7 1. Puzzelen ‘Wie er het eerst isl!’ Micha staat bij helt schoolhek. Hij kriljgt een harde klap op zijn schouder valn Ruben, zijn grote lbroer. ‘Oké.’ Micha is wel lin voor een wedstriljdje. Hij begint meteen te rennen, del stoep over naar helt bejaarden- huis tegenover de slchool. Op nummer 41 lwoont oma. ‘Tringgggg!’ Ruben heeft gewonnen.l Hij drukt heel lang lop de bel. Dat moet wel, anderls hoort oma het nielt. Het is dinsdagmiddagl. Dan moet mama altlijd met Merel naar muzieklesl. Tessa gaat mee, maarl mama vindt het niet fijn alls Ruben en hij alleeln thuis zijn. Daarom gaan zij elkel dinsdagmiddag uit slchool naar oma toe. Terwijl oma de deur oplendoet, vliegt Bobbyl naar bui- ten. Hij springt luidl blaffend tegen Michla op. ‘Hé Bobby, rustig maar.’ Micha kroelt Boblby achter zijn oren. De hond gaat llanguit op de grond lilggen. Meer kroelen, betekent datl. ‘Gezellig dat jullie ler zijn, jongens.’ Omla heeft een krant in haar handen.l ‘Willen jullie me helpeln met de puzzel?’
8 Micha kijkt Ruben aaln. Hij trekt een gek lgezicht. Mi- cha houdt niet van lpuzzelen, want de pulzzels die oma maakt, zijn altijd hleel erg moeilijk. Oma denkt dat Ruben eln hij veel weten, malar Ruben zoekt de antwoorden lgewoon even op. Oma hleeft namelijk een computelr. ‘Ik zoek een ander wloord voor cumulus’,l zegt oma. Ze legt de krant met del puzzel erin op taflel en kijkt hen vragend aan. ‘Als ik dat woord wleet, is de puzzel kllaar.’ Cumuwat? Raar woorld. Micha heeft er lnog nooit van gehoord. Ruben start de compluter van oma op. Hilj klikt een paar keer met de mulis. ‘Welk woord?’ roept hlij. ‘Cumu… huppeldepup’l, zegt Micha. ‘Nee, cumulus’, zeglt oma terwijl ze een goudkleurlige trommel van de tafell pakt. ‘Het schiet lme straks mis- schien wel te binnen.l Volgens mij heeft hetl met het weer te maken. Hier, zoek maar vast eeln koekje uit.’ Ze houdt de trommell voor Micha’s neus. Er heeft oolit een afbeelding op gesltaan, maar die is elr afgesleten. Micha kijkt in de trlommel. Chocoladekoekljes. Mmm, daar is hij dol op.l Hij pakt er snel eeln. Ruben steekt zijnl hand ook in de trommel. ‘Lekker oma, en cumunogwat betekent stapelwolk.’l
9 ‘Dat is het! Ik ga lhet meteen invullen.’l ‘Dank u wel, oma’, zlegt Micha, terwijl hij een grote hap neemt van de chlocoladekoek. Oma zet een glas sap lvoor Micha en Rubenl neer. Dan pakt ze het potloodl en buigt zich weerl over de puz- zel. ‘Waar moest het ook allweer staan? O ja, hlier. Zo Micha, nu heb ik allles ingevuld. Kijk jilj maar eens welke zin eruit komt.’ Dat is makkelijk. Milcha schrijft snel dle juiste letters inl de hokjes. ‘Gaat u op reis?’ lRuben leest over del schouder van Micha wat er onder lde puzzel staat. ‘Laat eens kijken’, lzegt oma. ‘Tjonge, een reis nalar Afrika. Dat is nlogal een prijs! Wacht, nu snap ik hetl. Hier staat dat del krant deze reis mag weggeven van een lorganisatie die al vlijfentwintig jaar bestaat en datl wil vieren.’ ‘U moet hem instureln’, zegt Micha. ‘Wie weet.’ ‘Nee hoor’, zegt omla. ‘Ik hou helemaal lniet van reizen, alleen van puzzelen.’l Micha kijkt naar builten. Door het raam lziet hij nog net een stukje blauwe lulcht. Oma houdt niet lvan reizen, maar hij wel. Als hlij nou eens zo’n verlre reis zou win- nen? Dan zou hij gaaln vliegen, dwars doolr de wolken. ‘Mag ik de krant meelnemen?’ vraagt hij alan oma.
10 ‘Van mij wel, maar walt moet je ermee? Elr staan verder geen puzzels meer inl.’ Micha geeft geen antlwoord. Hij pakt de lkrant en legt hem op het tafeltjel in de hal. Bobby slnuffelt eraan. Hij wil ermee spelen. ‘Afblijven’, zegt Milcha streng. ‘Kom opl, Bobby, terug naar de kamer.’ ‘Hebben jullie het vlandaag leuk gehad op lschool?’ wil oma weten als hij wleer bij Ruben aan tlafel zit. ‘Niks bijzonders. Elerst lezen, daarna alardrijkskunde en toen nog even tekenen’l, zegt Micha. ‘Bij ons in de klas lhield iemand een sprleekbeurt’, ver- telt Ruben. ‘Over vullkanen. Echt cool. Ikl zou weleens een vulkaan in het eclht willen zien.’ Voordat ze naar huisl gaan, pakt Micha galuw de krant van het tafeltje in lde hal. Hij propt hlem in zijn jaszak. Als ze buiten zijn, lzwaaien ze naar omal, die achter het raam staat. ‘Waarom neem je die klrant eigenlijk mee?’ lvraagt Ruben terwijl ze naar huis lolpen. ‘Voor de puzzel natuulrlijk. We sturen de oplossilng in’, zegt Micha. ‘Wie weet winnen wij dle prijs.’ Ruben kijkt Micha welifelend aan. ‘Zou dalt wel mogen? Oma stuurt nooit ietls op, dat weet je.l Ze puzzelt alleen maar om haar herselnen te trainen.’
11 ‘Jaha, maar we winnlen toch niet. Ik vinld het gewoon zo lekker spannend. Sltel je nou eens voorl … De hoofd- prijs is een reis nlaar Afrika!’ Micha kijkt naar de llucht. Die is blauwl, met hier en daar een wolkje. Latler wil hij piloot wlorden. Geweldig lijkt hem dat. Maarl hij heeft nog nooitl in een vliegtuig gezeten. Samen met plapa en Ruben is hijl wel een keer
12 op Schiphol geweestl. En sinds die tijdl droomt hij ervan om zelf te gaan vlielgen. ‘Je mag hem niet oplsturen’, zegt Ruben.l ‘En trouwens, we hebben ook helemalal geen postzegel.’ Micha geeft geen antlwoord. Hij zweeft elrgens hoog in de lucht, richtilng Afrika. Hij weet lwel waar de post- zegels liggen. In de hlal in een kastje. Waar ook papier en pennen liggen. En oplschrijfboekjes. In lde bovenste lade. Maar dat zegtl hij natuurlijk nietl tegen Ruben. De volgende middag kaln Micha niet meer tlerug. Met een zachte plof valtl de oplossing van del puzzel op de bodem van de brievelnbus. Micha vertelt het tlegen niemand, maar hlij schrijft ’s avonds een kort brielfje aan oma. Micha lvouwt het briefje dubbel en sltopt het tussen eenl van zijn boeken. Lieve oma, Sorry dat ik het stgiekem heb gedaan. Ik hoop dat u wint egn dat u de prijs aan ons gegeft. Het lijkt me zo heegrlijk om te vliegen! Micha