11 1 Een ramp en een Halbmarathon ‘En u? ’ vraagt Dario. Opa zwijgt en staart voor zich uit. ‘Ik weet het nog als de dag van gisteren, al is het 55 jaar geleden. Ik was een jonkie van twintig en op dat moment aan het werk in Saas-Allmagel. De moeder van Peter Anthamatten kwam haar zoon waar - schuwen dat er een ijsval had plaatsgevonden bij Mattmark. Ik ben gelijk met Peter Anthamatten, die op een kantoor in Saas-Almagell werkte, naar het Mattmarkgebied geracet. We waren er binnen een halfuur. De vader en oom van Peter werk - ten aan de bouw van de stuwdam. Later bleek dat ook zij tot de slachtoffers behoorden. Peter en ik waren een van de eersten die uit het dal op de plaats van het ongeluk aankwamen. We realiseerden ons al snel dat er niet veel overlevenden konden zijn. Ik was onthutst en voelde me ontzettend hulpeloos. Ik kon mijn gedachten ook niet goed op een rij krijgen. ’ Ongemerkt brengt opa een hand naar zijn voorhoofd. Dan gaat hij verder. ‘Het was onmogelijk om hier hulp te bieden. Spookachtig was het ook. Niemand sprak een woord. Toen werd de stilte doorbroken door het geluid van een sirene die waarschuwde voor nog meer gevaar van de gletsjer. De meeste aanwezige arbeiders liepen apathisch en vol ongeloof in het rond of waren met blote handen als een malle in het ijs aan het graven. Velen van hen waren in shock. Het zag eruit als een slagveld. De
12 ijsblokken hadden de complete bouwplaats met de barakken vernietigd en we konden alleen maar raden hoeveel arbeiders onder het ijs waren bedolven. Ik weet nog dat plotseling een van de arbeiders schreeuwde dat er een hoofd op het ijsveld te zien was. Iedereen rende er meteen naar toe. Het bleek een man die vrijwel niet gewond was en even later kon worden gered. Het was Oskar Anthamatten uit Saas-Grund, de enige die de tragedie leek te hebben overleefd. Na ongeveer twee uur moesten we terugkeren. Iedereen met zijn eigen gedachten. De eerste nachten na de ramp sliep ik heel slecht. Omdat ik toentertijd al betrokken was bij de Bergrettung werd ik ook gevraagd mee te werken met de berging. We hebben alleen maar verminkte, dode lichamen kunnen bergen. Het was vreselijk …’ Opa zwijgt een moment, maar vervolgt dan: ‘Al snel begon ook de vraag te rijzen hoe deze ramp had kunnen gebeuren. Wie hiervoor verantwoordelijk was. Het kamp met de barak - ken lag immers op een gevaarlijke plek. Waarom? Er is jaren later zelfs een rechtszaak geweest, waarbij zeventien mensen zijn aangeklaagd. Mensen met verantwoordelijke functies bij de bouw van de Mattmarkdam. Uiteindelijk is er niemand ver - volgd. Je begrijpt dat dit bij velen, met name bij nabestaanden van slachtoffers, nog erg gevoelig ligt. ’ Opa stopt weer. ‘Vindt u dat Sebby en ik dan misschien maar beter niet met de Mattmark Memorial Halbmarathon mee moeten lopen? ’ vraagt Dario bedeesd. ‘O zeker! Natuurlijk wel’, veert opa op. ‘Het is heel goed dat
13 er wordt stilgestaan bij die vreselijke ramp. Het is een mooi evenement dat de herinnering in ieder geval levend houdt. ’ Het gezicht van Dario klaart op. ‘Een leraar van ons is een van de mensen die bezig is met de organisatie. ’ ‘Wie is dat dan? ’ vraagt opa. ‘Meester Zengafinnen. ’ ‘Aah, Gerd Zengafinnen uit Bidermatten. Ja, dat is een enthousiaste man’, weet opa. ‘Klopt, maareh …’ Dario kijkt op zijn horloge, ‘ik moet nu echt weer naar huis. Pap zou ook op tijd thuis zijn … als het goed is tenminste’, lacht hij. ‘Dat weet je nooit met een arts’, beaamt opa. ‘Na het eten ga ik nog een stukje trainen met Sebby’, zegt Dario. ‘Oh, Sebastian doet dus ook mee’, concludeert opa. ‘Loopt-ie ook goed? ’ ‘Steeds beter’, zegt Dario. ‘Hij begint echt goed te worden. ’ ‘Z’n vader was ook altijd heel sportief. Tegenwoordig is hij veel te druk met z’n hotel, heb ik de indruk. Kun je ook wel aan zijn postuur zien’, grijnst opa. ‘Zou goed zijn voor de man als hij wat meer deed aan een sportieve ontspanning. ’ ‘Ik zal het hem voorstellen’, lacht Dario. ‘Wanneer is die Halbmarathon? ’ vraagt opa. ‘Op 12 september, bij leven en welzijn’, zegt Dario. ‘Dat duurt niet zo lang meer’, concludeert opa. ‘Klopt, maar nu ga ik echt’, zegt Dario. Hij loopt door de keuken naar buiten. Bij de kleine ruitjes van de kamer steekt hij nog even zijn hand op en pakt zijn fiets die tegen de houten gevel staat.
14 Met een forse snelheid daalt hij over de weg van Saas-Fee naar Saas-Grund af. De teller op zijn stuur geeft zo nu en dan 45 kilometer per uur aan. Die ijsmassa bij Mattmark ging dus meer dan twee keer zo snel, denkt hij. 2. 000. 000 kuub, rekent hij snel in gedachten uit. Een stuk ijs van 200 meter lang, 200 meter breed en 50 meter hoog en dat kwam ruim twee keer zo snel als ik nu fiets naar beneden … Geen wonder dat er niets overeind bleef. Onwillekeurig kijkt hij even opzij tegen de helling op. De rij - wind voelt ineens koud aan. Maxim Schillinger trekt z’n jasje uit en gooit het door de open - staande deur van zijn Porsche Cayenne op de achterbank. Hij sluit de auto af en strikt zijn hardloopschoenen nog een keer opnieuw. Dan schakelt hij z’n mp3-speler in en stopt in ieder oor een dopje. Nog even de hardloopmeter om zijn pols instel - len, dan begint hij te draven en verdwijnt tussen de eerste bomen van een park in Zürich. Naar gewoonte rent hij iedere maandag, woensdag en zater - dag een rondje van een kilometer of twintig door het park. Heerlijk om je hoofd leeg te rennen na een drukke werkdag, vindt hij zelf. Zijn gedachten gaan terug. Het is alweer een aantal jaren geleden dat hij zijn vader, Roger Schillinger, is opgevolgd. Nu zwaait hij zelf de scepter over Ingenieursbureau Geotech Schillinger in de stad waar hij ook woont. Ja die pa, denkt hij. Alweer tien jaar is het geleden dat Roger een punt zette achter een bijzonder en succesvolle job. Nou, daar moet ik me nog maar eens aan zien te meten. Maxim beseft dat zijn vader ondanks zijn negentig jaar
16 nog bijzonder vitaal is. Maar hij bemoeit zich niet meer met Geotech Schillinger. Stiekem vindt Maxim dat wel fijn. Kort voor pa zijn terugtreden is ma overleden. Eigenlijk leidt hij sindsdien best wel een teruggetrokken bestaan, peinst Maxim. Hij is hooguit nog aanwezig bij sportieve evenementen waar ik als zijn enige zoon met regelmaat aan deelneem. Nu ja, pa doet natuurlijk zelf allang niet meer aan hardlopen, maar hij was vroeger best fanatiek. Ik heb het dus van geen vreemde. Op het bureau van Maxim zijn inmiddels zo’n vijfendertig mensen in vaste dienst. Maxim kan het zich nu wel veroor - loven er af en toe een keer tussenuit te knijpen om zijn loop - conditie op peil te houden. De teamleider op kantoor vervangt hem perfect. Bovendien moet hij niet alleen bewegen om in de top mee te kunnen blijven draaien. Sinds een aantal jaren is hij diabe - tespatiënt. Met voldoende beweging en een dieet kan hij alles aardig onder controle houden. Hij is zelfs van het insuline spuiten af en kan het nu af met tabletten. Op zich al een hele verbetering. Maar hij wil meer. Eigenlijk wil hij helemaal van de medi - catie af. Maar hij weet dat dit moeilijk zal worden. Ook zijn leeftijd – hij is nu 55 jaar oud – gaat meespelen. Maar hij voelt zich nog topfit. Rustig probeert hij z’n tempo te vinden tussen de bomen van het park. Binnen de kortste keren drijft het zweet van zijn kaal - geschoren schedel. Uit een zak op de rug van zijn shirt grijpt hij een zweetband en trekt die over zijn hoofd. Ziezo, anders lopen straks zijn ogen vol zout vocht. En dat is behoorlijk irritant. Hij kijkt op het klokje om zijn pols. Tempo 4. 45. Netjes, vindt
17 hij zelf. Hij blijft ernaar streven om het tempo nog wat op te schroeven. Trainen, trainen, trainen! houdt hij zichzelf voor. Voor hem loopt een wat ouder echtpaar met een hondje. Het beestje keft een keer als Maxim passeert. Maxim kijkt even opzij en ziet de wat meewarige blik van het echtpaar. Ze zullen wel denken: wat maakt die man zich toch druk op een warme dag als deze. Maxim trekt zich er niets van aan en rent lekker verder op het tempo van de muziek die in zijn oor klinkt. Die vergemakkelijkt een stabiel tempo. Er zijn nog meer hardlopers in het park. Maxim loopt in op een vrouw die langzamer loopt dan hij. Niet veel later passeert hij haar en steekt even een hand op. Op zijn klokje ziet hij dat ongemerkt zijn tempo wat is versneld. Hij houdt bewust wat in en probeert weer in de buurt van de 4. 45 te komen. Zijn lichaam begint flink op te warmen en hij merkt dat hem dat wat gaat belemmeren. Maar hij kan genoeg op karakter lopen om alle pijntjes en ongemakken weg te denken en zich volledig te concentreren op het hardlopen. In een mooie cadans blijven z’n benen dezelfde beweging herhalen. Zijn ademha - ling wordt rustiger. Dit kan hij lang volhouden, weet hij. En dat is nodig. Niet zo lang geleden hoorde hij van een van de collega’s op de zaak over een mooie nieuwe uitdaging. Hij heeft meteen de website opgezocht op internet en zich aangemeld. Hij heeft er zin in. De Mattmark Halbmarathon! Vanavond nog even bij pa langs om te vragen of hij meegaat. Dat zal ongetwijfeld wel, want Maxim weet dat zijn oude vader nog steeds in is voor zulke evenementen, al loopt hij zelf niet me e r.