Aurelius AugusQV]s Goed onderwijs ChrisMVLWU^WWZJMOQVVMZs[De catechizandis rudibus] Ingeleid, bezorgd en verIITd door Vincen0]VQVS en Hans van Reisen
Inhoud Inleiding7 Aankomend leraar 8 DeograQI[MMVJMbWZOLMTMZIIr 9 AugusQV][MMVMZ^IZMV^WWZOIVOMr 10 Geloofsvorming in de vroege kerk 13 Goed onderwijs: chrisMVLWU^WWZJMOQVVMZs 22 AchMZOZWVLMn 27 Waarde en invloed 29 TeksMV^MZaling 32 Bibliografie 35 1 LaQRV[Meks]Qgaven 35 2 Vertalingen 35 a. Nederlandse verITQVOMVKPZWVWTWOQ[KP) 35 b. buiMVTIVL[M^MZalingen (op IIT, chronologie en verITMZ) Duis 36 Engels 37 Frans 38 IITQIIVs 38 Spaans 39 3 AchMZOZWVLTQera]]r 39 6 Goed onderwijs; Chgristendom voor beginners (Latijn/Nederlands) 41 Voorwoord (1-4) dr 1 Goed onderwijs geven dG 0M\-^MZPIIT-^MZ\MTTMV-mesgrwt dG 1V[\Z]K\QM-MV-JMUWMLQOQVO-XMZ-LWMTOZWMX-mrrsr t- eG *TQRUWMLQO-LWgKMZMV-mrdsnntg od 2 Praktische inleidingg in het christendogm -- r >MZ[KPQTTMVLM-LWMTgOZWMXMV-mn sndgt -- r 5WLMTJM\WWO-mgndsd!t -- ,M-R]Q[\M-UW\Q^I\QM-mndsnGgt -- :WVLOIVO-LWWZ-PM\-g 7]LM-<M[\IUMV\-mn gs !t -- :WVLOIVO-LWWZ-PM\-g 6QM]_M-<M[\IUMV\-m !sd!t rwd >MZLMZM-QV[\Z]K\QM-gmewt rrG 3 Het christendom ing een kwartier rr! )IVTMQLQVO-megrt rr! >MZSWZ\-UWLMTJM\WWO"-SMZV-^IV-LM-TMMZ-menseet-------rrg!- Register op bijbeltekgsten rnG Over de vertalers r w
6 Goed onderwijs; Chgristendom voor beginners (Latijn/Nederlands) 41 Voorwoord (1-4) 41 1 Goed onderwijs geven 47 He^MZPIIT^MZellen (5-10) 47 Instructie en bemoediging per doelgroep (11-13) 57 Blijmoedig doceren (14-22) 64 2 Praktische inleidingg in het christendogm 81 Verschillende doelgroepen (23-24) 81 ModelbeWWO!) 83 De juisMUWivaQM) 83 Rondgang door he Oude TesIUMV (28-39) 88 Rondgang door he Nieuwe TesIUMV (39-49) 104 Verdere insZ]Kie (50) 117 3 Het christendom ing een kwartier 119 Aanleiding (51) 119 Verkort modelbetoog: kern van de leer (52-55) 119 Register op bijbeltekgsten 127 Over de vertalers 130
8 Soms worden echMZUWUMVen van geesMTQRSM^WZUQVg nadrukkelijk in hoofd en harJM_IIZL>ZIIOSIholieke ouderen wabQRVWO_Men van hun eersMKWUU]VQMWp zeven- of achRIZQOMTMMNijd en er volgUMM[al een leven- dige impressie van kleurrijke, feesMTQRSMLMails. Of vraag eens naar ZM]ZQOMUWUMVen, zoals wanneer een klas- of schoolgenooRMMZV[ig ziek werd of verongelukM"WWS^MTe jaren laMZVWOSIVQMUIVLLIIZWVroerd door raken. Aankomend leraar Iedereen kan als leerling onbevangen puen uiMQOMVMZ- varingen. Maar de herinnering aan heWVLMZ_QR[IT[[ar- MVLM leerkrach is voor minder mensen weggelegd. En waarschijnlijk roepen de gedachMVLIIZIIV]Qeenlopen- de gevoelens op. Verbazing kan zich bijvoorbeeld van je meesMZUISMV_IVVMMZMMVOZWMXSQVLMZMVRW]WXRMMMZ- sM wenk gehoorzaam en iedereen sQT en rusQO word; machteloosheid als met een groep pubers geen land MJM- zeilen val#XIVQMSWULI je eersMTM[XTIV^MMTe omvang- rijk blijkMVPM lesuur dus veel MSWZ; schaamM_IVVMMr een begaafde student een intelligente vraag stelt waarop jij zo gauw geen an_WWZL paraa heb Om nog maar e zwijgen over de teleurstelling wanneer je eersMLMUWV[\ZI- QMXZWMf misluk of alle MKPVQ[KPM appara]]Z he bij je eerste presentatie laat afweten. En hoe aan leerlingen iets van de onZWMZQVOW^MZe brengen, die jij als leraar voelt bij de schoonheid van een mooi gedich'7f je voldoening wanneer de uiTMO^IVMMVUWMQTQRSMVIuurkundige PMW-
9 rie blijkt begrepen of het enthousiasme over ontwikkelin- gen in de samenleving, die jijzelf nog hebUMMOMUIIS en nu als geschiedenis moet behandelen? Les geven is nieOM- makkelijk. En dat is niet alleen een probleem van onze tijd. Deogratias, een bezorgde leraar Rond heRIIZ_I[QV+IZhago een jonge diaken ver- an_WWZLMTQRS^WWZMMV[WWZ basiscursus over heKPZQ[e- lijk geloof. Hij moesLQMK]Z[][OM^MVIIVITTMZTMQUMV[Mn die zich om verschillende redenen wilden aansluiMVJQRLe kaPWTQMSMSMZS,MLQISMVPMMM,MWOZIias (‘Goddank’). Er is nie^MMTW^MZPMUJMSMVL"_M_Men eigenlijk alleen daPQR)]O][inus (354-430) om hulp en advies vroeg bij zijn werkzaamheden. OmdaLMVIIU Deogratias in Noord- Afrika nie^MMT^WWZS_IUTMOOMV[WUUQOMV^MZJIVLUMt andere teksten uit Augustinus’ werk, waarin die naam staat vermeld. 1De diaken DeograQI[bW]LIVLMbMTNLMbQRVITs de priesMZIIV_QM)]O][inus laMZussen 406 en 412 een brief heefOM[KPZM^MV1VLMbM epistula 102 helpLMJQ[- schop van Hippo Regius de CarPIIO[MXZQM[er in MOIIn op zes geloofsvragen van een bevriende heiden. Misschien is heWWSLMbMTNLM,MWOZIias aan wie in de jaren 454-457 de bisschopszeMT^IV+IZhago werd WM^MZrouwd. 2 1 Vgl. Madec 1991, 9-10. Voor volledige bibliografische gegevens zie de liMZIuurlijsIKPer de inleiding. 2 Siniscalco 2001, 333 ZMS de verbanden in _QRNMT. 41 Goed onderwijs Christendom voor beginners Voorwoord [1] Je hebUMOM^ZIIOLJZWMLMZ,MWOZIias, of ik je ies bruikbaars wilde schrijven over godsdiensWVLMZ_QR[IIn beginners. Je hebVIUMTQRSOMbMOLLI in CarPIOW_IIr jij diaken ben^IISUMV[MVJQRRM_WZLMVOMJZIKP voor een eersM kennismaking me he chrisMTQRS geloof. Dat komLWWZRMZMX]aQMIT[OWL[LQMV[leraar op grond van je geloofskennis en je aangename manier van spreken. Maar je stuit daarbij vrijwel steeds op problemen. Hoe moeten de elementen van ons geloof die ons tot christenen maken, op een passende manier worden overgebrach? Waar begin je je verhaal en hoe ver moe je doorgaan? MoeMV_MMMV[WWZ aanmoediging WM^WMOMVIT[PM ver- haal is afgerond? Of hoeven we alleen voorschrifMVe ge- ven, zodaLMT]Q[eraar weeLI hij het leven en de prak- QRSIT[KPZQ[en onder de knie heefIT[PQRLQMVITMMN? Vaak overkomPM je, zo klaag je openharQOLI je QRLMV[MMn lang en ongeïnspireerd beWWOWWSJQRRMbMTf waardeloos overkomt en afkeer wekt, om maar te zwijgen van degene voor wie jouw woorden als kennismaking dienen en de an- deren die er als WMPWWZLMZ[JQRbQMV.
41 Goed onderwijs Christendom voor beginners Voorwoord [1]Je hebUMOM^ZIIOLJZWMLMZ,MWOZIias, of ik je ies bruikbaars wilde schrijven over godsdiensWVLMZ_QR[IIn beginners. Je hebVIUMTQRSOMbMOLLI in CarPIOW_IIr jij diaken ben^IISUMV[MVJQRRM_WZLMVOMJZIKP voor een eersM kennismaking me he chrisMTQRS geloof. Dat komLWWZRMZMX]aQMIT[OWL[LQMV[leraar op grond van je geloofskennis en je aangename manier van spreken. Maar je stuit daarbij vrijwel steeds op problemen. Hoe moeten de elementen van ons geloof die ons tot christenen maken, op een passende manier worden overgebrach? Waar begin je je verhaal en hoe ver moe je doorgaan? MoeMV_MMMV[WWZ aanmoediging WM^WMOMVIT[PM ver- haal is afgerond? Of hoeven we alleen voorschrifMVe ge- ven, zodaLMT]Q[eraar weeLI hij het leven en de prak- QRSIT[KPZQ[en onder de knie heefIT[PQRLQMVITMMN? Vaak overkomPM je, zo klaag je openharQOLI je QRLMV[MMn lang en ongeïnspireerd beWWOWWSJQRRMbMTf waardeloos overkomt en afkeer wekt, om maar te zwijgen van degene voor wie jouw woorden als kennismaking dienen en de an- deren die er als WMPWWZLMZ[JQRbQMV.
42 Noodgedwongen vraag je mij daarom dringend – en je doeMMVJMZWMXWXLMTQMNLMLQMQSRW]^MZ[KP]TLQOLJMV– er geen probleem van MUISMVRW]PQMZQM\[W^MZ\M[KPZQR- ven, ][[MVUQRVIVLMZMJMbQOPMLMVLWWZ. [2] Ik voel mij ZW]_MV[VQM alleen op persoonlijk vlak geroepen door mijn diensJIIZPMQL en mijn liefde voor jou, maar ook in heITOMUMMVLWWZLQM^WWZWVbM5WMLMr de kerk. Als de Heer mij beveelUM mijn inspanningen, die ik door zijn vrijgevigheid kan inzeen, degenen MPMT- pen die Hijzelf voor mij tot broeders heeft gemaakt, mag ik daWXOMMVMVSMTMUIVQMZ_MQOMZMVUIIZUWM ik het bereidwillig en vol overgave op me nemen. Ik wil WKh graag daLM[KPI van de Heer wijd en zijd word]Qge- deeld? Als ik dus merk welke moeilijkheden mijn medebe- dienaars bij he]Qdelen ervaren, moeQSUM^WTTMLQOQV- zeen om ervoor MbWZOMVLI zij vloMVOWMLoegerust kunnen doen wabQRbWQR^MZQOMVoegewijd willen doen. [3] Maar waRMMQOMVSQRSWXLMLQVOMVJMref"UIIk je maar nieLZ]SLI je zo’n beWWO^IISWVLMZUIIs en vervelend vind?IV hebW]PMMTOWMLS]VVMVLI dege- ne aan wie jij les geefLI nie^QVL! Maar omdaRQRbMTf ie[JMers wilTIen horen, vind je waRMbMO onvoldoen- de voor de oren van anderen. Mijzelf bevalUQRVMQOMVJMoog ook bijna nooi?IVt ik heb mijn zinnen gezeWXQMs beMZ[_IIZ^IVQS^IIk van binnen genie^WWZLI ik begonnen ben heQVSTQVSMV- de woorden ui M drukken; en wanneer me da minder goed lukLIVQSLIKP, sWWZ heUMLI mijn WVOOMMn rechSIVLWMVIIVUQRVPIZ. WanJQRITTM[_I ik begrijp 43 wil ik daUQRVoehoorder heWWSJMOZQRX, maar ik merk daQSVQM zo spreek daQSLI ook voor elkaar krijg. De voornaamsMWWZbIISLIIZ^IVQ[LI heQVbQKP mijn geest doordringIT[MMV[VMTTMTQKPfli[erwijl he[XZMSMVraag is en lang duurMVPMMTIVLMZ[Q[-Vijdens he[XZMSMn heefPM inzichbQKPIT_MMZQVbQRVMQOMVPWMSRM^MZJWZ- gen. Maar WKP omda da inzich op wonderlijke wijze enkele sporen in mijn geheugen heeft geprent, blijven die een paar leergrepen lang hangen. En op basis van die sporen maken we klankMSMV[LQe IIT_WZLMVOMVWMULbWIT[4Iijn, Grieks, Hebreeuws of welke andere IITLIVWWS-VPM maakVQM uiWf die M- kens worden gedachWf ook uiOM[XZWSMV,QM[XWZMV^In heQVbQKP zijn nie4Iijns, Grieks, Hebreeuws of specifiek voor enig ander IITOMJQMLUIIZbM_WZLMVWXLMbMTNLe manier in de geest gevormd als gelaatsuitdrukkingen in het lichaam. He woord ‘woede’ bijvoorbeeld luid in het LaQRVIVLMZ[LIVQVPM Grieks, en weer anders in allerlei andere ITMV maar een boze gelaa[]Qdrukking is niet Latijns of Grieks. Daarom is het niet voor iedereen ter we- reld begrijpelijk wanneer iemand in he LaQRV zeg" ‘Ik ben boos’, maar alleen voor LaQRV[aligen. Als echMZQM- mands onJZIVLMVLMLZQN naar zijn gezich]QsZIIT en zijn gelaa[]Qdrukking bepaalLIVQ[LI merkbaar voor iedereen die zo’n boos mens zie. Maar heQ[VQM mogelijk de sporen die heQVbQKP in heOMPM]OMVXZMV op zo’n manier via he[emgeluid e uiMV en zogezegd aan M reiken aan he zin]QO van de luisMZIIZ[bWIT[MMVOMbQKPsuiLZ]SSQVOLI doe"WXMVMn
43 wil ik daUQRVoehoorder heWWSJMOZQRX, maar ik merk daQSVQM zo spreek daQSLI ook voor elkaar krijg. De voornaamsMWWZbIISLIIZ^IVQ[LI heQVbQKP mijn geest doordringIT[MMV[VMTTMTQKPfli[erwijl he[XZMSMVraag is en lang duurMVPMMTIVLMZ[Q[-Vijdens he[XZMSMn heefPM inzichbQKPIT_MMZQVbQRVMQOMVPWMSRM^MZJWZ- gen. Maar WKP omda da inzich op wonderlijke wijze enkele sporen in mijn geheugen heeft geprent, blijven die een paar leergrepen lang hangen.En op basis van die sporen maken we klankMSMV[LQe IIT_WZLMVOMVWMULbWIT[4Iijn, Grieks, Hebreeuws of welke andere IITLIVWWS-VPM maakVQM uiWf die M- kens worden gedachWf ook uiOM[XZWSMV,QM[XWZMV^In heQVbQKP zijn nie4Iijns, Grieks, Hebreeuws of specifiek voor enig ander IITOMJQMLUIIZbM_WZLMVWXLMbMTNLe manier in de geest gevormd als gelaatsuitdrukkingen in het lichaam. He woord ‘woede’ bijvoorbeeld luid in het LaQRVIVLMZ[LIVQVPM Grieks, en weer anders in allerlei andere ITMV maar een boze gelaa[]Qdrukking is niet Latijns of Grieks. Daarom is het niet voor iedereen ter we- reld begrijpelijk wanneer iemand in he LaQRV zeg" ‘Ik ben boos’, maar alleen voor LaQRV[aligen. Als echMZQM- mands onJZIVLMVLMLZQN naar zijn gezich]QsZIIT en zijn gelaa[]Qdrukking bepaalLIVQ[LI merkbaar voor iedereen die zo’n boos mens zie. Maar heQ[VQM mogelijk de sporen die heQVbQKP in heOMPM]OMVXZMV op zo’n manier via he[emgeluid e uiMV en zogezegd aan M reiken aan he zin]QO van de luisMZIIZ[bWIT[MMVOMbQKPsuiLZ]SSQVOLI doe"WXMVMn
47 1. Goed onderwijs geven Het verhaal vertellen [5]He^MZPIITQ[KWUXTMM wanneer heMMZ[e godsdiens- onderwijs voor elke kandidaaTWWX vanaf de MS[ In het be- gin schiep God de hemel en de aarde W aan de huidige QRL^In de kerk. Maar daarom hoeven we nog nie de complee Pentateuch, 1de volledige boeken van RechMZ[3WVQVOMn en Ezra, heKWUXTMe evangelie en de Handelingen van de AposMTMV]Q hePWWNL^WWZe dragen, als we die woord voor woord van buiMVSMVVMVWN_MTLMPMTMQVPW]L^In die boeken in onze eigen woorden na te vertellen en te ver- klaren. Daar is geen QRL^WWZMVPM is ook helemaal niet nodig. WaUWMen we dan wel? Een korMITOMUMVM[IUMV- vaing geven van alles, op zo’n manier da_MMMV[MTMKie maken van enkele bijzondere gebeurMVQ[[MVLQMXTMbQMZQg zijn om naar MT]Q[eren en die op beslissende momenMn in de geschiedenis liggen. We moeMVLQMbWOMbMOLVQM W- nen als een handschrif in een foedraal en meMMV weer aan hebQKP onrekken, maar er even bij blijven sQT[aan. We moeMVIT[PM ware de inhoud eruiPITMVMV]Qsprei- den en aan de WMPWWZLMZ[^WWZPW]LMVWUe bekijken en bewonderen. De resS]VVMV_MLIV[VMTLWWZTWXMVMVbo in het grotere geheel vervlechten. Op die manier komen de punMVLQM_MPM meesWV- der de aandach willen brengen he bes W hun rech, doordaLMZM[ op de achMZOZWVLJTQRN. Di^WWZSWU ook daLMT]Q[eraar al vermoeid is als hij bij die punMVIIV- Gn 1,1 48 komerwijl we hem meWV[^MZPIITR]Q[ willen sQU]TM- ren, of dabQRVOMPM]OMVQVLM_IZZIIS MZ_QRTPQR^In onze lessen juisQMs moeWX[eken. [6] In alle dingen moeMV_QRVIuurlijk zelf heLWMl voor ogen houden van he gebod da luid" De liefde die voortkomt uit een rein hart, een zuiver geweten en een oprecht geloof . Al onze woorden moeten we daarop betrekken. Maar dat nieITTMMV_MUWMen ook de blik van degene die wij met ons woord onderrichMVLIIZPMMVTMQLMVLIIZWXZQKPen. Alles wa_MQVLM0MQTQOM;KPZQN lezen van voor de komst van de Heer is namelijk maar voor één doel geschreven: als verwijzing naar zijn komsMVIT[^WWZINJMMTLQVO^IVLe WMSWU[ige kerk, da_QTbMOOMVPM volk van God onder alle volkeren, zijn lichaam. Daarbij worden dan ook alle heiligen meegerekend die al voor zijn koms leefden in deze wereld. Zij geloofden evengoed da0QRbW]SWUMVITs wij da0QROMSWUMVQ[! HeQ[IT[QVPM verhaal van Jakob. Nog voor zijn ge- boorM sIS hij een hand ui de moederschoo en hield daarmee ook de voe^IVbQRVMMZLMZOMJWZMVJZWMZje vas, waarna uiMZIIZLPM hoofd volgde en dan onvermijdelijk de res van zijn ledemaMV Maar da hoofd overZMN in waardigheid en machVQM alleen de ledemaMVLQM^WTO- den, maar zelfs de hand die bij de geboorM voorafging. HePMMN de eersMXTIIs, nieY]IUWUMV van verschij- nen maar wel van na]ZM. Zo ook heefLM0MMZ2Mb][+PZQ[us voorda0QR^MZ- scheen als een mens van vlees en bloed, voorda0QRQVbM- kere zin uiLMUWMLMZ[KPWW van zijn verborgenheid aan- 1 Tim 1,5 Vgl. Kol 1,18 Vgl. Gn 25,24-26
47 1. Goed onderwijs geven Het verhaal vertellen [5]He^MZPIITQ[KWUXTMM wanneer heMMZ[e godsdiens- onderwijs voor elke kandidaaTWWX vanaf de MS[ In het be- gin schiep God de hemel en de aarde W aan de huidige QRL^In de kerk. Maar daarom hoeven we nog nie de complee Pentateuch, 1de volledige boeken van RechMZ[3WVQVOMn en Ezra, heKWUXTMe evangelie en de Handelingen van de AposMTMV]Q hePWWNL^WWZe dragen, als we die woord voor woord van buiMVSMVVMVWN_MTLMPMTMQVPW]L^In die boeken in onze eigen woorden na te vertellen en te ver- klaren. Daar is geen QRL^WWZMVPM is ook helemaal niet nodig. WaUWMen we dan wel? Een korMITOMUMVM[IUMV- vaing geven van alles, op zo’n manier da_MMMV[MTMKie maken van enkele bijzondere gebeurMVQ[[MVLQMXTMbQMZQg zijn om naar MT]Q[eren en die op beslissende momenMn in de geschiedenis liggen. We moeMVLQMbWOMbMOLVQM W- nen als een handschrif in een foedraal en meMMV weer aan hebQKP onrekken, maar er even bij blijven sQT[aan. We moeMVIT[PM ware de inhoud eruiPITMVMV]Qsprei- den en aan de WMPWWZLMZ[^WWZPW]LMVWUe bekijken en bewonderen. De resS]VVMV_MLIV[VMTLWWZTWXMVMVbo in het grotere geheel vervlechten. Op die manier komen de punMVLQM_MPM meesWV- der de aandach willen brengen he bes W hun rech, doordaLMZM[ op de achMZOZWVLJTQRN. Di^WWZSWU ook daLMT]Q[eraar al vermoeid is als hij bij die punMVIIV- Gn 1,1 48 komerwijl we hem meWV[^MZPIITR]Q[ willen sQU]TM- ren, of dabQRVOMPM]OMVQVLM_IZZIIS MZ_QRTPQR^In onze lessen juisQMs moeWX[eken. [6] In alle dingen moeMV_QRVIuurlijk zelf heLWMl voor ogen houden van he gebod da luid" De liefde die voortkomt uit een rein hart, een zuiver geweten en een oprecht geloof . Al onze woorden moeten we daarop betrekken. Maar dat nieITTMMV_MUWMen ook de blik van degene die wij met ons woord onderrichMVLIIZPMMVTMQLMVLIIZWXZQKPen. Alles wa_MQVLM0MQTQOM;KPZQN lezen van voor de komst van de Heer is namelijk maar voor één doel geschreven: als verwijzing naar zijn komsMVIT[^WWZINJMMTLQVO^IVLe WMSWU[ige kerk, da_QTbMOOMVPM volk van God onder alle volkeren, zijn lichaam. Daarbij worden dan ook alle heiligen meegerekend die al voor zijn koms leefden in deze wereld. Zij geloofden evengoed da0QRbW]SWUMVITs wij da0QROMSWUMVQ[! HeQ[IT[QVPM verhaal van Jakob. Nog voor zijn ge- boorM sIS hij een hand ui de moederschoo en hield daarmee ook de voe^IVbQRVMMZLMZOMJWZMVJZWMZje vas, waarna uiMZIIZLPM hoofd volgde en dan onvermijdelijk de res van zijn ledemaMV Maar da hoofd overZMN in waardigheid en machVQM alleen de ledemaMVLQM^WTO- den, maar zelfs de hand die bij de geboorM voorafging. HePMMN de eersMXTIIs, nieY]IUWUMV van verschij- nen maar wel van na]ZM. Zo ook heefLM0MMZ2Mb][+PZQ[us voorda0QR^MZ- scheen als een mens van vlees en bloed, voorda0QRQVbM- kere zin uiLMUWMLMZ[KPWW van zijn verborgenheid aan- 1 Tim 1,5 Vgl. Kol 1,18 Vgl. Gn 25,24-26