer te - rugwijzing, nimmer afstoting. Neen, de Heere spot niet met onze tranen, en lacht niet om onze gebreken. Hij is (ja waarlijk!) veel te verheugd over die open deur. Hij wil niets anders doen dan binnentreden, met het pardon op de lip - pen, met het ‘zalig zijn de armen van geest’ als uit roep. Genodigd tot de bruiloft_bw .indd 19 05-06-19 08:27
20 Ja, juist zulken wil Hij als de waardige disge- noten van Zijn heilige Avondmaalsdis ontvan - gen, waar Hij dan plaatsneemt als – en dat is ons derde deel –: 3. Een bedienende Christus ‘Ik zal tot hem inkomen’, zo luidt het bemoe - digende woord van de gezegende lippen des Heeren. Juist dát huis, díé gemeente, díé ellen - dige arme, dáár wil Hij de schatten van Zijn vreêverbond aan bedienen. Zulken als we zojuist noemden, zijn de geschikte voorwerpen voor de Heere Jezus. De Christus is niet alleen de Middelaar en de Borg, maar ook de Bedienaar van het genadever - bond. Dat wordt nogal eens uit het oog verloren. Hier in ons tekstwoord vraagt deze bediening onze bijzondere aandacht. En voor deze bedie - ning zijn zulken die aan hun blindheid, naakt - heid en armoede ontdekt zijn de gewenste voor- werpen. Toen de bekende ds. Groenewegen in de ne - gentiende eeuw op zijn sterf bed lag, kreeg hij bezoek van een mededienstknecht des Hee - ren, die hem vroeg hoe hij ervoor lag. Waarop ds. Groenewegen antwoordde: ‘Ik lig hier el - lendig, jammerlijk, arm, blind en naakt, en deswege ben ik een geschikt voorwerp voor Genodigd tot de bruiloft_bw .indd 20 05-06-19 08:27
21 de Heere Jezus.’ Hij had ook kunnen zeg- gen: ‘geschikt voor de hel’, maar juist zij die zich daarvoor geschikt weten, zij zijn die ge - schikte voorwerpen voor een bedienende Heere Jezus. En als de Heere dan inkomt, zo brengt Hij al - les met Zichzelf mee. Dit beluisteren we in Zijn allerdierbaarste toezegging: ‘en Ik zal avondmaal met hem houden, en hij met Mij.’ Dat zijn geen twee avondmalen, maar bij die ene maaltijd is de Heere de Eerste, de Bedienaar. Om dit juist te verstaan, moeten we in het oog houden dat we hier een oosterse beeldspraak hebben. Onder ‘avondmaal’ moeten we hier in de tekst niet in de eerste plaats verstaan wat wij het Heilig Avondmaal noemen. Het woord in de grondtekst wijst dit duidelijk uit. Het betekent de gewone maaltijd, tegen het einde van de dag gehouden. Als het hele gezin zich als één enig man verzamelde rondom de tafel. Ook wordt dit woord gebruikt voor grote feestmalen, als de ko - ninklijke bruiloft. Nu in zijn geestelijke strekking, kunnen we de grote gedachte, die aan die maaltijd ten grond - slag ligt, ook toepassen op de dis van het Hei - lig Avondmaal. In het gemeenschappelijk deze maaltijd houden, is de grote gedachte vertolkt van: we zijn een eenheid, wij behoren bij elkaar, Genodigd tot de bruiloft_bw .indd 21 05-06-19 08:27
22 wij leven saam uit één spijsschotel, want we zijn familie. En let dan wel in het bijzonder op de gastheer , die deze maaltijd toeschikt, en, gelijk dat in het Oosten geschiedde, die aan het hoofd van de ta - fel gezeten, de spijze uitdeelde. Daarom staat ook hier voorop: ‘Ik zal avondmaal houden met hem.’ We hebben niets, of de Heere Christus moet het ons beschikken en aan ons uitdelen. Hier treedt dus de heerlijke gedachte op de voorgrond, die Christus ons wil te kennen geven: gij en Ik, wij zijn één, en daarom, Ik zorg voor u! We zijn bondgenoten. In oude tijden werden door koningen wel maal - tijden, feestmalen aangericht, waar honderden personen tegelijk aan deelnamen, meermalen in het open veld. De koning zorgde voor zo’n reus - achtig diner, en nodigde een groot aantal men - sen daarvoor uit. Daar wilde hij dan mee zeg - gen: wij zijn bondgenoten. Het moest de intieme band illustreren. Hoe heerlijk is dit in alle gees - telijke zin en inhoud verwezenlijkt in de viering van het Heilig Avondmaal. Nergens is men dichter nabij een bedienende Heere Jezus dan hier. Nergens kan zó de band van het bondgenootschap worden gevoeld als aan die dis. Hier is de plaats, waar de zichtba - re en de onzichtbare kerk samenvloeien. Het is Genodigd tot de bruiloft_bw .indd 22 05-06-19 08:27
23 een voorsmaak bij uitnemendheid van de hemel. Er is hier nóg een punt van geestelijk heilgenot aan de orde, namelijk zulk een gastheer of ko - ning aan het hoofd van zo’n maaltijd betekende ook: en nu bent u opgenomen onder mijn be - scherming, ik sta voor u in. Hier denken wij aan Psalm 23: ‘Gij richt de tafel toe voor mijn aan - gezicht tegenover mijn tegenpartijders.’ Hier aan deze heilige dis wordt ons aanstaande zondag hetzelfde verzegeld. Haal uw hart er alvast maar aan op. En wat houdt nu dit sacramentele eten en drin - ken van Christus in? Ach, wat verstaan nog ve - len deze dingen gans verkeerd, of nog maar zeer gebrekkig. Vooropstaat, dat in het Heilig Avond - maal niet wíj de eerste handeling doen, maar de Heere. Hij stelde het in; Hij bedient het; Hij deelt uit. O, dat moment, waarop de dienaar in Jezus’ Naam dat brood en de wijn overhandigt, laat uw ziel daar toch goed en innig aandacht aan schenken. Zie dan als het ware de Heere Jezus vóór u staan en hoor Hem dan tot u per- soonlijk zeggen: Dit deed Ik voor u; hier hebt u er het onderpand van. Ik pas het u toe, neem het dus vrijmoedig aan; Ik ben er Zelf op gesteld; daartoe heb Ik geklopt net zolang tot Ik Mijn bediening aan u hier kon gaan uitoefenen. Laat ik u op drie belangrijke zaken wijzen, die Genodigd tot de bruiloft_bw .indd 23 05-06-19 08:27
24 aan die heilige dis dienen verstaan en beoefend te worden. Ten eerste, het is een teken. Het is wel een zicht - baar Evangelie genoemd. Als dat brood wordt gebroken en de wijn wordt uitgegoten, zie dan onder deze tekenen afgebeeld hoe de Heere Jezus Zijn lichaam heeft laten verbreken en Zijn bloed laten vergieten, opdat de prijs uwer los - koping zou worden betaald. Maar dan niet om een soort gevoelsaandoening van medelijden te verwekken; neen, heel wat anders. Wij hebben tegen God Drie-enig gezondigd, en nu moet allereerst de eisende en wrekende gerechtig - heid Gods voldaan worden. En toen wij dit niet konden, heeft Hij gezegd: Zie, hier ben Ik, om als het Lam, door U besteld, ter slachting te worden geleid. Het bloed uit een doodgemarteld, geslacht lichaam vult hier de beker, opdat de driemaal heilige God ons over het kruis van Golgotha heen weer de Vaderhand zou kunnen reiken. Dit wijst, zegt onze Catechismus, op de enige grond onzer zaligheid; niet mijn vrome ge - stalte, maar Jezus’ volkomen borgtochtelijk werk is hier hetgeen waarop de aandacht moet geves - tigd zijn. Smaakt en proeft hier, dat de Heere goed is. Ten tweede, het Avondmaal is niet slechts een teken, maar ook een zegel. En hierbij sta op de Genodigd tot de bruiloft_bw .indd 24 05-06-19 08:27
25 achtergrond alsof godzalig Avondmaal vieren zou bestaan in een samenvatting van wat gevoe - lige aandoeningen. Niet genoeg kan erop ge - wezen worden, dat in het Heilig Avondmaal al - lereerst een daad Gods moet gezien worden. En welke daad is dat nu? Wel, niet minder dan dat de drie-enige Verbondsgod u hier uitreikt een onderpand van de welgemeende waarachtigheid van Zijn genadeverbond en alle beloften daar- van. Deze beloften van genade en al wat gena - de insluit, zijn zó groot en zó veel, dat mijn ge - loof weleens kan menen: Maar zou dit alles waar kunnen zijn, en dat voor zulk één als ik? En nu komt de Heere in dit Avondmaal u zeggen: Het is zó waar en zó zeker als dit brood en deze wijn u uitgereikt worden, en u dezelve eet en drinkt. Dus een zegel . Neen, we komen niet aan het Heiligen Avond - maal slechts om onze zonden te belijden en vergeving in te roepen. O, dat kan thuis ook geschieden. Het is een zegel, een onderpand van deze vergeving, heiliging en toekomsti - ge verheerlijking. Niet een verklaring slechts van onze zijde: Ik geloof daarin. Het is veel meer een verklaring van Gods zijde: Ik, de Heere, verzeker u hier van Mijn waarachtig - heid, eeuwige liefde en trouw. Hier is het, dat de Bruidegom als het ware de ring van onder- Genodigd tot de bruiloft_bw .indd 25 05-06-19 08:27
26 trouw u aan de vinger doet, de ring met het inschrift: God zal Zijn waarheid nimmer krenken, Maar eeuwig Zijn verbond gedenken. Een zegel dus. Het is een zegel op de brief van Gods beloften aan u. Evenals wanneer men op een brief met een waardevolle inhoud een zegel zet. Door het zegel wordt de waarde niet ver- meerderd; die blijft dezelfde; maar het is een waarmerk van de waardevolle inhoud. De sacra - menten voegen niet één genade aan de geschon - ken gunstbewijzen toe, maar zij verzekeren, waarmerken dezelve als Goddelijk waarachtig. ‘Ik ben de Amen, de getrouwe en waarachtige Getuige.’ En alzo dienen die zegels tot verster- king van het geloof; van het geloof niet alleen maar in mijn bekering of iets dergelijks, maar in de beloften Gods. God heeft de sacramenten vanwege onze zwak - heid en grovigheid ingesteld, zegt onze gerefor- meerde belijdenis. Het is dus heel anders dan men weleens wil voorstellen, alsof een rechte avondmaalganger een zeer wel verzekerd en be - vestigd christen zou moeten zijn. Wel moet hij inwendige kennis hebben aan de drie bekende stukken uit Zondag 1, maar juist wegens onze Genodigd tot de bruiloft_bw .indd 26 05-06-19 08:27
27 zwakheid en grovigheid moet er van het geloof versterking plaatsvinden; hetwelk de Heilige Geest op mystieke, verborgen wijze uitoefent in het gebruik der heilige sacramenten. Deze wer- king moge onnaspeurlijk zijn voor ons verstand, maar, als een mysterie, is deze werking daadwer- kelijk in onze ziel. Bij het gebruik van natuurlijk voedsel kunnen we ook niet (altijd) precies naspeuren, hoe daarvan kracht uitgaat op ons lichamelijk organisme. En zo ook hier. Hoe meer nu echter onze zinnen door de Heilige Geest geestelijk gericht worden op deze hemelse spijs en drank Christus, onder de tekenen van brood en wijn, hoe meer er een mystieke, geestelijke, gevoelige, zoete genieting zal zijn van deze Borg en Bedienaar des ver- bonds. En evenals bij het natuurlijk voedsel, kan ook na het gebruik van het Heilig Avondmaal zich het voelen van de versterking doen gelden. En nu nog een derde element, dat bij het gebruik van het Heilig Avondmaal ter sprake dient te ko - men. We moeten niet aan het uitwendige brood en de wijn blijven hangen, zegt ons formulier, maar onze harten hemelwaarts heffen, waar Christus is. We eten en drinken hier. Juist zo ete en drinke nu de ziel de hemelse Christus, zoals Hij de ware spijze en drank is voor de hongeri - ge en dorstige ziel naar God. Christus leeft in Genodigd tot de bruiloft_bw .indd 27 05-06-19 08:27
28 mij, zegt Paulus. Wie met de mond des geloofs Christus eet en drinkt, en alzo Christus in zich opneemt, wordt gesterkt en bekrachtigd om de weg af te wandelen, die anders voor hem te veel zou zijn. O, gij arme, zwakke, ellendige medechristen, waar zouden wij de lust, de kracht, de bekwaam - heid vandaan halen om in de vreze Gods te blij - ven wandelen? Het is alleen uit deze nu genut - tigde Christus. Komt vrienden, roept de Heere uit, eet, drinkt, weest vrolijk. Ja vrolijk, want in deze weg van Avondmaal vieren, op deze wijze zal de vreugde in God onze ziel kunnen vervul - len. Hier ontmoeten we de heerlijke, drie-enige God Zelf. Voegen we het alles saam, dan komt de Heere Jezus binnen om u witte klederen aan te trek - ken in uw naaktheid: de weldaad der rechtvaar- digmaking; om uw kranke ogen te zalven tot genezing: heiligmaking; en u in uw armoede te verrijken met het goud van Gods verbondswelda - den. Bedekking, genezing, verrijking, en dat alles be - tekent en verzegelt de Heere aan Zijn heilige dis. Wie daartoe verwaardigd moge worden, zal ooit kunnen zingen (Psalm 16:3 en 6): Genodigd tot de bruiloft_bw .indd 28 05-06-19 08:27
30 Dan is het te laat voor eeuwig, terwijl u hier de klopper op uw deur gehoord hebt. Het zal naar Jezus’ eigen woorden de lieden van Tyrus en Sidon verdraaglijker zijn in de dag des oordeels dan ulieden. Dit geldt niet slechts de openbare, ruwe zondaar, maar ook en niet minder de lauwe Laodiceeër. Daarom binden wij u met diepe ernst op het hart: Breng deze week van voorbereiding toch eens door op uw knieën, in zelf beproeving, met de bede: ‘Heere, onderzoek Gij mij.’ Hebt u geen gestalte om Avondmaal te kunnen vieren? Dat houdt ook in: geen gestalte om te kunnen sterven. Gevoelt u mogelijk: ik ken geen leven, ik ben hoogstens een slaperige Laodicee - e r? Och, neem daar dan geen genoegen mee; en zeg niet als laatste: ‘Ik voel me onbekeerd en ongerechtigd, en dus blijf ik maar af, want dan vermeerder ik de zwaarte van mijn gericht en verdoemenis niet.’ Want ach, arme, blinde toe - hoorder, af blijven is evenzeer een belediging van een kloppende Heere Jezus als ongerechtigd aangaan. We kunnen uit sleur aangaan, maar het af blijven kan ook een sleur en gewoonte worden. Er is een zich eten van een oordeel, maar ook een af blijven tot een oordeel. Lees het maar in de gelijkenis van de koninklijke bruiloft, hoe de koning de stad met vuur verbranden liet, de stad Genodigd tot de bruiloft_bw .indd 30 05-06-19 08:27
31 van de lieden die zijn avondmaal hadden veracht. Een gemeente die geen Avondmaal viert, is dat een gemeente van Christus, Die gezegd heeft: ‘Doe dit tot Mijn gedachtenis’? Durft u dan wel de vrijmoedigheid te hebben deze Christus te verloochenen? Ja maar, zegt u, men mag toch zómaar niet aan - komen? De man zonder bruiloftskleed werd uit - geworpen in de buitenste duisternis. Gewisselijk, ja, het is waar. En allen, die zonder berouw en boete de zonde meer blijven beminnen dan de Heere, Zijn Christus en Zijn zalige dienst, zul - len zich van deze dienst moeten onthouden. De heilige dingen van de kinderen Israëls zult gij niet ontheiligen. Maar kunt u het daar nu onder uithouden? Waarom laat dit alles u onberoerd? Is er geen reden om u voor God diep te verootmoedigen? Wilt u dan zo gaarne verloren gaan? Laat u de Heere Jezus dan maar buitenstaan? Het is nu de week van voorbereiding; ligt er wat tussen God en uw ziel? O, de Heere laat u vanmorgen nog aanzeggen, dat u niet bevreesd behoeft te zijn om het Hem te belijden. Kom, doe het; breek met de zonde. Misschien wel een speciale boe - zemzonde? De Heere weet het toch. Ja, al zou u het aan het oor van uw eigen vader en moeder niet durven fluisteren, u mag het Hem belijden. Genodigd tot de bruiloft_bw .indd 31 05-06-19 08:27
32 Hij klopt, Hij klopt nu. Laat Hem niet langer buitenstaan. De avondmaalstafel staat aangericht in het mid - den der gemeente; het zal van eenieder onzer worden afgeëist: Wat hebt u ermee gedaan? Hier is geen uitweg, bedenk het. Af blijven is een schandvlek op de gemeente van Christus. En verkeerd aangaan is zich een oordeel eten. Er is maar één oplossing, en die moet komen van Bo - ven: aangaan. Maar Hij Die daar staat te klop - pen, weet dit alles beter nog dan u en ik. O, zeg het dan eens hardop of fluisterend aan Zijn lief - desoor. O, dag en nacht moet hier geworsteld worden deze week: ‘Heere, ik behoor te komen en ik kan niet; ach, zalf mijn ogen en bekleed Gij mij. Schenk mijn ziel Uw goud.’ Dacht u dat een kloppende Heiland u niet zou willen horen? Onderneem eens de gang naar de grendel van de deur. Wilt u niet verloren gaan? Hij wil het nog minder. En laat u dan zakken en zinken op Zijn onfeilbaar Woord. Hij kondigde Zich immers aan als de Amen, de getrouwe en waarachtige Getuige. Wilt u nog iets horen van de kenmerken en ver- eisten voor een gelovig aangaan? Een mishagen aan onszelf vanwege de zonde. Een hartelijk ver- trouwen in de belofte Gods. Let wel, het gaat er niet om een verzekerd christen te zijn, maar Genodigd tot de bruiloft_bw .indd 32 05-06-19 08:27
33 Gods belofte van de vergeving niet in twijfel te trekken. En een begeerte om de Heere te mogen vrezen en dienen. Het is mogelijk bij u alles nog zo weinig en ge - ring in uw ogen. Maar als u in waarheid kunt zeggen: ‘Heere, ik ben een misser, maar ik be - geer U als mijn bezit’; dan zegt de Heere: ‘Ik raad u, dat ge van Mij koopt goud, beproefd ko - mende uit het vuur.’ En wat ik u bij dezen dan bijzonder op het hart druk: Zie niet op mensen. Hoor alleen maar de klopper van Hem, Die daar buitenstaat. Daar zijn vaak behoeftige zielen, maar ja, zij durven van hun stoel of bank niet opstaan, want dan zouden de mensen weleens gaan denken of … verdenken … Laat af van al deze dingen. Satan loert daarbij op u. U hebt tenslotte alleen met de Heere te ma - ken; en Die staat en klopt, dus Hij wil binnenko - men. Blijf ook niet thuiszitten; want wie weet, de Hee - re mocht nog eens, als ter elfder ure, u te sterk worden. En laat ook uw kinderen niet thuis of elders ker- ken, onder het schandelijk gezegde: Het is van - morgen ‘maar’ Avondmaal. Menigmaal heeft de Heere juist bij deze gelegenheid het kinder - hart jaloers gemaakt op Zijn volk; en daarenbo - Genodigd tot de bruiloft_bw .indd 33 05-06-19 08:27
34 ven: ‘U komt de belofte toe, en uw kinderen.’ Ten slotte: liggen er soms struikelblokken tus - sen u en andere leden der gemeente, deze moe - ten deze week uit de weg worden geruimd. God wil, God eist het. Draal niet, ruim op wat nog kan. En nu nog een laatste woord ditmaal. Als daar aan de dis Gods kinderen soms ook verzekerd worden in zalige genieting van wat voor hen in een drie-enig Verbondsgod wordt gevonden, o volk van God – leunende op uw Liefste – bij het aankomen door Goddelijk licht geleid, zing uw psalm voor de Heere: ‘Het is door U, door U alleen, om ’t eeuwig welbehagen.’ Dat is een oceaan, waarin we zalig mogen wegzinken. En hebt u niet zulk een groot geloof, zegt u? Bent u in eigen oog een hondeke, een Kanane - se? Zie, zulk een hondeke springt niet boven op de tafel, om de brokken te stelen, maar kruipt onder de tafel, om van de kruimkens verzadigd te worden. Onder de tafel ja, maar daar lig - gen de kruimkens, die van datzelfde brood zijn; en daarom even zoet van smaak en even krach - tig van inhoud; en de grote Gastheer zal daar nog weleens opzettelijk een extra stukje laten vallen … Ja, als Boaz op zijn veld die bukkende, rapende Ruth ziet, dan zal hij zeker en gewis bevelen, dat Genodigd tot de bruiloft_bw .indd 34 05-06-19 08:27
35 de maaiers wat voor haar opzettelijk zullen val- len laten. En dan komen ze van de tafel terug met het danklied op de lippen: Schoon ’k arm ben en ellendig, Denkt God aan mij bestendig. A men. Genodigd tot de bruiloft_bw .indd 35 05-06-19 08:27