GEREFORMEERDETHEOLOGIE STROOMOPWAARTS
GEREFORMEERDE THEOLOGIE STROOMOPWAARTS TERUGKIJKEN OP 75 JAAR VRIJMAKING ONDER REDACTIE VAN ERIK DE BOER, GERANNE TAMMINGA EN DOLF TE VELDE
TU-Bezinningsreeks, 24 © 2021 Buijten & Schipperheijn Mot ie f Amsterdam ISBN 978-94-6369-112-3 Vormgeving: Apert a, Jan Johan ter Poorten Foto omslag: Schooldag in Kampen, © ADC Kampen Behoudens uit zonderingen krachtens de Auteurswet van 1912 mag niets uit deze uitgave worden ver - veelvoudigd, opgeslagen of openbaar gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schrif - telijke toestemming van de uitgever. Voor het maken van kopieën uit deze uitgave, ook voor zover toe - gest aan door de Auteurswet, zijn vergoedingen verschuldigd. Voor bet aling van vergoedingen en voor toestemming voor het overnemen van gedeelten in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken wende men zich tot de uitgever, Postbus 22708, 1100 DE Amsterdam Zuidoost.
InHOu D Inleiding 7 gebed om hartstocht 11 Willem Smit Vrijgema akte geschiedschrijving van de Vrijmaking 13 Erik de Boer Onver mijdelijk, onnodig, onafgeda an 33 Waar het om ging bij de Vrijmaking van 1944 Theo van Staalduine Een levenslang tr auma 45 G. C. Berkouwers terugblik op de Vrijmaking Dirk van Keulen Vast en bondig 61 Pieter Deddens, het ratificatierecht en de receptiegeschiedenis Leon van den Broeke het offer 77 Willem Smit De theologische boodschap van oudtestamentische Bijbelboeken 79 Oorsprong en actualiteit van de Kamper aandacht voor de heilshistorie Koert van Bekkum en Gert Kwakkel Belofte en sacr ament 95 Dolf te Velde Verder met het verbond 109 De erfenis van de vrijgemaakte verbondstheologie Hans Burger
Preken vanaf de Vrijmaking. In gesprek met Kees de Groot en Kees van Dusseldorp 127 Een goed Woord leren spreken Gerry Bos-Kaptein Een gemiste k ans 139 De leer van de Heilige Geest gekort wiekt Ad van der Dussen Het diacona at als testcase voor de Vrijmaking 153 Peter van de Kamp Houden van beton 167 Omgaan met idealistische wortels van een naoorlogs verleden Marinus de Jong
7 InLEIDIn G Erik de Boer en Dolf te Velde Een mens van 75 heeft heel wat te vertellen. Vooral als hij of zij zich een gezegend mens weet en niet klagend in het leven staat. Wie zelf veel jonger is, ziet eerst vooral een bejaarde. Je moet leren je in de ander te verplaatsen voordat je als jongere naar het verhaal van de oudere gaat luisteren. De 75-jarige moet zich bovendien verplaatsen in de jongere generatie om wat hij uit zijn levensverhaal van waarde vindt, over te brengen. Een gebeurtenis van 75 jaar geleden lijkt antiek voor ieder die jonger is. Alleen bejaarden die oud genoeg zijn om die gebeurtenis zelf te heb - ben meegemaakt, kunnen er nog van vertellen. Wat willen wij door vertel - len over de Vrijmaking die tot het ontstaan van de vrijgemaakt-Gerefor - meerde kerken leidde? Wij: dat zijn hoogleraren en docenten die nu aan de Theologische Universiteit in Kampen les in theologie geven. Van onze generatie heeft niemand de Vrijmaking meegemaakt. Niet de pijn van de breuk, niet de blijdschap om de ruimte die – zo hoorden wij vertellen – de Here gaf. De vraag die wij onszelf stelden is: wat heeft de Vrijmaking en de theologie ons gegeven dat we willen onthouden en door vertellen? Daarom hielden we op 31 oktober 2019 een symposium over 75 jaar Vrij - making aan de Theologische Universiteit te Kampen. Hoe kijken we als huidige generatie docenten van de Broeder weg terug op de theologische geschiedenis van driek wart eeuw? Dat symposium kreeg het opschrift ‘Gereformeerde theologie stroomopwaarts’. Wie beseft zelf aan de bene - denstroom te staan, weet dat hij een weg naar de bron moet zoeken die zowel terug als omhoog voert. Onder weg meandert de stroom door het landschap en daalt af naar de delta van het heden. In het veelstromenland van religie en levensbeschouwing gaat de theologie – met de kerkgeschie - denis als navigator – stroomopwaarts om langs de vert akkingen en boch - ten terug te gaan. Eén zo’n vertakking weten we te dateren op 1944, door voor- en tegen - standers ‘de Vrijmaking’ genoemd. Na verloop van 75 jaar zijn we het zicht op de betekenis er van wat k wijtgeraak. Maar als we verder terug willen kijken, stroomopwaarts, moeten we langs die vertakking. We horen een oudere generatie spreken over de fantastische stroomversnelling, zoals de
eerste jaren na 1944 er varen werden. Anderen wijzen op het gevaar van drijvende boomstammen die averij veroorzaakten. In de jaren tachtig van de t wintigste eeuw was het water kalm geworden. De vraag die we ons na 75 jaar stellen is: waar zat in de Vrijmaking precies de herbronning waar we uit kunnen blijven putten? En waar de verzilting doordat het water in- tussen brak geworden is? In deze bundel zijn de bijdragen aan het symposium, met één vermeer - derd, bijeen gebracht. Daarin zijn t wee delen te onderscheiden. Het eer - ste telt vier hoofdstukken waarin we roeien met de riemen van kerkge - schiedenis en kerkrecht. Het t weede gedeelte omvat zeven hoofdstukken waarin Bijbelwetenschappers, systematici en praktisch theologen op de brug van het schip staan. Aan het begin en als scharnier tussen de t wee gedeelten staan gedichten die Willem Smit, in de vrouwelijke lijn achter - kleinzoon van Klaas Schilder, voor het symposium maakte en voordroeg. Het kraaiennest van de poëzie biedt een gans andere kijk omdat het je in de verte laat kijken. De eerste bijdrage gaat na hoe de herinnering aan de Vrijmaking in de kerken levend gehouden en overgedragen is en hoe die tot de crisis van de jaren zestig leidde. Is het mogelijk om van binnenuit tot eerlijke, kritische geschiedschrijving te komen? De volgende drie bijdragen zijn van sprekers die tot de Protestant - se Kerk Nederland horen en in de Gereformeerde Kerken in Nederland (synodaal) opgroeiden. Theo van Staalduine schreef een kloek boek over prof. dr. G. M. den Hartog, die tegelijk met Schilder het ambt van hoog - leraar in Kampen aanvaardde. Rond Den Hartog, die kerkgeschiedenis en kerkrecht doceerde, k wam de kerkstrijd die tot de Vrijmaking leidde, goed gedocumenteerd aan de orde. Van Staalduine tekent in zijn bijdrage het zicht en de intenties van de meerderheid van de synoden en biedt een buitenperspectief op de herinneringen van de bezwaarden van destijds. Hij legt de GKv de vraag voor of zij intussen meer te zeggen hebben op de schuldbelijdenis die de GKN synodaal ooit gestuurd hebben. Dirk van Keulen, onderzoeker aan de Theologische Universiteit Kam - pen, traceert hoe synodevoorzitter G. C. Berkouwer op de Vrijmaking re - ageerde en erna op zijn eigen manier met Schilder en zijn theologie bezig bleef. Hij biedt een boeiende leeslijn in het veelomvattend levenswerk van de man die ook Schilders collega-dogmaticus aan de Vrije Universiteit was. Leon van den Broeke, universitair hoofddocent kerkrecht aan de Theologische Universiteit en leider van het Deddens Kerkrecht Centrum, brengt de eerste vrijgemaakte hoogleraar kerkgeschiedenis en kerkrecht, Pieter Deddens, voor het voetlicht. Hij laat zien hoe deze tegen de ach -
tergrond van het verzet tegen de tuchtmaatregelen door de synode k wam tot de idee van het ratificatierecht van de kerkenraad. In de latere Neder- lands Gereformeerde Kerken blijkt deze idee sterker verdedigd dan in de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. Bij de voorgenomen hereniging van NGK en GKv is het een bijzonder actuele zaak hoe de verhouding tussen plaatselijke kerk en de kerk in bovenplaatselijk verband (meerdere verga - deringen) gedacht en beleefd gaat worden. He t t we e de g e de e lt e va n de bu nde l verkent de ac t ue le b e t e ken i s va n de Vr ij - making voor theologie, geloof en kerk vandaag. Dit cluster opent met een schets van de oudtestamentici Koert van Bekkum en Gert Kwakkel over de Kamper aandacht voor de heilsgeschiedenis, een van de mooiste erfstuk - ken in de vrijgemaakte geschiedenis. Zij schetsen hoe die aandacht voor de heilshistorie ontstaan en ont wikkeld is. Naast een keur aan theologen uit de Vrijmaking wordt aandacht geschonken aan Herman Ridderbos, nieuwtestamenticus aan de Oudestraat (de locatie van de Theologische Hogeschool van de ‘ongedeelde’ Gereformeerde Kerken, na 1944 van de Gereformeerde Kerken ‘synodaal’), heilshistorisch schriftgeleerde met invloed ook in het Engelse taalgebied. Van Bekkum en Kwakkel laten zien hoe de idee van de heilsgeschiedenis in nieuwere handboeken Bijbelse theologie functioneert en juist vanuit de vrijgemaakte accenten verrijkt en verdiept kan worden. Dolf te Velde pakt het dogmatische thema op van de belofte van God zoals die in het sacrament tot ons komt. Door in het spreken over Gods verbond niet uit te gaan van gerealiseerde standen van zaken, maar van Gods belofte als een eigen categorie van ‘toezegging’, die in de weg van geloof tot uit werking komt, ontst aat in de vrijgemaakte theologie een bij- zondere dynamiek. Verrassend is dat vergelijkbare inzichten ook in an - dere theologische contexten op te merken zijn, zelfs op een voorzichtige manier bij de synodale voorman G. C. Berkouwer. Hans Burger licht de ont wikkeling van de leer van het verbond in de aanloop naar de Vrijmaking door. Beginnend bij A. Janse, onderwijskun - dige en autodidact in theologie en wijsbegeerte, komen in kort bestek K. Schilder en S. G. de Graaf aan de orde. Ook Nederlands-gereformeerde theologen als Bob Wielenga en Henk de Jong als erfgenamen van dezelfde Vrijmakingstraditie krijgen hier een stem. Ook als het verbond minder het taalkleed van de prediking stempelt, blijkt er alle aanleiding om dit per - spectief van de geloofsleer opnieuw te doordenken. Toegift in deze bundel is een vraaggesprek dat Gerr y Bos-Kaptein hield met de docenten preekkunde Kees van Dusseldorp en Kees de Groot. Sinds de Nederlands Gereformeerde Predikantsopleiding introk bij de Broeder weg zijn de t wee huizen van de Vrijmaking daar onder één dak.
10 GEREFORMEERDE THEOLOGIE STROOMOPWAARTS Het is bijzonder hoe langs gescheiden lijnen de ont wikkelingen in de ho - miletiek toch parallel zijn gebleven, de aandacht voor de hoorder en voor de persoon van de prediker. De uitdaging blijkt enerzijds de hoorders naar het verhaal van God te brengen en anderzijds de spirituele en maatschap - pelijke relevantie te zoeken. Ad van der Dussen confronteert de lezer met het gebrek aan theologi - sche doordenking van het werk van de Heilige Geest in het innerlijk. Hij biedt een fraaie analyse van de redenen waarom de vrijgemaakten waar - schuwden voor subjectivisme, ter wijl de bevindelijkheid in de traditie van de Afscheiding had leren vragen naar de dieptewerking van de Geest in het menselijk hart. Vrijgemaakten blijken ont vankelijk voor de er varings - dimensie van de evangelicaal-charismatische beweging. De emeritus-do - cent systematische theologie biedt aanzetten tot een theologische door - denking van de werk wijze van de Geest. Peter van de Kamp voerde in zijn afscheidscollege een pleidooi voor een spiritueel-diaconale levensstijl (2018). In zijn bijdrage aan de bundel zet hij 75 jaar geschiedenis van de GKv in het licht van de ont wikkeling van het diaconaat. Diaconale programma’s die haaks stonden op de groeiende verzorgingsstaat, bleken vaak te hoog gegrepen. Lange tijd was vooral de eigen gemeente met haar nood het gezichtsveld van de diakenen. Dat de diaconale gemeente ook oog heeft voor naar de naaste die zij onder weg ontmoet, werd onver wacht praktijk. Intrigerend eindigt Van de Kamp met de notie dat de diaken van de vroegchristelijke kerk wel eens minder ta - feldienaar kan zijn geweest en meer representant van de gemeente in het maatschappelijke veld. Dit past prachtig bij de Bijbelse figuur van Febe die als ‘diakonos’ de in Kenchreën vertegenwoordigde en de christelijke kerk in Rome actief ondersteunde. Sluitstuk van de terugblik op de weg van de theologie aan de Broeder - weg gedurende driek wart eeuw is de bijdrage van Marinus de Jong. Hij promoveerde recent op een studie over de relatie tussen kerk en wereld in de theologie van Schilder. Als predikant in Amsterdam en wonend in de Bijlmer trekt hij een intrigerende vergelijking tussen ideaal en werkelijk - heid in de betonnen droom en de opbouw van de GKv. Beschouwing van de cultuur kan inzicht in de menselijke werkelijkheid, ook van het kerke - lijk leven, verdiepen. Met deze bundel pretenderen we niet de theologische erfenis van de Vrij - making geheel in kaart te hebben gebracht. Wel is het onze hoop dat we minstens hebben laten zien hoeveel er stroomopwaarts te vinden is.
11 GEbED OM HARTSTO cHT Gedicht Willem Smit laat het de har tstocht zijn die mij doet voelen de branie van Paulus de luimen van Luther de streken van Schilder van wie al dan niet meer zodat ik blijf roepen: houdt huis in mij Heer! raak mij ook vandaag weer zo daverend aan opdat ik weer brand van een weidser bestaan dring door in mijn wezen liefst allesverzengend tot hoeken en kieren voor mij onbekend ontregel mijn geest, Heer kom mij weer ontsteken blaas aan het vuur van mijn wakend talent werk in mij door ook op windluwe dagen ook op momenten verstoken van pracht zet mij voldongen voor wondere vragen wat is de bron van die werkende kracht? laat mij weer kolken van grote verlangens dan volgen de woorden zo goed als vanzelf geef mij een stem die kan breken de branding sla toch die bres in mijn stotterend zelf laat het de har tstocht zijn waardoor de botte sleur van het bestaan niet te zeer naar binnen slaat maar in onvervalste spraak met grote kracht mijn mond verlaat wees zo de heerser over de meest zuivere onstuimigheid door een mens ooit gevoeld
13 VRI jGEMAAk TE GES cHIEDS cHRI jVI nG VAn DE VRI jMAkI nG Erik de Boer Bij de vijftig-jarige herdenking van de Vrijmaking publiceerden t wee in - stellingen, gericht op het gereformeerd basisonder wijs, een lesbrief over die kerkhistorische gebeurtenis. De leerlingen krijgen het verhaal van Bas te horen die op zolder een schoenendoos vindt waarin opa Berendse do - cumenten uit de Tweede Wereldoorlog verzameld had. Hij vindt ook diens Dagboek over de gebeurtenissen in ons land tijdens de oorlog en over de strijd in de kerk . Door middel van de lesbrief ontdekken de leerlingen vijftig jaar later Bas’ vondst en lezen blad voor blad het dagboek. Zo ontstaat een werk - stuk dat de leerling zich eigen kan maken door op de laatste bladzijde een pasfoto van zichzelf te plakken en in een tekstballon de zin aan te vul - len: ‘Ik ben blij dat de vrijmaking er is geweest, omdat …’ 1 Tenslotte is er nog een bladzijde waar hij een inter view kan toevoegen met iemand die zelf de Vrijmaking heeft meegemaakt. Op de omslag is aan de voorzijde een foto afgedrukt van prof. dr. K. Schilder als rector van de Theologische Hogeschool, op de achterzijde het begin van de Acte van Vrijmaking of Wederkeer. Bij die herdenking waren pedagogen en predikanten gemotiveerd om de herinnering aan de Vrijmaking op de jongste generatie, doopleden van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt, over te dragen. Anno 2019, 25 jaar later, heeft die inmiddels volwassen generatie de fakkel niet overgenomen om opnieuw met eigentijdse middelen het verhaal opnieuw te vertellen. In deze bijdrage ga ik na hoe onder vrijgemaakt-gereformeerden de kijk op de Vrijmaking gedurende 75 jaar verschoven is. Ook probeer ik te duiden hoe zo’n verschuiving verklaard kan worden en waarom dat geen af breuk hoeft te doen aan een geloofsperspectief op het verleden. Wanneer we ge - loven dat Christus de Heer van de kerk is, verbindt dat de generaties door de wisseling van de tijden heen. 1 J. Bollemaat, D. de Jong, J. van der Lugt-Oosterhoff, 50 jaar geleden: lesbrief over de vrijma- king , Zwolle 1994, 22. Vgl. ook het boek je van H. R. Munneke en N. van Noort, ‘Vrijge- maak t – waarom eigenlijk? ’ , Kampen z. j. en verschillende lesmethoden kerkgeschiedenis.
14 GEREFORMEERDE THEOLOGIE STROOMOPWAARTS Kerkgeschiedenis en recht Als de theologie ‘denkende dienst aan de kerk’ is, dan dient de kerkge - schiedenis de kerk nu door het kerkelijk verleden betrokken-kritisch te onderzoeken. In de confrontatie met het verleden kan de geschiedweten - schap helpen om recht te doen aan zowel dat verleden als aan de mensen van toen. Bij het meer recente verleden, zoals dat van 75 jaar Vrijmaking, is er het overgeleverde verhaal van gebeurtenissen die diepe indruk maakten, zo - als de schorsing van Schilder of de vrijmakingsvergadering van 11 augus - tus 1944. We hoorden het verhaal van mensen die het jaar 1944 en die aan - grijpende gebeurtenissen meegemaakt hebben. Het jaartal roept ook de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog en de bezetting van Nederland door de Duitsers op. Wie bewust lid is van een vrijgemaakte kerk beseft dat die naam een geschiedenis meedraagt, positief of negatief. Hoe groter de afstand in tijd wordt, des te minder roepen de initialen K. S. of de volle naam Klaas Schilder direct een beeld op. Schorsing is niet leuk, maar wat het in de kerk toen betekende heeft toelichting nodig. Toch hebben de generaties die de Vrijmaking meemaakten of met het verhaal er van opgroeiden er recht op te horen hoe die periode van de ge - schiedenis vandaag aan de Theologische Universiteit onderzocht wordt en hoe het dat verhaal verteld en geduid wordt. Twee historici beschre - ven recent de geschiedenis van deze instelling, waarin de Vrijmaking zo’n splijtende werking had, in het genre universiteitsgeschiedenis. 2 Wat is de eigen bijdrage vande kerkgeschiedenis in onderscheid van universiteits - geschiedenis aan de waardering van de Vrijmaking in het heden? Een belangrijke taak van de kerkhistorie is recht te doen aan vroegere generaties. Dan is het nodig om de aanvankelijke zwart-wittekening van daders en slachtoffers te herzien. Door het effect van de Vrijmaking als kerkscheuring was de duiding er van van het begin af aan omstreden. Ook al bedoelden zij die ‘zich vrijmaakten’ geen nieuw kerk verband te stichten, het gebeurde wel. Hoewel niet als kerknaam gewenst – de Gereformeerde Kerken werden i m mers voor t gezet – was het woord ‘v r ijm a k i ng’ zel fgeko - zen. Zij die door vrijgemaakt-gereformeerden ‘synodaal-gereformeerden’ genoemd werden zouden, ervoeren de uittocht van bijna tien procent van het ledental van de Gereformeerde Kerken in Nederland (GKN) als een ‘Vrexit’: een zich onttrekken aan de gezamenlijke verant woordelijkheid voor de naoorlogse koers van de GKN, net zoals Groot-Brittannië zich uit eigenbelang in Brexit aan de Europese Unie onttrok. 2 G. Harinck en W. Berkelaar, Domineesfabriek. Geschiedenis van de Theologische Universiteit Kampen, Amsterdam 2019.
VRIJGEMAAKTE GESCHIEDSCHRIJVING VAN DE VRIJMAKING 15 Door het effect van de Vrijmaking op het bouwen van een eigen kerke - lijk leven bleef er pijn om de kerken en de geloofsgenoten die losgelaten waren. In vrijgemaakte kring waren t wee reacties: de ene waarin de gele - den pijn een weg vond in veront waardiging over de koers van de GKN, de ander waarin de verbondenheid ondanks alles voelbaar bleef. In de eerste tien jaren na de Vrijmaking was de gedeelde beleving sterk. Toch waren er al spoedig interne spanningen over de waardering van de Vrijmaking en van de Gereformeerde Kerken die we ‘synodaal(-gebonden)’ noemden. Deze verschillende beoordeling leidde binnen 25 jaar tot een nieuwe breuk, nu in de gelederen van de GKv. De Open Brief van 1966 die de katalysator van de interne spanningen was, keerde zich tegen wat de schrijvers ‘het vrijmakingsgeloof ’ genoemd wordt. Toch spreekt ook deze brief van het ‘vert rouwen op onze Heer Jezus Christ us hebben met bet rek - king tot de daad der vrijmaking die wij in 1944 stelden in gehoorzaamheid aan Zijn geboden’ . Rond deze Open Brief is duidelijk hoe de Vrijmaking verschillend geduid werd. De hevigheid van het nieuwe conflict laat zien hoe het een kern van geloofsbeleving betrof. Wanneer de breuk van de jaren zestig bestudeerd wordt kan een kerkhistorische weging van de Vrij - making zelf niet achter wege blijven. Va n memory naar history De Amerikaans Joodse historicus Yosef Yerushalmi biedt ons een model dat kan helpen om de verschuiving in ons beeld van een gebeurtenis als de Vrijmaking te duiden. In Zakhor. Je wish His tor y and Je wish Me mor y schetst hij hoe de Bijbelse opdracht tot gedenken de Joodse omgang met de ge - schiedenis stempelt. Natuurlijk is een korte periode van kerkgeschiedenis in één segment van het protestantisme in het kleine Nederland eigenlijk niet vergelijkbaar met de verschuiving van het geschiedbeeld in eeuwen Jodendom in Israël en in de verstrooiing, maar ook in de vrijgemaakte kijk op de geschiedenis is ‘gedenken’ een kernwoord, ontleend aan de taal van Oude (en Nieuwe) Testament. Yerushalmi verhaalt hoe het gebod tot gedenken – en dus niet te- ver - géten – Israël deed overleven. Israëls geschiedenis had het niet nodig in mythen geworteld te worden, omdat het feit dat God zich historisch ge - openbaard heeft groot genoeg is. Het gedenken van de onherhaalbare geschiedenis gebeurde niet in de eerste plaats door geschiedschrijving, maar vooral door ritueel en recitatie. Door de cyclus van feesten en het voordragen van verhalen werd de herinnering overgedragen. 3 De geschie - 3 Y. H. Yerushalmi, Zakhor. Jewish History and Jewish Memory , New York 1989, 5-16.